[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32768, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW, d.d. 18 november 2011)

Implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D56852, datum: 2011-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z09727:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7, NvW d.d. 18/11/2011



32 768	Implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de
procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en
veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en
2004/18/EG (Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om te
voorzien in wettelijke regels om uitvoering te geven aan richtlijn nr.
2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009
betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door
aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen
en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van
richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PbEU L 216);

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1.1

	In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

	aanbestedende dienst: de staat, een provincie, een gemeente, een
waterschap of een publiekrechtelijke instelling dan wel een
samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke
instellingen;

	aanbestedingsstukken: alle documenten in een aanbestedingsprocedure die
door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in de
procedure zijn gebracht;

	aankoopcentrale: een aanbestedende dienst of een openbare instantie van
de Europese Unie, die voor aanbestedende diensten onderscheidenlijk
speciale-sectorbedrijven bestemde leveringen of diensten verwerft of met
betrekking tot voor aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven
bestemde werken, leveringen of diensten opdrachten plaatst;

	aannemer: een ieder die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt;

	CPV: de Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten,
vastgesteld bij verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees
Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de
gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PbEG L 340);

	crisissituatie: een gewapend conflict, een oorlog of een andere
situatie als gevolg waarvan zich een schadelijke gebeurtenis voordoet
die de omvang van een schadelijke gebeurtenis van het dagelijks leven
duidelijk overstijgt en die een ernstige bedreiging of belemmering vormt
voor het leven of de gezondheid van mensen, of substantiële gevolgen
heeft voor materiële goederen van grote waarde, of maatregelen vereist
om de bevolking van eerste levensbehoeften te voorzien, dan wel een
situatie waarbij een dergelijke schadelijke gebeurtenis zich naar
verwachting op zeer korte termijn zal voordoen;

	dienstverlener: een ieder die diensten op de markt aanbiedt;

	eigen verklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 2.74, eerste
lid;

	Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen: het door de Europese
Commissie ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/81/EG beschikbaar
gestelde elektronisch systeem voor aanbestedingen;

	elektronische veiling: een zich herhalend elektronisch proces voor de
presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor
bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste
volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat klassering op basis
van elektronische verwerking mogelijk maakt;

	gegadigde: een ondernemer die bij toepassing van de niet-openbare
procedure, de procedure van de concurrentiegerichte dialoog of de
onderhandelingsprocedure heeft verzocht om toegelaten te worden tot de
procedure;

	gerubriceerde gegevens: gegevens of materiaal, ongeacht de vorm, aard,
of wijze van verzending ervan, waaraan een bepaald niveau van
veiligheidsclassificatie of een beveiligingsniveau is toegekend en die
in het belang van de nationale veiligheid en uit hoofde van wettelijke
voorschriften, van bindende aanwijzingen gegeven vanwege het Rijk of van
bestuursrechtelijke besluiten, beschermd moeten worden tegen
ontvreemding, vernietiging, verwijdering, onthulling, verlies of toegang
tot die gegevens of dat materiaal door een onbevoegde, of tegen enige
andere vorm van compromittering;

	gevoelig materiaal: materiaal bestemd voor veiligheidsdoeleinden dat op
gerubriceerde gegevens betrekking heeft, dat gerubriceerde gegevens
noodzakelijk maakt, of dat zelf gerubriceerde gegevens bevat;

	gevoelig werk: een werk bestemd voor veiligheidsdoeleinden dat op
gerubriceerde gegevens betrekking heeft, dat gerubriceerde gegevens
noodzakelijk maakt, of dat zelf gerubriceerde gegevens bevat;

	gevoelige dienst: een dienst bestemd voor veiligheidsdoeleinden die op
gerubriceerde gegevens betrekking heeft, dat gerubriceerde gegevens
noodzakelijk maakt, of dat gerubriceerde gegevens bevat;

	gunningsbeslissing: de keuze van de aanbestedende dienst of het
speciale sectorbedrijf voor de ondernemer met wie hij voornemens is de
overeenkomst waarop de procedure betrekking had te sluiten, waaronder
mede wordt verstaan de keuze om geen overeenkomst te sluiten;

	inschrijver: een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend;

	levenscyclus: de opeenvolgende fasen die een product doorloopt,
bestaande uit onderzoek en ontwikkeling, industriële ontwikkeling,
productie, reparatie, modernisering, aanpassing, onderhoud, logistiek,
opleiding, testen, buiten gebruik stellen en afstoting;

	leverancier: een ieder die producten op de markt aanbiedt;

	lidstaat: lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij
is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

	mededeling van de gunningsbeslissing: een schriftelijke kennisgeving
die voldoet aan de in artikel 2.121 gestelde eisen;

	militair materiaal: materiaal dat specifiek is ontworpen voor of
aangepast aan militaire doeleinden en dat bedoeld is voor gebruik als
wapen, munitie of oorlogsmateriaal;

	niet-openbare procedure: procedure waarbij alle ondernemers een verzoek
mogen doen tot deelneming, maar alleen de door de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf geselecteerde ondernemers mogen
inschrijven;

	onderhandelingsprocedure: procedure waarbij de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf met door hem geselecteerde ondernemers
overleg pleegt en door middel van onderhandelingen met een of meer van
hen de voorwaarden voor de opdracht vaststelt;

	ondernemer: een aannemer, leverancier of dienstverlener;

	onderzoek en ontwikkeling: alle activiteiten die fundamenteel
onderzoek, toegepast onderzoek en experimentele ontwikkeling inhouden,
waarbij experimentele ontwikkeling de totstandkoming kan omvatten van
technologische demonstratiemodellen, inhoudende middelen om de
prestaties te tonen van een nieuw concept of een nieuwe technologie in
een relevante of een representatieve omgeving;

	Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie;

	opdracht: een opdracht voor werken, een opdracht voor leveringen, een
opdracht voor diensten of een raamovereenkomst;

	opdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende
titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer
aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en die:

	a. uitsluitend betrekking heeft op het verrichten van in bijlage I of
II van richtlijn nr. 2009/81/EG aangewezen diensten,

	b. betrekking heeft op het leveren van producten en het verrichten van
diensten als bedoeld in onderdeel a, indien de waarde van die diensten
hoger is dan de waarde van de te leveren producten, of

	c. betrekking heeft op het verrichten van in bijlage I of II van
richtlijn nr. 2009/81/EG aangewezen diensten en die slechts zijdelings
betrekking hebben op werkzaamheden die in het kader van afdeling 45 van
de CPV zijn aangewezen;

	opdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder
bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer leveranciers en een
of meer aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en die
betrekking heeft op:

	a. de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van
producten of

	b. de levering van producten en die slechts zijdeling betrekking heeft
op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;

	opdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende
titel die is gesloten tussen een of meer aannemers en een of meer
aanbestedende diensten of specialesectorbedrijven en die betrekking
heeft op:

	a. de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken in het
kader van in afdeling 45 van de CPV aangewezen werkzaamheden,

	b. de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk, of

	c. het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan
de door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
vastgestelde eisen voldoet;

	opdracht in onderaanneming: een schriftelijke overeenkomst onder
bezwarende titel die is gesloten tussen een inschrijver waaraan een
opdracht is gegund en één of meer ondernemers ten behoeve van de
uitvoering van die opdracht en die betrekking heeft op werken,
leveringen van producten of het verrichten van diensten;

	procedure van de concurrentiegerichte dialoog: procedure waarbij alle
ondernemers een verzoek mogen doen tot deelneming en waarbij de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf een dialoog voert met
de tot de procedure toegelaten ondernemers, teneinde een of meer
oplossingen te zoeken die aan de behoeften van de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf beantwoorden en op grond waarvan de
geselecteerde ondernemers zullen worden uitgenodigd om in te schrijven;

	publiekrechtelijke instelling: een instelling die specifiek ten doel
heeft te voorzien in behoeften van algemeen belang, anders dan van
industriële of commerciële aard, die rechtspersoonlijkheid bezit en
waarvan:

	a. de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een
gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling
worden gefinancierd,

	b. het beheer is onderworpen aan toezicht door de staat, een provincie,
een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling
of

	c. de leden van het bestuur, het leidinggevend of toezichthoudend
orgaan voor meer dan de helft door de staat, een provincie, een
gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling
zijn aangewezen;

	raad: de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

	raamovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen een of meer
aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en een of meer
ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden
inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen;

	richtlijn nr. 2009/81/EG: richtlijn 2009/81/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de
procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en
veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en
2004/18/EG (PbEU L 216);

	schriftelijk: elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden
gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld, daaronder begrepen
met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie;

	speciale-sectorbedrijf:

	a. een aanbestedende dienst,

	b. een overheidsbedrijf als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van het
Besluit aanbestedingen speciale sectoren,

	c. een bedrijf of instelling waaraan door een aanbestedende dienst een
bijzonder recht als bedoeld in artikel 1, onderdeel v, van het Besluit
aanbestedingen speciale sectoren of een uitsluitend recht als bedoeld in
artikel 1, onderdeel u, van dat besluit is verleend,

	voorzover die dienst, dat bedrijf of die instelling een activiteit
uitoefent als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 3, eerste lid, 4,
eerste en tweede lid, 5, eerste lid, 6 of 7 van dat besluit, tenzij de
desbetreffende activiteit op grond van artikel 2, tweede lid, 3, tweede
lid, 4, derde lid, of 5, tweede lid, van dat besluit is uitgezonderd;

	werk: het product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische
werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische
functie te vervullen.

Artikel 1.2

	1. Een wijziging van bijlage I of bijlage II van richtlijn nr.
2009/81/EG gaat voor de toepassing van de in deze wet gegeven
omschrijving van opdracht voor diensten gelden met ingang van de dag
waarop het desbetreffende besluit van de Europese Commissie in werking
treedt.

	2. Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een besluit
als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 1.2 GELIJKHEID, NON-DISCRIMINATIE, TRANSPARANTIE EN
PROPORTIONALITEIT

Artikel 1.3

	1. De bepalingen in dit hoofdstuk gelden voor aanbestedende diensten en
speciale-sectorbedrijven bij het plaatsen van een opdracht die op grond
van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 2.1 onder het
toepassingsgebied en -bereik van deze wet valt.

	2. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing
op inschrijvers die een opdracht in onderaanneming bij een derde
plaatsen met een duidelijk grensoverschrijdend belang ter uitvoering van
een overeenkomst die als resultaat van een gunning voor een opdracht als
bedoeld in het eerste lid, met hen is gesloten.

Artikel 1.4

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf behandelt
ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze.

Artikel 1.5

	1. Een aanbestedende dienst,of een speciale-sectorbedrijf handelt
transparant.

	2. Bij de toepassing van het eerste lid draagt de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf in ieder geval zorg voor een passende mate
van openbaarheid van de aankondiging van het voornemen tot het plaatsen
van een opdracht.

	3. Het tweede lid is niet van toepassing indien het bepaalde bij of
krachtens deel 2 van deze wet niet verplicht tot het bekendmaken van een
aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van een opdracht.

	4. Onverminderd de overeenkomstige toepassing van de voorgaande leden
op een opdracht in onderaanneming, is het tweede lid niet van toepassing
op een opdracht in onderaanneming indien bij overeenkomstige toepassing
van artikel 2.136 geen verplichting geldt tot het bekendmaken van een
aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht.

Artikel 1.6

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf stelt bij de
voorbereiding van en het tot stand brengen van een opdracht uitsluitend
eisen, voorwaarden en criteria aan de inschrijvers en de inschrijvingen
die in een redelijke verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.

HOOFDSTUK 1.3 DERDE LANDEN

Artikel 1.7

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan ondernemers
die niet binnen de Europese Unie gevestigd zijn van deelname aan een
aanbestedingsprocedure uitsluiten, tenzij dit niet is toegestaan op
grond van een voor Nederland verbindend verdrag of besluit.

DEEL 2. OPDRACHTEN

HOOFDSTUK 2.1 REIKWIJDTE

AFDELING 2.1.1 TOEPASSINGSGEBIED EN -BEREIK

§ 2.1.1.1 Toepassingsgebied

Artikel 2.1

	1. Het bepaalde bij of krachtens deze wet is van toepassing op het
plaatsen van opdrachten voor:

	a. de levering van militair materiaal, met inbegrip van de levering van
onderdelen, componenten of assemblagedelen daarvan;

	b. de levering van gevoelig materiaal, met inbegrip van de levering van
onderdelen, componenten of assemblagedelen daarvan;

	c. werken, leveringen en diensten die rechtstreeks verband houden met
het materiaal, bedoeld in onderdeel a of b, voor alle fasen van de
levenscyclus ervan;

	d. werken en diensten specifiek voor militaire doeleinden, of gevoelige
werken of gevoelige diensten.

	2. Het eerste lid laat de toepasselijkheid van de artikelen 36, 51, 52,
62 en 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
onverlet.

Artikel 2.2

	1. Het bepaalde bij of krachtens deze wet is van toepassing op het
plaatsen van een opdracht die voor een deel binnen het toepassingsgebied
van deze wet en voor een deel binnen dat van het Besluit
aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten of het Besluit
aanbestedingen speciale sectoren valt, indien de gunning er van als
één geheel om objectieve redenen gerechtvaardigd is.

	2. Het bepaalde bij of krachtens deze wet is niet van toepassing op het
plaatsen van een opdracht die voor een deel binnen het toepassingsgebied
van deze wet valt en voor een deel zowel daarbuiten als buiten dat van
het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten of het Besluit
aanbestedingen speciale sectoren, indien de gunning er van als één
geheel om objectieve redenen gerechtvaardigd is.

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf plaatst een
opdracht niet als één geheel met het oogmerk zich aan de toepassing
van deze wet of het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten
of het Besluit aanbestedingsregels speciale sectoren te onttrekken.

§ 2.1.1.2 Toepassingsbereik

Artikel 2.3

	Het bepaalde bij of krachtens deze wet is van toepassing op opdrachten
voor:

	a. leveringen en diensten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of
hoger is dan het in artikel 8, onderdeel a, van richtlijn nr. 2009/81/EG
genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting;

	b. werken waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het
in artikel 8, onderdeel b, van richtlijn nr. 2009/81/EG genoemde bedrag,
exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.4

	1. Een wijziging van de bedragen, genoemd in artikel 8 van richtlijn
nr. 2009/81/EG gaat voor de toepassing van artikel 2.3 gelden met ingang
van de dag waarop het desbetreffende besluit van de Europese Commissie
in werking treedt.

	2. Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een besluit
als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.5

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan via een
aankoopcentrale een opdracht plaatsen, mits de aankoopcentrale het bij
of krachtens deze wet bepaalde met betrekking tot die opdracht naleeft
of, indien de aankoopcentrale geen aanbestedende dienst is, met
inachtneming van het bij of krachtens deze wet bepaalde handelt en
efficiënte rechtsmiddelen ter beschikking staan tegen het plaatsen van
opdrachten door de aankoopcentrale, die vergelijkbaar zijn met die,
bedoeld in hoofdstuk 3.2.

	2. In het in het eerste lid bedoelde geval heeft de desbetreffende
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voldaan aan de voor
hem geldende verplichtingen op grond van deze wet.

AFDELING 2.1.2 RAMING VAN DE WAARDE

§ 2.1.2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.6

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde
van de voorgenomen opdracht overeenkomstig de artikelen 2.7 tot en met
2.14.

Artikel 2.7

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf splitst de
voorgenomen opdracht niet met het oogmerk om zich te onttrekken aan de
toepassing van deze wet.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf maakt de keuze
van de methode van berekening van de geraamde waarde niet met het
oogmerk om zich aan de toepassing van deze wet te onttrekken.

§ 2.1.2.2 De raming van opdrachten

Artikel 2.8

	1. De waarde van een opdracht wordt geraamd naar de waarde op het
tijdstip van verzending van de aankondiging van die opdracht of, indien
een aankondiging niet is vereist, naar de waarde op het tijdstip waarop
de procedure voor de gunning door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf wordt ingeleid.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf baseert de
berekening van de geraamde waarde van een opdracht op het totale bedrag,
exclusief omzetbelasting, met inbegrip van opties en verlengingen van
het contract.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gaat bij de
berekening van de waarde van een raamovereenkomst uit van de geraamde
waarde van alle voor de duur van de raamovereenkomst voorgenomen
opdrachten.

Artikel 2.9

	Bij de raming van de waarde van een opdracht voor werken houdt de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf rekening met de
waarde van de werken en met de geraamde totale waarde van de voor de
uitvoering van die werken noodzakelijke leveringen en diensten die door
de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf ter beschikking
van de aannemer worden gesteld.

Artikel 2.10

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde
van een opdracht voor diensten:

	a. indien het een verzekeringsdienst betreft: op de grondslag van de te
betalen premie en andere vormen van beloning;

	b. betreffende een ontwerp: op de grondslag van de te betalen
honoraria, provisies en andere vormen van beloning;

	c. waarin geen totale prijs is vermeld en die een vaste looptijd heeft
die gelijk is aan of korter is dan 48 maanden: op de grondslag van de
totale geraamde waarde voor de gehele looptijd;

	d. waarin geen totale prijs is vermeld en die voor onbepaalde duur is
of een looptijd heeft die langer is dan 48 maanden: het maandelijks te
betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

Artikel 2.11

	1. Indien een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten
kan leiden tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen
worden geplaatst, neemt de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf de geraamde totale waarde van deze percelen als
grondslag.

	2. Indien de samengestelde waarde van de percelen, bedoeld in het
eerste lid, gelijk is aan of groter is dan het in artikel 2.3 bedoelde
bedrag, is het bij of krachtens deze wet bepaalde van toepassing op de
plaatsing van elk perceel.

	3. Het tweede lid is niet van toepassing op:

	a. opdrachten voor werken waarvan de geraamde waarde niet meer bedraagt
dan € 1 000 000, exclusief omzetbelasting,

	b. opdrachten voor diensten waarvan de geraamde waarde niet meer
bedraagt dan € 80 000, exclusief omzetbelasting,

	mits de totale geraamde waarde van de onder a of b bedoelde percelen
gezamenlijk niet meer bedraagt dan 20% van de totale waarde van alle
percelen.

