32871, bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 17 november 2011)
Aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2011D56615, datum: 2011-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2011Z16699:
- Indiener: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-09-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-13 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-10-06 12:00: Aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-11-22 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-11-24 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-12-01 10:14: Hamerstuk: Aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie n.a.v. de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten (32871) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 Bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 17 november 2011) 32 871 Aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.enz.enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan te passen naar aanleiding van de departementale herindeling en enkele wetstechnische gebreken en leemten te herstellen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I In artikel 1, onder a, van de Bodemproductiewet 1939 wordt âOnzen met de zaken van den landbouw belasten Ministerâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL II De Boswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt âOnze Minister van Landbouw en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 13, eerste lid, wordt âOnze Ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Landbouw en Visserijâ vervangen door: Onze Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL III In artikel 1, eerste lid, onder h, van de Colportagewet wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL IV De Dienstenwet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 40, tweede lid, wordt âartikel 36, derde lidâ vervangen door: artikel 37, derde lid. C In de artikelen 41, derde lid, 42, tweede en derde lid, en 43, eerste, tweede, derde en vierde lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. D In artikel 42, vijfde lid, wordt âOnze minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. E In artikel 59a, eerste lid, onder b, wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. ARTIKEL V De Diergeneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, wordt âOnze Minister van Landbouw en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In de artikelen 3, eerste en tweede lid, 4, onderdeel c, 5, 10, 11, eerste lid, aanhef, 45, eerste lid, en 50, eerste lid, wordt âOnze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuurâ telkens vervangen door: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. ARTIKEL VI De Distributiewet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste lid, komt te luiden: 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder "Onze Minister": Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 10b, tweede lid, vervalt de zinsnede âof Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ. C In artikel 18, eerste lid, vervalt de zinsnede âof, voor zover het de voedselvoorziening betreft de door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen ambtenarenâ. ARTIKEL VII De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In de artikelen 2, tweede lid, 9c, tweede lid, en 20b, tweede lid, wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. C In artikel 20d vervalt âof artikel 3.29â en âindien en voor zover de kosten doelmatig zijnâ. D Artikel 20e wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt âeen voornemen tot investeren in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedures, bedoeld in artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing zijnâ vervangen door: een voornemen tot een bijzondere investering in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing is. 2. In het eerste lid wordt âover de meldingâ vervangen door: omtrent de melding. 3. In het vierde lid vervalt: voor zover de kosten doelmatig zijn. E Artikel 20f vervalt. F In artikel 26af wordt âhet tijdstip waarop de in artikel 26ae, eerste lid, bedoelde periode aanvangtâ vervangen door: 1 januari 2012. G In artikel 40 wordt na âartikel 16, eerste lid,â ingevoegd: met uitzondering van onderdeel p,. H Artikel 41b wordt gewijzigd als volgt: 1. In de aanhef van het eerste lid wordt na âartikel 16, eerste lid,â ingevoegd: met uitzondering van onderdeel p,. 2. In het eerste lid, onder e, wordt âals doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteitâ vervangen door: doelmatig zijn. 3. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende: 3. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in het eerste lid, onder e. I In artikel 41c, tweede lid, onder a, wordt âmet toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrechtâ vervangen door: met toepassing van de artikelen 6:18 of 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht. ARTIKEL VIII In artikel 10 van de Experimentenwet BI-zones wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL IX De Flora- en faunawet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 40, eerste lid, eerste volzin, wordt âde eisen vastgesteld,â vervangen door: regels vastgesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning van een jachtexamen alsmede de eisen,. C In de artikelen 42, derde en vierde lid, en 104, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. D In artikel 75a, eerste lid, wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. ARTIKEL X De Gaswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 