[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Goedkeuring van een ministeriële regeling tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en reparatie van een aantal BES-wetten op het terrein van OCW en IenM (Goedkeurings- en reparatiewet BES)

Eindtekst

Nummer: 2011D53948, datum: 2011-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z13919:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

27 oktober 2011



Goedkeuring van een ministeriële regeling tot aanpassing van wetten van
Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba en reparatie van een aantal BES-wetten op het
terrein van OCW en IenM (Goedkeurings- en reparatiewet BES)







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 20, eerste
lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba de Aanpassingsregeling BES-wetten BZK is vastgesteld en dat
ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba deze ministeriële regeling bij wet
dient te worden goedgekeurd en dat het hiernaast wenselijk is enkele
technische wijzigingen door te voeren in wetgeving voor de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Aanpassingsregeling BES-wetten BZK wordt goedgekeurd.

ARTIKEL II

	Na artikel 43 van de Leerplichtwet BES wordt een artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 43a. Inwerkingtreding

	De artikelen 3 en 5 die niet bij Besluit van 3 februari 2011, houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal
onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking zijn getreden, treden in
werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden
vastgesteld.

ARTIKEL III

	Na artikel 18 van de Mediawet BES wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 18a

	Artikel 7, tweede lid, dat niet bij Besluit van 3 februari 2011,
houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een
aantal onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking is getreden, treedt in
werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL IV

	Na artikel 11.6a van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt een
artikel ingevoegd luidende:

Artikel 11.6b. Inwerkingtreding

	De artikelen die niet bij Besluit van 3 februari 2011, houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal
onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking zijn getreden, treden in
werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden
vastgesteld.

ARTIKEL V

	Na artikel 167b van de Wet primair onderwijs BES wordt een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 167c. Inwerkingtreding

	De artikelen die niet bij Besluit van 3 februari 2011, houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal
onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking zijn getreden, treden in
werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden
vastgesteld.

ARTIKEL VI

	Na artikel 218 van de Wet voortgezet onderwijs BES wordt een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 218a. Inwerkingtreding

	De artikelen die niet bij Besluit van 3 februari 2011, houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal
onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking zijn getreden, treden in
werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden
vastgesteld.

ARTIKEL VII

	De Luchtvaartwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Handelen in strijd met de voorschriften, gesteld bij of krachtens
deze wet in de artikelen 2, 3, 8, eerste lid, 9, 11, eerste lid, 12,
eerste lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 16, eerste lid, 22, 25, 26,
eerste lid, 28, eerste en tweede lid, 37, 38, 39, 40 of 43, tweede lid,
wordt, voor zover opzettelijk begaan, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste de vijfde categorie,
hetzij met beide straffen.

	2. Het tweede lid komt te luiden:

	2. De eigenaar of houder van een luchtvaartuig, die in strijd met een
van de artikelen 2, 3, 8, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid,
13, eerste lid, 14, eerste lid, of 16, eerste lid, de luchtvaart doet of
laat uitoefenen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste één jaar
of geldboete van ten hoogste de vierde categorie, hetzij met beide
straffen.

	3. In het vijfde lid wordt na “14, eerste lid,” ingevoegd: en 16,
eerste lid,.

B

	Na artikel 51 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 52

	1. Bij veroordeling wegens overtreding van de artikelen 8, eerste lid,
11, eerste lid, 12, eerste lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, en 16,
eerste lid, kan de schuldige de bevoegdheid om een luchtvaartuig te
bedienen voor ten hoogste drie jaren worden ontzegd.

	2. Bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid verliest een aan
de veroordeelde afgegeven bewijs van bevoegdheid of van gelijkstelling
zijn geldigheid voor de duur van de ontzegging, zodra de rechterlijke
uitspraak, voor wat betreft deze bijkomende straf, voor ten
uitvoerlegging vatbaar is geworden.

	3. Door de Minister kan, met schriftelijke opgave van redenen aan de
betrokkene, een bewijs van bevoegdheid worden ingetrokken, indien de
houder daarvan zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, bij
veroordeling wegens hetwelk hem bij rechterlijke uitspraak de
bevoegdheid daarvan kan worden ontzegd. De intrekking vervalt, zodra de
rechterlijke uitspraak, bedoeld in het tweede lid, voor ten
uitvoerlegging vatbaar is geworden.

	4. Indien tijdens de overtreding van de in het eerste lid genoemde
artikelen nog geen vijf jaren zijn verlopen, sedert een vroegere
veroordeling, kan de schuldige van de uitoefening van de bevoegdheid om
een luchtvaartuig te bedienen worden ontzet.

Artikel 53

	Het is degene, die weet of redelijkerwijze moet vermoeden, dat hem bij
rechterlijke uitspraak de bevoegdheid een luchtvaartuig te bedienen is
ontzegd, verboden gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid ontzegd is,
een luchtvaartuig te bedienen.

C

	Artikel 57 komt te luiden:

Artikel 57

	1. De feiten strafbaar gesteld bij artikel 50, tweede en vijfde lid,
zijn overtredingen.

	2. De feiten strafbaar gesteld bij de artikelen 50, eerste lid, en 51
zijn misdrijven.

ARTIKEL VIII

	In artikel 106 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba wordt “met uitzondering van artikel 9:21” gewijzigd in: met
uitzondering van de artikelen 9:20 en 9:21.

ARTIKEL IX

	Deze wet wordt aangehaald als: Goedkeurings- en reparatiewet BES.

ARTIKEL X

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5