Artikel 2.12

	1. Indien een voorgenomen verkrijging van homogene leveringen kan
leiden tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden
geplaatst, neemt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag voor de
raming.

	2. Indien de samengestelde waarde van de percelen, bedoeld in het
eerste lid, gelijk is aan of groter is dan het in artikel 2.3 bedoelde
bedrag, is het bij of krachtens deze wet van toepassing op de plaatsing
van elk perceel.

	3. Het tweede lid is niet van toepassing op percelen waarvan de
geraamde waarde niet meer bedraagt dan € 80 000, exclusief
omzetbelasting, mits de totale geraamde waarde van die percelen
gezamenlijk niet meer bedraagt dan 20% van de totale waarde van alle
percelen.

Artikel 2.13

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde
van opdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur of
huurkoop van producten op de volgende grondslag:

	a. bij opdrachten voor leveringen met een vaste looptijd: de totale
geraamde waarde voor de gehele looptijd indien die ten hoogste twaalf
maanden bedraagt, dan wel de totale waarde indien de looptijd meer dan
twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde;

	b. bij opdrachten voor leveringen voor onbepaalde duur of waarvan de
looptijd niet kan worden bepaald: het maandelijks te betalen bedrag
vermenigvuldigd met 48.

Artikel 2.14

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde
van opdrachten voor leveringen of voor diensten die met een zekere
regelmaat worden verricht of die de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf gedurende een bepaalde periode wil hernieuwen, op
de volgende grondslag:

	a. de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of
tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke
opeenvolgende opdrachten voor leveringen of voor diensten, indien
mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in de hoeveelheid of de
waarde gedurende de twaalf maanden die volgen op de eerste opdracht, of

	b. de geraamde totale waarde van de soortgelijke opeenvolgende
opdrachten voor leveringen of voor diensten over de twaalf maanden die
volgen op de eerste levering of dienstverrichting of over het boekjaar
van de eerste levering of dienstverrichting, indien dat boekjaar zich
over meer dan twaalf maanden uitstrekt.

AFDELING 2.1.3 UITGEZONDERDE OPDRACHTEN

Artikel 2.15

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf past het in deze
afdeling bepaalde niet toe om zich aan de toepassing van deze wet te
onttrekken.

Artikel 2.16

	In afwijking van de artikelen 2.1 tot en met 2.3 is het bepaalde bij of
krachtens deze wet niet van toepassing op opdrachten:

	a. waarvan de uitvoering leidt tot de verplichting voor de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf informatie te
verstrekken waarvan openbaarmaking strijdig is met een essentieel
veiligheidsbelang;

	b. die betrekking hebben op activiteiten van inlichtingendiensten;

	c. die worden geplaatst in het kader van een samenwerkingsprogramma
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en één of meer andere lidstaten
dat is gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling met het oog op de
ontwikkeling van een nieuw product, waar toepasselijk, met inbegrip van
de latere fasen van de volledige levenscyclus van dat product of een
deel daarvan;

	d. die worden geplaatst in een derde land, indien strijdkrachten zijn
ingezet buiten het grondgebied van de Europese Unie en de operationele
omstandigheden vereisen dat opdrachten worden gegund aan ondernemers die
in het operatiegebied zijn gevestigd;

	e. waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden
geplaatst op grond van een tussen het Koninkrijk der Nederlanden en een
of meer derde landen gesloten internationale overeenkomst of afspraak;

	f. waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden
geplaatst als gevolg van een in verband met de legering van
strijdkrachten gesloten internationale overeenkomst of afspraak
betreffende ondernemingen in een lidstaat of in een derde land;

	g. waarvoor andere procedurevoorschriften gelden van een internationale
organisatie die op grond daarvan aankopen doet voor eigen doeleinden of
waarvoor deze andere procedurevoorschriften bij plaatsing door het
Koninkrijk der Nederlanden gelden;

	h. die door een Nederlandse overheidsinstantie aan een
overheidsinstantie van een andere staat worden gegund en die vallen
binnen de reikwijdte van artikel 2.1 onderdelen a, b, of c, voor zover
die opdrachten betrekking hebben op werken of diensten, of d.

Artikel 2.17

	In afwijking van de artikelen 2.1 tot en met 2.3 is het bepaalde bij of
krachtens deze wet niet van toepassing op opdrachten voor diensten:

	a. betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële
modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende
zaken of betreffende de rechten hierop;

	b. betreffende arbitrage en bemiddeling;

	c. van financiële aard, met uitzondering van verzekeringsdiensten;

	d. inzake arbeidsovereenkomsten;

	e. betreffende onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van die
opdrachten waarvan de resultaten in hun geheel bestemd zijn voor de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voor gebruik ervan in
de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverlening
volledig door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
wordt betaald.

HOOFDSTUK 2.2 PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OPDRACHTEN

AFDELING 2.2.1 NIET-OPENBARE PROCEDURE EN ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET
AANKONDIGING

Artikel 2.18

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf past voor het
plaatsen van een opdracht de niet-openbare procedure of de
onderhandelingsprocedure met aankondiging toe.

Artikel 2.19

	De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat de
niet-openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. De
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. maakt een aankondiging van de opdracht bekend;

	b. toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf gestelde uitsluitingsgrond;

	c. toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
geschiktheidseisen;

	d. beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de
hand van de door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
gestelde selectiecriteria;

	e. nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot inschrijving;

	f. toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties,
eisen en normen;

	g. beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.105 en de nadere criteria,
bedoeld in artikel 2.106;

	h. maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

	i. deelt de gunningsbeslissing mee;

	j. kan de overeenkomst sluiten;

	k. maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

Artikel 2.20

	De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat de
onderhandelingsprocedure met aankondiging toepast doorloopt de volgende
stappen. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. maakt een aankondiging van de opdracht bekend;

	b. toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf gestelde uitsluitingsgrond;

	c. toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
geschiktheidseisen;

	d. beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de
hand van de door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
gestelde selectiecriteria;

	e. nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot inschrijving;

	f. toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties,
eisen en normen;

	g. beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.105, en de nadere criteria,
bedoeld in artikel 2.106;

	h. onderhandelt met de inschrijvers;

	i. maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

	j. deelt de gunningsbeslissing mee;

	k. kan de overeenkomst sluiten;

	l. maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

AFDELING 2.2.2 UITZONDERINGEN OP DE TOEPASSING VAN DE NIET-OPENBARE
PROCEDURE EN ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET AANKONDIGING

§ 2.2.2.1 Procedure van de concurrentiegerichte dialoog

Artikel 2.21

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan, indien
het naar zijn oordeel niet mogelijk is door toepassing van de
niet-openbare procedure of de onderhandelingsprocedure met aankondiging
een bijzonder complexe opdracht te plaatsen, de procedure van de
concurrentiegerichte dialoog toepassen.

	2. Een opdracht is bijzonder complex indien de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf objectief gezien niet is staat is:

	a. de technische middelen te bepalen waarmee aan de behoeften of het
doel kan worden tegemoet gekomen, of

	b. de juridische of financiële voorwaarden van een project te
specificeren.

Artikel 2.22

	De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat de
procedure van de concurrentiegerichte dialoog toepast doorloopt de
volgende stappen. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. maakt een aankondiging van de opdracht bekend;

	b. toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf gestelde uitsluitingsgrond;

	c. toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
geschiktheidseisen;

	d. beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de
hand van de door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
gestelde selectiecriteria;

	e. nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot deelname aan de dialoog;

	f. houdt met de geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel te
bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan de
behoeften van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf te
voldoen en maakt een keuze welke oplossing of oplossingen aan zijn
behoeften kunnen voldoen;

	g. verzoekt de deelnemers aan de dialoog hun inschrijving in te dienen;

	h. toetst of de inschrijvingen voldoen aan de tijdens de dialoog
voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen;

	i. beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het
gunningscriterium de economische meest voordelige inschrijving en de
door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde
nadere criteria, bedoeld in artikel 2:106;

	j. maakt een proces-verbaal van de vergunningverlening;

	k. deelt de gunningsbeslissing mee;

	l. kan de overeenkomst sluiten;

	m. maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§ 2.2.2.2 Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging

Artikel 2.23

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen indien:

	a. bij toepassing van de niet-openbare procedure, de
onderhandelingsprocedure met aankondiging of de procedure van de
concurrentiegerichte dialoog geen of geen geschikte inschrijvingen of
geen verzoeken tot deelneming zijn ingediend, de oorspronkelijke
voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd en de
Europese Commissie op haar verzoek een verslag van de oorspronkelijke
procedure wordt overgelegd,

	b. de opdracht om technische redenen of om redenen van bescherming van
uitsluitende rechten slechts aan een bepaalde ondernemer kan worden
toevertrouwd,

	c. voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen,
bedoeld in artikel 2.57, van de niet-openbare procedure of de
onderhandelingsprocedure met aankondiging wegens dwingende spoed niet in
acht kunnen worden genomen als gevolg van gebeurtenissen die door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf niet konden worden
voorzien en niet aan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf zijn te wijten,

	d. ingeval de termijnen, bedoeld in artikel 2.57, van de niet-openbare
procedure of de onderhandelingsprocedure met aankondiging wegens de
urgentie van een crisissituatie niet in acht kunnen worden genomen, of

	e. bij toepassing van de niet-openbare procedure, de
onderhandelingsprocedure met aankondiging of de procedure van de
concurrentiegerichte dialoog, inschrijvingen zijn ingediend die
onregelmatig zijn, of indien inschrijvingen zijn gedaan die
onaanvaardbaar zijn, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht
niet wezenlijk worden gewijzigd.

	2. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
toepassing heeft gegeven aan het eerste lid, onderdeel e, nodigt hij
gelijktijdig en schriftelijk uitsluitend de inschrijvers uit die in de
niet-openbare procedure, de onderhandelingsprocedure met aankondiging of
de procedure van de concurrentiegerichte dialoog een inschrijving hebben
gedaan die voldeed aan de geschiktheidscriteria en selectiecriteria, en
die aan de formele eisen van de procedure voor het gunnen van opdrachten
voldoen.

Artikel 2.24

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen:

	a. voor opdrachten voor diensten betreffende onderzoek en ontwikkeling
waarvan de resultaten in hun geheel bestemd zijn voor de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf voor gebruik ervan in de
uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverlening
volledig door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
wordt betaald,

	b. voor de levering van producten die uitsluitend voor onderzoek en
ontwikkeling worden vervaardigd en waarvan de productie niet in grote
hoeveelheden plaatsvindt met het doel de commerciële haalbaarheid van
het product vast te stellen of de kosten van onderzoek en ontwikkeling
te delgen,

	c. voor door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende
leveringen die bestemd zijn:

	1°. voor gedeeltelijke vervanging van leveringen of installaties voor
courant gebruik, of

	2°. voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties,
indien verandering van leverancier de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf ertoe zou verplichten materiaal aan te schaffen
met andere technische eigenschappen die niet verenigbaar zijn met de
technische eigenschappen van reeds geleverd materiaal of zich bij
gebruik en onderhoud van aan te schaffen materiaal onevenredige
technische moeilijkheden voordoen,

	d. voor op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen,
of

	e. voor de aankoop van leveringen tegen bijzonder gunstige voorwaarden
bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteiten stopzet, bij
curatoren of vereffenaars van een faillissement of bij de toepassing van
de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of een in andere
nationale regelgeving bestaande vergelijkbare procedure.

	2. De looptijd van de opdrachten en nabestellingen, bedoeld in het
eerste lid, onderdeel c, is niet langer dan vijf jaar, tenzij sprake is
van uitzonderlijke omstandigheden op de vaststelling waarvan de
verwachte levensduur van geleverde objecten, installaties of systemen en
de technische moeilijkheden die een verandering van leverancier kan
veroorzaken van invloed zijn.

Artikel 2.25

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor
aanvullende werken of diensten de onderhandelingsprocedure zonder
aankondiging toepassen voor zover die diensten of werken noch in het
oorspronkelijk gegunde ontwerp, noch in de oorspronkelijk gegunde
opdracht waren opgenomen en technisch of economisch niet los van de
oorspronkelijke opdracht kunnen worden uitgevoerd zonder dat dit tot
grote ongemakken voor de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf leidt dan wel de aanvullende werken of diensten
strikt noodzakelijk zijn om de oorspronkelijke opdracht te vervolmaken
en:

	1°. de aanvullende werken of diensten ten gevolge van een onvoorziene
omstandigheid voor de uitvoering van deze opdracht noodzakelijk zijn
geworden,

	2°. de gunning geschiedt aan de aannemer of dienstverlener die de
oorspronkelijke opdracht voor werken of opdracht voor diensten uitvoert,
en

	3°. het totale bedrag van de voor de aanvullende werken of diensten
gegunde opdracht niet hoger is dan 50 procent van het bedrag van de
oorspronkelijke opdracht.

Artikel 2.26

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor
nieuwe werken of diensten tot vijf jaar volgend op de gunning van de
oorspronkelijke opdracht de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging
toepassen, voor zover die werken of diensten bestaan uit herhaling van
soortgelijke werken of diensten die door dezelfde aanbestedende diensten
of speciale-sectorbedrijven worden toevertrouwd aan de ondernemer
waaraan de oorspronkelijke opdracht werd gegund en:

	1°. deze werken of diensten overeenstemmen met een basisproject dat
het voorwerp vormde van de oorspronkelijke opdracht die met toepassing
van de niet-openbare procedure, de onderhandelingsprocedure met
aankondiging of de procedure van de concurrentiegerichte dialoog is
gegund,

	2°. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf reeds in de
aankondiging van de aanbesteding van het basisproject vermeldde dat een
procedure zonder aankondiging kan worden toegepast, en

	3°. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf bij
toepassing van afdeling 2.1.2 het totale voor de volgende werken
geraamde bedrag in aanmerking heeft genomen voor de raming van de waarde
van de opdracht.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan in
uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 2.24, tweede lid,
ook na de vijf jaar volgend op de gunning van de oorspronkelijke
opdracht de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen.

Artikel 2.27

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor
opdrachten in verband met de levering van vervoersdiensten in de lucht
en ter zee voor de strijdkrachten of veiligheidsdiensten die in het
buitenland zijn of zullen worden ingezet de onderhandelingsprocedure
zonder aankondiging toepassen, indien de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf zich genoodzaakt ziet een opdracht voor deze
diensten te plaatsen bij ondernemers die de geldigheid van een
inschrijving voor zodanig korte periodes garanderen dat de termijn,
bedoeld in artikel 2.57, voor de niet-openbare procedure of de
onderhandelingsprocedure met aankondiging van een opdracht niet kan
worden nageleefd.

Artikel 2.28

	De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat de
onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepast doorloopt de
volgende stappen. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. onderhandelt met de betrokken ondernemers;

	b. maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

	c. deelt de gunningsbeslissing mee;

	d. kan de overeenkomst sluiten;

	e. maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§ 2.2.2.3 Bijzondere voorschriften betreffende het plaatsen van
opdrachten voor bijlage II- diensten

Artikel 2.29

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor een
opdracht betreffende diensten die zijn opgenomen in bijlage II van
richtlijn nr. 2009/81/EG de procedure voor bijlage II diensten
toepassen.

	2. Indien de opdracht, bedoeld in het eerste lid, zowel betrekking
heeft op diensten als bedoeld in bijlage I van richtlijn nr. 2009/81/EG
als op diensten als bedoeld in bijlage II van richtlijn nr. 2009/81/EG
kan de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de procedure
voor bijlage II diensten toepassen indien de geraamde waarde van de
bijlage II diensten gelijk is aan of hoger is dan die van de bijlage I
diensten.

Artikel 2.30

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf die de
procedure voor bijlage II diensten toepast doorloopt de volgende
stappen. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties,
eisen en normen;

	b. deelt de resultaten van de gunning mee aan de Europese Commissie;

	c. kan een aankondiging van de gegunde opdracht bekend maken.

	2. Bij toepassing van de procedure voor bijlage II diensten zijn
uitsluitend de paragrafen 2.3.3.1 en 2.3.8.9 van hoofdstuk 2.3 van
toepassing.

	3. In afwijking van het tweede lid draagt de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf zorg voor een passende mate van openbaarheid
van de aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van een opdracht,
indien die opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang heeft.

AFDELING 2.2.3 BIJZONDERE PROCEDURE VOOR HET SLUITEN VAN EEN
RAAMOVEREENKOMST

Artikel 2.31

	Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat een
raamovereenkomst wil sluiten, past daartoe een van de volgende
procedures toe:

	a. de niet-openbare procedure;

	b. de onderhandelingsprocedure met aankondiging;

	c. indien dat op grond van artikel 2.21 is toegestaan, de procedure van
de concurrentiegerichte dialoog;

	d. indien dat op grond van de artikelen 2.23 tot en met 2.27 is
toegestaan, de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging;

	e. indien dat op grond van artikel 2.29 is toegestaan, de procedure
voor bijlage II diensten.

Artikel 2.32

	1. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat een
opdracht wil plaatsen met gebruikmaking van een raamovereenkomst die hij
gesloten heeft met een enkele ondernemer, past de procedure voor het
gunnen van een opdracht via een raamovereenkomst met een enkele
ondernemer toe, indien deze raamovereenkomst overeenkomstig artikel 2.31
is gesloten.

	2. In het in het eerste lid bedoelde geval gunt de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf de opdracht op basis van de in de
raamovereenkomst gestelde voorwaarden.

Artikel 2.33

	Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat een
opdracht wil plaatsen met gebruikmaking van een raamovereenkomst die hij
gesloten heeft met meerdere ondernemers, past de procedure voor het
gunnen van een opdracht door middel van een raamovereenkomst met
meerdere ondernemers toe, indien deze raamovereenkomst overeenkomstig
artikel 2.31 is gesloten.

Artikel 2.34

	1. In het in artikel 2.33 bedoelde geval past de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf de voorwaarden van de raamovereenkomst
toe, zonder de betrokken ondernemers opnieuw tot mededinging op te
roepen.