10, zesde lid, onder a, wordt âkleiner dan 40 m3 per uurâ vervangen door: van ten hoogste 40 m3(n) per uur. C Aan artikel 10c, eerste lid, wordt, onder vervanging van âofâ aan het slot van onderdeel b door een komma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door âofâ, een onderdeel toegevoegd, luidende: d. de aanleg, het beheer of het onderhoud van aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 40 m3(n) per uur. D In artikel 13c, tweede lid, wordt âkrachtens artikel 43, eerste lid, gestelde eisenâ vervangen door: krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen. E In artikel 13f wordt âhet tijdstip waarop de in artikel 13e, eerste lid, bedoelde periode aanvangtâ vervangen door: 1 januari 2012. F In artikel 39c, tweede lid, wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. G Het opschrift van paragraaf 5.1a. na artikel 39d komt te luiden: Paragraaf 5.1b. De doorwerking van de aanleg van nieuwe infrastructuur in de tarieven. H Artikel 39e komt te luiden: Artikel 39e De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent in de tarieven de kosten van een investering waarvoor op grond van artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening een inpassingsplan is vastgesteld. I Artikel 39f wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âeen voornemen tot investeren in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedures, bedoeld in artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing zijnâ vervangen door: een voornemen tot een bijzondere investering in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing is. 2. In het eerste lid wordt âover de meldingâ vervangen door: omtrent de melding. 3. In het vierde lid vervalt: voor zover de kosten doelmatig zijn. J Artikel 39g vervalt. K In de artikelen 44a, tweede lid, onder b, en 52c, eerste lid, onder c, wordt âkleiner dan of gelijk aan 40 m3(n) per uurâ vervangen door: van ten hoogste 40 m3(n) per uur. L Artikel 54a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt âover de meldingâ vervangen door: omtrent de melding. 2. In het vierde lid vervalt: voor zover de kosten doelmatig zijn. M In artikel 60ad, eerste lid, onder b, wordt na â52bâ, ingevoegd:, 60, tweede lid,. N In artikel 61, eerste en tweede lid, wordt âde artikelen 16 en 60adâ vervangen door: de artikelen 16, 60ac en 60ad. O Artikel 81b wordt gewijzigd als volgt: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1â geplaatst. 2. In het eerste lid, onder e, wordt âals doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteitâ vervangen door: doelmatig zijn. 3. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende: 2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in het eerste lid, onder e. P In artikel 81c, tweede lid, onder a, wordt âmet toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrechtâ gewijzigd in: met toepassing van de artikelen 6:18 of 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Q Artikel 82 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het derde lid wordt âals doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteitâ vervangen door: doelmatig zijn. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 10. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in het derde lid. R In artikel 82, achtste lid, wordt âArtikel 81c, tweede en zesde lid,â vervangen door: Artikel 81c, tweede en vijfde lid,. ARTIKEL XI De Gezondheids - en welzijnswet voor dieren wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 95b, onder a, b, c en d, wordt âMinisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ telkens vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XII De Hamsterwet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan regels stellen tot het tegengaan van het hamsteren van goederen. 2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid. 3. In het tweede lid (nieuw) wordt âhet eerste of het tweede lidâ vervangen door: het eerste lid. B Artikel 6a, eerste lid, komt te luiden: 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen ambtenaren. ARTIKEL XIII De Handelsregisterwet 2007 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 28, derde lid, onder a, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. C In artikel 48 wordt âafdeling 9:3 van de Algemene wet bestuursrechtâ vervangen door: titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht. D Aan artikel 50 worden twee leden toegevoegd, luidende: 3. De in het eerste lid bedoelde bijdrage is verschuldigd zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld. 4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de betalingstermijn vastgesteld. E Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â2.â geplaatst. 2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende: 1. In afwijking van artikel 30 kunnen gedurende zes jaar na de inwerkingtreding van artikel 30 bij ministeriĂ«le regeling, in overeenstemming met Onze betrokken Ministers, bestuursorganen worden aangewezen voor wie de in artikel 30 genoemde verplichting uitsluitend geldt. ARTIKEL XIV In artikel 39 van de IJkwet BES wordt âOnze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XV In artikel 1, eerste lid, onder a, van de Kaderwet diervoeders wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XVI De Kaderwet EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 2, tweede lid, eerste volzin, wordt âMinisterie van Economische Zakenâ vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XVII In artikel 1 van de Kaderwet LNV-subsidies wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XVIII