33028 Adv RvSt inzake Goedkeuring van de op 10 mei 2010 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (Trb. 2010, 172)
Goedkeuring van de op 10 mei 2010 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (Trb. 2010, 172)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2011D47522, datum: 2011-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2011Z19073:
- Indiener: U. Rosenthal, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-10-04 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-10-11 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-10-13 15:00: Procedurevergadering let op gewijzigd tijdstip (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-11-08 16:00: Kaderovereenkomst Europese Unie en Korea (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2012-01-19 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2012-01-26 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-02-02 10:14: Hamerstuk: Goedkeuring van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea (33028) (Hamerstukken), TK
Preview document (๐ origineel)
No.W02.11.0062/II 's-Gravenhage, 7 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 2 maart 2011, no.11.000536, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot goedkeuring van de op 10 mei 2010 te Brussel totstandgekomen Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (Trb. 2010, 172), met memorie van toelichting. Met de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (verder: de Kaderovereenkomst) wordt beoogd een basis te bieden aan een effectievere gezamenlijke aanpak van mondiale vraagstukken en de samenwerking tussen de verdragspartijen op veiligheids- en economisch terrein te bevorderen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt de volgende kanttekeningen. 1. Een nieuwe Kaderovereenkomst De Kaderovereenkomst vervangt de Kaderovereenkomst inzake handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea anderzijds (Trb. 1997, nr. 84). Het materiรซle bereik van de overeenkomst is onder andere uitgebreid tot samenwerking bij de bestrijding van massavernietigingswapens, de aanpak van diverse vormen van criminaliteit en samenwerking op het gebied van belastingen, de informatiesamenleving, gezondheidszorg en onderwijs. Daarmee biedt de Kaderovereenkomst de basis voor het opwaarderen van de relatie met Korea tot een strategisch partnerschap. De Kaderovereenkomst staat daarbij niet op zichzelf, maar hangt samen met de gelijktijdig tot stand gekomen vrijhandelsovereenkomst tussen dezelfde partijen. De Kaderovereenkomst biedt voor deze en overige overeenkomsten die betrekking hebben op de samenwerkingsgebieden die binnen het toepassingsgebied van de Kaderovereenkomst vallen een gemeenschappelijk institutioneel kader. Dit houdt in dat de institutionele bepalingen van de Kaderovereenkomst ook van toepassing zijn op deze overeenkomsten. De Kaderovereenkomst is een eerste in zijn soort, aldus de Europese commissie. Het nieuwe van de Kaderovereenkomst betreft, naast de instelling van een gemeenschappelijk institutioneel kader, ook de daarmee samenhangende vrijhandelsovereenkomst als eerste overeenkomst ter uitvoering van de Global Europe-agenda. Met deze agenda vult de Europese Unie zijn streven naar multilaterale vrijhandelsakkoorden langs de weg van de Wereldhandelsorganisatie aan met strategische bilaterale vrijhandelsakkoorden met gebieden met een groot marktpotentieel die tot op heden onvoldoende waren ontsloten. In de toelichting blijft deze bredere context van de Kaderovereenkomst naar het oordeel van de Afdeling onderbelicht. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen. 2 De gevolgen van de Kaderovereenkomst voor Nederland De Afdeling mist in de toelichting aandacht voor de gevolgen van de Kaderovereenkomst voor Nederland. Meer specifiek wijst zij daarbij op de volgende aspecten: - In de toelichting ontbreekt een overzicht van de terreinen in de Kaderovereenkomst waarvoor Nederland ingevolge de bevoegdheidsverdeling binnen de Europese Unie geheel of gedeeltelijk bevoegd is de overeenkomst te sluiten. In de toelichting ontbreekt eveneens een overzicht van de gevolgen van de kaderovereenkomst voor Nederlandse wetgeving. Zonder deze overzichten is een afweging van de wenselijkheid en gevolgen van de goedkeuring van het verdrag moeilijk te maken. - In de toelichting ontbreekt een overzicht van bestaande tussen Nederland en Korea afgesloten bilaterale verdragen. Evenmin wordt ingegaan op de verhouding tussen de Kaderovereenkomst en deze verdragen, en in het bijzonder op de vraag of het in de Kaderovereenkomst ingestelde gemeenschappelijk institutioneel kader zich eveneens uitstrekt tot deze verdragen. - Artikel 12 van de Kaderovereenkomst, dat ziet op belastingen, wordt in de slotverklaring bij de overeenkomst beperkt door een eenzijdige verklaring van de EU. Deze verklaring strekt ertoe dat de lidstaten slechts gebonden zijn uit hoofde van dat artikel voor zover zij de beginselen van goed bestuur op fiscaal gebied op het niveau van de Europese Unie hebben onderschreven. De toelichting gaat niet in op de betekenis van deze verklaring voor Nederland. De Afdeling adviseert in de toelichting op bovengenoemde aspecten nader in te gaan. 3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W02.11.0062/II met een redactionele kanttekening die de Afdeling in overweging geeft. De Nederlandse taalversie van de Kaderovereenkomst bevat een onvolkomenheid die โ nu het hier om een ondertekend verdrag gaat โ niet meer eenzijdig van Nederlandse zijde kan worden gecorrigeerd. Dit betreft artikel 36, eerste lid, van de Kaderovereenkomst, waarin 'en voor de financiering van corruptie' zou moeten worden vervangen door: en voor de financiering van terrorisme. De Afdeling adviseert deze misstelling in de toelichting te vermelden, alsmede welk vervolg daaraan gegeven wordt. Memorie van Toelichting, Algemene inleiding, 'De Europese Unie en Zuid Korea'. Vooralsnog ongepubliceerd. Artikel 43, vierde lid, Kaderovereenkomst. Zie COM/2009/631/FINAL. Global Europe - competing in the world, COM/2006/567/FINAL. Vergelijk aanwijzing 313, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. PAGE 1 PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........