	2. Indien niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald,
doorloopt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
volgende stappen. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. vraagt de betrokken ondernemers de inschrijvingen in te dienen;

	b. beoordeelt de aangevulde inschrijvingen volgens de in de
raamovereenkomst of aanbestedingsstukken vastgestelde gunningscriteria;

	c. maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

	d. kan de overeenkomst sluiten.

HOOFDSTUK 2.3 REGELS INZAKE AANKONDIGING, UITSLUITING, SELECTIE EN
GUNNING

AFDELING 2.3.1 ALGEMEEN

§ 2.3.1.1 Ondernemers

Artikel 2.35

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf wijst
gegadigden of inschrijvers die krachtens de wetgeving van de lidstaat
waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de desbetreffende verrichting
uit te voeren, niet af louter op grond van het feit dat zij een
natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan voor
opdrachten voor diensten, voor opdrachten voor werken en voor opdrachten
voor leveringen die bijkomende diensten of installatiewerkzaamheden
inhouden, van een rechtspersoon verlangen dat deze in de inschrijving of
in het verzoek tot deelneming de namen en de beroepskwalificaties
vermeldt van de personen die met de uitvoering van de opdracht worden
belast.

	3. Een samenwerkingsverband van ondernemers kan zich inschrijven of
zich als gegadigde opgeven.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf verlangt voor
het indienen van een inschrijving of een verzoek tot deelneming van een
samenwerkingsverband van ondernemers niet dat het samenwerkingsverband
van ondernemers een bepaalde rechtsvorm heeft.

	5. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan van een
samenwerkingsverband waaraan de opdracht wordt gegund, eisen dat het een
bepaalde rechtsvorm aanneemt, indien dit voor de goede uitvoering van de
opdracht noodzakelijk is.

§ 2.3.1.2 Communicatie en inlichtingen

Artikel 2.36

	1. Een ondernemer kan inlichtingen vragen over een specifieke
aanbesteding.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf beantwoordt de
gestelde vragen in een nota van inlichtingen, die hij aan alle
gegadigden of inschrijvers verzendt.

	3. Een ondernemer kan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf verzoeken om bepaalde informatie niet in de nota
van inlichtingen op te nemen indien openbaarmaking van deze informatie
schade zou toebrengen aan de gerechtvaardigde economische belangen van
de onderneming.

Artikel 2.37

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf verstrekt
nadere inlichtingen over de aanbestedingsstukken uiterlijk zes dagen
voor de uiterste datum voor het indienen van de inschrijvingen, mits het
verzoek om inlichtingen tijdig voor de uiterste datum voor het indienen
van de inschrijvingen is gedaan.

	2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de in dat lid bedoelde
termijn in geval van toepassing van de niet-openbare procedure of
onderhandelingsprocedure, waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel
2.57, vier dagen.

Artikel 2.38

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan een
ondernemer vragen om zijn inschrijving of verzoek om deelneming nader
toe te lichten of aan te vullen met inachtneming van de artikelen 2.74,
2.75 en 2.93.

Artikel 2.39

	1. Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf is niet gehouden
gerubriceerde gegevens met betrekking tot een specifieke aanbesteding te
verstrekken aan een ondernemer, indien die niet voldoet aan eisen die de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf ter bescherming van
die gegevens aan de verstrekking daarvan heeft gesteld.

	2. Een eis als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat een
ondernemer er voor zorg dient te dragen dat door hem in te schakelen
onderaannemers eveneens aan de eisen, bedoeld in het eerste lid,
voldoen.

Artikel 2.40

	 Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt passende
maatregelen om het verloop van een langs elektronische weg gevoerde
procedure te documenteren.

Artikel 2.41

	1. Onverminderd het in deze wet bepaalde maakt een aanbestedende dienst
of een speciale-sectorbedrijf informatie die hem door een ondernemer als
vertrouwelijk is verstrekt niet openbaar.

	2. Onverminderd het in deze wet bepaalde maakt een aanbestedende dienst
of een speciale-sectorbedrijf geen informatie openbaar uit
aanbestedingsstukken of andere documenten die de dienst heeft opgesteld
in verband met een aanbestedingsprocedure, indien die informatie kan
worden gebruikt om de mededinging te vervalsen.

AFDELING 2.3.2 AANKONDIGINGEN

§ 2.3.2.1 Vooraankondiging

Artikel 2.42

	Een aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een
vooraankondiging bekendmaken waarin wordt vermeld:

	a. het overeenkomstig afdeling 2.1.2 geraamde bedrag en de
hoofdkenmerken van de opdrachten voor werken die hij voornemens is te
plaatsen of te sluiten;

	b. het overeenkomstig afdeling 2.1.2 geraamde totale bedrag per
productgroep van de opdrachten voor leveringen die de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf voornemens is in de loop van de
komende twaalf maanden te plaatsen;

	c. het overeenkomstig afdeling 2.1.2 geraamde totale bedrag per
productgroep van de opdrachten voor diensten voor elk van de
dienstencategorieën, die de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf voornemens is in de loop van de komende twaalf
maanden te plaatsen.

Artikel 2.43

	1. De bekendmaking van de vooraankondiging geschiedt langs
elektronische weg, met gebruikmaking van het Europees elektronisch
systeem voor aanbestedingen.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gebruikt voor
de bekendmaking van de vooraankondiging het daartoe door middel van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen beschikbaar gestelde
formulier.

Artikel 2.44

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf zendt de
vooraankondiging, bedoeld in artikel 2.42, zo spoedig mogelijk nadat de
beslissing is genomen tot goedkeuring van het programma voor de
opdrachten of de raamovereenkomsten die de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf voornemens is te plaatsen of te sluiten, met
behulp van het Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen toe aan
de Europese Commissie.

Artikel 2.45

	1. In afwijking van artikel 2.44 kan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf de vooraankondiging ook bekend maken op zijn
kopersprofiel.

	2. Een kopersprofiel als bedoeld in het eerste lid is langs
elektronische weg toegankelijk en kan informatie bevatten inzake
vooraankondigingen, lopende aanbestedingsprocedures, voorgenomen
aankopen, gegunde opdrachten, geannuleerde procedures en nuttige
algemene informatie, zoals een contactpunt, een telefoon- en faxnummer,
een postadres en een e-mailadres.

	3. In het in het eerste lid bedoelde geval zendt de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf een kennisgeving van de
vooraankondiging langs elektronische weg met gebruikmaking van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen toe aan de Europese
Commissie.

	4. De in het derde lid bedoelde kennisgeving geschiedt door middel van
het daartoe door middel van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen beschikbaar gestelde formulier.

	5. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf maakt de
vooraankondiging op zijn kopersprofiel niet eerder bekend dan nadat de
kennisgeving van die bekendmaking aan de Europese Commissie is
verzonden.

	6. De vooraankondiging op het kopersprofiel bevat de datum van de
kennisgeving, bedoeld in het vierde lid.

§ 2.3.2.2 Aankondiging

Artikel 2.46

	1. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat
voornemens is een opdracht te gunnen maakt hiertoe een aankondiging van
de opdracht bekend.

	2. De bekendmaking van de aankondiging geschiedt langs elektronische
weg met gebruikmaking van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gebruikt voor
de bekendmaking van de aankondiging het daartoe door middel van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen beschikbaar gestelde
formulier.

	4. Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf de onderhandelingsprocedure zonder
aankondiging toepast.

Artikel 2.47

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf geeft in de
aankondiging of in de uitnodiging tot inschrijving aan welke
bewijsmiddelen hij van de ondernemer verlangt, waaronder die met
betrekking tot de financiële en economische draagkracht en de
technische- en beroepsbekwaamheid.

Artikel 2.48

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan met behulp
van de bevestiging van ontvangst van de bekendmaking van de Europese
Commissie aantonen dat hij een aankondiging heeft bekendgemaakt.

Artikel 2.49

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
aankondiging of de inhoud ervan niet eerder op een andere wijze dan
bedoeld in artikel 2.46 bekendmaken dan nadat deze aan de Europese
Commissie is gezonden.

	2. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
aankondiging ook op een andere wijze dan met gebruikmaking van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen bekend maakt, bevat
die aankondiging geen andere informatie dan die welke aan de Europese
Commissie is gezonden of via het kopersprofiel is bekendgemaakt en bevat
deze in ieder geval de datum van toezending aan de Europese Commissie
dan wel de datum van de bekendmaking op het kopersprofiel.

Artikel 2.50

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf stelt de
aanbestedingsstukken voor de opdracht op enigerlei wijze kosteloos ter
beschikking.

	2. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
aanbestedingsstukken voor de opdracht ook op andere wijze dan ter
uitvoering van het eerste lid beschikbaar stelt, kan de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf de kosten voor die wijze van
verstrekking in rekening brengen bij degenen die om die andere wijze van
verstrekking van de aanbestedingsstukken hebben gevraagd.

Artikel 2.51

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een
rectificatie van een eerder gedane aankondiging bekendmaken.

	2. De bekendmaking van de rectificatie geschiedt langs elektronische
weg met gebruikmaking van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gebruikt voor
de bekendmaking van de rectificatie het daartoe door middel van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen beschikbaar gestelde
formulier.

Artikel 2.52

	Indien de aanbestedingsstukken bij een andere instantie moeten worden
opgevraagd vermeldt de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf in de uitnodiging tot deelname aan een
niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte dialoog of een
onderhandelingsprocedure met aankondiging, het adres van deze instantie
en, in voorkomend geval, de uiterste datum voor dit verzoek.

§ 2.3.2.3 Termijnen

Artikel 2.53

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf stelt de termijn
voor het indienen van verzoeken tot deelneming of inschrijvingen vast
met inachtneming van het voorwerp van de opdracht, de voor de
voorbereiding van het verzoek of de inschrijving benodigde tijd en de in
deze paragraaf gestelde regels omtrent termijnen.

Artikel 2.54

	1. Voor niet-openbare procedures, onderhandelingsprocedures met
aankondiging en de concurrentiegerichte dialoog bedraagt de termijn voor
het indienen van de verzoeken tot deelneming ten minste 30 dagen, te
rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht.

	2. Voor niet-openbare procedures bedraagt de termijn voor het indienen
van de inschrijvingen ten minste 40 dagen, te rekenen vanaf de
verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving.

	3. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf een
vooraankondiging als bedoeld in paragraaf 2.3.2.1 heeft gedaan, kan hij
de termijn voor het indienen van de inschrijvingen, bedoeld in het
tweede lid, inkorten tot 36 dagen, maar in geen geval tot minder dan 22
dagen.

	4. Het inkorten van de termijn, bedoeld in het derde lid, is
uitsluitend toegestaan, indien de vooraankondiging alle informatie bevat
die in de aankondiging van de opdracht, bedoeld in bijlage IV van
richtlijn nr. 2009/81/EG, wordt verlangd, voor zover deze informatie
beschikbaar is op het tijdstip dat de vooraankondiging wordt
bekendgemaakt en mits deze vooraankondiging ten minste 52 dagen en ten
hoogste 12 maanden voor de verzenddatum van de aankondiging van de
opdracht ter bekendmaking is verzonden.

Artikel 2.55

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan de termijnen
voor het indienen van inschrijvingen, bedoeld in artikel 2.54, tweede
lid, met vijf dagen inkorten indien hij met elektronische middelen en
vanaf het doen van de aankondiging vrije, rechtstreekse en volledige
toegang biedt tot de aanbestedingsstukken, met inachtneming van
paragraaf 2.3.2.2, en in de aankondiging het internetadres vermeldt dat
toegang biedt tot deze documenten.

Artikel 2.56

	Indien de tijdig aangevraagde aanbestedingsstukken en de aanvullende
stukken of nadere inlichtingen niet binnen de in artikel 2.37 gestelde
termijn zijn verstrekt, of indien de inschrijvingen slechts na een
bezichtiging ter plaatse, of na inzage ter plaatse van de bij de
aanbestedingsstukken behorende stukken kunnen worden gedaan, verlengt de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de termijn voor het
indienen van de inschrijvingen zodanig dat alle betrokken ondernemers
van alle nodige informatie voor de opstelling van de inschrijvingen
kennis kunnen nemen.

Artikel 2.57

	Indien om dringende redenen de in de artikelen 2.54 tot en met 2.56
bepaalde termijnen niet in acht kunnen worden genomen, kan een
aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf bij een niet-openbare
procedure, de procedure van de concurrentiegerichte dialoog of een
onderhandelingsprocedure met aankondiging, de volgende termijnen
vaststellen:

	a. een termijn voor het indienen van de verzoeken tot deelneming van
ten minste vijftien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
aankondiging van de opdracht, of tien dagen indien de aankondiging
elektronisch is verzonden overeenkomstig het model in het derde punt van
bijlage VI van richtlijn nr. 2009/81/EG;

	b. in het geval van de niet-openbare procedure en de procedure van de
concurrentiegerichte dialoog, een termijn voor het indienen van de
inschrijvingen van ten minste tien dagen, te rekenen vanaf de
verzenddatum van de uitnodiging tot het indienen van een inschrijving.

AFDELING 2.3.3 BESTEK

§ 2.3.3.1 Technische specificaties

Artikel 2.58

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt de door
hem gestelde technische specificaties op in de aanbestedingsstukken.

	2. De technische specificaties bieden de inschrijvers gelijke toegang
en leiden niet tot ongerechtvaardigde belemmeringen in de openstelling
van opdrachten voor mededinging.

Artikel 2.59

	1. Onverminderd technische eisen die verenigbaar zijn met het Unierecht
en waarvan het gebruik bij of krachtens de wet verplicht is gesteld of
aan welke op grond van internationale normalisatieovereenkomsten voldaan
moet worden om de krachtens deze overeenkomsten vereiste
interoperabiliteit te garanderen, formuleert een aanbestedende dienst of
een speciale-sectorbedrijf de technische specificaties:

	a. door verwijzing naar technische specificaties en naar nationale
civiele normen waarin Europese normen zijn omgezet, Europese technische
goedkeuringen, gemeenschappelijke civiele technische specificaties,
nationale civiele normen waarin internationale normen zijn omgezet,
andere internationale civiele normen, andere door Europese
normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen of,
bij ontstentenis daarvan, andere nationale civiele normen, nationale
technische goedkeuringen, dan wel nationale technische specificaties
inzake het ontwerpen, berekenen en uitvoeren van werken en het gebruik
van producten, civiele technische specificaties die binnen de sector
algemeen erkend zijn, of nationale defensienormen en soortgelijke
specificaties voor defensiemateriaal,

	b. in termen van prestatie-eisen en functionele eisen, die
milieukenmerken kunnen bevatten, waarbij de eisen zodanig nauwkeurig
zijn bepaald dat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen
bepalen en de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
opdracht kan gunnen,

	c. in termen van prestatie-eisen en functionele eisen als bedoeld in
onderdeel b, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze
prestatie-eisen en functionele eisen wordt verwezen naar de
specificaties, bedoeld in onderdeel a, of

	d. door verwijzing naar de specificaties, bedoeld in onderdeel a, voor
bepaalde kenmerken, en verwijzing naar de prestatie-eisen en functionele
eisen, bedoeld in onderdeel b, voor andere kenmerken.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf doet een
verwijzing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, vergezeld gaan
van de woorden «of gelijkwaardig».

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf die
milieukenmerken voorschrijft door verwijzing naar prestatie-eisen of
functionele eisen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan
gebruik maken van de gedetailleerde specificaties of van gedeelten
daarvan, zoals vastgesteld in milieukeurmerken, voor zover:

	a. die geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de
leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft,

	b. de vereisten voor de keurmerken zijn ontwikkeld op grond van
wetenschappelijke gegevens,

	c. de milieukeurmerken zijn aangenomen via een proces waaraan alle
betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten,
kleinhandel en milieuorganisaties kunnen deelnemen, en

	d. de keurmerken toegankelijk zijn voor alle betrokken partijen.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan aangeven
dat van een milieukeurmerk voorziene producten of diensten voldoen aan
de technische specificaties van de aanbestedingsstukken.

	5. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf verwijst in
de technische specificaties niet naar een bepaald fabrikaat, een
bepaalde herkomst of een bijzondere werkwijze, een merk, een octrooi of
een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor
bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of
uitgesloten, tenzij dit door het voorwerp van de opdracht
gerechtvaardigd is.

	6. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan de
melding of verwijzing, bedoeld in het vijfde lid, opnemen in de
technische specificatie indien:

	a. een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het
voorwerp van de opdracht door toepassing van het eerste lid, of van
artikel 2.60, eerste lid, niet mogelijk is en

	b. deze melding of verwijzing vergezeld gaat van de woorden «of
gelijkwaardig».

Artikel 2.60

	1. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat
verwijst naar de specificaties, bedoeld in artikel 2.59, eerste lid,
onderdeel a, wijst een inschrijving niet af omdat de aangeboden
producten en diensten niet voldoen aan de specificaties waarnaar hij
heeft verwezen, indien de inschrijver in zijn inschrijving tot
voldoening van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
aantoont dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige
wijze voldoen aan de eisen in die technische specificaties.

	2. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat
prestatie-eisen of functionele eisen stelt als bedoeld in artikel 2.59,
eerste lid, onderdelen b en c, wijst een inschrijving voor werken,
producten of diensten niet af indien die inschrijving voldoet aan:

	a. een nationale norm waarin een Europese norm is omgezet,

	b. aan een Europese technische goedkeuring,

	c. aan een gemeenschappelijke technische specificatie,

	d. aan een internationale norm, of

	e. aan een door een Europese normalisatie-instelling opgesteld
technisch referentiesysteem,

	indien de in de onderdelen a tot en met e bedoelde specificaties
betrekking hebben op de prestatie-eisen of functionele eisen die de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf heeft voorgeschreven.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf aanvaardt,
indien hij gebruik maakt van de in artikel 2.59, vierde lid, bedoelde
mogelijkheid, elk ander passend bewijsmiddel, zoals een technisch
dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisatie.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf aanvaardt
certificaten van in andere lidstaten van de Europese Unie gevestigde
erkende organisaties.

Artikel 2.61

	Een inschrijver toont in zijn inschrijving aan dat het product, de
dienst of het werk in overeenstemming is met de norm en voldoet aan de
functionele en prestatie-eisen van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf.