De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, tweede lid, wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheidâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. B In de artikelen 13, derde lid, 15, 15aa, 15b, tweede lid, 15d, tweede lid, 18a, eerste en tweede lid, 19, 20, tweede lid, 20a, eerste en derde lid, 29, eerste lid, 29a, tweede lid, onder c, 37a, 38, onder a, 70, tweede en derde lid, wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. C In artikel 15f, eerste lid, wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van FinanciĂ«nâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. D In artikel 21, vijfde lid, wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamenâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tezamen. E In de artikelen 22, vierde lid, 33, vierde lid, 37b, eerste lid, en 58, tweede lid, wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Sociale Zaken en Werkgelegenheidâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. F Artikel 26 komt te luiden: Artikel 26 1. De voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een algemene maatregel van bestuur als in dit hoofdstuk bedoeld wordt Ons gedaan, indien het betreft: a. een maatregel als in artikel 13 of 14 bedoeld: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; b. een maatregel als in artikel 15b bedoeld: door Onze Ministers, wie het aangaat; c. een maatregel als in artikel 16, 17 of 21 bedoeld: door Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 2. Ten aanzien van bij een algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 14, geregelde onderwerpen, kan Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie nadere regels stellen. G Artikel 32, vijfde lid, komt te luiden: 5. Ten aanzien van het bepaalde in het vierde lid, zijn de artikelen 8.40, tweede lid, 8.41, tweede, derde en vierde lid, en 8.42, eerste tot en met vijfde lid, van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat met betrekking tot de toepassing van artikel 8.41, derde lid, van die wet onder «Onze Minister» wordt verstaan: Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en: a. indien de in dat artikellid bedoelde nadere regels betrekking hebben op medische stralingstoepassingen, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b. indien de in dat artikellid bedoelde nadere regels betrekking hebben op lozing in oppervlaktewater, Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. H Artikel 35 komt te luiden: Artikel 35 De voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een algemene maatregel van bestuur krachtens dit hoofdstuk wordt Ons gedaan door Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Indien de maatregel betrekking heeft op medische stralingstoepassingen, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gedaan. Indien de maatregel betrekking heeft op lozing in oppervlaktewater, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu gedaan. I In artikel 69, eerste en tweede lid, wordt âOnze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ vervangen door: Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. J In de artikelen 69a, eerste lid, 69c, eerste lid, wordt âOnze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Volksgezondheid, Welzijn en Sportâ vervangen door: Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. K In artikel 76, eerste lid, wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en, behoudens ingeval het een maatregel krachtens artikel 21 betreft, van Volksgezondheid, Welzijn en Sportâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en, behoudens ingeval het een maatregel krachtens artikel 21 betreft, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. L In artikel 83, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL XIX De Landbouwkwaliteitswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B Artikel 5 vervalt. ARTIKEL XX De Landbouwwet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor het eerste lid vervalt de aanduiding â1.â. 2. Het tweede lid vervalt. B Artikel 19, derde lid, vervalt. C Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het derde lid vervalt. 2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot het derde en vierde lid. D Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt de tweede volzin. 2. In het tweede lid, eerste volzin, vervalt "en indien het voorschrift waarbij de overgedragen bevoegdheid is toegekend, door Onze Minister is vastgesteld in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, mede van die Minister". ARTIKEL XXI De Mededingingswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 25m, derde lid, onder b, wordt âde Minister van Verkeer Waterstaatâ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu. C Artikel 69, eerste lid, komt te luiden: 1. De raad kan degene die jegens de in artikel 50, eerste lid, artikel 52, eerste lid, of artikel 89g, eerste lid, bedoelde ambtenaren in strijd handelt met artikel 59a, derde lid, 77a, derde lid, of met artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste ⏠450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 1% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking. D Artikel 76a komt te luiden: Artikel 76a De raad kan in geval van overtreding van artikel 49a, vierde lid, de overtreder een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste ⏠450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking. E Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na âeen last onder dwangsomâ ingevoegd: als bedoeld in artikel 56. 