[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Voorstel van wet van de leden Eijsink, Van Dijk, Hachchi, El Fassed, Voordewind, Ouwehand, Van der Staaij, Hernandez, Bruins Slot en Bosman tot vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen (Veteranenwet)

Eindtekst

Nummer: 2011D53931, datum: 2011-11-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z09376:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer. Zij heeft 

de leden Eijsink, Van Dijk, 

Hachchi, El Fassed, Voordewind, 

Ouwehand, Van der Staaij, 

Hernandez, Bruins Slot en Bosman

opgedragen het voorstel in die 

Kamer te verdedigen.

De Voorzitter,

1 november 2011



	Voorstel van wet van de leden Eijsink, Van Dijk, Hachchi, El Fassed,
Voordewind, Ouwehand, Van der Staaij, Hernandez, Bruins Slot en Bosman
tot vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor
veteranen (Veteranenwet) 







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging hebben genomen dat veteranen het Koninkrijk der
Nederlanden als militair hebben gediend onder oorlogsomstandigheden dan
wel door deelname aan een missie ter handhaving of bevordering van de
internationale rechtsorde; 

dat de erkenning door de Nederlandse samenleving van de verdiensten van
veteranen en van de mogelijke gevolgen van de inzet als militair voor
hun gezondheid, als ook de waardering die aan veteranen op grond van hun
verdiensten toekomt, moeten worden bevorderd; 

dat de bijzondere zorg die veteranen en hun relaties in verband met de
inzet als militair nodig hebben, moet worden gewaarborgd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 Begripsbepalingen

	In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

	a. Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

	b. militair: de militair ambtenaar in werkelijke dienst als bedoeld in
artikel 1, eerste lid, onder b, van de Militaire ambtenarenwet 1931,
waaronder mede begrepen de met militair beroepspersoneel gelijkgestelde
geestelijke verzorgers;

	c. veteraan: de militair, de gewezen militair, of de gewezen
dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot
het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der
Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft
deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de
internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze
Minister is aangewezen; 

	d. inzet: het dienen als militair onder oorlogsomstandigheden dan wel
het deelnemen als militair aan een missie als bedoeld onder c;

	e. relatie: de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel
en bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad van de veteraan;

	f. materiële zorg: de aanspraken van de veteraan op grond van een
wettelijk voorschrift op bezoldiging dan wel op uitkeringen en
voorzieningen in verband met werkloosheid, ziekte,
arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of overlijden als gevolg van de
uitoefening van de militaire dienst onder de omstandigheden of bij een
missie als bedoeld onder c;

	g. persoonsgegevens, verwerking van persoonsgegevens,
verantwoordelijke: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet
bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2 Erkenning en waardering voor veteranen

	1. Onze Minister voert een beleid dat is gericht op het bevorderen van
erkenning van de verdiensten van veteranen, van erkenning van de
mogelijke gevolgen van de inzet voor hun gezondheid en van waardering
die veteranen op grond van hun verdiensten toekomt.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld in ieder geval betreffende:

	a. het faciliteren van publieke en private initiatieven op het gebied
van erkenning van en waardering voor veteranen, waaronder de Nederlandse
veteranendag;

	b. de wijze waarop veteranen in staat worden gesteld om zich als
zodanig te onderscheiden door middel van onder meer de veteranenpas en
het draaginsigne veteranen;

	c. het faciliteren van de deelname van veteranen en hun relaties aan
bijeenkomsten en reünies.

Artikel 3 Zorgplicht voor en tijdens inzet 

	1. Onze Minister heeft een zorgplicht voor militairen die worden
ingezet. Deze zorgplicht houdt in dat militairen en hun relaties goed
worden voorbereid op de inzet en goed worden begeleid tijdens de inzet. 

	2. Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht worden
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld
betreffende:

	a. het bepalen van de uitzendgeschiktheid van militairen;

	b. het voorbereiden van militairen op de daadwerkelijke inzet;

	c. het voorzien in sociaal medische begeleiding van militairen tijdens
de inzet; 

	d. het begeleiden van de relaties van militairen tijdens de inzet;

	e. het informeren van militairen en hun relaties over
gezondheidsrisico’s van de inzet;

	f. het informeren van militairen en hun relaties over de zorg die voor
hen beschikbaar is.

Artikel 4 Zorgplicht na inzet

 

	1. Onze Minister heeft een zorgplicht voor veteranen die zijn ingezet.
Deze zorgplicht houdt in dat veteranen en hun relaties goed worden
begeleid na afloop van de inzet. 

