[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderzoeksvoorstel van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken voor de Toekomst- en Onderzoeksagenda Tweede Kamer 2012

Brief commissie

Nummer: 2011D52333, datum: 2011-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z21303:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Onderzoeksvoorstel van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken voor
de Toekomst- en Onderzoeksagenda van de Tweede Kamer voor 2012

d.d. 4 oktober 2011

Onderzoek naar de effectiviteit van het Buitenlandbeleid van de Europese
Unie, met specifieke mogelijkheden voor verbetering

Op 1 december 2009 is het Verdrag van Lissabon in werking getreden. Het
Verdrag van Lissabon bevat twee institutionele vernieuwingen voor het
buitenlands beleid van de Europese Unie. Er is nu een voor tweeënhalf
jaar een “permanente” voorzitter van de Europese Raad, en er is een
hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De
Hoge Vertegenwoordiger wordt bijgestaan door de Europese diplomatieke
dienst. Dankzij het Verdrag van Lissabon kan de EU over de hele wereld
doeltreffender en gecoördineerde optreden. De bundeling van diplomatie,
veiligheid, handel, ontwikkeling, humanitaire hulp en internationale
onderhandelingen kan echter nog altijd effectiever. 

Daarom de volgende onderzoeksvraag:

Wat is de effectiviteit van de nieuwe instrumenten voor het
buitenlandbeleid van de Europese Unie die het Verdrag van Lissabon heeft
geïnstitutionaliseerd, en wat zijn specifieke mogelijkheden voor
verbetering van een effectief buitenlandbeleid van de EU?

Deelvragen:

In hoeverre treedt de Europese dienst voor extern optreden (EDEO)
momenteel op zoals neergelegd in het Verdrag van Lissabon?

In hoeverre treedt de Hoge Vertegenwoordiger op zoals neergelegd in het
Verdrag van Lissabon? Is het vanuit effectiviteits-perspectief wenselijk
om de Hoge Vertegenwoodiger meer middelen en bevoegdheden te geven?  

Welke mogelijkheden voor meer EU-samenwerking op defensieterrein bestaan
er in het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, los van de
politieke wil in lidstaten? Hoeveel zou dit financieel op kunnen
leveren? Welke bevoegdheden zouden moeten worden overgedragen? Wat zijn
de consequenties voor het Nederlandse buitenland- en defensiebeleid?

Welke (financiële) meerwaarde heeft het Verdrag van Lissabon opgeleverd
ten aanzien van humanitaire hulp in EU-verband? Wat zouden de
financiële baten zijn van een effectiever
Ontwikkelingssamenwerkingbeleid van de EU?