2. In het tweede lid, wordt âMinisterie van Economische Zakenâ vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. F In artikel 93, vierde lid, wordt âde in artikel 59, derde lid, bedoelde rechtspersonen of natuurlijke personenâ vervangen door: de overtreder. ARTIKEL XXII In de artikelen 44 en 45 van de Meststoffenwet wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. ARTIKEL XIII In artikel 1, onder a, van de Metrologiewet wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXIV De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder p, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 112 wordt âMinisterie van Economische Zakenâ vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. C In de aanhef van artikel 141a, eerste lid, wordt na 'is van toepassing op' ingevoegd: de aanleg of de uitbreiding van. D In artikel 141b, tweede lid, wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. ARTIKEL XXV De Mijnwet BES wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 1a, derde lid, 2, tweede lid, 5, derde lid, en 7 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 8 wordt âonze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXVI De Natuurbeschermingswet 1998 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 3 wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: âOnze Minister van Infrastructuur en Milieuâ en wordt âhun verantwoordelijkheidâ vervangen door: zijn verantwoordelijkheid. C In artikel 9b, eerste en tweede lid, wordt âieder voorzover het hem aangaatâ telkens vervangen door: âvoor zover het hem aangaatâ en wordt âOnze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. D In artikel 19c, vijfde lid, onderdeel a, onder 2Ë, wordt de zinsnede âartikel 19d, vierde lidâ vervangen door: artikel 19d, vijfde lid. E Artikel 19kg, eerste lid, komt te luiden: 1. Onze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu stellen een programma vast ter vermindering van de stikstofdepositie, afkomstig van in Nederland aanwezige bronnen, in de in het programma opgenomen Natura 2000-gebieden, met het oog op de realisatie van de instandhoudingsdoelstelling, bedoeld in artikel 10a, tweede lid. F In de artikelen 19kg, vierde lid, 19ki, 19kj, tweede lid, en 19kk wordt âOnze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerâ telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. G Artikel 19 kl, eerste lid, komt te luiden: 1. Onze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu stellen uiterlijk vier maanden na inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet een voorlopig programma vast ter vermindering van de stikstofdepositie. H In artikel 49, eerste lid, onder b, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. I In de artikelen 60a, vierde lid, en 73a, derde en vierde lid, komen de woorden âvan Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ telkens te vervallen. ARTIKEL XXVII Artikel 1, eerste lid, van de Natuurschoonwet 1928 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel d wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 2. In onderdeel e wordt âOnze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van FinanciĂ«nâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. ARTIKEL XXVIII In artikel 1, eerste lid, van de Petroleumwet Saba Bank BES wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXIX In artikel 1, onder a, van de Plantenziektenwet wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXX De Postwet 2009 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 48 wordt âtoepassing van bestuursdwangâ telkens vervangen door: oplegging van een last onder bestuursdwang. C In artikel 49 vervalt het derde lid onder vernummering van het vierde lid tot derde lid. D De artikelen 50 tot en met 54 vervallen. E In artikel 55, eerste lid, wordt âEen beschikking als bedoeld in artikel 54â vervangen door: Een beschikking waarbij een last onder dwangsom dan wel een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 49 wordt opgelegd. F Artikel 56 komt te luiden: Artikel 56 Verzet schorst de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat strekt tot invordering van de bestuurlijke boete. G Artikel 57 komt te luiden: Artikel 57 De te betalen geldsom van de door het college opgelegde bestuurlijke boete, de verbeurde dwangsommen bij een door het college opgelegde last en de als gevolg van die boete en dwangsom verschuldigde wettelijke rente, komen toe aan de Staat. ARTIKEL XXXI De Personeelswet Postbank NV wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2, vierde lid, wordt âOnze ministers van Verkeer en Waterstaat en van FinanciĂ«nâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. B In artikel 3, derde lid, wordt âOnze Ministers van Verkeer en Waterstaat, van FinanciĂ«n en van Binnenlandse Zakenâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van FinanciĂ«n en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. C In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt âOnze ministers van Verkeer en Waterstaat en van FinanciĂ«n geven in overeenstemming met Onze minister van Binnenlandse Zakenâ telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n geven in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. ARTIKEL XXXII De Personeelswet PTT Nederland NV wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder e, wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 4, derde en vierde lid, wordt âministerie van Verkeer en Waterstaatâ telkens vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. C In de artikelen 7 en 8 wordt âOnze Minister van Binnenlandse Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. ARTIKEL