[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Schriftelijke antwoorden eerste termijn begrotingsbehandeling SZW 2012

Brief regering

Nummer: 2011D62005, datum: 2011-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z26170:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris, de antwoorden van
meer feitelijke aard, welke zijn gesteld tijdens de eerste termijn van
de zijde van de Kamer bij de behandeling van de begroting van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid voor het jaar 2012 (33 000 XV).

De Minister van Sociale Zaken 

en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp



Schriftelijke antwoorden begrotingsbehandeling SZW 2012

Vraag	VVD, de heer Azmani

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het afschaffen van
stringente arboregels voor thuiswerkplekken die thuiswerken belemmeren?

 

 

	Antwoord	De staatssecretaris heeft op 10 oktober jl. een brief
gezonden over 'Het nieuwe werken en de arbeidsrechtelijke regelgeving'
(Vergaderjaar 2011-2012, Kamerstuk 25 883, nr. 198). Onduidelijke
begrippen en bepalingen in het Arbobesluit over telewerken gaat hij in
lijn brengen met de huidige stand van zaken op ICT-gebied. Deze
wijziging in het Arbobesluit treedt op 1 juli 2012 in werking.

Andere wijzigingen in het Arbobesluit zijn in dit verband niet aan de
orde. Voor arbeid verricht in een woning/thuiswerk geldt nu reeds een
beperkt arboregime. Dit betekent dat de werkgever bij thuiswerk niet
hoeft te voldoen aan concrete eisen voor de inrichting van
arbeidsplaatsen.





Vraag	VVD, de heer Azmani 

Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel tegemoet zien dat regelt dat
bijstand kan worden geweigerd wanneer gedrag of kleding feitelijk de
kansen op een baan beperken?

 

	Antwoord	Het is het voornemen van de staatssecretaris om voor het
zomerreces een wetsvoorstel inzake aanscherping naleving
arbeidsverplichtingen in te dienen bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel
zal voorzien in weigering van uitkering bij gedragingen die leiden tot
een onnodig beroep op bijstand. Het gaat hierbij om gedragingen die
betrekking hebben op het verkrijgen, aanvaarden en behouden van werk.
Hierbij komen ook kleding en gedrag aan de orde.





Vraag	VVD, de heer Azmani

Wat is de stand van zaken ten aanzien van de aangenomen motie
Azmani-Koser Kaya (29544,292) m.b.t. het niet langer algemeen verbindend
verklaren van cao’s als er geen aandacht besteed wordt aan
leeftijdsbewust personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid?

 

	Antwoord	In het kader van het pensioenakkoord heeft het kabinet
afspraken gemaakt met sociale partners over leeftijdsbewust
personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid. De Stichting van de Arbeid
heeft hiervoor de ‘Beleidsagenda 2020; investeren in participatie en
inzetbaarheid’ opgesteld. Deze beleidsagenda richt zich op scholing,
vitaliteit, mobiliteit, arbeidskosten en productiviteit en
re-integratiekansen en werkhervattingskansen voor oudere werknemers. De
aanbevelingen in de Beleidsagenda 2020 moeten er toe leiden dat sociale
partners op decentraal niveau afspraken maken in cao’s.

Om te beoordelen of sociale partners genoeg inspanningen leveren worden
de afspraken over duurzame inzetbaarheid en leeftijdsbewust
personeelsbeleid op cao-niveau gemonitord. Bij het pensioenakkoord in
juni 2011 hebben we afgesproken dat kabinet en Stichting van de Arbeid
op basis van de monitoring in gesprek blijven over de voortgang en dat
zo nodig nadere maatregelen worden overwogen. Dit kunnen nadere
inspanningen zijn van sociale partners, maar ook wet- en regelgeving die
het maken van concrete afspraken over duurzame participatie en
inzetbaarheid ondersteunen. Zoals beschreven in de brief over het
akkoord zal het kabinet dit in de loop van 2012 voor de eerste keer
bezien.





Vraag	SP, mevrouw Karabulut

Graag een schriftelijke reactie op het rapport van de CG-Raad.



 

	Antwoord	Het Nibud heeft op 16 september 2011 in opdracht van de
CG-Raad een rapport uitgebracht met koopkrachtberekeningen voor
huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota
2012.

Uit dit rapport komt naar voren dat in 2012 de koopkracht voor
chronisch zieken met de laagste inkomens één op één aansluit bij de
koopkracht van huishoudens zonder chronische ziekte.

Bij chronisch zieken en gehandicapten met hogere en middeninkomens zien
we wel extra inkomenseffecten, vanwege de keus om de
Wtcg-tegemoetkomingen te beperken tot degenen met een inkomen onder de
€ 24.570 (alleenstaanden) dan wel € 35.100 (paren).

