[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzoek om debat over aanslagen in Noorwegen

Brief lid / fractie

Nummer: 2011D53522, datum: 2011-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z21870:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Voorstel van Tofik Dibi (GroenLinks) voor een debat over de aanslagen in
Noorwegen

Noorwegen, Nederland en de rest van de wereld waren geschokt na de
aanslagen van Anders Breivik. Belangrijke vragen die werden gesteld
waren: hoe heeft dit kunnen gebeuren en hoe kan dit in de toekomst
worden voorkomen? De overheersende teneur was duidelijk: dit nooit weer.
Ook niet in Nederland.  

Het is helaas niet uit te sluiten dat er in Nederland geen voedingsbodem
kan bestaan voor mensen met vergelijkbare ideeƫn als Breivik. Ook
minister Donner bevestigt in de brief van 13 september 2011 dat er ā€˜in
Nederland, net als in andere West-Europese landen, sprake is van steun
voor afkeer van de islam en linkse ideologieĆ«nā€™. Volgens de minister
kan er in de huidige samenleving 'helaas nooit volledig worden
uitgesloten dat de ideeƫn en daden van Breivik gefixeerde dan wel
verwarde eenlingen zullen inspireren tot gewelddadige acties'.

De politiek kan een rol spelen in het wegnemen van een mogelijke
voedingsbodem. Het bespreekbaar maken van extremisme middels een breed
debat is daarvoor Ć©Ć©n van de geijkte instrumenten. In het verleden
heeft er meerdere keren debat plaatsgevonden in de Tweede Kamer naar
aanleiding van terroristische daden. Dat gebeurde na de aanslagen in New
York en Madrid en na de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh.

Daarom verzoek ik de commissie Binnenlandse Zaken om een AO in te
plannen over extremisme in Nederland tegen de achtergrond van de
aanslagen in Noorwegen.   

- Tofik Dibi