[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33050 Adv RvSt inzake wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2011D50312, datum: 2011-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z20410:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W12.11.0274/III	's-Gravenhage, 8 augustus 2011

                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
             

Bij Kabinetsmissive van 18 juli 2011, no.11.001755, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de medische
keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot
onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij
de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen, met memorie van
toelichting.

In het voorstel wordt de Wet op de medische keuringen op enkele op
zichzelf staande punten aangepast: in de wettekst wordt verduidelijkt
dat alleen de keuringsarts vragen naar de gezondheid mag stellen, de
behandeling van klachten over aanstellingskeuringen wordt neergelegd bij
de Sociaal-Economische Raad (SER), de vragengrens bij
levensverzekeringen wordt afgestemd op ontwikkelingen op de huizenmarkt,
en de verplichting om de wet periodiek te evalueren wordt geschrapt.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt opmerkingen over de regeling van de
klachtbehandeling bij aanstellingskeuringen en het verbod op
lekenkeuringen. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van
het voorstel wenselijk is.

1.	Behandeling van klachten bij aanstellingskeuringen

De Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen, die bij algemene
maatregel van bestuur is ingesteld op basis van de Wet op de medische
keuringen (Wmk), behandelt klachten van sollicitanten over medische
keuringen bij indiensttreden als werknemer of ambtenaar.

Het was de bedoeling van de wetgever dat de representatieve organisaties
zelf de verantwoordelijkheid zouden dragen voor de klachtenbehandeling.
Omdat de Commissie zich beweegt op het terrein van werkgevers en
werknemers, wordt voorgesteld het mogelijk te maken dat de instelling
van een klachtencommissie aanstellingskeuringen wordt opgedragen aan de
SER. Bij de consultatieronde heeft de Commissie zelf erop gewezen dat er
in deze opzet geen plaats was ingeruimd voor de representatieve
organisaties van de artsen, zoals oorspronkelijk de bedoeling was.
Daarom wordt met het voorgestelde artikel 14, tweede lid, aanhef en
onder b, de mogelijkheid gegeven om ook personen die niet tot in de SER
vertegenwoordigde organisaties behoren, lid te laten zijn van de
klachtencommissie.

De keuze zoals die in de toelichting wordt uiteengezet, is helder:
instelling van de commissie wordt een taak van de SER, en ook de
representatieve organisaties van de artsen zullen in de commissie worden
vertegenwoordigd. De uitwerking in het voorgestelde artikel 14, tweede
lid, Wmk is echter nogal vrijblijvend:

bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over
instelling en werkwijze van de commissie,

daarbij kan de medewerking van de SER worden ingeroepen.

De Afdeling is van oordeel dat, nu de keus van de regering duidelijk is,
in de Wmk zou moeten worden bepaald dat de SER tot taak heeft de
commissie in te stellen, en dat bij algemene maatregel van bestuur
regels worden gesteld over de werkwijze van de commissie. Zij adviseert
het voorstel, en ook de considerans bij het voorstel, in die zin aan te
passen.

2.	Het stellen van gezondheidsvragen in het sollicitatiegesprek

De Wmk bepaalt dat bij het aangaan van een dienstbetrekking of een
ambtelijke aanstelling een medische keuring slechts is toegestaan indien
aan de vervulling van de functie bijzondere eisen op het punt van de
medische geschiktheid moeten worden gesteld. Onder keuring wordt niet
alleen verstaan het verrichten van medisch onderzoek, maar ook het
stellen van vragen over de gezondheidstoestand van de keurling.

De Wmk kent daarnaast een verbod op het stellen van vragen in het
sollicitatiegesprek, de zogeheten lekenkeuring. Het staat de werkgever
niet vrij om in dat gesprek vragen te stellen over onderwerpen die niet
in het medisch onderzoek aan de orde zijn gekomen.

Bij de tweede evaluatie van de Wmk is gebleken dat lekenkeuringen
niettemin nog regelmatig voorkomen: het aantal keren dat tijdens een
sollicitatiegesprek naar de gezondheid wordt gevraagd, is aanmerkelijk
hoger dan het aantal aanstellingskeuringen in strikte zin: 9,2% tegen
3,6%. Onder de deelpopulatie “baanwisselaars met
gezondheidsproblemen” is dit percentage nog hoger: 29%. Voor
respondenten die zichzelf indeelden in de categorie “gehandicapt”
lag dit percentage op 37%.

In reactie op dergelijke schendingen van het verbod op lekenkeuringen,
beoogt de regering de wettelijke omschrijving van dat verbod te
verduidelijken.

De thans geldende tekst van artikel 4, tweede lid, laatste volzin, Wmk
luidt:

“Bij andere beoordelingen dan de medische keuring mogen geen vragen
worden gesteld noch anderszins inlichtingen worden ingewonnen over de
gezondheidstoestand van de keurling en over diens ziekteverzuim in het
verleden.”

In het voorstel wordt de a contrario-formule aan het begin vervangen:

“Het is aan een ander dan een keurend arts niet toegestaan vragen te
stellen noch anderszins inlichtingen in te winnen over de
gezondheidstoestand van de keurling of over diens ziekteverzuim in het
verleden.”

Uit het evaluatierapport blijkt niet dat een probleem gelegen is in
onduidelijkheid van de wettekst. Daar wordt juist gesteld dat het
afdwingen van de naleving buitengewoon lastig blijft. De Afdeling mist
in de toelichting een motivering waarom mag worden verwacht dat de
voorgestelde aanpassing een significante bijdrage zal leveren aan de
naleving van het verbod op lekenkeuringen.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het voorgaande in te gaan.

3.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W12.11.0274/III met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

In artikel 13 (positief) omschrijven ten aanzien van welk soort
keuringen de klachtencommissie wel bevoegd zal zijn.

In artikel 14, eerste lid, de zinsnede “, en de vragen welke ten
aanzien van de gezondheid zullen worden gesteld, bedoeld in artikel 8”
schrappen, nu het stellen van vragen al deel uitmaakt van het verrichten
van de keuring (artikel 1, aanhef en onderdeel a). Voorts de
delegatiebepaling in het derde lid nader toespitsen (aanwijzing 25 van
de Aanwijzingen voor de regelgeving).

 	Het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen.

 	Zie ook toelichting, § 3.2 (Aanstellingskeuringen, zelfregulering en
de klachtencommissie). Een wettelijke bepaling die hierin voorziet is
noodzakelijk, omdat artikel 37 van de Wet op de bedrijfsorganisatie
bepaalt dat de SER taken kan delegeren aan een commissie “uit zijn
midden”.

 	Anders dan de tekst van het voorgestelde eerste lid van artikel 14
Wmk.

 	Artikel 4, eerste lid, Wmk.

 	Artikel 1, aanhef en onder a, Wmk.

 	Artikel 4, tweede lid, laatste volzin, Wmk.

 	J.R. Popma, C.W.G. Rayer & M. Westerveld, Tweede evaluatie Wet op de
medische keuringen, Hugo Sinzheimer Instituut, Den Haag: ZonMw, 2007,
blz. 102.

 	Toelichting, § 3.1 (Verduidelijking wettekst).

 	Tweede evaluatie Wet op de medische keuringen, blz. 166-167.

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........