XXXIII De Prijzennoodwet wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 1, eerste lid, en 2 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 16, tweede lid, vervalt âof Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ. ARTIKEL XXXIV In artikel 1, eerste lid, van de Prijzenwet wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXXV In artikel 10 van de Prijzenwet BES wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ en wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXXVI In de artikelen 2, tweede lid en 3, eerste en tweede lid, van de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XXXVII De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1.1, onderdeel a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 4.1, vierde lid, wordt na âopgenomenâ ingevoegd: , en om een nummer dat voorkomt in een nummerplan voor een andere bestemming te gebruiken dan de bestemming waarvoor dat nummer in dat plan is opgenomen. C In artikel 4.2, vijfde lid, wordt âartikel 4.1, derde lidâ vervangen door: artikel 4.1, vierde lid. D In artikel 4.2a, tweede lid, wordt na âverstrekenâ ingevoegd: of de toekenning is ingetrokken. E Artikel 4.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel a vervalt. 2. De onderdelen b, c en e worden geletterd a, b en c. F Artikel 4.7 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel b van het eerste lid vervalt. 2. Onderdeel c van het eerste lid wordt geletterd b. 3. In het vierde lid, onderdeel a, en vijfde lid, wordt âde bij of krachtens deze wet gestelde regelsâ telkens vervangen door: de bij of krachtens deze wet met betrekking tot nummers gestelde regels. G In artikel 4.8, eerste lid, wordt na ânaamâ ingevoegd: , het adres en de vestigingsplaats, respectievelijk de woonplaats. H In artikel 6b.1, eerste lid, wordt voor â6.2, 6a.2, 6a.3, 6a.4a en 6b.2, vijfde lid, onderdeel aâ ingevoegd: als bedoeld in de artikelen. I In artikel 11.1, onderdeel j, wordt âeen onbedoelde of onwettige vernietiging, verlies, wijziging, niet geautoriseerde toegang tot persoonsgegevensâ vervangen door: een onbedoelde of onwettige vernietiging, verlies of wijziging van, of een niet geautoriseerde toegang tot persoonsgegevens. J In de artikelen 12.1, 13.4, vierde lid, 13.5, vierde lid, 13.8, 13.9 en 18.9, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. K In artikel 12.2 vervalt het zesde lid onder vernummering van het zevende en achtste lid tot zesde en zevende lid. L In artikel 13.9 vervalt de zinsnede âvan Economische Zakenâ. M In artikel 15.1, eerste lid, wordt het tweede onderdeel j verletterd tot onderdeel k. N Artikel 15.4, zesde lid, onderdeel a, komt te luiden: a. in het boekjaar voorafgaand aan de beschikking waarbij de bestuurlijke boete wordt opgelegd;. ARTIKEL XXXVIII De TNO-wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdelen a en b, komen te luiden: a. Onze minister: Onze minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; b. Onze ministers wie het mede aangaat: Onze ministers van defensie, van infrastructuur en milieu, van onderwijs, cultuur en wetenschap, van sociale zaken en werkgelegenheid, en van volksgezondheid, welzijn en sport; B In artikel 10, derde lid, wordt âOnze minister van economische zakenâ vervangen door: Onze minster van onderwijs, cultuur en wetenschap. C In artikel 19, vierde lid, eerste volzin wordt âOnze ministers van defensie, van economische zaken en van volksgezondheid, welzijn en sportâ vervangen door: Onze ministers van defensie, van onderwijs, cultuur en wetenschap en van volksgezondheid, welzijn en sport. D In artikel 21, vijfde lid, eerste volzin, wordt âOnze ministers van defensie, economische zaken en volksgezondheid, welzijn en sportâ vervangen door: Onze ministers van defensie, van onderwijs, cultuur en wetenschap en van volksgezondheid, welzijn en sport. ARTIKEL XXXIX De Uitvoeringswet grondkamers wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 5, vierde lid, wordt âOnze Ministers van Justitie en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 40, eerste lid, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XL In artikel 1, eerste lid, onder r, van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens wordt âOnze Minister van Economische Zaken;â vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.. ARTIKEL XLI Artikel 12, ten tweede, van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 komt te luiden: 2°. de door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen ambtenaren. ARTIKEL XLII De Visserijwet BES wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;. B In artikel 16 wordt âOnze Minister Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL XLIII De Vorderingswet wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 5, eerste en tweede lid, 9, vierde lid, 13, derde lid, en 23, vierde lid, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 33, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL XLIV De Waarborgwet 1986 wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 4, tweede lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, 7a, eerste lid, 7c, eerste en zesde lid, 7e, 9, 13, tweede lid, 52, 52a, tweede lid, 52b, eerste lid, en 52c, eerste lid, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 7d wordt âOnze Ministerâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XLV De Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 3, eerste lid, wordt âDe benoeming van leden van het bestuurâ vervangen door: De benoeming en het ontslag van leden van het bestuur. ARTIKEL XLVI In artikel 1, eerste lid, van de Wet aardgasprijzen wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XLVII De Wet agrarisch grondverkeer wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt âOnze Minister van Landbouw en Visserijâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 7, tweede lid, onder b, vervalt de zinsnede âvan Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in overeenstemming met Onze Ministerâ. C Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt âOnze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werkâ vervangen door: Onze Minister. 