[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Taakverzwaring burgemeesters

Brief lid / fractie

Nummer: 2011D49696, datum: 2011-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z20099:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Taakverzwaring burgemeesters

Gerard Schouw, D66

Maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen, maar ook een herziene
ambtsinvulling, hebben geleid tot een veranderde rol van de burgemeester
in het lokaal bestuur en de samenleving. De burgemeester heeft met name
op het terrein van orde en veiligheid een groter takenpakket gekregen.
Tegelijkertijd zijn de vraagstukken waar hij of zij mee te maken krijgt
complexer en groter geworden, terwijl ook de voorheen vrij neutrale rol
als burgervader aan verandering onderhevig is.

De in de afgelopen decennia toegenomen bevoegdheden en doorzettingsmacht
van burgemeesters komt met name tot uitdrukking in de gegroeide
veiligheidsportefeuille (Brouwer en Schilder, 2011; Hennekens, 2011;
Rogier, 2010). Ondanks dat de beoogde Nationale Politie de taak van
korpsbeheerder bij de burgemeester wegneemt, is het aantal
(bestuursrechtelijke) bevoegdheden van Nederlandse burgemeesters in
internationaal perspectief uitzonderlijk groot. De balans tussen deze
bevoegdheden aan de ene kant, en de rol als burgervader, boegbeeld en
‘informele ombudsman’ lijkt niet altijd in evenwicht.

Vragen:

1. Is er voldoende inzicht in het functioneren van burgemeesters? 

2. Hoe functioneert de driehoek (burgemeester-secretaris-griffier) in de
praktijk en welke verbetermogelijkheden zijn?

3. Op welke wijze wordt de balans tussen (bestuursrechtelijke)
bevoegdheden van de burgemeester en zijn of haar andere taken
gewaarborgd? Welke gevolgen - positief of riskant – hebben
nationalisering danwel regionalisering van uitvoeringsorganisaties
(politie, brandweer, CPA’s, milieudiensten ) voor de wijze waarop en
de mate waarin burgemeesters hun eigenstandige verantwoordelijkheden
(nog) kunnen waarmaken?

4. Wat zijn de resultaten van het professionaliseringsfonds
burgemeesters sinds 2003 en is het thans beschikbare budget voldoende?

5. Op welke wijze wordt ingespeeld op de behoeften van zowel grote als
kleine gemeenten wat betreft de burgemeesters? Welke rol is hierbij
weggelegd voor BZK en NGB? Op welke wijze is hierbij aandacht voor
zij-instromers en diversiteit?

Geraadpleegde literatuur:

Brouwer, J.G. en A.E. Schilder (2011). “Dwalen door het woud van het
openbare-orderecht”, in: Trema, 34,5:168-175.

Hennekens, H.Ph.J.A.M. (2011). “Kroniek Openbare Orde 2010”, in:
Gemeentestem 161, 7352: 218 – 223.

Karstens, Niels, L. Cachet en L. Schaap (2009).  Zorg dat het een
prachtbaan blijft. Naar een herijking van het burgemeestersambt?,
Tilburg en Rotterdam. 

Rogier, L.J.J. (2010). “Nieuwe bevoegdheden van de burgemeester.
Sancties, bevelen en andere maatregelen”, in: Nederlands Tijdschrift
voor Bestuursrecht 10:309-314.

 In een recent onderzoek (Karsten c.s. 2009) worden de volgende
ontwikkelingen onderscheiden:

Maatschappelijk: grensvervaging; nationale en internationale opschaling;
complexiteit van de netwerksamenleving; diversificatie van de bevolking;
hogere verwachtingen van burgers; mediatisering.

Bestuurlijk: diffuse beslismacht; schaal van opereren (buiten de
gemeente grenzen profileren, intern de samenhang behouden); vragen bij
de legitimiteit van bestuur; personalisering van het bestuur;
dualisering. 

Ambt: afhankelijkheid (minder autonome positie burgemeester);
leiderschap versus collegiaal bestuur.