	2. Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht worden
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld
betreffende: 

	a. het voorzien in sociaal medische begeleiding van veteranen en hun
relaties na afloop van de inzet;

	b. het ondersteunen van de veteraan bij het vinden van een andere
betrekking indien ontslag als militair aan de orde is;

	c. het organiseren van bijeenkomsten voor veteranen en hun relaties in
het kader van nazorg;

	d. het faciliteren van de deelname van veteranen en hun relaties aan
bijeenkomsten in het kader van nazorg. 

Artikel 5 Bijzondere zorgplicht voor veteranen

	1. Onze Minister heeft een bijzondere zorgplicht voor veteranen die als
gevolg van de inzet zorg nodig hebben. Deze zorgplicht houdt in dat
veteranen en hun relaties worden bijgestaan bij hun revalidatie en
re-integratie en bij het verkrijgen van materiële zorg,
maatschappelijke ondersteuning of geestelijke gezondheidszorg.

	2. Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht worden
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld
betreffende:

	a. het inrichten van de revalidatie en de re-integratie van veteranen
en hun relaties;

	b. het begeleiden van veteranen en hun relaties bij het verkrijgen van
materiële zorg;

	c. het begeleiden van veteranen en hun relaties bij het verkrijgen van
maatschappelijke ondersteuning of geestelijke gezondheidszorg.

Artikel 6 Afbakening zorg

	De zorgplichten, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5, laten de materiële
zorg op grond van wettelijke voorschriften in verband met werkloosheid,
ziekte, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en overlijden, op grond van
de Militaire ambtenarenwet 1931 of de Kaderwet militaire pensioenen en
de zorg op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en geestelijke
gezondheidszorg onverlet en liggen in het verlengde daarvan.

Artikel 7 Inkomensvoorziening in verband met zorg

	1. Onze Minister treft voor de veteraan een passende
inkomensvoorziening voor de duur die nodig is in verband met de
revalidatie, re-integratie en de begeleiding van de veteraan als bedoeld
in artikel 5. 

	2. Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde inkomensvoorziening
worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld
betreffende:

	a. de voorwaarden waaraan de veteraan moet voldoen om voor de
inkomensvoorziening in aanmerking te komen;

	b. het bepalen van de hoogte van de inkomensvoorziening, waarbij wordt
uitgegaan van een uitkering van 80% van het bedrag van de inkomsten die
hij in het jaar voorafgaande aan zijn aanmelding bij het loket, bedoeld
in artikel 8, tweede lid, onder c, uit hoofde van zijn beroep of bedrijf
gebruikelijk zou hebben kunnen genieten;

	c. de verrekening van andere inkomsten met de inkomensvoorziening. 

Artikel 8 Samenwerking veteranenzorg (veteranenloket en
zorgcoördinatie)

	1. Onze Minister bevordert vanwege de bijzondere zorgplicht, bedoeld in
artikel 5, de samenwerking tussen de bij de revalidatie en re-integratie
en de materiële zorg betrokken uitvoeringsinstanties en de bij de
maatschappelijke ondersteuning en geestelijke gezondheidszorg betrokken
zorginstellingen. 

	2. Na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld betreffende: 

	a. het inrichten van de samenwerking tussen de bij de revalidatie en
re-integratie en de materiële zorg betrokken uitvoeringsinstanties en
de bij de maatschappelijke ondersteuning en geestelijke gezondheidszorg
betrokken zorginstellingen; 

	b. het waar mogelijk gezamenlijk verzorgen van de aanvraag,
beoordeling, toekenning en uitbetaling van uitkeringen, pensioenen en
voorzieningen in verband met ziekte, arbeidsongeschiktheid en
invaliditeit; 

	c. het organiseren van de toegang tot de revalidatie en re-integratie
en de materiële zorg en de maatschappelijke ondersteuning en
geestelijke gezondheidszorg door het oprichten van een loket voor
veteranen en hun relaties;

	d. het toewijzen van zorgcoördinatoren ten behoeve van de persoonlijke
begeleiding van de veteraan en zijn relaties bij de revalidatie en
re-integratie, materiële zorg, maatschappelijke ondersteuning en
geestelijke gezondheidszorg. 

Artikel 9 Veteranenregistratiesysteem

	1. Ten behoeve van de identificatie van veteranen en van de
mogelijkheid tot het informeren van veteranen over de toepassing van de
artikelen 2 tot en met 8 en ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
worden, persoonsgegevens van veteranen verwerkt in het
veteranenregistratiesysteem. Onze Minister is verantwoordelijke voor
deze verwerking. 

