Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake het afschrift van het antwoord op de brief van de Rijksakademie van beeldende kunsten m.b.t. de dreigende beëindiging van de financiering
Nieuwe visie cultuurbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2011D48783, datum: 2011-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van Bochove, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. Boeve , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2011Z17965:
- Indiener: H. Zijlstra, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-09-21 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-10-06 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-10-07 10:00: Afschrift van het antwoord op de brief van de Rijksakademie van beeldende kunsten m.b.t. de dreigende beëindiging van de financiering (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-11-03 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-11-21 10:00: OCW-begroting 2012, onderdeel Cultuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-11-24 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. .. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 19 september inzake het antwoord op de brief van de Rijksakademie van beeldende kunsten met betrekking tot de dreigende beëindiging van de financiering. Bij brief van ... heeft de staatssecretaris deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie Van Bochove Adjunct-griffier van de commissie Boeve I Vragen en opmerkingen uit de fracties De leden van de PvdA-fractie hebben met irritatie kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris aan de Rijksakademie van beeldende kunsten met betrekking tot de dreigende beëindiging van de financiering. De leden hebben hierover enkele vragen. Is het waar dat de aangeschreven instellingen volgens dit schrijven tot vier weken na dagtekening van de brief de tijd hebben om een verzoek in te dienen tot wijziging van de aanwending van subsidie voor 2012? Bent u het met deze leden eens dat niet zomaar andere bestedingsdoelen voor de subsidies 2009-2012 kunnen worden bedacht, zonder dat de Kamer daarover heeft gesproken? Zo nee, waarom niet? Heeft u over dit voornemen contact gehad met de medeoverheden? Daarnaast verwijzen de leden in hun reactie naar de eerder gestelde schriftelijke vragen van het lid Klijnsma over de brief van de directeur-generaal Cultuur en Media gericht aan culturele instellingen van 16 september jl. (ingezonden 30 september 2011). Het betreft de volgende vier vragen: Heeft u kennisgenomen van de brief betreffende het «voornemen beëindiging subsidie per 1 januari 2013, welke op 16 september jl. is verstuurd door uw directeur-generaal Cultuur en Media aan diverse culturele instellingen in de basisinfrastructuur (BIS)? Klopt het dat de aangeschreven instellingen volgens dit schrijven tot vier weken na dagtekening van de brief de tijd hebben om een verzoek in te dienen tot wijziging van de aanwending van subsidie voor 2012? Deelt u de mening dat niet zomaar andere bestedingsdoelen voor de subsidies 2009–2012 kunnen worden bedacht, zonder dat de Kamer daarover heeft gesproken? Zo nee, waarom niet? Heeft u over dit voornemen contact gehad met de medeoverheden? Bent u bereid om geen onomkeerbare stappen te nemen tot beantwoording van deze schriftelijke vragen? De leden van deze fractie vernemen graag of de staatssecretaris bereid is om, zolang er geen antwoorden op bovengenoemde vragen van de zijde van de Kamer zijn gegeven, alle besluitvorming in deze zaak stop te zetten en alle betrokken instellingen daarvan op de hoogte te stellen. Indien de staatssecretaris daar niet toe bereid is, dan vernemen de leden van deze fractie graag waarom niet. De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris aan de Rijksakademie van beeldende kunsten met betrekking tot de dreigende beëindiging van de financiering. De leden begrijpen dat deze brief eveneens is gezonden aan andere postacademische instellingen en organisaties binnen de Podiumkunsten. De leden zouden graag van de staatssecretaris een plan van aanpak ontvangen met betrekking tot het afbouwen van de subsidierelatie met culturele instellingen die momenteel deel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur (BIS), tussen nu en 31 december 2011. Daarbij aansluitend vragen de leden wanneer de Kamer het volledige plan van aanpak ontvangt voor toedeling van de frictie- en transitiekosten. Voorts vragen de leden waarom nu reeds een brief aan de organisaties is gezonden, die vraagt om inzicht in de aangegane verplichtingen, terwijl dezelfde organisaties mogelijk nog een bijdrage uit een van de Fondsen kunnen ontvangen, dan wel gehonoreerd worden door de Raad voor Cultuur. Daarbij, zijn de organisaties, zoals de brief suggereert, inderdaad volledig vrij in de aanwending van subsidiegeld voor voorbereiding op de subsidie? Als zij besluiten de subsidiebestemming niet te wijzigen, kan dat in een later stadium tot sancties leiden, of tot verschil in behandeling ten opzichte van organisaties die al wel hun subsidie 2009-2012 voor dit doel aanwenden? Op 31 maart 2011 heeft de Kamer de motie-Van der Werf (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 155) aangenomen die vraagt om alle gelden die door het vervroegd ingaan van de bezuinigingen niet als subsidie worden uitgekeerd te behouden voor transitie- en frictiekosten. De leden menen dat het op deze wijze laten aanwenden van de subsidie 2009-2011 strijdig is met deze motie. Deelt de staatssecretaris de mening van deze leden, dat – in lijn met de eerdergenoemde motie-Van der Werf - kosten ten behoeve van frictie en transitie voldaan dienen te worden uit de hiervoor gereserveerde Rijksgelden? Deelt de staatssecretaris de mening van voornoemde leden dat bij het bieden van de mogelijkheid om bestaand subsidiegeld aan te wenden voor transitiekosten, dit op zijn minst in overleg met de Kamer had moeten plaatsvinden, zo vragen de leden van voornoemde fractie. De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris aan de Rijksacademie. In de brief stelt de staatssecretaris dat de maatregelen noodzakelijk zijn vanwege de bezuinigingen. Al eerder is gesteld dat de bezuinigingen niet noodzakelijk op de voorgestelde datum hoeven in te gaan. De opvatting dat snelle invoering nodig is om snel duidelijkheid te bieden, wordt door veel instellingen bestreden. Waarom is geen gehoor gegeven aan de oproep van diverse instellingen om meer tijd te nemen, bijvoorbeeld het tijdpad zoals opgenomen in het regeerakkoord? Wordt op deze wijze niet meer kapot gemaakt dan nodig is? De leden plaatsen vraagtekens bij het besluit postacademische instellingen niet te financieren. Is het voor het behoud van een internationale toppositie niet noodzakelijk de basis op orde te houden, zo vragen zij. De leden vragen voorts of de vraaggestuurde en marktgerichte vorm die de staatssecretaris voor ogen staat, kan voorzien in de talentvorming in brede zin. Er is immers niet altijd een direct economische opbrengst in beeld. De leden vragen de staatssecretaris of de noodzaak om met beleidsregels te komen om de frictiekosten op te vangen, aantoont dat de bezuinigingen te snel en te fors zijn. De leden van deze fractie staan kritisch tegenover het verzoek van de staatssecretaris om instellingen vier weken de tijd te geven om met een plan te komen om de subsidie te gebruiken om de bezuinigingen mee op te vangen. Is dit wel mogelijk zonder parlementaire instemming? In hoeverre is dit juridisch toegestaan? Worden hiermee bezuinigingen vervroegd opgelegd aan de instellingen? Deze leden zijn van mening dat de subsidie hier niet voor is bedoeld. Zij vragen ook hoe dit verzoek zich verhoudt tot het budget voor het opvangen van frictiekosten. II Reactie van de staatssecretaris