2. In het vijfde lid vervalt de zinsnede âof Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werkâ. D In artikel 27, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. E In artikel 32, eerste en vierde lid, wordt âMinisterie van Landbouw en Visserijâ telkens vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XLIX In de artikelen 2, derde lid en 2a, derde lid, van de Wet beschikbaarheid goederen wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL L De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. De begripsbepalingen âEG-maatregelâ en âEG-richtlijnâ vervallen. 2. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd: - EU-besluit: besluit als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; - EU-rechtshandeling: EU-verordening, EU-richtlijn of EU-besluit; - EU-richtlijn: richtlijn als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; - EU-verordening: verordening als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; 3. In de begripsbepaling âdiervoederâ wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. B In de artikelen 2.2, negende lid, 2.3, derde lid, 2.4, eerste lid, 2.5, eerste lid, 2.6, eerste lid, 2.7, eerste lid, 2.8, derde lid, 2.10, tweede lid, 2.15, eerste lid, 2.18, eerste lid, 2.20, eerste lid, 2.22, eerste lid, 2.25, eerste en tweede lid, 3.1, eerste lid, 3.2, eerste lid, 4.1, tweede lid, 5.1, vierde lid, 7.2, eerste lid, 7.3, derde lid, 7.4, eerste lid, 7.6, tweede lid, 7.9, aanhef, 10.1, eerste lid, en 11.1, eerste en tweede lid, wordt âEG-maatregelenâ telkens vervangen door: EU-rechtshandelingen. C In artikel 2.17, eerste lid, wordt âEG-richtlijnâ vervangen door: EU-richtlijn. D Artikel 2.19 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âEG-maatregelâ vervangen door âEU-rechtshandelingâ en wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. 2. In het tweede lid wordt âEG-maatregelenâ vervangen door: EU-rechtshandelingen. 3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel d wordt âEG-verordening, EG-beschikkingâ vervangen door: EU-verordening, EU-besluit. b. In onderdeel e wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. c. In onderdeel f wordt âCommissie van de Europese Gemeenschappenâ vervangen door: Europese Commissie. d. In onderdeel g wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. E In de artikelen 2.21, tweede lid, 5.10, tweede lid, onderdeel g, 9.1, eerste lid, onderdelen g en h, en derde lid, wordt âEG-maatregelâ telkens vervangen door: EU-rechtshandeling. F In artikel 5.12, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, onderdelen b en c, wordt âEG-verordening, EG-beschikkingâ telkens vervangen door: EU-verordening, EU-besluit. G Het opschrift van hoofdstuk 6 komt te luiden: Uitvoering EU-rechtshandelingen. H Artikel 6.1 komt te luiden: Artikel 6.1. EU-rechtshandelingen Dit hoofdstuk is van toepassing op: a. de uitvoering van EU-rechtshandelingen die krachtens de artikelen 43, 114, 207, 168, 169 of 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn vastgesteld en b. de uitvoering van EU-rechtshandelingen die krachtens de onder a bedoelde rechtshandelingen zijn vastgesteld. I Artikel 6.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het opschrift wordt âEG-verordeningenâ vervangen door: EU-verordeningen. 2. In het eerste lid wordt âEG-verordeningenâ vervangen door: EU-verordeningen. J Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het opschrift wordt âEG-verordeningenâ vervangen door: EU-verordeningen. 2. In het eerste lid wordt âEG-maatregelenâ vervangen door âEU-rechtshandelingenâ en wordt âEG-maatregelâ vervangen door: EU-rechtshandeling. 3. In het tweede lid wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. K Artikel 6.4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het opschrift wordt âEG-verordeningen of EG-beschikkingenâ vervangen door: EU-verordeningen of EU-besluiten. 2. In het eerste lid wordt âeen EG-verordening of een EG-beschikkingâ vervangen door âeen EU-verordening of een EU-besluitâ en wordt âde EG-verordening of EG-beschikkingâ vervangen door: de EU-verordening of het EU-besluit. L Artikel 6.5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het opschrift wordt âEG-maatregelenâ vervangen door: EU-rechtshandelingen. 2. In het eerste lid wordt âEG-maatregelâ vervangen door: EU-rechtshandeling. M In artikel 9.1, tweede lid, wordt âEG-verordeningâ vervangen door: EU-verordening. ARTIKEL LI In artikel 19, eerste lid, van de Wet elektriciteitsconcessies BES wordt âOnze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LII In artikel 3, tweede lid, van de Wet financiering pensioenvoorzieningen steenkolenmijnindustrie wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LIII De Wet Fonds economische structuurversterking wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, derde lid, wordt âOnze Ministers van Economische Zaken en van FinanciĂ«nâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. B In de artikelen 2, eerste lid, onder d, en zevende lid, en 5 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LIV In artikel 2 van de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst wordt de begripsomschrijving âMinister: De Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LV De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1.1, onder i, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 3.10, eerste en tweede lid, wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. C Artikel 5.