[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32854, bijgewerkt t/m nr. 5 (NvW d.d. 22 september 2011)

Tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D46561, datum: 2011-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z15991:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




	Bijgewerkt t/m nr. 5 (Nota van Wijziging d.d. 22 september 2011)







	32 854	Tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet
ambulancezorg)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	

	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe
tijdelijke regels vast te stellen inzake de organisatie van de
ambulancezorg;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

	1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:


	a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

	b. ambulance: een voor het vervoer van zieken of gewonden ingericht
motorvoertuig, vaartuig of helikopter; 

	c. ambulanceverpleegkundige: verpleegkundige als bedoeld in artikel 1,
onderdeel b, van het Besluit functionele zelfstandigheid; 

	d. ambulancezorg: zorg, erop gericht een zieke of gewonde ter zake van
zijn aandoening of letsel:

	1˚. hulp te verlenen en per ambulance te vervoeren, of

	2˚. hulp te verlenen via een ambulanceverpleegkundige met een speciaal
daartoe uitgerust en als zodanig herkenbaar motorvoertuig; 

	e. meldkamer: de meldkamer voor ambulancezorg, onderdeel van de
meldkamer, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet
veiligheidsregio’s;

	f. regio: een regio als bedoeld in artikel 2;

	g. veiligheidsregio: veiligheidsregio als bedoeld in artikel 9 van de
Wet veiligheidsregio’s;

	h. vergunning voor buitenlandvervoer: op grond van de Wet
ambulancevervoer verleende vergunning die uitsluitend strekt tot het op
grond van artikel 7, eerste lid, derde volzin, van de Wet
ambulancevervoer verrichten van ambulancevervoer vanuit het buitenland,
met inbegrip van het ambulancevervoer vanaf de Nederlandse luchthavens
van patiënten voor wie ambulancevervoer is aangewezen vanwege een in
het buitenland opgelopen ziekte of ontstaan ongeval.

	2. Deze wet is niet van toepassing op ambulancezorg met gebruikmaking
van militaire ambulances. 

Artikel 2

	Voor de toepassing van deze wet is het grondgebied van Nederland
verdeeld in regio’s overeenkomstig de verdeling, bedoeld in artikel 8
van de Wet veiligheidsregio’s. 

Artikel 3

	Bij regeling van Onze Minister worden de gebieden vastgesteld waarin
een 

standplaats van een ambulance zou moeten zijn gevestigd. 

HOOFDSTUK II REGIONALE AMBULANCEZORG

Artikel 4 

	1. Per regio is er een Regionale Ambulancevoorziening die is aangewezen
bij of krachtens artikel 6. 

	2. De Regionale Ambulancevoorziening draagt zorg voor:

	a. het in stand houden van een meldkamer, en

	b. het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. 

	3. Het is anderen dan de Regionale Ambulancevoorziening verboden
ambulancezorg te verrichten. 

	4. Het is verboden ambulancezorg te verlenen zonder opdracht van een
meldkamer. 

	5. Het derde lid geldt niet voor degenen die krachtens een overeenkomst
met de Regionale Ambulancevoorziening ambulancezorg verrichten.

Artikel 5	

	1. Op elke aanvraag om ambulancezorg beslist de meldkamer van de regio
waarbinnen de aangevraagde zorg aanvangt, of ambulancezorg nodig is,
alsmede door wie en op welke wijze deze zal worden verleend. 

	2. Indien de meldkamer besluit dat ambulancezorg wordt verleend door
middel van een ambulance waarvan de standplaats zich in een andere regio
bevindt, geeft de meldkamer na het verstrekken van de opdracht daarvan
bericht aan de meldkamer van die regio. 

	3. De meldkamer kan bij de hulpverlening aan zieken en gewonden andere
vervoermiddelen inschakelen dan ambulances of speciaal daartoe
uitgeruste en als zodanig herkenbaar andere motorvoertuigen, voor zover
deze bij de meldkamer zijn geregistreerd. 

