[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze wet

Eindtekst

Nummer: 2011D55843, datum: 2011-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z06594:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

27 oktober 2011



Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de
uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van
deze wet







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
melding collectief ontslag te wijzigen om de reikwijdte van de wet uit
te breiden en de naleving hiervan te bevorderen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet melding collectief ontslag wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Deze wet is niet van toepassing op het beëindigen van:

	a. een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 2 van het Buitengewoon
Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

	b. een arbeidsovereenkomst uitsluitend om redenen die de persoon van de
werknemer betreffen;

	c. een arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd;

	d. een arbeidsovereenkomst met bestuurders van naamloze en besloten
vennootschappen.

	2. In het tweede lid wordt “doen eindigen” vervangen door
“beëindigen” en wordt “dienstbetrekkingen” vervangen door:
arbeidsovereenkomsten.

	3. Het derde lid vervalt.

B

	Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “dienstbetrekkingen” vervangen door
“arbeidsovereenkomsten” en wordt “doen eindigen” vervangen door:
beëindigen.

	2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde en vierde
lid tot tweede en derde lid.

	3. In het tweede lid (nieuw) wordt “van de ontslagen werknemers”
vervangen door: van de werknemers ten aanzien van wie bij de werkgever
het voornemen bestaat de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

C

	Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid, onderdelen a en b, wordt “dienstbetrekkingen”
vervangen door “arbeidsovereenkomsten” en “doen eindigen” door:
beëindigen.

	2. Onder vervanging van de punt achter onderdeel d, van het tweede lid,
door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	e. de wijze waarop hij voornemens is de arbeidsovereenkomsten met zijn
werknemers te beëindigen.

	3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Het derde tot en met vijfde lid zijn niet van toepassing op het
beëindigen van een arbeidsovereenkomst ten gevolge van faillissement
van de werkgever of toepassing ten aanzien van hem van de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

D

	Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

	1. De arbeidsovereenkomst kan niet eerder door de werkgever worden
opgezegd, op verzoek van de werkgever door de rechter worden ontbonden
op grond van veranderingen in de omstandigheden als bedoeld in artikel
685 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of op initiatief van de
werkgever door middel van een beëindigingsovereenkomst worden
beëindigd, dan een maand nadat het voornemen daartoe is gemeld, tenzij
uit een verklaring van de belanghebbende verenigingen van werknemers
blijkt dat zij zijn geraadpleegd en dat zij zich met de beëindigingen
kunnen verenigen.

	2. Het eerste lid is niet van toepassing indien een arbeidsovereenkomst
wordt beëindigd ten gevolge van het faillissement van de werkgever of
toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen.

E

	Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

	1. Het bevoegd gezag neemt verzoeken om toestemming tot het mogen
opzeggen van de arbeidsovereenkomsten van werknemers niet eerder in
behandeling, dan wel neemt verzoeken waarop het nog niet heeft beslist
niet verder in behandeling dan nadat:

	a. de werkgever aan de verplichting tot melding heeft voldaan; en

	b. uit een schriftelijke verklaring van de werkgever blijkt dat de
belanghebbende verenigingen van werknemers en de ondernemingsraad zijn
geraadpleegd.

	2. Het bevoegd gezag kan de verplichting tot raadpleging, bedoeld in
het eerste lid, onderdeel b, buiten toepassing laten indien de werkgever
aannemelijk maakt dat de naleving hiervan de herplaatsing van de met
ontslag bedreigde werknemers of de werkgelegenheid van de overige
werknemers in de betrokken onderneming in gevaar zou brengen.

	3. Een besluit als bedoeld in het tweede lid behoeft de goedkeuring van
Onze Minister. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd
met het recht of het algemeen belang.

F

	Artikel 6a komt te luiden:

Artikel 6a

	1. Een verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst met een
werknemer om bedrijfseconomische redenen te ontbinden op grond van
veranderingen in de omstandigheden, bedoeld in artikel 685 van Boek 7
van het Burgerlijk Wetboek kan de rechter slechts inwilligen, indien hij
zich ervan heeft vergewist of het verzoek verband houdt met een
voorgenomen beëindiging als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en zo ja,
of bij het verzoekschrift een schriftelijke verklaring is gevoegd van:

	a. het bevoegd gezag waaruit blijkt dat aan de verplichting tot melding
is voldaan; en

	b. de werkgever waaruit blijkt dat de belanghebbende verenigingen van
werknemers en de ondernemingsraad zijn geraadpleegd.

	2. Indien niet is voldaan aan de verplichting tot raadpleging, bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b, kan de rechter een verzoek om de
arbeidsovereenkomst te ontbinden slechts inwilligen, zo nodig met buiten
toepassing laten van de termijn, bedoeld in artikel 5a, eerste lid,
indien de werkgever aannemelijk maakt dat de naleving van die
verplichting de herplaatsing van de met ontslag bedreigde werknemers of
de werkgelegenheid van de overige werknemers in de betrokken onderneming
in gevaar zou brengen.

G

	Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

	1. De opzegging door de werkgever, behoudens in het geval het bevoegd
gezag daarvoor toestemming heeft verleend met toepassing van artikel 6,
tweede en derde lid, en een op initiatief van de werkgever gesloten
beëindigingsovereenkomst zijn vernietigbaar, indien:

	a. de werkgever niet aan de verplichting tot melding heeft voldaan;

	b. de werkgever de belanghebbende verenigingen van werknemers en de
ondernemingsraad, niet heeft geraadpleegd; of

	c. niet is voldaan aan artikel 5a, eerste lid.

	2. De werknemer kan gedurende zes maanden na de opzegging van de
arbeidsovereenkomst of het aangaan van de beëindigingsovereenkomst een
beroep doen op een vernietigingsgrond als bedoeld in het eerste lid.

H

	Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

	Voor de toepassing van deze wet wordt de werkgever geacht aan de
verplichting tot raadpleging van een belanghebbende vereniging van
werknemers te hebben voldaan indien deze vereniging:

	a. geen gevolg geeft aan een schriftelijke uitnodiging daartoe van de
werkgever, mits die uitnodiging ten minste twee weken voor de datum van
het overleg door de vereniging is ontvangen; of

	b. schriftelijk heeft aangegeven af te zien van raadpleging.

I

	In artikel 8 wordt ‘toestemming tot ontslag’ vervangen door:
toestemming tot het mogen opzeggen van de arbeidsovereenkomst of
verzoeken om ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

ARTIKEL II

	De Wet melding collectief ontslag, zoals deze wet luidde voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op
opzeggingen of beëindigingen van een arbeidsovereenkomst door middel
van een beëindigingsovereenkomst die hebben plaatsgevonden voor genoemd
tijdstip, op verzoekschriften tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
op grond van veranderingen in omstandigheden die zijn ingediend en
beschikkingen krachtens artikel 685 van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek die zijn gegeven voor dat tijdstip, alsmede op afwikkeling van
meldingen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van die wet die voor dat
tijdstip zijn gedaan.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   5