33014 Adv RvSt tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Verzamelwet kinderopvang 2012))
Voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Verzamelwet kinderopvang 2012)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2011D46129, datum: 2011-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.D. Tjeenk Willink, vicepresident van de Raad van State ()
Onderdeel van zaak 2011Z18527:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2011-09-27 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-28 11:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2011-10-04 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-10-05 14:00: Voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Verzamelwet kinderopvang 2012) - 33014 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2011-11-01 16:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2011-11-03 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-11-10 21:30: Verzamelwet kinderopvang 2012 (33014) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2011-11-15 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W12.11.0249/III 's-Gravenhage, 19 augustus 2011 Bij Kabinetsmissive van 7 juli 2011, no.11.001649, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2012), met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel wijzigt een aantal wetten op het terrein van de socialezekerheidswetgeving, arbeidsverhoudingen, pensioenwetgeving en kinderopvang. Het betreft zowel wijzigingen van technische aard alsook inhoudelijke wijzigingen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking met betrekking tot het algemene karakter van verzamelwetgeving. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Verzamelwetgeving Het voorstel van wet is een verzamelwet, waarin een groot aantal technische wijzigingen is opgenomen met betrekking tot socialezekerheidswetgeving en tevens inhoudelijke wijzigingen met betrekking tot de Pensioenwet en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In de brief van 20 juli 2011 en de daarbij behorende notitie heeft de regering haar standpunt geformuleerd met betrekking tot verzamelwetgeving. Uitgangspunt voor het omgaan met dergelijke verzamelwetgeving is dat daarbij recht wordt gedaan aan de positie van het parlement. Om een goede behandeling van verzamelwetgeving te bevorderen heeft de regering toegezegd hieromtrent met een aanwijzing voor de regelgeving te komen. Tot een inhoudelijke verzamelwet wordt in principe slechts overgaan indien voldaan is aan de volgende drie criteria: de verschillende onderdelen moeten samenhang hebben; de verschillende onderdelen moeten niet van een omvang en complexiteit zijn waardoor zij een afzonderlijk wetsvoorstel rechtvaardigen; en het moet op voorhand niet de verwachting zijn dat een van de onderdelen dermate politiek omstreden is dat een goede parlementaire behandeling van andere onderdelen in het geding is. De Afdeling stelt vast dat het voorstel van wet zowel technische wijzigingen omvat als ook inhoudelijke wijzigingen waarbij laatstgenoemde wijzigingen geen onderlinge samenhang hebben. In die zin voldoet het voorstel niet aan de criteria. De Afdeling wijst in het bijzonder op de voorgestelde wijzigingen op het terrein van de Pensioenwet en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Uit de toelichting blijkt niet waarom de wijziging van deze wetten niet in afzonderlijke wetten is neergelegd. De Afdeling adviseert in de memorie van toelichting voldoende dragend te motiveren waarom desondanks voor een verzamelwet is gekozen en zo nodig het voorstel aan te passen. 2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W12.11.0249/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. In artikel I, onderdeel A, wordt voorgesteld artikel 12 van de Algemene Kinderbijslagwet zodanig te wijzigen, dat niet langer een beschikking wordt afgegeven voor het recht op kinderbijslag bij 6 en 12 jarigen. In de memorie van toelichting ingaan op de vraag hoe de rechthebbende kan weten dat hij in dat geval alsnog een beschikking kan aanvragen. Artikel 6 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling aanpassen aan de voorgestelde wijziging van artikel 61, tiende lid, van de Pensioenwet. Kamerstukken I 2010/11, 32 500 VI, M. Zie Kamerstukken I 2010/11, 32 500 VI, M, blz. 7. De toezegging van de Minister van SZW in zijn brief aan de Tweede Kamer van 20 juni 2011 dat wijzigingen in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling zullen worden meegenomen in de Verzamelwet SZW 2012 kan niet afdoen aan de conclusie dat het voorstel niet voldoet aan de criteria (Kamerstukken II 32 043, nr. 45, blz. 2). PAGE PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........