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel b wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. 2. Onderdeel c vervalt. 3. Onderdelen d en e worden geletterd c en d. D Artikel 8.8 komt te luiden: Artikel 8.8 Het is een handelaar niet toegestaan oneerlijke handelspraktijken te verrichten als bedoeld in Afdeling 3A van Titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. E In onderdeel a van de bijlage vervalt âRichtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake misleidende reclame (PbEG L 250); Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEG 1997, L 290)â. ARTIKEL LVI De Wet houdende de omzetting van de Rijksstudiedienst voor de luchtvaart in een stichting wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de tweede volzin, wordt âOnze in dit artikel genoemde Ministersâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. 2. In de derde volzin wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 3 wordt âOnze Minister van Verkeer en Waterstaatâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. C In artikel 4 wordt âOnze Ministers van Waterstaat en van FinanciĂ«nâ vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van FinanciĂ«n. ARTIKEL LVII Artikel 1, eerste lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiĂ«ntie wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 2. In onderdeel i wordt âartikel 2 van de Medingingswetâ vervangen door: artikel 2 van de Mededingingswet. ARTIKEL LVIII De Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 10, derde lid, en 17 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 2. In het tweede lid wordt âDe ministerâ vervangen door: Onze Minister. ARTIKEL LIX De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 14 wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL LX De Wet inrichting landelijk gebied wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In de artikelen 1, eerste lid, onderdeel k, 2, tweede en vierde lid, en 7, eerste lid, onderdeel c, wordt âMinisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ telkens vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXI In de artikelen 2, eerste lid, en 6 van de Wet inzake het Agentschap der Westeuropese Unie wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXII Artikel 2 van de Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste en derde lid wordt âOnze Ministers van Economische Zaken, van Defensie of van FinanciĂ«nâ telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Defensie of van FinanciĂ«n. 2. In het tweede lid, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXIII In artikel 4 van de Wet omzetting tak Rijksdienst, omvattende de Staatsmijnen in Limburg, in een naamloze vennootschap wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXIV De Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 9, onder b, wordt âMinisterie van Economische Zakenâ vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXV Artikel 1, onderdeel a, van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit komt te luiden: a. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;. ARTIKEL LXVI In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt âde Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiĂ«ntieâ vervangen door: de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiĂ«ntie. ARTIKEL LXVII De Wet op de Kamers van koophandel en fabrieken 1997 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In artikel 17, eerste lid, wordt â51, derde lidâ vervangen door: 51. ARTIKEL LXVIII In artikel 22, eerste lid, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXIX In artikel 11, eerste lid, onderdeel m, van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt âartikel 14 van de Postwetâ vervangen door: artikel 16 van de Postwet. ARTIKEL LXX In artikel 1 van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 komen de begripsbepalingen voor âOnze Ministerâ en âOnze Ministersâ te luiden: Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie gezamenlijk;. ARTIKEL LXXI De Wet op het Centraal bureau voor de statistiek wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd: a. Het eerste lid komt te luiden: 1. In afwijking van artikel 37 verstrekt de directeur-generaal gegevens aan de communautaire en nationale instanties voor de statistiek van de lidstaten van de Europese Unie en de leden van het Europees Stelsel van Centrale Banken, voor zover deze verstrekking noodzakelijk is ingevolge een besluit van de Europese Raad en het Europees Parlement. b. In het tweede lid wordt na âEuropese Unieâ ingevoegd: of leden van het Europees Stelsel van Centrale Banken. C In artikel 43, derde lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL LXXII In artikel 1, onder o, van de Wet op het consumentenkrediet wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van FinanciĂ«n. ARTIKEL LXXIII De Wet post BES wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;. B In artikel 18, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL LXXIV In artikel 1, onder a, van de Wet ruimtevaartactiviteiten wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXV In artikel 1, onder a, van de Wet schadefonds olietankschepen wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXVI De Wet telecommunicatievoorzieningen BES wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onder a, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In de artikelen 18, tweede lid, en 36, eerste volzin, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie. ARTIKEL LXXVII In de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 2010, 810) wordt na artikel III een artikel ingevoegd, luidende: ARTIKEL IIIA Voor uitzonderlijke en aanmerkelijke investeringen waarmee is aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel AB, onder 3, en artikel II, onderdeel R, onder 3, van de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 2010, 810), gelden artikel 81b, tweede lid, van de Gaswet en 41b, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals zij luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel AB, onder 3, en artikel II, onderdeel R, onder 3. ARTIKEL LXXVIII De Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 2011, 130) wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I, onderdeel B, punt 6, vervalt. B Artikel I, onderdelen N en O, vervallen. C In artikel I, onderdeel Z, wordt âartikel 95m, derde lidâ vervangen door: artikel 95m, tweede lid. D In artikel II, onderdeel N, wordt âartikel 52b, derde lidâ vervangen door: artikel 52b, tweede lid. ARTIKEL LXXIX In artikel 1, eerste lid, van de Wet uitvoering antiboycotverordening wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXX In de artikelen 1, 5, eerste en tweede lid, en 7, vierde lid, van de Wet uitvoering EG-mededingingsverordeningen wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXI In artikel 1 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXII De Wet van 21 april 1947, houdende de voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan (Stb. 1947, H 127) wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 komt te luiden: Artikel 1 In deze wet wordt verstaan onder: Onze Ministers: Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Infrastructuur en Milieu, van FinanciĂ«n, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. B In de artikelen 2, eerste lid, en 6, derde lid, wordt âOnzen Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. C In artikel 2, tweede lid, vervalt â, die door Onzen Minister van Economische Zaken, in overleg met de overige in artikel 1 genoemde Ministers, worden benoemd, geschorst en ontslagenâ. D In de artikelen 4, derde lid, en 6, eerste lid, wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXIII In artikel II van de Wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (veterinair complex) (Stb. 2002, 88) wordt âOnze Ministerâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXIV In artikel 1, onder b, van de Wet Verdrag Chemische Wapens BES wordt âde Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXV De Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onderdeel a, wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. B In de artikelen 17, eerste lid, en 18, eerste lid, wordt âMinisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ telkens vervangen door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXVI In artikel 5, tweede lid, van de Wet vestiging bedrijven BES wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXVII In artikel 1, onder d, van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001 wordt âOnze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXVIII In artikel 12 van de Wet winkelsluiting BES wordt âOnze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zakenâ vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL LXXXIX In artikel 1, onderdeel a, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 wordt âOnze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. ARTIKEL XC Indien het bij koninklijke boodschap van 17 maart 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met implementatie van richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEG L 140) en van Ospar Decision 2007/2 on the storage of carbon dioxide streams in geological formations (Kamerstukken 32 343) tot wet is verheven en artikel I, onderdelen O, P en V, in werking treedt of is getreden, dan wordt de Mijnbouwwet als volgt gewijzigd: A In artikel 31a, derde lid, wordt âmet dien verstande dat voor andere âandere delfstoffenâ wordt gelezenâ vervangen door: met dien verstande dat voor âandere delfstoffenâ wordt gelezen. B In de artikelen 31e, eerste lid, 31f, eerste lid, 31g, eerste lid, 31i, eerste lid, 31j, eerste lid, onder a, 31k, vijfde lid, 31l, vierde lid, 32, eerste lid, en 127, tweede lid, wordt âeen vergunning voor permanent opslaan voor CO2â vervangen door: een vergunning voor permanent opslaan van CO2. C In artikel 31i, derde lid, wordt âversiesâ vervangen door: versie. D In artikel 31k, zesde lid, wordt âopgesteldâ vervangen door: gesteld. ARTIKEL XCI Indien het bij koninklijke boodschap van 17 maart 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met implementatie van richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEG L 140) en van Ospar Decision 2007/2 on the storage of carbon dioxide streams in geological formations (Kamerstukken 32 343) tot wet is verheven en artikel II in werking treedt of is getreden, dan wordt in artikel II, eerste lid, van die wet âeen vergunning voor permanent opslaan voor CO2â vervangen door: een vergunning voor permanent opslaan van CO2. ARTIKEL XCII De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, PAGE PAGE 26