§ 2.3.3.2 Onderaanneming

Artikel 2.62

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
gegadigden die worden uitgenodigd tot inschrijving voor een opdracht
verzoeken in hun inschrijving te vermelden of zij voornemens zijn een
gedeelte van de opdracht aan derden in onderaanneming te geven.

	2. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan een inschrijver
tevens worden verzocht te vermelden:

	a. welke onderaannemers hij wil inschakelen,

	b. waarop de opdrachten in onderaanneming betrekking hebben waarvoor
hij de onderaannemers, bedoeld onder a, wil inschakelen, of

	c. dat hij iedere wijziging in onderaannemers zal melden die gedurende
de uitvoering van de opdracht plaatsvindt.

	3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf artikel 2.63 toepast.

Artikel 2.63

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
gegadigden die worden uitgenodigd tot inschrijving voor een opdracht
verzoeken in hun inschrijving te vermelden dat zij een percentage van de
waarde van de opdracht aan derden in onderaanneming zullen uitbesteden
dat niet ligt buiten een door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf vastgesteld bereik waarvan een minimum- en
maximumpercentage van de waarde van de opdracht de uitersten zijn.

	2. Het door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vast
te stellen maximumpercentage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten
hoogste 30 procent.

	3. Het door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vast
te stellen minimum- en maximumpercentage, bedoeld in het eerste lid, is
proportioneel gelet op de inhoud en de waarde van de opdracht en de aard
van de desbetreffende sector, met inbegrip van het mededingingspeil op
de desbetreffende markt en de technische capaciteit van de industrie op
dit gebied.

	4. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat een
eis als bedoeld in het eerste lid stelt, verzoekt de inschrijvers tevens
om in hun inschrijving te specificeren welk deel of welke delen van de
opdracht zij voornemens zijn aan derden uit te besteden als opdracht in
onderaanneming binnen de percentages, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.64

	1. Het is een inschrijver toegestaan in zijn inschrijving voor te
stellen een deel van de totale waarde van de opdracht dat uitstijgt
boven het door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
vastgestelde maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, aan
derden in onderaanneming uit te besteden.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan een
inschrijver verzoeken het deel van de opdracht te specificeren dat boven
het vastgestelde maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid,
uitstijgt en, in voorkomend geval, aan te geven welke onderaannemers
daarvoor reeds zijn gekozen.

Artikel 2.65

	1. Een samenwerkingsverband van ondernemingen dat gevormd is om een
opdracht te verwerven, of met dit samenwerkingsverband verbonden
ondernemingen, worden niet als derden als bedoeld in deze paragraaf of
in afdeling 2.4.2, beschouwd.

	2. Onder verbonden onderneming in de zin van dit artikel wordt verstaan
een onderneming:

	a. waarop de inschrijver direct of indirect een overheersende invloed
kan uitoefenen,

	b. die een overheersende invloed kan uitoefenen op de inschrijver, of

	c. die tezamen met de inschrijver onderworpen is aan de overheersende
invloed van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële
deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.

	3. Overheersende invloed als bedoeld in het tweede lid wordt vermoed
indien een onderneming, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een
ander bedrijf:

	a. de meerderheid van het geplaatste kapitaal bezit,

	b. over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door het
bedrijf uitgegeven aandelen zijn verbonden of

	c. meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of
toezichthoudend orgaan van het bedrijf kan benoemen.

Artikel 2.66

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan gedurende
de fase van selectie of gunning van een opdracht de in een inschrijving
opgenomen keuzes van onderaannemers afwijzen, mits die afwijzing is
gebaseerd op selectiecriteria, technische specificaties, eisen of
normen, of oplossingen die aan de uitvoering van de opdracht zijn
gesteld.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan
onderaannemers afwijzen die gedurende de uitvoering van een opdracht
worden gekozen, mits die afwijzing is gebaseerd op selectiecriteria,
technische specificaties, eisen of normen, of oplossingen die aan de
uitvoering van de opdracht zijn gesteld.

	3. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat een
onderaannemer afwijst, verstrekt de inschrijver die voornemens was deze
onderaannemer in te schakelen een schriftelijke motivering van die
afwijzing met een opgaaf van de selectiecriteria, technische
specificaties, eisen of normen, of oplossingen waaraan die onderaannemer
niet voldoet.

	4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op een afwijzing als
bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.67

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vermeldt in de
aankondiging de eisen die hij op grond van de artikelen 2.62 tot en met
2.66 stelt.

§ 2.3.3.3 Gegevensbeveiliging

Artikel 2.68

	1. Bij een opdracht die op gerubriceerde gegevens betrekking heeft, die
gerubriceerde gegevens noodzakelijk maakt, of die gerubriceerde gegevens
bevat, vermeldt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in
de aanbestedingsstukken de maatregelen en eisen die noodzakelijk zijn om
het vereiste beveiligingsniveau van deze gegevens te waarborgen.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor het
bereiken van het vereiste beveiligingsniveau van de gerubriceerde
gegevens onder meer eisen dat van een inschrijving deel uitmaakt:

	a. een verklaring van de inschrijver en van reeds bekende
onderaannemers dat zij met inachtneming van op hen van toepassing zijnde
wettelijke voorschriften ten aanzien van veiligheid, passende
maatregelen zullen nemen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van
alle gerubriceerde gegevens die in hun bezit zijn of die hun ter kennis
komen tijdens de hele looptijd van de opdracht of na het einde of de
afsluiting daarvan;

	b. een verklaring van de inschrijver dat hij zal bewerkstelligen dat
hij de verklaring, bedoeld onder a, zal verkrijgen van andere
onderaannemers die hij tijdens de uitvoering van de opdracht opdrachten
in onderaanneming wil gunnen;

	c. gegevens over de reeds bekende in te schakelen onderaannemers, die
toereikend zijn voor de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf om te kunnen vaststellen dat elk van hen over de
vereiste bekwaamheden beschikt om naar behoren de vertrouwelijkheid te
beschermen van de gerubriceerde gegevens waartoe zij toegang hebben of
die zij in het kader van hun onderaannemingsactiviteiten dienen te
verstrekken;

	d. een verklaring van de inschrijver om aan een eerder niet bekende
onderaannemer niet eerder een opdracht in onderaanneming te gunnen dan
nadat over die onderaannemer de informatie, bedoeld onder c, is
verstrekt.

	3. Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf van
een inschrijver een verklaring eist:

	a. die afkomstig is van een door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf aangewezen instantie en

	b. waaruit blijkt dat volgens die aangewezen instantie de inschrijver
voldoet aan het door die aanbestedende dienst of dat
speciale-sectorbedrijf vereiste algemene beveiligingsniveau voor de
uitvoering van opdrachten,

	erkent die aanbestedende dienst of dat speciale-sectorbedrijf ook een
daarmee gelijkwaardige verklaring van een instantie uit een ander land
overeenkomstig de afspraken die daarover met dat land zijn gemaakt,
onverminderd de mogelijkheid op basis van eigen onderzoek van die
erkenning te kunnen afzien indien die afspraken daarin voorzien.

	4. Alvorens de verklaring, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de
Wet veiligheidsonderzoeken, wordt afgegeven ten aanzien van de persoon
die een inschrijver of onderaannemer wenst te belasten met een functie
die is aangewezen als vertrouwensfunctie als bedoeld in die wet, kan in
afwijking van artikel 7 van die wet het aldaar bedoelde
veiligheidsonderzoek geheel of gedeeltelijk achterwege blijven indien
die persoon beschikt over een verklaring uit een andere lidstaat die op
een gelijkwaardig veiligheidsonderzoek berust.

§ 2.3.3.4 Bevoorradingszekerheid

Artikel 2.69

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf specificeert
in de aanbestedingstukken zijn eisen op het gebied van
bevoorradingszekerheid.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan eisen dat
een inschrijving op het gebied van bevoorradingszekerheid onder meer het
volgende bevat:

	a. certificering of documentatie die tot tevredenheid van de
aanbestedende

dienst of het speciale-sectorbedrijf aantoont dat de inschrijver in
staat zal zijn de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen
inzake de uitvoer, overbrenging en doorvoer van goederen na te komen,
waaronder aanvullende documentatie ontvangen van de betrokken lidstaat
of lidstaten;

	b. opgave van elke beperking voor de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf inzake openbaarmaking, overdracht of gebruik van
de producten en diensten of van een resultaat van deze producten en
diensten, als gevolg van uitvoercontrole of veiligheidsbepalingen;

	c. certificering of documentatie die aantoont dat de organisatie en
locatie van de bevoorradingsketen van de inschrijver hem in staat zullen
stellen te voldoen aan de eisen van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf op het gebied van bevoorradingszekerheid die in
de aanbestedingsstukken zijn opgenomen, en een verklaring van de
inschrijver er voor te zorgen dat mogelijke veranderingen in zijn
bevoorradingsketen tijdens de uitvoering van de opdracht geen negatieve
gevolgen voor de naleving van deze vereisten zullen hebben;

	d. de verklaring van de inschrijver dat hij in staat is capaciteit te
realiseren of te handhaven die vereist is om eventuele aanvullende
behoeften van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf als
gevolg van een crisissituatie op te vangen, onder overeen te komen
voorwaarden;

	e. ondersteunende documentatie die de inschrijver heeft ontvangen van
zijn nationale instanties over het kunnen vervullen van aanvullende
behoeften van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf als
gevolg van een crisissituatie;

	f. de verklaring van de inschrijver dat hij het onderhoud, de
modernisering of de aanpassingen van de leveringen die het voorwerp van
de opdracht uitmaken, uit zal voeren;

	g. de verklaring van de inschrijver dat hij de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf tijdig kennis zal geven van iedere
verandering in zijn organisatie,

bevoorradingsketen of bedrijfsstrategie die van invloed kan zijn op zijn
verplichtingen jegens de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf;

	h. de verklaring van de inschrijver dat hij de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf onder overeen te komen voorwaarden alle
specifieke middelen zal verstrekken die nodig zijn voor de vervaardiging
van reserveonderdelen, componenten, assemblagedelen en speciale
testapparatuur, inclusief technische tekeningen, licenties en
gebruiksaanwijzingen, voor het geval dat hij deze benodigdheden niet
langer kan leveren.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf eist niet van
een inschrijver dat van zijn inschrijving onderdeel uitmaakt een
verklaring van een lidstaat die de vrijheid van die lidstaat zou
inperken om in overeenstemming met de desbetreffende internationale of
communautaire wetgeving zijn nationale vergunningscriteria voor uitvoer,
overbrenging of doorvoer toe te passen in de omstandigheden die op het
moment van het verlenen van een vergunning gelden.

§ 2.3.3.5 Bijzondere voorwaarden

Artikel 2.70

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan
bijzondere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht,
mits dergelijke voorwaarden met het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie verenigbaar zijn en in de aanbestedingsstukken vermeld
zijn.

	2. De voorwaarden waaronder een opdracht wordt uitgevoerd, kunnen
betrekking hebben op onderaanneming of ten doel hebben de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf overeenkomstig de
artikelen 2.68 en 2.69 vereiste beveiliging van gerubriceerde gegevens
en bevoorradingszekerheid te waarborgen, dan wel met sociale of
milieuoverwegingen verband houden.

Artikel 2.71

	1. In de aanbestedingsstukken kan een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf aangeven bij welk orgaan de inschrijvers
informatie kunnen verkrijgen over verplichtingen omtrent de bepalingen
inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en
arbeidsvoorwaarden die gelden in Nederland of, indien de verrichtingen
buiten Nederland worden uitgevoerd, die gelden in het gebied of de
plaats waar de verrichtingen worden uitgevoerd en die gedurende de
uitvoering van de opdracht op die verrichtingen van toepassing zullen
zijn.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf verzoekt de
inschrijvers aan te geven dat zij bij het opstellen van hun inschrijving
rekening hebben gehouden met de verplichtingen uit hoofde van de
bepalingen inzake de arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die
gelden op de plaats waar de verrichting wordt uitgevoerd.

§ 2.3.3.6 Voorbehouden opdracht

Artikel 2.72

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de
deelneming aan een procedure voor de gunning van een opdracht of de
uitvoering ervan voorbehouden aan sociale werkplaatsen in het kader van
programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de
betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard
of de ernst van hun handicaps geen beroepsactiviteit in normale
omstandigheden kunnen uitvoeren.

	2. De aankondiging van de opdracht vermeldt een voorbehoud als bedoeld
in het eerste lid.

§ 2.3.3.7 Varianten

Artikel 2.73

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan de
inschrijvers toestaan varianten voor te stellen, indien hij voor de
gunning het criterium van de economisch meest voordelige inschrijving
hanteert.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf vermeldt in
de aankondiging van de opdracht of hij varianten toestaat. Een
aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf staat alleen
varianten toe indien hij in de aankondiging heeft vermeld dat deze zijn
toegestaan.

	3. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat
varianten toestaat, vermeldt in de aanbestedingsstukken aan welke eisen
deze varianten ten minste voldoen, en hoe zij worden ingediend.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt
uitsluitend de varianten in overweging die aan de gestelde eisen
voldoen.

	5. Bij procedures voor het gunnen van opdrachten voor leveringen of
opdrachten voor diensten wijst een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf die varianten heeft toegestaan, een variant niet
af uitsluitend omdat deze variant, indien deze werd gekozen, veeleer tot
een opdracht voor diensten dan tot een opdracht voor leveringen, dan wel
veeleer tot een opdracht voor leveringen dan tot een opdracht voor
diensten zou leiden.

AFDELING 2.3.4 EIGEN VERKLARING

Artikel 2.74

	1. Een eigen verklaring is een verklaring van een ondernemer waarin
deze aangeeft of uitsluitingsgronden op hem van toepassing zijn, of hij
voldoet aan de in de aankondiging of in de aanbestedingsstukken gestelde
geschiktheidseisen en op welke wijze hij voldoet aan de
selectiecriteria.

	2. De gegevens en inlichtingen die in een verklaring kunnen worden
verlangd worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
vastgesteld.

Artikel 2.75

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf verlangt van
een ondernemer dat hij bij zijn verzoek tot deelneming of zijn
inschrijving een eigen verklaring indient en geeft daarbij aan welke
gegevens en inlichtingen in de eigen verklaring moeten worden verstrekt.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf verlangt niet
dat een ondernemer bij zijn verzoek tot deelneming of inschrijving
gegevens en inlichtingen op een andere wijze verstrekt, indien deze
gegevens en inlichtingen in de eigen verklaring gevraagd kunnen worden.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een
ondernemer uitsluitend verzoeken bewijsstukken bij zijn eigen verklaring
te voegen die geen betrekking hebben op gegevens en inlichtingen die in
de eigen verklaring gevraagd kunnen worden, tenzij het bewijsstukken
betreft die genoemd zijn in artikel 2.83, eerste lid, onder a of b.

AFDELING 2.3.5 UITSLUITING

§ 2.3.5.1 Uitsluitingsgronden

Artikel 2.76

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf sluit een
gegadigde of inschrijver jegens wie bij een onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak een veroordeling als bedoeld in het tweede lid is
uitgesproken waarvan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf kennis heeft, uit van deelneming aan een opdracht
of een aanbestedingsprocedure.

	2. Voor de toepassing van het eerste lid worden aangewezen
veroordelingen ter zake van:

	a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2,
eerste lid, van Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van de Raad, (PbEG
1998, L 351);

	b. omkoping in de zin van artikel 3 van het besluit van de Raad van 26
mei 1997 (PbEG L 195) respectievelijk artikel 2, eerste lid, van het
Kaderbesluit van de Raad (PbEU 2003, L 192);

	c. fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de
bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (PbEG 1995, C
316);

	d. terroristisch misdrijf of strafbaar feit in verband met
terroristische activiteiten in de zin van respectievelijk de artikelen 1
en 3 van het Kaderbesluit van de Raad inzake terrorismebestrijding (PbEG
2002, L 164), dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot
het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in
artikel 4 van dat Kaderbesluit;

	e. witwassen van geld en financiering van terrorisme in de zin van
artikel 1 van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het
financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van
terrorisme (PbEU L 309).

	3. Als veroordelingen als bedoeld in het tweede lid worden in ieder
geval aangemerkt veroordelingen op grond van artikel 134a, 140, 140a,
177, 177a, 178, 225, 226, 227, 227a, 227b, 285, derde lid, of 323a,
328ter, tweede lid, 420bis, 420ter of 420quater van het Wetboek van
Strafrecht of veroordelingen wegens overtreding van de in artikel 83 van
het Wetboek van Strafrecht bedoelde misdrijven, indien aan het bepaalde
in dat artikel is voldaan.

	4. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf betrekt bij de
toepassing van het eerste lid uitsluitend rechterlijke uitspraken die in
de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van het
verzoek tot deelneming of de inschrijving onherroepelijk zijn geworden.

Artikel 2.77

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een
inschrijver of gegadigde uitsluiten van deelneming aan een opdracht of
een aanbestedingsprocedure op de volgende gronden:

	a. de inschrijver of gegadigde verkeert in staat van faillissement of
liquidatie, diens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens hem geldt een
surseance van betaling of een (faillissements-) akkoord, of de
gegadigde of inschrijver verkeert in een andere vergelijkbare toestand
ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van
toepassing zijnde wet- of regelgeving;

	b. jegens de gegadigde of inschrijver is een onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak gedaan op grond van de op hem van toepassing
zijnde wet- en regelgeving wegens overtreding van een voor hem relevante
beroepsgedragsregel;

	c. de inschrijver of gegadigde heeft in de uitoefening van zijn beroep
een ernstige fout begaan die door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf aannemelijk kan worden gemaakt;

	d. de inschrijver of gegadigde heeft niet voldaan aan verplichtingen op
grond van op hem van toepassing zijnde wettelijke bepalingen met
betrekking tot betaling van sociale zekerheidspremies of belastingen;

	e. de gegadigde of inschrijver heeft zich in ernstige mate schuldig
gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen die
door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf van hem waren
verlangd of hij heeft die inlichtingen niet verstrekt;

	f. jegens de gegadigde of inschrijver is vastgesteld dat hij niet over
de betrouwbaarheid beschikt die nodig is om risico’s voor de nationale
veiligheid uit te sluiten.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf betrekt bij de
toepassing van het eerste lid, onderdeel b, uitsluitend onherroepelijke
uitspraken die in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het
indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving
onherroepelijk zijn geworden en bij de toepassing van het eerste lid,
onderdeel c, uitsluitend ernstige fouten die zich in de vier jaar
voorafgaand aan het genoemde tijdstip hebben voorgedaan.