Artikel 6

	1. Onze Minister wijst als Regionale Ambulancevoorziening aan de
rechtspersoon 

die op 1 december  2011 in een regio:

	a. als enige vergunninghouder ambulancevervoer op grond van de Wet 

ambulancevervoer verleent, anders dan op grond van een vergunning voor
buitenlandvervoer,

	b. is opgericht door de rechtspersonen die als vergunninghouders in
diezelfde regio ambulancevervoer op grond van de Wet ambulancevervoer
verlenen, anders dan op grond van een vergunning voor buitenlandvervoer,
en die als enig doel heeft het verlenen van ambulancezorg in die regio,
of

	c. als Ă©Ă©n van de vergunninghouders in diezelfde regio
ambulancevervoer op 

grond van de Wet ambulancevervoer verleent, anders dan op grond van een 

vergunning voor buitenlandvervoer, en met de andere in die regio
werkzame

 vergunninghouder of vergunninghouders over de gezamenlijke uitvoering
van de 

ambulancezorg schriftelijke afspraken heeft gemaakt. 

	2. Indien op 1 december 2011 in een regio het bepaalde in het eerste
lid zich niet heeft voorgedaan, wijst Onze Minister voor die regio als
Regionale Ambulancevoorziening aan:

	a. Ă©Ă©n van de rechtspersonen die per 1 december 2011 als
vergunninghouders in diezelfde regio ambulancevervoer op grond van de
Wet ambulancevervoer verlenen, anders dan op grond van een vergunning
voor buitenlandvervoer, 

	b. een per 1 december 2011 aan de regio grenzende Regionale
Ambulancevoorziening, of

	c. een daartoe door Onze Minister opgerichte rechtspersoon. 

	3. Onze Minister maakt vóór 1 oktober 2011 in de Staatscourant bekend
welke beleidsregels worden gehanteerd ten behoeve van de aanwijzing,
bedoeld in het eerste en tweede lid. 

	4. Een rechtspersoon als bedoeld in het tweede lid, onder c, kan in
overeenstemming met Onze Minister van Financiën en na overleg met de
Algemene Rekenkamer door Onze Minister worden opgericht in afwijking van
artikel 34 van de Comptabiliteitswet 2001. Onze Minister informeert de
Staten-Generaal over de oprichting.

	5. Onze Minister doet in de Staatscourant mededeling welke
rechtspersoon in een regio Regionale Ambulancevoorziening is. 

Artikel 7

	1. Bij regeling van Onze Minister worden eisen vastgesteld waaraan de
Regionale Ambulancevoorziening voldoet. De eisen kunnen per regio
verschillen. 

	2. Voor zover de eisen, bedoeld in het eerste lid, betrekking hebben op
de meldkamer stelt Onze Minister deze vast overeenkomstig de eisen die
de besturen van de veiligheidsregio’s hebben vastgesteld op grond van
artikel 35, vierde lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

Artikel 8

	1. Indien een Regionale Ambulancevoorziening niet meer aan de krachtens
artikel 7 vastgestelde eisen voldoet, kan Onze Minister voor die regio,
onder intrekking van de aanwijzing, bedoeld in artikel 6, eerste of
tweede lid, als Regionale Ambulancevoorziening aanwijzen:

	a. een aan die regio grenzende andere Regionale Ambulancevoorziening,
of

	b. een daartoe door Onze Minister opgerichte rechtspersoon. 

	2. Artikel 6, derde lid, is van toepassing op het oprichten van een
rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid, onder b.

	3. Onze Minister doet in de Staatscourant mededeling van een besluit
als bedoeld in het eerste lid. 

	4. Voordat Onze Minister een besluit neemt als bedoeld in het eerste
lid vraagt Onze Minister de in de regio werkzame zorgverzekeraars in de
zin van de Zorgverzekeringswet en het bestuur van de veiligheidsregio om
advies. 

	5. Indien Onze Minister een besluit heeft genomen als bedoeld in het
eerste lid draagt de rechtspersoon die als Regionale
Ambulancevoorziening in gebreke is geweest, ervoor zorg dat hij:

	a. uitvoering blijft geven aan artikel 4, tweede lid, in de
overgangsperiode tot aan het moment dat de andere rechtspersoon
krachtens de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, als Regionale
Ambulancevoorziening functioneert,

	b. op verzoek van Onze Minister in de overgangsperiode, bedoeld onder
a, aan de door Onze Minister aangewezen rechtspersoon alle informatie
verschaft die deze nodig heeft om als Regionale Ambulancevoorziening
voor die regio te functioneren. 

Artikel 9

	Onze Minister vergelijkt jaarlijks de Regionale Ambulancevoorzieningen
onderling met betrekking tot de wijze waarop zij ambulancezorg verlenen
en hoe zij aan de eisen, bedoeld in artikel 7, voldoen. 