	2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met
betrekking tot de inrichting en het beheer van het
veteranenregistratiesysteem en de mogelijkheid van verstrekking van
persoonsgegevens aan derden die activiteiten verrichten in het kader van
erkenning en waardering voor veteranen. 

Artikel 10 Wetenschappelijk onderzoek

	Onze Minister bevordert wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen
die gerelateerd kunnen zijn aan de uitoefening van de dienst onder
omstandigheden en bij een missie als bedoeld in artikel 1, onder c. 

Artikel 11 Wijziging Wet Nationale Ombudsman

A

	In artikel 1 wordt, onder verlettering van de onderdelen c en d tot d
en e een nieuw onderdeel c ingevoerd luidende:

  c. veteranenombudsman: de ombudsman voor zover hij optreedt als
bedoeld in hoofdstuk IIB, of de als zodanig aangewezen
substituut-ombudsman bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B

	In artikel 1d wordt na “Kinderombudsman” ingevoegd: of de
Veteranenombudsman.

C

	

	In artikel 9, eerste lid, wordt na “Kinderombudsman” telkenmale
ingevoegd: of Veteranenombudsman.

D

	Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt na “Kinderombudsman” ingevoegd: of de
Veteranenombudsman.

	2. In het tweede tot en met zesde lid wordt  “ombudsman of
Kinderombudsman” telkenmale vervangen door: ombudsman, Kinderombudsman
of Veteranenombudsman. 

E

	Na artikel 11e wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk II B De Veteranenombudsman

Artikel 11f

	In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

	a. veteraan: een veteraan als bedoeld in artikel 1 van de Veteranenwet;

	b. relaties van een veteraan: relaties als bedoeld in artikel 1 van de
Veteranenwet.

Artikel 11g

	1. De Veteranenombudsman is bevoegd: 

	a. naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging een onderzoek in
te stellen naar de wijze waarop een instantie als bedoeld in artikel
11h, eerste lid, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen,
tenzij artikel 9:22 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is;


	b. gevraagd en ongevraagd advies te geven aan de regering en de beide
Kamers der Staten-Generaal over de uitvoering van de Veteranenwet en
over beleid dat een behoorlijke behandeling van Veteranen raakt;

	c. de wijze waarop klachten van veteranen of hun relaties door de
daartoe bevoegde instanties, niet zijnde de ombudsman, worden behandeld
te monitoren en te analyseren en de regering en de Tweede Kamer in te
lichten over zijn bevindingen.

Artikel  11 h

	1. Een veteraan of namens deze, een relatie van een veteraan, die meent
niet behoorlijk behandeld te zijn door:

    a. een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a;

    b. een orgaan van een rechtspersoon, niet zijnde een bestuursorgaan,
voorzover die:

    1º . een bij of krachtens wet geregelde taak ten aanzien van
veteranen uitoefent; of

    2º . anderszins een taak ten aanzien van veteranen uitoefent, 

kan een klacht indienen bij de Veteranenombudsman.

	2. Een klacht over een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a, geldt
als een verzoek als bedoeld in artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene
wet bestuursrecht.

	3. Een gedraging van een medewerker van een rechtspersoon als bedoeld
in het eerste lid, onder b, verricht in de uitoefening van zijn functie,
wordt aangemerkt als een gedraging van die rechtspersoon.

Artikel 11 i 

	1. Op de behandeling van klachten over en onderzoek uit eigen beweging
naar organen van rechtspersonen als bedoeld in artikel 11h, eerste lid,
onder b, door de Veteranenombudsman zijn artikel 15 alsmede titel 9.2
van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

	2. De in artikel 9:33 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde
vergoeding van kosten vindt plaats ten laste van het Rijk indien het
onderzoek betrekking heeft op een orgaan van een rechtspersoon als
bedoeld in artikel 11h, eerste lid, onder b.

Artikel 12 Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931

	De Militaire ambtenarenwet 1931 wordt als volgt gewijzigd:

	Na artikel 12m wordt een artikel 12n ingevoegd luidende:

Artikel 12n

 

	Een ontslag van een militair die is ingezet als bedoeld in artikel 1,
onder d, van de Veteranenwet gaat niet eerder in dan nadat ten minste
drie maanden zijn verstreken na de dag waarop de militair is
teruggekeerd van de inzet, tenzij de militair uitdrukkelijk anders
verzoekt.

Artikel 13 Voorhang

	De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het
ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 14 Verantwoording

	Onze Minister zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze
wet, en vervolgens telkens na twee jaar, aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk. 

Artikel 15 Citeertitel

	Deze wet wordt aangehaald als: Veteranenwet.

Artikel 16 Inwerkingtreding

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

  

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Defensie,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Defensie,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   9