Artikel 2.78

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan afzien van
toepassing van artikel 2.76 of artikel 2.77:

	a. om dwingende redenen van algemeen belang;

	b. indien de gegadigde of inschrijver naar het oordeel van de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voldoende maatregelen
heeft genomen om het geschonden vertrouwen te herstellen;

	c. indien naar het oordeel van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf uitsluiting niet proportioneel is met het oog op
de tijd die is verstreken sinds de veroordeling en gelet op het voorwerp
van de opdracht.

§ 2.3.5.2 Bewijsstukken uitsluitingsgronden

Artikel 2.79

	1. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een uittreksel uit
het handelsregister, dat op het tijdstip van het indienen van het
verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan zes maanden,
aantonen dat de uitsluitingsgrond van artikel 2.77, onderdeel a, op hem
niet van toepassing is.

	2. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een verklaring
omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en
strafvorderlijke gegevens, die op het tijdstip van het indienen van het
verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar,
aantonen dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in de artikelen 2.76 en
2.77, onderdelen b en c, voor zover het een onherroepelijke veroordeling
of een onherroepelijke beschikking wegens overtreding van
mededingingsregels betreft, op hem niet van toepassing zijn.

	3. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een verklaring van
de belastingdienst, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek
tot deelneming of de inschrijving, niet ouder is dan zes maanden,
aantonen dat de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 2.77, onderdeel d,
niet op hem van toepassing is.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf aan welke een
gegadigde of inschrijver gegevens overlegt ten bewijze dat de
uitsluitingsgronden, bedoeld in artikel 2.76 of artikel 2.77, niet op
hem van toepassing zijn, aanvaardt ook gegevens en bescheiden uit een
andere lidstaat die een gelijkwaardig doel dienen of waaruit blijkt dat
de uitsluitingsgrond niet op hem van toepassing is.

AFDELING 2.3.6 GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA

§ 2.3.6.1 Geschiktheidseisen

Artikel 2.80

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan
geschiktheidseisen stellen aan gegadigden en inschrijvers.

	2. De geschiktheidseisen, bedoeld in het eerste lid, kunnen betreffen:

	a. de financiële en economische draagkracht;

	b. technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid;

	c. beroepsbevoegdheid.

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf stelt bij de
voorbereiding en het tot stand brengen van een overeenkomst uitsluitend
eisen aan de inschrijver en de inschrijving die verband houden met en in
een redelijke verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.

Artikel 2.81

	1. Een ondernemer kan zijn financiële en economische draagkracht in
ieder geval aantonen door een of meer van de volgende middelen:

	a. passende bankverklaringen of een bewijs van een verzekering tegen
beroepsrisico’s,

	b. overlegging van balansen of van balansuittreksels, indien de
wetgeving van het land waar de ondernemer is gevestigd, de bekendmaking
van balansen voorschrijft, of

	c. een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet van de
bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de opdracht is, over ten hoogste
de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de
oprichtingsdatum van de onderneming of van de datum waarop de ondernemer
met zijn bedrijvigheid is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers
beschikbaar zijn.

	2. Indien de ondernemer om gegronde redenen niet in staat is de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gevraagde
bewijsstukken over te leggen, kan hij zijn economische en financiële
draagkracht aantonen met andere bescheiden die de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf geschikt acht.

Artikel 2.82

	1. Een ondernemer kan zich voor een bepaalde opdracht beroepen op de
financiële en economische draagkracht van andere natuurlijke personen
of rechtspersonen, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die
natuurlijke personen of rechtspersonen. Een ondernemer toont in dat
geval bij de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf aan dat
hij daadwerkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de
opdracht noodzakelijke middelen van die natuurlijke personen of
rechtspersonen.

	2. Onder de voorwaarden, genoemd in het eerste lid, kan een
samenwerkingsverband van ondernemers zich beroepen op de draagkracht van
de deelnemers aan het samenwerkingsverband of van andere natuurlijke
personen of rechtspersonen.

Artikel 2.83

	1. Een ondernemer kan zijn technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid
op een of meer van de volgende manieren aantonen, afhankelijk van de
aard, de hoeveelheid of omvang en het doel van de werken, leveringen of
diensten:

	a. door middel van een lijst van de werken die de afgelopen vijf jaar
zijn verricht, welke lijst vergezeld gaat van certificaten die bewijzen
dat de belangrijkste werken naar behoren zijn uitgevoerd en waarin het
bedrag van de werken, de plaats en het tijdstip waarop deze zijn
uitgevoerd vermeld wordt, en waarin wordt aangegeven of de werken
volgens de regels der kunst zijn uitgevoerd en tot een goed einde zijn
gebracht en die in voorkomend geval door de bevoegde instantie
rechtstreeks aan de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
worden toegezonden;

	b. door middel van een lijst van de voornaamste leveringen of diensten
die gedurende de afgelopen vijf jaar werden verricht, met vermelding van
het bedrag en de datum en van de publiek- of privaatrechtelijke
instanties waarvoor zij bestemd waren;

	c. door middel van een opgave van de al dan niet tot de onderneming van
de ondernemer behorende technici of technische organen, in het bijzonder
van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole en, in het geval van
opdrachten voor werken, van die welke de aannemer ter beschikking zullen
staan om de werken uit te voeren;

	d. door middel van een beschrijving van de technische uitrusting van de
leverancier of de dienstverlener, van de maatregelen die hij treft om de
kwaliteit te waarborgen en de mogelijkheden die hij biedt ten aanzien
van ontwerpen en onderzoek, en van interne regels inzake intellectuele
eigendom;

	e. door middel van een controle door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf of, in diens naam, door een bevoegd officieel
orgaan van het land waar de leverancier of de dienstverlener gevestigd
is, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan, welke controle
betrekking heeft op de productiecapaciteit van de leverancier of op de
technische capaciteit van de dienstverlener en, zo nodig, op diens
mogelijkheden inzake ontwerpen en onderzoek en de maatregelen die hij
treft om de kwaliteit te waarborgen;

	f. in het geval van opdrachten voor werken, diensten of leveringen die
ook betrekking hebben op diensten of werkzaamheden voor aanbrengen en
installeren, door middel van de studie- en beroepsdiploma’s van de
dienstverlener of de aannemer of het kaderpersoneel van de onderneming
en in het bijzonder van degenen die met de dienstverlening of de leiding
van de werken zijn belast;

	g. voor opdrachten voor werken of opdrachten voor diensten, door middel
van de vermelding van de maatregelen inzake milieubeheer die de
ondernemer kan toepassen voor de uitvoering van de opdracht;

	h. door middel van een verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse
personeelsbezetting van de onderneming van de dienstverlener of de
aannemer en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de laatste drie
jaar;

	i. door middel van een beschrijving van de outillage, het materieel, de
technische uitrusting, het personeelsbestand en de kennis of de
bevoorradingsbronnen, met inbegrip van een beschrijving van de
geografische ligging ervan wanneer die buiten de Europese Unie is,
waarover de ondernemer zal beschikken om de opdracht uit te voeren, om
een eventuele toename in de behoefte van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf als gevolg van een crisissituatie op te vangen,
of om het onderhoud, de modernisering of de aanpassingen van de
leveringen die het voorwerp van de opdracht bepalen, te verzekeren;

	j. wat de te leveren producten betreft door middel van monsters,
beschrijvingen of foto’s, waarvan op verzoek van de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf de echtheid kan worden aangetoond
of door middel van certificaten die door een erkende organisatie zijn
afgegeven, waarin wordt verklaard dat duidelijk door referenties
geïdentificeerde producten aan bepaalde specificaties of normen
beantwoorden;

	k. indien het opdrachten betreft die betrekking hebben op gerubriceerde
gegevens of die dergelijke gegevens noodzakelijk maken of bevatten, door
middel van bewijzen die aantonen dat de gerubriceerde gegevens met
inachtneming van het door de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf vereiste beveiligingsniveau kunnen worden
verwerkt, opgeslagen en verzonden.

	2. De leveringen en diensten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,
worden aangetoond in het geval van leveringen of diensten voor een
aanbestedende dienst of voor een speciale-sectorbedrijf, door
certificaten die de bevoegde autoriteit heeft afgegeven of
medeondertekend of in het geval van leveringen of diensten voor een
particuliere afnemer, door certificaten van de afnemer of, bij
ontstentenis daarvan, door een verklaring van de ondernemer.

	3. Indien als bewijs, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, van een
gegadigde een verklaring als bedoeld in artikel 2.68, derde lid,
onderdelen a en b, of een verklaring als bedoeld in artikel 1, onderdeel
b, van de Wet veiligheidsonderzoeken, wordt geëist, kan de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf op verzoek van die
gegadigde aan hem meer tijd toekennen om die verklaring te verkrijgen,
indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf van de
mogelijkheid daartoe en van de extra te verkrijgen tijd in de
aankondiging van de opdracht melding heeft gemaakt.

	4. Indien van een gegadigde een verklaring als bedoeld in artikel 2.68,
derde lid, onderdelen a en b, wordt geëist, is op de erkenning van een
daarmee gelijkwaardige verklaring de laatste zinsnede van dat derde lid
van overeenkomstige toepassing.

	5. Indien een gegadigde een persoon wenst te belasten met een functie
die is aangewezen als vertrouwensfunctie als bedoeld in de Wet
veiligheidsonderzoeken is artikel 2.68, vierde lid, van overeenkomstige
toepassing.

Artikel 2.84

	1. Een ondernemer kan zich voor bepaalde opdrachten beroepen op de
bekwaamheid van andere natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht
de juridische aard van zijn banden met die natuurlijke personen of
rechtspersonen, mits hij aantoont dat hij kan beschikken over de voor de
uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen.

	2. Onder de voorwaarden, genoemd in het eerste lid, kan een
samenwerkingsverband van ondernemers zich beroepen op de bekwaamheid van
de deelnemers aan het samenwerkingsverband of van andere natuurlijke
personen of rechtspersonen.

Artikel 2.85

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan bij
opdrachten voor werken, bij opdrachten voor leveringen waarvoor
plaatsings- of installatiewerkzaamheden nodig zijn, en bij opdrachten
voor diensten de geschiktheid van ondernemers om die diensten te
verlenen of die installatiewerkzaamheden of werken uit te voeren,
beoordelen op grond van met name hun praktische vaardigheden, technische
kennis, efficiëntie, ervaring en betrouwbaarheid.

Artikel 2.86

	Indien de ondernemer om gegronde redenen niet in staat is de door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gevraagde
bewijsstukken over te leggen, kan hij zijn technische- en
beroepsbekwaamheid aantonen met andere bescheiden die de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf geschikt acht.

Artikel 2.87

	1. Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf de
overlegging verlangt van een door een onafhankelijke geaccrediteerde
instantie opgestelde verklaring dat de ondernemer aan bepaalde normen
van kwaliteitsmanagementsystemen voldoet, verwijst hij naar
kwaliteitsmanagementsystemen die op de Europese normenreeksen op dit
terrein zijn gebaseerd en die zijn gecertificeerd door onafhankelijke
geaccrediteerde instanties die voldoen aan de Europese normenreeks voor
certificering.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf aanvaardt
gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten van de Europese Unie
gevestigde onafhankelijke geaccrediteerde instanties. Een aanbestedende
dienst of een speciale-sectorbedrijf aanvaardt eveneens andere bewijzen
inzake gelijkwaardige kwaliteitsmanagementsystemen.

Artikel 2.88

	1. Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf in een
geval als bedoeld in artikel 2.83, eerste lid, onderdeel g, de
overlegging verlangt van een door een onafhankelijk instantie opgestelde
verklaring dat de ondernemer aan bepaalde normen inzake milieubeheer
voldoet, verwijst hij naar het communautair milieubeheer- en
milieuauditsysteem of naar normen inzake milieubeheer die gebaseerd zijn
op de desbetreffende Europese of internationale normen die
gecertificeerd zijn door erkende organisaties of organisaties die
beantwoorden of aan de relevante Europese of internationale normen voor
certificering.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf aanvaardt
gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde
instanties. Hij aanvaardt eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige
maatregelen op het gebied van milieubeheer.

§ 2.3.6.2 Beroepsbevoegdheid

Artikel 2.89

	1. Indien een gegadigde of inschrijver zijn beroepsactiviteit niet mag
uitoefenen zonder ingeschreven te zijn in een beroeps- of
handelsregister in zijn lidstaat van herkomst of vestiging, kan de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf hem verzoeken aan te
tonen dat hij in het desbetreffende register is ingeschreven, of een
verklaring onder ede of een attest te verstrekken.

	2. Bij procedures voor het plaatsen van opdrachten voor diensten kan
een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf, indien de
gegadigden of de inschrijvers over een bijzondere vergunning dienen te
beschikken of indien zij lid van een bepaalde organisatie dienen te zijn
om in hun land van herkomst de betrokken dienst te kunnen verlenen,
verlangen dat zij aantonen dat zij over deze vergunning beschikken, of
lid van de bedoelde organisatie zijn.

§ 2.3.6.3 Selectie

Artikel 2.90

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan bij
toepassing van de niet-openbare procedure, de onderhandelingsprocedure
met aankondiging en de concurrentiegerichte dialoog het aantal
gegadigden dat hij zal uitnodigen tot inschrijving, deelneming of
onderhandeling beperken met inachtneming van hetgeen in deze paragraaf
is bepaald.

	2. Een beperking van het aantal gegadigden als bedoeld in het eerste
lid vindt op een objectieve en niet-discriminerende wijze plaats, met
behulp van in de aankondiging vermelde regels of selectiecriteria en
weging.

Artikel 2.91

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vermeldt in de
aankondiging het aantal gegadigden dat hij voornemens is ten minste en,
in voorkomend geval, ten hoogste uit te nodigen.

	2. Het aantal gegadigden dat de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf voornemens is uit te nodigen bedraagt ten minste
drie.

	3. Het aantal uitgenodigde gegadigden waarborgt een daadwerkelijke
mededinging.

	4. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf nodigt een
aantal gegadigden uit dat ten minste gelijk is aan het in de
aankondiging genoemde minimumaantal gegadigden, indien het aantal
gegadigden dat niet wordt uitgesloten en dat aan de geschiktheidseisen
en selectiecriteria voldoet daarvoor voldoende is.

	5. Indien het aantal gegadigden dat niet wordt uitgesloten en dat aan
de geschiktheidseisen en selectiecriteria voldoet onder het aantal ligt
dat de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in de
aankondiging als minimum voor het aantal uit te nodigen gegadigden heeft
vermeld, kan de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
procedure voortzetten. In dat geval nodigt hij in afwijking van het
vierde lid de gegadigde of gegadigden uit die niet worden uitgesloten en
die aan de geschiktheidseisen voldoen.

Artikel 2.92

	1. Indien het aantal gegadigden dat aan de geschiktheidseisen voldoet
en waarop geen uitsluitingsgrond van toepassing is te laag is om een
daadwerkelijke mededinging te waarborgen, kan de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf de procedure opschorten en maakt hij in dat
geval de oorspronkelijke aankondiging van de opdracht opnieuw bekend met
inachtneming van artikel 2.46, tweede en derde lid.

	2. Bij de toepassing van het eerste lid bevat de aankondiging een
nieuwe termijn voor de indiening van verzoeken tot deelneming.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf nodigt met
inachtneming van paragraaf 2.3.8.1 de gegadigden uit, die na de eerste
en na de tweede bekendmaking van de aankondiging zijn geselecteerd.

	4. De mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, laat de mogelijkheid
onverlet om de lopende procedure te beëindigen en een nieuwe procedure
te starten.

	5. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf nodigt geen
ondernemers uit die niet om deelneming hebben verzocht, en evenmin
ondernemers waarop een uitsluitingsgrond van toepassing is of die niet
aan de geschiktheidseisen voldoen.

§ 2.3.6.4 Controle van uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en
selectiecriteria

Artikel 2.93

	1. De aanbestedende of het speciale-sectorbedrijf kan de juistheid
nagaan van een of meer gegevens of inlichtingen in de eigen verklaring
van de gegadigden die hij wil uitnodigen om een inschrijving in te
dienen of van de inschrijvers bij welke hij voornemens is de opdracht te
plaatsen.

	2. Bij toepassing van het eerste lid kan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf de ondernemer vragen de uit hoofde van de
artikelen 2.75 en 2.79 en de artikelen 2.81 tot en met 2.88 overgelegde
verklaringen en bescheiden nader toe te lichten en aan te vullen.

AFDELING 2.3.7 MEDEDELING VAN UITSLUITING EN AFWIJZING

Artikel 2.94

	1. Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf deelt de
afwijzing of uitsluiting van betrokken gegadigden en betrokken
inschrijvers zo spoedig mogelijk schriftelijk mede.

	2. Op verzoek van een betrokken partij stelt een aanbestedende dienst
of een speciale-sectorbedrijf iedere afgewezen gegadigde zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van zijn
schriftelijk verzoek, in kennis van de redenen voor de afwijzing.

	3. Op verzoek van een betrokken partij stelt de aanbestedende dienst of
een speciale-sectorbedrijf iedere afgewezen inschrijver zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van zijn
schriftelijk verzoek, in kennis van de redenen voor de afwijzing,
inclusief voor de gevallen, bedoeld in de artikelen 2.60 en 2.61, de
redenen voor zijn beslissing dat er geen gelijkwaardigheid voorhanden is
of dat de werken, leveringen of diensten niet aan de functionele en
prestatie-eisen voldoen.

	4. Indien de afwijzing betrekking heeft op de gevallen bedoeld in de
artikelen 2.68 en 2.69, bevat de kennisgeving, bedoeld in het derde lid,
de redenen dat niet aan de vereisten op het gebied van
gegevensbeveiliging en bevoorradingszekerheid is voldaan.