Artikel 10

	1. De Regionale Ambulancevoorziening verstrekt Onze Minister op verzoek
gegevens over het verrichten van ambulancezorg, waaronder begrepen
gegevens die nodig zijn voor het onderzoek, bedoeld in artikel 9.

	2. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere eisen worden gesteld
over de gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede eisen worden
gesteld over de wijze van verstrekking.

HOOFDSTUK III	BIJZONDERE AMBULANCEZORG

Artikel 11

	Bij regeling van Onze Minister kan, ten aanzien van bij de regeling
aangewezen ambulancezorg en onder bij de regeling vast te stellen
voorwaarden of eisen, vrijstelling worden verleend van bepalingen van
deze wet. 

HOOFDSTUK IV TOEZICHT EN HANDHAVING

Artikel 12

	Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de
Volksgezondheid.

Artikel 13

	Onze Minister is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom
ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, tweede,
derde en vierde lid, 7, eerste lid, 8, vijfde lid, 10 en 11.

Artikel 14

	1. Handelen of nalaten in strijd met het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 4, tweede, derde en vierde lid, 8, vijfde lid, 10 en 11 wordt
gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van
de tweede categorie. 

	2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

 

HOOFDSTUK V INVOERINGS- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 15

	De Wet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt “Ambulancevervoerder:(
) is verleend”
vervangen door: Regionale Ambulancevoorziening: de rechtspersoon,
bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet ambulancezorg.

B

	In artikel 6 wordt “de ambulancevervoerders” vervangen door: de
Regionale Ambulancevoorziening.

C

	Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste en derde lid wordt “ambulancevervoerders” telkens
vervangen 

door: Regionale Ambulancevoorzieningen.

	2. In het tweede lid vervalt “ambulancevervoerders” en wordt na 

“veiligheidsregio” ingevoegd: , de Regionale Ambulancevoorziening.

D

	Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “het ambulancevervoer” vervangen door
‘de ambulancezorg’ en wordt na “met dien verstande dat”
ingevoegd: de Regionale Ambulancevoorziening zorg draagt voor het in
stand houden van de meldkamer voor de ambulancezorg, als onderdeel van
de meldkamer, en dat.

	2. In het tweede lid wordt “het ambulancevervoer” vervangen door:
de daadwerkelijke ambulancezorg.

	3. In het derde lid, wordt na “overleg met” ingevoegd: het bestuur
van de Regionale Ambulancevoorziening en” en wordt ‘de meldkamer
functioneert’ vervangen door: uitvoering wordt gegeven aan de eisen,
bedoeld in het vierde lid. 

	4. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

	4 Het bestuur van de veiligheidsregio kan eisen vaststellen waaraan de
Regionale Ambulancevoorziening met betrekking tot de meldkamer voor de
daadwerkelijke ambulancezorg moet voldoen, en deze ter kennis van Onze
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport brengen. Die eisen kunnen
betrekking hebben op de locatie, het beleid en beheer, de financiën, de
prestaties, de ondersteunende systemen, de voorbereiding op en het
daadwerkelijk optreden bij ongevallen, rampen en crises en de
samenwerking van ambulancezorg met brandweer, geneeskundige
hulpverlening en politie in de meldkamer. 

E

	In artikel 51, vierde lid, wordt “de ambulancevervoerders”
vervangen door: ‘de 

Regionale Ambulancevoorziening’ en wordt “ambulance-auto’s”
vervangen door: 

ambulances.

Artikel 16

	In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2˚, van de Wet
rechtspositionele 

voorzieningen rampbestrijders wordt “bij een ambulancedienst”
vervangen door: 

bij een Regionale Ambulancevoorziening. 

Artikel 17

	Indien het bij Koninklijke boodschap van 7 juni 2010 ingediende
voorstel van wet houdende de Wet cliëntenrechten zorg (32 402) tot wet
is verheven en in werking treedt, vervalt onderdeel a alsmede de
aanduiding “b.” in artikel 51, eerste lid, van die wet.

Artikel 18

	1. De Wet ambulancevervoer en de Wet ambulancezorg worden ingetrokken.

	2. Artikel 12a van de Wet ambulancevervoer zoals dat luidde
onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft
van toepassing op de afwikkeling van aanvragen om een subsidie als in
dat artikel bedoeld, ingediend vóór bovenbedoeld tijdstip. 

HOOFDSTUK VI OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 19

	Deze wet wordt twee jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 20

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip en 

vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 21

	Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet ambulancezorg.

	Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle 

ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan
de 

nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3