Artikel 2.95

	De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat een
mededeling als bedoeld in artikel 2.94, eerste lid, doet, verstrekt
daarbij geen gegevens voor zover dat:

	a. in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift,

	b. in strijd zou zijn met het openbare belang, in het bijzonder waar
dit defensie- en veiligheidsbelangen zou kunnen schaden,

	c. de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen
schaden, of

	d. afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen
ondernemers.

AFDELING 2.3.8 GUNNINGSFASE

§ 2.3.8.1 Uitnodiging tot inschrijving

Artikel 2.96

	Bij toepassing van de niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte
dialoog of de onderhandelingsprocedure met aankondiging nodigt de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf met inachtneming van
paragraaf 2.3.6.3 de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden
gelijktijdig en schriftelijk uit tot inschrijving, tot deelneming aan de
dialoog of tot onderhandelingen.

Artikel 2.97

	1. De uitnodiging aan de gegadigden, bedoeld in artikel 2.96, bevat een
exemplaar van de aanbestedingsstukken, of indien de aanbestedingstukken
overeenkomstig artikel 2.55 langs elektronische weg beschikbaar zijn
gesteld, vermeldt de wijze van toegang tot de aanbestedingsstukken.

	2. De uitnodiging, bedoeld in het eerste lid, bevat tevens:

	a. een verwijzing naar de bekendgemaakte aankondiging van de opdracht,

	b. de uiterste datum voor het indienen van de inschrijvingen, het adres
waar deze kunnen worden ingediend en de taal of talen waarin zij dienen
te worden gesteld,

	c. indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
concurrentiegerichte dialoog toepast, de aanvangsdatum en het adres van
de raadpleging, alsook de daarbij gebruikte taal of talen,

	d. opgave van de stukken die met inachtneming van artikel 2.93
eventueel worden bijgevoegd, hetzij ter staving van een door de
gegadigde verstrekte verklaring, hetzij ter aanvulling van de
inlichtingen, bedoeld in artikel 2.37, en zulks onder dezelfde
voorwaarden als gesteld in de artikelen 2.81 tot en met 2.88, en

	e. het relatieve gewicht van de gunningscriteria van de opdracht of de
afnemende volgorde van belangrijkheid van de criteria, indien dat
gewicht of die volgorde niet in de aankondiging van de opdracht of de
aanbestedingsstukken zijn vermeld.

§ 2.3.8.2 Inschrijving

Artikel 2.98

	1. De inschrijving geschiedt schriftelijk.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf bepaalt de
wijze van het indienen van de inschrijving.

Artikel 2.99

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf neemt geen kennis
van de inhoud van de inschrijving voordat de uiterste termijn voor het
indienen is verstreken.

Artikel 2.100

	1. In geval van een storing van het elektronische systeem door middel
waarvan de inschrijving ingediend moet worden, waardoor het indienen van
de inschrijving kort voor het verstrijken van de uiterste termijn niet
mogelijk is, kan de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
deze termijn na afloop van de uiterste termijn verlengen, mits hij nog
geen kennis heeft genomen van de inhoud van enige inschrijving.

	2. Alle niet-afgewezen gegadigden en inschrijvers worden door de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in kennis gesteld van
de verlenging, bedoeld in het eerste lid, en krijgen de gelegenheid om
hun inschrijving binnen de verlenging te wijzigen of aan te vullen.

§ 2.3.8.3 Dialoog

Artikel 2.101

	1. Bij toepassing van de concurrentiegerichte dialoog geschiedt de
gunning van de opdracht op basis van het criterium van de economisch
meest voordelige inschrijving.

	2. Een aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vermeldt in
de aankondiging van de opdracht de behoeften en eisen die door hem in
die aankondiging of het beschrijvend document worden omschreven.

	3. Een aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf opent met de
overeenkomstig paragraaf 2.3.6.3 geselecteerde gegadigden een dialoog om
te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan zijn
behoeften te voldoen.

	4. Tijdens de dialoog kan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf met de geselecteerde gegadigden alle aspecten van
de opdracht bespreken.

	5. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf waarborgt
tijdens de dialoog de gelijke behandeling van alle inschrijvers en
verstrekt hij geen informatie die een of meer inschrijvers kan
bevoordelen boven andere.

	6. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf deelt de
voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer aan de dialoog
verstrekte vertrouwelijke inlichtingen niet aan de andere deelnemers mee
zonder de instemming van de desbetreffende deelnemer.

Artikel 2.102

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan bepalen
dat de procedure van de concurrentiegerichte dialoog in opeenvolgende
fasen verloopt, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken
oplossingen kan worden beperkt door middel van de gunningscriteria die
in de aankondiging van de opdracht of in de aanbestedingsstukken zijn
vermeld.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf draagt er zorg
voor dat in de slotfase het aantal oplossingen zodanig is dat
daadwerkelijke mededinging kan worden gegarandeerd, voor zover er een
voldoende aantal geschikte oplossingen of gegadigden is.

	3. Het eerste lid vindt slechts toepassing indien de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf de mogelijkheid in de aankondiging
van de opdracht of in de aanbestedingsstukken heeft vermeld.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf zet de
dialoog voort totdat hij, zo nodig na vergelijking, kan aangeven welke
oplossingen aan zijn behoeften kunnen voldoen.

	5. Nadat een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf de
dialoog heeft beëindigd en de deelnemers daarvan op de hoogte heeft
gesteld, verzoekt hij de deelnemers om hun definitieve inschrijvingen in
te dienen op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en
gespecificeerde oplossingen.

	6. De uitnodiging tot het indienen van een inschrijving bevat de
uiterste datum voor het indienen van de inschrijvingen, het adres waar
deze kunnen worden ingediend en de taal of talen waarin zij dienen te
worden gesteld.

	7. De inschrijver voorziet er in dat de inschrijving, bedoeld in het
vijfde lid, alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering
van het project bevat.

	8. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan een
inschrijver verzoeken om de inschrijving toe te lichten of nauwkeuriger
te omschrijven.

	9. Indien een verzoek als bedoeld in het achtste lid wordt gedaan
wijzigt de inschrijver de basiselementen van de inschrijving of de
aanbesteding niet wezenlijk.

Artikel 2.103

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf beoordeelt de
ontvangen inschrijvingen op basis van de in de aankondiging van de
opdracht of in de aanbestedingsstukken bepaalde gunningscriteria en
kiest de economisch voordeligste inschrijving overeenkomstig artikel
2.106.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan de
inschrijver waarvan de inschrijving is aangewezen als de economisch
meest voordelige inschrijving, verzoeken aspecten van zijn inschrijving
te verduidelijken of in de inschrijving opgenomen verbintenissen te
bevestigen, mits dit de inhoudelijke aspecten van de inschrijving of van
de uitnodiging tot inschrijving ongewijzigd laat en niet leidt of dreigt
te leiden tot concurrentievervalsing of discriminatie.

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan voorzien
in prijzen of betalingen aan de deelnemers aan de dialoog.

§ 2.3.8.4 Gunningscriteria

Artikel 2.104

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf toetst de
inschrijvingen aan de door hem in de aankondiging of de
aanbestedingsstukken gestelde normen, functionele eisen en eisen aan de
prestatie.

Artikel 2.105

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gunt een opdracht
op grond van een van de volgende gunningscriteria:

	a. de naar het oordeel van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf economisch meest voordelige inschrijving;

	b. de laagste prijs.

Artikel 2.106

	1. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat het
criterium “economisch meest voordelige inschrijving” toepast, maakt
in de aankondiging van de opdracht bekend welke nadere criteria hij
stelt met het oog op de toepassing van dit criterium.

	2. De in het eerste lid bedoelde nadere criteria kunnen onder meer
betreffen:

	a. kwaliteit;

	b. prijs;

	c. technische waarde;

	d. functionele kenmerken;

	e. milieukenmerken;

	f. gebruikskosten;

	g. rentabiliteit;

	h. klantenservice en technische bijstand;

	i. datum van levering;

	j. termijn voor de levering of uitvoering;

	k. kosten tijdens de levensduur;

	l. de bevoorradingszekerheid;

	m. de interoperabiliteit;

	n. de operationele kenmerken.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf specificeert
in de aankondiging van de opdracht of in de aanbestedingsstukken het
relatieve gewicht van elk van de door hem gekozen criteria voor de
bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving. Dit gewicht
kan worden uitgedrukt door middel van een marge met een passend verschil
tussen minimum en maximum.

	4. Indien naar het oordeel van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf om aantoonbare redenen geen weging mogelijk is,
vermeldt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in de
aankondiging van de opdracht of in de aanbestedingsstukken dan wel, bij
de concurrentiegerichte dialoog, in het beschrijvend document, de
criteria in afnemende volgorde van belang.

§ 2.3.8.5 Abnormaal lage inschrijvingen

Artikel 2.107

	1. Indien een inschrijving voor een opdracht wordt gedaan die in
verhouding tot de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal
laag lijkt, verzoekt de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf, voordat hij deze inschrijving afwijst,
schriftelijk om de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over
de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.

	2. De verduidelijkingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer
verband houden met:

	a. de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de
producten of van de dienstverlening;

	b. de gekozen technische oplossingen of uitzonderlijk gunstige
omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken,
de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan
profiteren;

	c. de originaliteit van het ontwerp van de inschrijver;

	d. de naleving van de bepalingen inzake arbeidsvoorwaarden en
arbeidsomstandigheden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt
uitgevoerd;

	e. de ontvangst van staatssteun door de inschrijver.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf onderzoekt in
overleg met de inschrijver de samenstelling van de desbetreffende
inschrijving aan de hand van de ontvangen toelichting.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf die
constateert dat een inschrijving abnormaal laag is omdat de inschrijver
staatssteun heeft gekregen, kan de inschrijving uitsluitend op enkel die
grond afwijzen, indien de inschrijver desgevraagd niet binnen een door
de aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf bepaalde voldoende
lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun niet in strijd met de
artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie is toegekend.

	5. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in een
geval als bedoeld in het vierde lid een inschrijving afwijst, stelt hij
de Europese Commissie daarvan in kennis.

§ 2.3.8.6 Elektronische veiling

Artikel 2.108

	1. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan bij de
niet-openbare procedure en de onderhandelingsprocedure met aankondiging
de gunningsbeslissing vooraf laten gaan door een elektronische veiling,
indien:

	a. hij dit heeft gemeld in de aankondiging,

	b. hij in de aanbestedingsstukken de informatie heeft opgenomen met
betrekking tot de elektronische veiling, en

	c. nauwkeurige specificaties voor de opdracht kunnen worden opgesteld.

	2. Het eerste lid is niet van toepassing voor de aanbesteding van
werken of diensten voor intellectuele prestaties.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf maakt geen
misbruik van de methode van elektronische veiling, noch gebruikt hij de
methode om concurrentie te beletten, te beperken of vervalsen of om
wezenlijke wijzigingen aan te brengen in het voorwerp van de opdracht
zoals omschreven in de aankondiging en vastgelegd in de
aanbestedingsstukken.

Artikel 2.109

	In het kader van een raamovereenkomst die met meerdere ondernemers is
gesloten als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, onderdeel b, onder 2,
kan een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf de gunning
van de opdracht vooraf laten gaan door een elektronische veiling, indien
nauwkeurige specificaties voor de opdracht kunnen worden opgesteld.

Artikel 2.110

	De aanbestedingsstukken over een elektronische veiling bevatten in
ieder geval de volgende informatie:

	a. de elementen waarvan de waarden vallen onder de elektronische
veiling, voor zover deze elementen kwantificeerbaar zijn zodat ze kunnen
worden uitgedrukt in cijfers of procenten;

	b. de eventuele limieten van de waarden die kunnen worden ingediend,
zoals zij voortvloeien uit de specificaties van het voorwerp van de
opdracht;

	c. de informatie die tijdens de elektronische veiling ter beschikking
van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop die
informatie ter beschikking zal worden gesteld;

	d. relevante informatie betreffende het verloop van de elektronische
veiling;

	e. de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod kunnen doen en met
name de vereiste minimumverschillen die voor de biedingen vereist zijn;

	f. relevante informatie betreffende het gebruikte elektronische systeem
en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding.

Artikel 2.111

	Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling, verricht een
aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf een eerste, volledige
beoordeling van de inschrijvingen aan de hand van de vastgestelde
gunningscriteria en de vastgestelde weging daarvan.

Artikel 2.112

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf waarborgt dat
alle inschrijvers die een aan de functionele en prestatie-eisen
beantwoordende inschrijving hebben gedaan, tegelijkertijd langs
elektronische weg worden uitgenodigd om nieuwe prijzen of nieuwe waarden
in te dienen.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf waarborgt dat
het verzoek, bedoeld in het eerste lid, alle relevante informatie bevat
voor de individuele verbinding met het gebruikte elektronische systeem
en het tijdstip en het aanvangsuur van de elektronische veiling
preciseert.

Artikel 2.113

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan de
elektronische veiling in verschillende fasen laten verlopen.

Artikel 2.114

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf verstuurt de
uitnodigingen voor een elektronische veiling uiterlijk twee werkdagen
voor de aanvang van de veiling.

	2. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat voor
de gunning het criterium van de economisch meest voordelige inschrijving
hanteert, voegt bij de uitnodiging:

	a. het resultaat van de volledige beoordeling van de inschrijving van
de betrokken inschrijver, en

	b. de wiskundige formule die tijdens de elektronische veiling de
automatische herklasseringen naar gelang van de ingediende nieuwe
prijzen of nieuwe waarden zal bepalen.

	3. In de formule, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, verwerkt de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf het gewicht dat aan
alle vastgestelde criteria wordt toegekend om de economisch meest
voordelige inschrijving te bepalen. Eventuele marges worden daartoe door
de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vooraf in een
bepaalde waarde uitgedrukt.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf die varianten
toestaat, verstrekt voor iedere variant de afzonderlijke formule.

Artikel 2.115

	1. Tijdens alle fasen van de elektronische veiling deelt de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf onverwijld aan alle
inschrijvers in ieder geval de informatie mee die hen de mogelijkheid
biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen. Indien dat in
de aanbestedingsstukken vermeld is, kan de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf ook andere informatie betreffende andere
ingediende prijzen of waarden meedelen.

	2. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan tevens op
ieder ogenblik aan de inschrijvers meedelen hoeveel inschrijvers aan de
fase van de veiling deelnemen.

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf deelt tijdens
het verloop van de elektronische veiling in geen geval de identiteit van
de inschrijvers mee.

Artikel 2.116

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf sluit de
elektronische veiling op een of meer van de onderstaande wijzen af:

	a. hij kan in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling een vooraf
vastgestelde datum en een vooraf vastgesteld tijdstip voor de sluiting
aangeven;

	b. hij kan de veiling afsluiten indien hij geen nieuwe prijzen of
waarden meer ontvangt die beantwoorden aan de vereisten betreffende de
minimumverschillen, indien hij in de uitnodiging om deel te nemen aan de
veiling de termijn vermeldt die hij na ontvangst van de laatste
aanbieding in acht zal nemen alvorens de veiling te sluiten;

	c. hij kan de veiling afsluiten indien alle fasen van de veiling die in
de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling zijn vermeld, afgehandeld
zijn.

	2. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat
besloten heeft om de elektronische veiling overeenkomstig het eerste
lid, onderdeel c, af te sluiten in combinatie met de toepassing van het
eerste lid, onderdeel b, vermeldt in de uitnodiging om deel te nemen aan
de veiling het tijdschema voor elk van de fasen van de veiling.

	3. Na de sluiting van de elektronische veiling gunt een aanbestedende
dienst of een speciale-sectorbedrijf de opdracht overeenkomstig artikel
2.105 op basis van de resultaten van de elektronische veiling.

§ 2.3.8.7 Onderhandelingen

Artikel 2.117

	1. Bij toepassing van de onderhandelingsprocedure met aankondiging
onderhandelt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf met
de inschrijvers over de door hen ingediende inschrijvingen, teneinde
deze aan te passen aan de eisen die de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf in de aankondiging van de opdracht, de
aanbestedingsstukken en de eventuele aanvullende documenten heeft
gesteld en teneinde het beste bod voor de gunning van de opdracht te
zoeken.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf waarborgt
tijdens de onderhandelingen de gelijke behandeling van alle inschrijvers
en verstrekt geen informatie die een of meer inschrijvers kan
bevoordelen boven andere.

	3. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan bepalen
dat de procedure van gunning door onderhandelingen in opeenvolgende
fasen verloopt, zodat het aantal inschrijvingen waarover onderhandeld
wordt, door toepassing van de gunningscriteria die in de aankondiging
van de opdracht of in de aanbestedingsstukken zijn vermeld, verminderd
wordt.

	4. Het derde lid vindt slechts toepassing indien de aanbestedende
dienst of het speciale-sectorbedrijf deze mogelijkheid heeft vermeld in
de aankondiging van de opdracht of in de aanbestedingsstukken.

	5. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf draagt er zorg
voor dat in de slotfase het aantal oplossingen zodanig is dat
daadwerkelijke mededinging kan worden gegarandeerd, voor zover er een
voldoende aantal geschikte oplossingen of gegadigden is.

§ 2.3.8.8 Gunningsbeslissing

Artikel 2.118

	1. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt een
opschortende termijn in acht voordat hij de met de gunningsbeslissing
beoogde overeenkomst sluit.

	2. De opschortende termijn, bedoeld in het eerste lid, vangt aan op de
dag na de datum waarop de mededeling van de gunningsbeslissing is
verzonden aan de betrokken inschrijvers en betrokken gegadigden.

	3. De opschortende termijn, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten
minste vijftien kalenderdagen.

	4. Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf behoeft geen
toepassing te geven aan het eerste lid indien:

	a. deze wet geen bekendmaking van de aankondiging van de opdracht door
middel van het Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen
vereist;

	b. de enige betrokken inschrijver degene is aan wie de opdracht wordt
gegund en er geen betrokken gegadigden zijn;

	c. het gaat om opdrachten op grond van een raamovereenkomst.

Artikel 2.119

	1. Een betrokken inschrijver als bedoeld in 2.118, tweede lid, is
iedere inschrijver dje niet definitief is uitgesloten. De uitsluiting is
definitief wanneer de betrokken inschrijvers daarvan in kennis zijn
gesteld en wanneer de uitsluiting rechtmatig is bevonden door een
rechter, dan wel er niet langer een rechtsmiddel kan worden aangewend
tegen de uitsluiting.

	2. Een betrokken gegadigde als bedoeld in 2.118, tweede lid, is iedere
gegadigde aan wie de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
geen informatie over de afwijzing van hun verzoek tot deelneming ter
beschikking heeft gesteld voordat de betrokken inschrijvers in kennis
werden gesteld van de gunningsbeslissing.

Artikel 2.120

	De mededeling van de gunningsbeslissing van een aanbestedende dienst of
een speciale-sectorbedrijf houdt geen aanvaarding in als bedoeld in
artikel 217, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van een
aanbod van een ondernemer.

Artikel 2.121

	1. De mededeling van de gunningsbeslissing aan iedere inschrijver of
gegadigde bevat de relevante redenen voor die beslissing, alsmede een
nauwkeurige omschrijving van de opschortende termijn, bedoeld in artikel
2.118, eerste lid, die van toepassing is.

	2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder relevante redenen
in ieder geval verstaan de kenmerken en voordelen van de uitgekozen
inschrijving alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de
raamovereenkomst.

	3. De mededeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval
elektronisch of per fax verzonden aan de betrokken inschrijvers en
betrokken gegadigden.

Artikel 2.122

	Indien gedurende de opschortende termijn, bedoeld in artikel 2.118,
eerste lid, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt verzocht
met betrekking tot de desbetreffende gunningsbeslissing, sluit de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de met die beslissing
beoogde overeenkomst niet eerder dan nadat de rechter dan wel het
scheidsgerecht een beslissing heeft genomen over het verzoek tot
voorlopige maatregelen en de opschortende termijn is verstreken.

§ 2.3.8.9 Verslaglegging en bekendmaking

Artikel 2.123

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf stelt over de
gunning van een opdracht een proces-verbaal op dat, indien van
toepassing, in ieder geval de volgende gegevens bevat:

	a. naam en adres van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf;

	b. voorwerp en waarde van de opdracht;

	c. namen van de uitgekozen gegadigden met motivering van die keuze;

	d. de namen van de uitgesloten en afgewezen gegadigden met motivering
van die uitsluiting of afwijzing;

	e. de namen van de afgewezen inschrijvers met motivering van die
afwijzing;

	f. de redenen voor de afwijzing van inschrijvingen;

	g. de naam van de uitgekozen inschrijver en motivering voor die keuze
en, indien bekend het gedeelte van de opdracht dat de uitgekozen
inschrijver voornemens of verplicht is aan derden in onderaanneming te
geven;

	h. de gevolgde aanbestedingsprocedure;

	i. in geval van de procedure van de concurrentie gerichte dialoog, de
omstandigheden, bedoeld in artikel 2.21 die de toepassing van deze
procedure rechtvaardigen;

	j. in geval van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging, de in
paragraaf 2.2.2.2 genoemde omstandigheden die de toepassing van de
procedure rechtvaardigen en, indien van toepassing een motivering voor
de overschrijding:

	1°. van de termijn van vijf jaren, bedoeld in artikel 2.24, tweede lid
of artikel 2.26, tweede lid;

	2° van de 50 procent van het bedrag van de oorspronkelijke opdracht,
bedoeld in artikel 2.25, ten derde;

	k. in geval van uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in artikel
2.129, derde lid, een motivering voor een langere looptijd van een
raamovereenkomst dan zeven jaar;

	l. in voorkomend geval de redenen waarom de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf besloten heeft een opdracht niet te gunnen.

Artikel 2.124

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf zendt het
proces-verbaal, bedoeld in artikel 2.123, op haar verzoek aan de
Europese Commissie.

Artikel 2.125

	1. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat een
opdracht heeft gegund maakt de aankondiging van de gegunde opdracht
bekend met behulp van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen binnen 48 dagen na de gunning van die opdracht.

	2. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gebruikt voor
de mededeling van het resultaat van de procedure het daartoe door middel
van het Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen beschikbaar
gestelde formulier.

Artikel 2.126

	Artikel 2.125 is niet van toepassing op opdrachten die op basis van een
overeenkomstig afdeling 2.4.1 gesloten raamovereenkomst gegund worden.

Artikel 2.127

	De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf maakt bepaalde
gegevens betreffende de gunning van een opdracht niet bekend, indien
openbaarmaking van die gegevens:

	a. in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift;

	b. in strijd zou zijn met het openbaar belang, in het bijzonder waar
dit defensie- en veiligheidsbelangen zou kunnen schaden;

	c. de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen
schaden;

	d. afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen
ondernemers.

HOOFDSTUK 2.4 VOORSCHRIFTEN VOOR DE BIJZONDERE PROCEDURES

AFDELING 2.4.1 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BIJ HET PLAATSEN VAN EEN
OPDRACHT VIA EEN RAAMOVEREENKOMST

Artikel 2.128

	Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat een
raamovereenkomst sluit na toepassing van een procedure als bedoeld in de
afdelingen 2.2.1 of 2.2.2, kan op basis van die raamovereenkomst
opdrachten plaatsen overeenkomstig de procedures, bedoeld in artikel
2.131 of artikel 2.132.

Artikel 2.129

	1. De procedures, bedoeld in de artikelen 2.131 en 2.132, kunnen
uitsluitend worden toegepast tussen een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf en de ondernemers die oorspronkelijk bij de
raamovereenkomst partij zijn.

	2. Bij de plaatsing van opdrachten die op een raamovereenkomst zijn
gebaseerd, mogen de partijen geen substantiële wijzigingen aanbrengen
in de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden.

	3. De looptijd van een raamovereenkomst is niet langer dan zeven jaar,
behalve in uitzonderingsgevallen voor het bepalen waarvan rekening wordt
gehouden met de verwachte levensduur van geleverde objecten,
installaties of systemen, en met de technische moeilijkheden die een
verandering van leverancier kunnen veroorzaken.

Artikel 2.130

	Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf gebruikt een
raamovereenkomst niet om de mededinging te hinderen, te beperken of te
vervalsen en maakt geen oneigenlijk gebruik van een raamovereenkomst.

Artikel 2.131

	1. Indien een raamovereenkomst is gesloten met een enkele ondernemer
worden de op die raamovereenkomst gebaseerde opdrachten gegund volgens
de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden.

	2. Opdrachten op basis van raamovereenkomsten met een enkele ondernemer
kunnen worden gegund door die ondernemer schriftelijk te raadplegen en
hem indien nodig te verzoeken zijn inschrijvingen aan te vullen.

Artikel 2.132

	1. Als een raamovereenkomst wordt gesloten met meerdere ondernemers,
wordt deze raamovereenkomst met ten minste drie ondernemers gesloten,
mits het aantal ondernemers dat aan de selectiecriteria voldoet, of het
aantal inschrijvingen dat aan de gunningscriteria voldoet, voldoende
groot is.

	2. Opdrachten op basis van raamovereenkomsten met meerdere ondernemers
kunnen worden gegund:

	a. door toepassing van de in de raamovereenkomst bepaalde voorwaarden,
zonder de partijen opnieuw tot mededinging op te roepen, of

	b. indien niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald,
door de partijen opnieuw tot mededinging op te roepen onder de in de
raamovereenkomst of in de aanbestedingsstukken van de raamovereenkomst
bepaalde voorwaarden, volgens de onderstaande procedure:

	1°. voor een te gunnen opdracht raadpleegt de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf schriftelijk de ondernemers die in staat zijn
de opdracht uit te voeren,

	2°. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf stelt een
voldoende lange termijn vast voor het indienen van inschrijvingen voor
een specifieke opdracht, waarbij hij rekening houdt met elementen zoals
de complexiteit van het voorwerp van de opdracht en de benodigde tijd
voor de toezending van de inschrijvingen,

	3°. de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en de inhoud ervan
blijft vertrouwelijk totdat de vastgestelde indieningstermijn is
verstreken,

	4°. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gunt een
opdracht aan de inschrijver die op grond van de in de
aanbestedingsstukken van de raamovereenkomst vastgestelde
gunningscriteria de beste inschrijving heeft ingediend.

AFDELING 2.4.2 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BIJ HET PLAATSEN VAN EEN
OPDRACHT IN ONDERAANNEMING

§ 2.4.2.1 Algemene bepalingen en toepasselijkheid

Artikel 2.133

	1. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat als
resultaat van een gunning met een inschrijver een overeenkomst sluit,
belemmert die inschrijver bij het plaatsen van opdrachten in
onderaanneming niet zijn onderaannemers vrij te kiezen en stelt in het
bijzonder geen vereisten waardoor de inschrijver bij het plaatsen van
opdrachten mogelijke onderaannemers op grond van nationaliteit
discrimineert.

	2. Indien op het plaatsen van een opdracht in onderaanneming de
paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 van toepassing zijn, is het eerste
lid van toepassing voor zover deze paragrafen zich daar niet tegen
verzetten.

Artikel 2.134

	1. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat als
resultaat van een gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver die
op grond van artikel 2.62, eerste lid, zijn voornemens tot het plaatsen
van opdrachten in onderaanneming in de inschrijving heeft vermeld, kan
hem in die overeenkomst verplichten alle of delen van die voornemens met
inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren.

	2. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat als
resultaat van een gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver die
op grond van artikel 2.63, eerste lid, zijn voornemens tot het plaatsen
van opdrachten in onderaanneming in de inschrijving heeft vermeld,
verplicht hem in die overeenkomst zijn voornemens met inachtneming van
de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren voor het in die
inschrijving genoemde percentage van de waarde van de opdracht met een
maximum gelijk aan het maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63,
eerste lid.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een
inschrijver als bedoeld in het tweede lid, die op grond van artikel 2.64
tevens zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming
boven het vastgestelde maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63,
eerste lid, in zijn inschrijving heeft vermeld, in de overeenkomst die
als resultaat van de gunning met hem wordt gesloten tevens verplichten
alle of delen van de voornemens die boven dat percentage uitstijgen met
inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren.

	4. De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat
uitvoering wenst te geven aan het eerste of derde lid, vermeldt in de
aankondiging van de opdracht zijn voornemens daartoe.

	5. Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat als
resultaat van de gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver
waarin die wordt verplicht zijn voornemens tot het plaatsen van
opdrachten in onderaanneming met inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2
tot en met 2.4.2.4 uit te voeren, waarborgt dat die inschrijver de in
deze paragrafen gestelde eisen bij het plaatsen van die opdrachten in
acht neemt.

Artikel 2.135

	1. Een inschrijver met wie een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf als resultaat van een gunning een overeenkomst
sluit, is anders dan op grond van artikel 2.134 niet verplicht de
paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 in acht te nemen bij de uitvoering
van zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming.

	2. Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf als
resultaat van een gunningsbeslissing een overeenkomst sluit met een
inschrijver die zelf een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf is, is deze afdeling niet van toepassing op het
plaatsen van opdrachten in onderaanneming door die inschrijver. Op die
opdrachten zijn de delen 1 en 2 van deze wet van toepassing.

§ 2.4.2.2 Aankondiging

Artikel 2.136

	1. De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten en die voornemens is een opdracht in
onderaanneming te gunnen, maakt hiertoe een aankondiging bekend, indien
de geraamde waarde van die opdracht ten minste gelijk is aan het
drempelbedrag, bedoeld in artikel 2.3, dat op die opdracht van
toepassing is.

	2. Afdeling 2.1.2 is van overeenkomstige toepassing op het berekenen
van de geraamde waarde van een opdracht in onderaanneming.

	3. Het eerste lid is niet van toepassing indien de inschrijver
voornemens is de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toe te
passen.

Artikel 2.137

	1. Een aankondiging van een opdracht in onderaanneming als bedoeld in
artikel 2.136, eerste lid, bevat de informatie, bedoeld in bijlage V van
richtlijn nr. 2009/81/EG en, indien nodig met goedkeuring van de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf, alle andere
informatie die de inschrijver nuttig acht.

	2. Een aankondiging van een opdracht in onderaanneming wordt opgesteld
door middel van het formulier dat door de Europese Commissie
overeenkomstig de in artikel 67, tweede lid, van richtlijn nr.
2009/81/EG bedoelde procedure is vastgesteld.

Artikel 2.138

	1. Een aankondiging van een opdracht in onderaanneming wordt met
gebruikmaking van het formulier, bedoeld in artikel 2.137, tweede lid,
ter bekendmaking naar de Europese Commissie langs elektronische weg op
de wijze, bedoeld in het derde punt van bijlage VI van richtlijn nr.
2009/81/EG of met andere middelen verzonden.

	2. De bekendmaking van de aankondiging, bedoeld in het eerste lid, kan
geschieden door middel van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen.

Artikel 2.139

	1. Een door de Europese Commissie overeenkomstig de in artikel 67,
tweede lid, van richtlijn nr. 2009/81/EG bedoelde procedure vastgestelde
wijziging van het formulier, bedoeld in artikel 2.137, tweede lid, of
van de wijze van verzending, bedoeld in artikel 2.138, eerste lid, gaat
voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop het
desbetreffende besluit van de Europese Commissie in werking treedt.

	2. Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een besluit
als bedoeld in het eerste lid.

	3. De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten, verzendt eerst de aankondiging van een
opdracht in onderaanneming ter bekendmaking naar de Europese Commissie
met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.137, tweede lid,
2.138 en 2.139, alvorens op andere wijze de aankondiging of de inhoud
ervan bekend te maken.

Artikel 2.140

	De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten, kan een aankondiging van een opdracht in
onderaanneming overeenkomstig artikel 2.138 bekendmaken, ook indien dit
niet vereist is.

Artikel 2.141

	1. De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten, kan een rectificatie van een eerder gedane
aankondiging van een opdracht in onderaanneming bekendmaken.

	2. De bekendmaking van de rectificatie geschiedt langs dezelfde weg als
de bekendmaking van de oorspronkelijke aankondiging.

	3. Indien voor de bekendmaking van de aankondiging voor een opdracht in
onderaanneming gebruik is gemaakt van het Europees elektronisch systeem
voor aanbestedingen, kan voor de bekendmaking van een rectificatie van
die aankondiging gebruik worden gemaakt van het daartoe door middel van
het Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen beschikbaar
gestelde formulier.

§ 2.4.2.3 Uitsluiting en geschiktheid

Artikel 2.142

	1. De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten vermeldt in de aankondiging voor een opdracht
in onderaanneming de door hem toe te passen criteria met betrekking tot
uitsluiting en geschiktheid.

	2. De criteria, bedoeld in het eerste lid, zijn objectief en
non-discriminatoir.

	3. De criteria met betrekking tot uitsluiting en geschiktheid, bedoeld
in het eerste lid, zijn in overeenstemming met de criteria die de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf bij de aanbesteding
van de opdracht heeft toegepast.

	4. De criteria met betrekking tot geschiktheid, bedoeld in het eerste
lid, staan in redelijke verhouding tot de opdracht in onderaanneming en
houden, zover die de bekwaamheid betreffen rechtstreeks verband met het
voorwerp van de opdracht in onderaanneming.

Artikel 2.143

	De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst is gesloten, is niet gehouden opdrachten in onderaanneming
te gunnen, indien hij tot tevredenheid van de aanbestedende dienst of
het speciale-sectorbedrijf bewijst dat geen van de onderaannemers die
aan de aanbesteding deelnemen voldoen aan uitsluitings- en
geschiktheidscriteria of, indien één of meer onderaannemers daar wel
aan voldoen, de inschrijvingen van die onderaannemers niet voldoen aan
selectiecriteria, technische specificaties, eisen of normen, of
oplossingen, die in de aankondiging van de opdracht in onderaanneming of
in de aanbestedingsstukken zijn vermeld.

§ 2.4.2.4 Raamovereenkomsten

Artikel 2.144

	1. De inschrijver met wie als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst wordt gesloten, kan een opdracht in onderaanneming plaatsen
op basis van een raamovereenkomst die wordt gesloten met inachtneming
van de artikelen 2.136 tot en met 2.143.

	2.Een inschrijver als bedoeld in het eerste lid plaatst opdrachten in
onderaanneming op basis van in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden.

	3. Een opdracht in onderaanneming die op basis van een raamovereenkomst
wordt geplaatst, wordt uitsluitend gegund aan een ondernemer die
oorspronkelijk bij de raamovereenkomst partij is.

	4. De looptijd van een raamovereenkomst op basis waarvan opdrachten in
onderaanneming worden geplaatst, is niet langer dan zeven jaar, behalve
in uitzonderingsgevallen voor het bepalen waarvan rekening wordt
gehouden met de verwachte levensduur van geleverde objecten,
installaties of systemen, en met de technische moeilijkheden die een
verandering van leverancier kan veroorzaken.

	5. Een inschrijver als bedoeld in het eerste lid gebruikt een
raamovereenkomst niet om de mededinging te hinderen, te beperken of te
vervalsen en maakt geen oneigenlijk gebruik van een raamovereenkomst.

DEEL 3. OVERIGE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 3.1 OVERIGE BEPALINGEN

AFDELING 3.1.1 NADERE REGELS TER UITVOERING VAN RICHTLIJN NR. 2009/81/EG

Artikel 3.1

	1. Ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/81/EG worden bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld omtrent:

	a. het gebruik van de elektronische weg: voorwaarden die de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voor het gebruik
daarvan kan stellen;

	b. communicatie tussen aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf en ondernemer: de middelen, de wijze waarop
gegevens aangeboden en opgeslagen worden, elektronisch indienen van
inschrijvingen, elektronisch indienen van certificaten en de wijze
waarop verzoeken tot deelneming kunnen worden gedaan.

	2. Ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/81/EG kunnen bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld omtrent de
instelling, afgifte en bewijskracht van certificaten dan wel de
instelling van, opname in en bewijskracht van de opname op een
erkenningslijst.

HOOFDSTUK 3.2 VERNIETIGBAARHEID EN BOETE

AFDELING 3.2.1 VERNIETIGBAARHEID

Artikel 3.2

	1. Een als resultaat van een gunningsbeslissing gesloten overeenkomst
is in rechte vernietigbaar op een van de volgende gronden:

	a. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf heeft, in
strijd met deel 2 van deze wet, de overeenkomst gesloten zonder
voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in het
Publicatieblad van de Europese Unie;

	b. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf heeft, in
strijd met de wet, de termijnen, bedoeld in artikel 2.118, eerste lid,
onderscheidenlijk 2.122, niet in acht genomen;

	c. de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf heeft
toepassing gegeven aan artikel 2.118, vierde lid, onder c, bij de
gunning van een opdracht waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of
hoger is dan het in de artikelen 2.3 en 2.4 bedoelde toepasselijke
bedrag, en heeft daarbij in strijd gehandeld met artikel 2.132, tweede
lid, onderdeel b.

	2. De vordering tot vernietiging wordt door een ondernemer die zich
door een gunningsbeslissing benadeeld acht ingesteld:

	a. voor het verstrijken van een periode van 30 kalenderdagen ingaande
op de dag na de datum waarop

	– de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf de
aankondiging van de gegunde opdracht bekendmaakte overeenkomstig de
artikelen 2.125 tot en met 2.127 op voorwaarde dat deze aankondiging ook
de rechtvaardiging bevat van de beslissing van de aanbestedende dienst
of het speciale-sectorbedrijf om de opdracht te gunnen zonder
voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht, of

	– de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf aan de
betrokken inschrijvers en gegadigden een kennisgeving zond van de
sluiting van de overeenkomst, op voorwaarde dat die kennisgeving
vergezeld gaat van de relevante redenen voor de gunningsbeslissing;

	b. in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, voor het verstrijken
van een periode van zes maanden, ingaande op de dag na de datum waarop
de overeenkomst is gesloten.

Artikel 3.3

	1. Artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing
indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. van mening is dat de gunning van een opdracht zonder voorafgaande
bekendmaking van een aankondiging van de opdracht door middel van het
Europees elektronisch systeem voor aanbestedingen op grond van deze wet
is toegestaan,

	b. de aankondiging van zijn voornemen om tot sluiting van de
overeenkomst over te gaan door middel van het Europees elektronisch
systeem voor aanbestedingen in het Publicatieblad van de Europese Unie
heeft bekendgemaakt, en

	c. de overeenkomst niet heeft gesloten voor het verstrijken van een
termijn van ten minste vijftien kalenderdagen, ingaande op de dag na de
datum van de bekendmaking van bedoelde aankondiging.

	2. Artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onder c is niet van toepassing
indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

	a. van mening is dat de gunning van een opdracht in overeenstemming is
met artikel 2.132, tweede lid, onderdeel b,

	b. het besluit tot gunning van de opdracht, tezamen met de relevante
redenen, bedoeld in artikel 2.121, eerste en tweede lid, aan de
betrokken inschrijvers heeft gezonden, en

	c. de overeenkomst niet is gesloten vóór het verstrijken van een
termijn van ten minste vijftien kalenderdagen, ingaande op de dag na de
datum waarop het besluit tot gunning van de opdracht aan de betrokken
inschrijvers is gezonden.

Artikel 3.4

	1. De aankondiging, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onder b, bevat
tenminste de volgende gegevens:

	a. de naam en contactgegevens van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf;

	b. een beschrijving van het onderwerp van de opdracht;

	c. een rechtvaardiging van de beslissing om de opdracht te gunnen
zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in
het Publicatieblad van de Europese Unie;

	d. de naam en contactgegevens van de onderneming ten gunste van wie de
beslissing om een opdracht te gunnen is genomen;

	e. voor zover van toepassing alle andere informatie die de
aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf nuttig acht.

	2. De bekendmaking van de aankondiging, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt langs elektronische weg, met gebruikmaking van het Europees
elektronisch systeem voor aanbestedingen.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf gebruikt voor
de bekendmaking van de aankondiging, bedoeld in het eerste lid, het
daartoe door middel van het Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen beschikbaar gestelde formulier.

Artikel 3.5

	1. De rechter kan besluiten een overeenkomst niet te vernietigen
indien, alle relevante aspecten in aanmerking genomen, dwingende redenen
van algemeen belang het noodzakelijk maken dat de overeenkomst in stand
blijft.

	2. Bij de toepassing van het eerste lid, vernietigt de rechter een
overeenkomst in ieder geval niet indien de gevolgen daarvan ernstig
gevaar zouden opleveren voor het bestaan van een meeromvattend defensie-
of veiligheidsprogramma dat essentieel is voor de veiligheidsbelangen
van een lidstaat.

	3. Economische belangen mogen alleen als een dwingende reden als
bedoeld in het eerste lid worden beschouwd indien vernietiging in
uitzonderlijke omstandigheden onevenredig grote gevolgen zou hebben.
Economische belangen die rechtstreeks verband houden met de betrokken
overeenkomst, mogen evenwel geen dwingende reden als bedoeld in het
eerste lid vormen. Zodanige belangen omvatten onder meer de kosten die
voortvloeien uit vertraging bij de uitvoering van de overeenkomst, de
kosten van een nieuwe aanbestedingsprocedure, de kosten die veroorzaakt
worden door het feit dat een andere onderneming de overeenkomst
uitvoert, en de kosten van de wettelijke verplichtingen die voortvloeien
uit de vernietiging.

Artikel 3.6

	1. Indien de rechter toepassing geeft aan artikel 3.5, eerste lid, kan
de rechter op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve de looptijd
van de overeenkomst verkorten.

	2. De rechter houdt in ieder geval rekening met de ernst van de
overtreding, het gedrag van de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf, de aard van de overeenkomst en, in voorkomend
geval, met de mogelijkheid om de werking van een vernietiging te
beperken.

Artikel 3.7

	1. Indien de rechter toepassing heeft gegeven aan artikel 3.5, eerste
lid, of indien de overeenkomst wel wordt vernietigd op grond van artikel
3.2, eerste lid, maar aan die vernietiging de werking geheel of
gedeeltelijk wordt ontzegd, wordt door de griffie van de rechtbank
onverwijld en kosteloos een afschrift van de uitspraak gezonden aan Onze
Minister en aan de raad.

	2. Onze Minister draagt zorg dat afschriften van uitspraken als bedoeld
in het eerste lid eenmaal per jaar aan de Europese Commissie worden
gezonden.

AFDELING 3.2.2 BOETE

Artikel 3.8

	1. De raad legt de aanbestedende dienst die of het
speciale-sectorbedrijf dat partij is bij een overeenkomst waarbij
toepassing is gegeven aan artikel 3.5, eerste lid, een bestuurlijke
boete op.

	2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de
overeenkomst in rechte is vernietigd doch de werking geheel of
gedeeltelijk aan die vernietiging is ontzegd.

	3. De in het eerste lid bedoelde boete is afschrikkend, evenredig en
doeltreffend, beschouwd in samenhang met de in artikel 3.6 bedoelde
verkorting van de looptijd.

	4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste vijftien procent van de
geraamde waarde van de desbetreffende opdracht. Bij het bepalen van de
hoogte van de boete neemt de raad de relevante omstandigheden van het
geval, waaronder de ernst van de overtreding, in acht.

	5. De te betalen geldsom van de opgelegde bestuurlijke boete komt toe
aan de Staat.

Artikel 3.9

	1. De raad neemt de beschikking, bedoeld in artikel 3.8, eerste lid,
niet dan nadat de uitspraak, bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, kracht
van gewijsde heeft gekregen.

	2. De werking van een beschikking waarmee een bestuurlijke boete is
opgelegd, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of,
indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Artikel 3.10

	1. De raad kan onder haar ressorterende ambtenaren aanwijzen als
toezichthouders als bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet
bestuursrecht.

	2. Alvorens een boete op te leggen kan de raad de overeenkomst
onderzoeken teneinde de voor het vaststellen van de boete in aanmerking
komende financiële gegevens te bepalen.

	3. De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf is verplicht
mee te werken aan de onderzoeken, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 3.11

	Indien de overeenkomst, bedoeld in artikel 3.8, is gesloten of mede is
gesloten ten bate van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, worden de
bevoegdheden van de artikelen 3.8 tot en met 3.10 uitgeoefend door Onze
Minister.

Artikel 3.12

	In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht is voor
beroepen tegen besluiten op grond van artikel 3.8 de rechtbank te
Rotterdam bevoegd.

Artikel 3.13

	Indien terzake van een aanbestedingsgeschil arbitrage is
overeengekomen:

	a. voldoet de voorzitter van het scheidsgerecht aan de eisen, genoemd
in artikelen 1c en 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

	b. kan tegen een arbitraal vonnis een vordering tot vernietiging als
bedoeld in artikel 1064 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
worden ingesteld.

HOOFDSTUK 3.3. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 3.14

	1. Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf voor
het tijdstip van inwerkingtreding van deel 2 van deze wet een
aankondiging van een aanbesteding heeft gedaan dan wel een
aanbestedingsprocedure zonder aankondiging is gestart en in het kader
daarvan een of meer ondernemers heeft verzocht een inschrijving in te
dienen, is op die aanbestedingsprocedure het recht van toepassing zoals
dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deel 2
van deze wet.

	2. Indien een inschrijver met wie een aanbestedende dienst of een
speciale-sectorbedrijf als resultaat van een gunningsbeslissing een
overeenkomst heeft gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van
deel 2 van deze wet een aankondiging tot het aanbesteden van een
opdracht in onderaanneming heeft gedaan dan wel een
aanbestedingsprocedure zonder aankondiging is gestart en in het kader
daarvan een of meer ondernemers heeft verzocht een inschrijving in te
dienen, is op die aanbestedingsprocedure het recht van toepassing zoals
dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deel 2
van deze wet.

Artikel 3.15

	Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juli 2010 ingediende
voorstel van wet houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen
(Aanbestedingswet 20..) (Kamerstukken 32 440) tot wet is of wordt
verheven en de delen 1, 2 en hoofdstuk 4.1 in werking treden of zijn
getreden, dan wordt de Aanbestedingswet op defensie- en
veiligheidsgebied als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1.1 wordt na de definitie van het begrip elektronische
veiling een nieuwe definitie toegevoegd luidende:

	gedragsverklaring aanbesteden: een verklaring als bedoeld in artikel
4.1 van de Aanbestedingswet 20..;

B

	In artikel 1.1 komt de definitie van het begrip speciale-sectorbedrijf
te luiden:

	speciale-sectorbedrijf: een speciale-sectorbedrijf als bedoeld in
artikel 1.1 van Aanbestedingswet 20..;

C

	In artikel 2.2 worden in het eerste tot en met derde lid de woorden
“het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten of het
Besluit aanbestedingen speciale sectoren” telkens vervangen door: de
Aanbestedingswet 20..

D

	Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Ongeacht de geraamde waarde van een opdracht als bedoeld in artikel
2.1 zijn de hoofdstukken 1.2 tot en met 1.4 van de Aanbestedingswet 20..
daarop niet van toepassing.

E

	In artikel 2.79, tweede lid, worden de woorden “een verklaring
omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en
strafvorderlijke gegevens” vervangen door: een gedragsverklaring
aanbesteden.

F

	Na artikel 3.14 worden een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.14a

	Tot een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.15,
onderdeel E, kan een gegadigde of een inschrijver, in afwijking van
artikel 2.79, tweede lid, door middel van een verklaring omtrent het
gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en
strafvorderlijke gegevens die op het tijdstip van het indienen van het
verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar,
aantonen dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in de artikelen 2.76 en
2.77, onderdelen b en c, op hem niet van toepassing zijn.

Artikel 3.16

	Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juli 2010 ingediende
voorstel van wet houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen
(Aanbestedingswet 20..) (Kamerstukken 32 440) tot wet is of wordt
verheven en de artikelen 4.13 en 4.14 in werking treden of zijn
getreden, dan wordt de Aanbestedingswet op defensie- en
veiligheidsgebied als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1.1 wordt het begrip “Europees elektronisch systeem voor
aanbestedingen” en de definitie daarvan vervangen door:

	elektronisch systeem voor aanbestedingen: het elektronisch systeem voor
aanbestedingen, bedoeld in artikel 4.13 van de Aanbestedingswet 20..;

B

	In de artikelen 2.43 tot en met 2.46, 2.49, 2.51, 2.118, 2.125, 2.138,
2.141 , 3.3 en 3.4 worden de woorden “Europees elektronisch systeem
voor aanbestedingen” telkens vervangen door: elektronisch systeem voor
aanbestedingen.

C

	Na artikel 3.1 wordt een nieuwe afdeling 3.1.2 ingevoegd, luidende:

AFDELING 3.1.2 HET ELEKTRONISCH SYSTEEM VOOR AANBESTEDEN

Artikel 3.1a

	1. Onze Minister draagt er zorg voor dat de met behulp van het
elektronisch systeem voor aanbestedingen te vervullen functies, bedoeld
in artikel 4.13, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de
Aanbestedingswet 20.. tevens strekken tot uitvoering van deze wet en
richtlijn nr. 2009/81/EG.

	2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de toegang tot en aansluiting op het elektronische
systeem voor aanbestedingen ten behoeve van het vervullen van de
functies, bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdelen a en b, van de
Aanbestedingswet 20.. ter uitvoering van deze wet en richtlijn nr.
2009/81/EG.

Artikel 3.1b

	1. Onze Minister stelt door middel van het elektronisch systeem van
aanbesteden de door de Europese Commissie met inachtneming van de
artikelen 52, tweede lid, en 69 van richtlijn nr. 2009/81/EG
vastgestelde formulieren beschikbaar voor:

	a. de vooraankondiging van een opdracht;

	b. de aankondiging van een opdracht;

	c. de aankondiging van een opdracht in onderaanneming;

	d. de aankondiging door middel van een kopersprofiel;

	e. de aankondiging van een gegunde opdracht;

	f. rectificatie van een aankondiging;

	g. de aankondiging, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onder b,

	overeenkomstig het model dat door de Europese Commissie overeenkomstig
de in artikel 67, tweede lid, van richtlijn nr. 2009/81/EG bedoelde
procedure is vastgesteld.

	2. Op verzoek van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf
wijst Onze Minister de Europese Commissie op gegevens die niet voor
publicatie bestemd zijn. Deze gegevens worden niet door middel van het
elektronisch systeem van aanbesteden bekendgemaakt.

	3. Onze Minister draagt er zorg voor dat door middel van het
elektronisch systeem van aanbesteden de mededelingen, genoemd in het
eerste lid, langs elektronische weg ter publicatie worden gezonden aan
de Europese Commissie overeenkomstig het model en op de wijze, bedoeld
in het derde punt van bijlage VI van richtlijn nr. 2009/81/EG.

	4. Een wijziging van een formulier, bedoeld in artikel 69 van richtlijn
nr. 2009/81/EG gaat voor de toepassing van het eerste lid gelden met
ingang van de dag waarop het desbetreffende besluit van de Europese
Commissie in werking treedt.

	5. Onze Minister is verantwoordelijke als bedoeld in artikel 1, onder
d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

	6. Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een besluit
als bedoeld in het vierde lid.

Artikel 3.17

	Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juli 2010 ingediende
voorstel van wet houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen
(Aanbestedingswet 20..) (Kamerstukken 32 440) tot wet is of wordt
verheven en de artikelen 2.23, 3.30 en 4.1 van die wet in werking treden
of zijn getreden, dan wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 2.23 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot e tot en met
i, worden na onderdeel a drie nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

	b. waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied van
toepassing is;

	c. waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied niet
van toepassing is ingevolge de artikelen 2.3, 2.16 en 2.17 van die wet;

	d. voor civiele aankopen die worden geplaatst in een derde land, indien
strijdkrachten zijn ingezet buiten het grondgebied van de Europese Unie
en de operationele omstandigheden vereisen dat de overheidsopdracht
wordt gegund aan ondernemers die in het operatiegebied gevestigd zijn;

	2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt na
het eerste lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

	2. Voor de toepassing van het eerste lid, onder d, wordt onder civiele
aankopen verstaan, opdrachten die:

	a. niet onder het toepassingsgebied van artikel 2.1 van de
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied vallen,

	b. betrekking hebben op niet-militaire producten, werken of diensten
voor logistieke doeleinden en

	c. worden aanbesteed overeenkomstig een procedure als bedoeld in de
hoofdstukken 2.3 tot en met 3.2 van de Aanbestedingswet op defensie- en
veiligheidsgebied zonder dat daartoe een verplichting bestaat.

	3. In het derde lid (nieuw) wordt “eerste lid, onderdeel d”
vervangen door: eerste lid, onderdeel g.

B

	Na artikel 3.30 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.30a

	Het bij of krachtens deel 3 van deze wet bepaalde is niet van
toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten waarop:

	a. de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied van toepassing
is;

	b. de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied niet van
toepassing is ingevolge de artikelen 2.3, 2.16 en 2.17 van die wet.

C

	Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

	“openbare werken of prijsvragen” wordt vervangen door: openbare
werken, prijsvragen of opdrachten als bedoeld in de Aanbestedingswet op
defensie- en veiligheidsgebied.

Artikel 3.18

	Aan de bijlage bedoeld in artikel 20 van de Wet op de
bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie wordt na het laatste onderdeel
onder het daarop volgende nummer en onder vervanging van de punt aan het
slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	.. de artikelen 3.8 tot en met 3.11 van de Aanbestedingswet op
defensie- en veiligheidsgebied.

Artikel 3.19

	Indien artikel I van het bij koninklijke boodschap 24 juli 2010
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet
bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen
en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Kamerstukken 32 450)
tot wet is of wordt verheven en in werking treedt of is getreden, dan
vervallen de artikelen 3.12 en 3.18 van deze wet en wordt de Algemene
wet bestuursrecht als volgt gewijzigd:

	1. In Bijlage 2, Hoofdstuk 3, artikel 7, onderdeel B, wordt toegevoegd:
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 3.8.

	2. In Bijlage 2, Hoofdstuk 4, artikel 11, onderdeel B, wordt
toegevoegd: Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, artikel
3.8.

Artikel 3.20

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit bepaald
tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan,
verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 3.21

	Deze wet wordt aangehaald als: Aanbestedingswet op defensie- en
veiligheidsgebied.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

De Minister van Defensie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1