Met het inkomensafhankelijk maken van de Wtcg wordt de regeling meer
toegesneden op juist die chronisch zieken en gehandicapten voor wie de
tegemoetkoming het meest van belang is.

De hiermee samenhangende inkomenseffecten (veelal ca. -1/2% tot -2%)
acht het kabinet verantwoord, ook gezien de noodzaak tot bezuinigen.





Vraag	SP, mevrouw Karabulut

Werk, werk, werk: wat doet de minister? Er verdwijnen alleen maar banen
door het kabinetsbeleid. Door de bezuinigingen verliezen mensen ook
koopkracht. Graag een reactie.

 

	Antwoord	Bij aanvang van de kabinetsperiode heeft het CPB de
economische effecten van het financieel kader doorgerekend voor de
periode 2011-2015. Volgens het CPB zijn de effecten van het financieel
kader dat de werkloosheid met 1,4%-punt toeneemt ten opzichte van het
basispad. Dit is volgens het CPB het (tijdelijke) gevolg van het feit
dat dit kabinet financieel orde op zaken stelt. Ook de koopkrachtdaling
is mede het gevolg van de noodzaak om de overheidsfinanciën weer op
orde te brengen door ombuigingen.

Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is echter noodzakelijk om
het vertrouwen van financiële markten te behouden. Dit houdt de rente
laag, zorgt voor een stabiel vestigingsklimaat en is dus uiteindelijk
het beste voor de economische groei en de werkgelegenheid op lange
termijn. Op de langere termijn pakken de kabinetsmaatregelen positief
uit voor de arbeidsmarkt. Volgens het CPB neemt, als gevolg van de
maatregelen van dit kabinet, de structurele werkgelegenheid (gemeten in
arbeidsjaren) met 1% toe.





Vraag	SP, mevrouw Karabulut

Graag een reactie op de kritiek op de kabinetsmaatregelen met de
ziektewet. Straks moet je 24 jaar werken voordat je een uitkering
krijgt op het huidige niveau. Het is een ziekmakend plan.

 

	Antwoord	Werknemers met een tijdelijk dienstverband en uitzendkrachten
staan door ziekte en arbeidsongeschiktheid vaker en langer langs de kant
van de arbeidsmarkt dan vaste krachten.

Hierin wil ik wijziging aanbrengen door een pakket maatregelen dat zich
richt op betrokken werknemers, de uitvoering en werkgevers.

Onderdeel van dit pakket is de door mevrouw Karabulut genoemde knip van
de Ziektewet-uitkering in een eerste deel waarvan de hoogte 70% van het
laatste loon is en een tweede deel waarvan de hoogte 70% van het
minimumloon is.

Het betreffende wetsvoorstel is afgelopen vrijdag door de ministerraad
geaccordeerd. Ik verwacht dit voorstel in het voorjaar bij uw Kamer in
te dienen.





Vraag	SP, mevrouw Karabulut

Wanneer vinden herindicaties voor de sociale werkvoorziening plaats en
op basis van welke criteria?

 

	Antwoord	Het kabinet is voornemens begin volgend jaar de Wet werken
naar vermogen aan de Tweede Kamer aan te bieden. Met dit wetsvoorstel
worden de indicatiecriteria voor de Wsw aangepast. Deze nieuwe
indicatiecriteria worden toegepast na inwerkingtreding van deze wet.

Conform het regeerakkoord wordt het zittend bestand niet geherindiceerd
op basis van de nieuwe criteria.

Voor herindicatie van de mensen op de wachtlijst is de datum van 15 mei
2011 van belang. Met de Wet werken naar vermogen wordt voorgesteld
mensen met een indicatie van vóór 15 mei 2011, bij het aflopen van de
indicatie te herindiceren op basis van de huidige criteria. Mensen met
een indicatie vanaf 15 mei 2011 krijgen, wanneer zijn op datum van
aflopen indicatie een Wsw dienstbetrekking vervullen, herindicatie op
basis van de huidige criteria. Indien mensen met een indicatie vanaf 15
mei 2011 op het moment dat de indicatie afloopt op de wachtlijst staan,
worden zij bij herindicatie beoordeeld op basis van de nieuwe criteria.

 

	 

	

Vraag	SP, mevrouw Karabulut

Graag reactie op het feit dat het kabinet af wil van de WSW-CAO?

 

 

	Antwoord	De CAO is de verantwoordelijkheid van werkgevers- en
werknemersorganisaties. Het kabinet gaat daar niet over en treedt daar
niet in.

 

	 

	

Vraag	SP, mevrouw Karabulut 

Wat is de stand van zaken rond de stagejobcoach? Bent u bereid deze
regeling uit te breiden? Hoe zit het met de werkplekaanpassingen voor
hoger opgeleiden?

 

 

 

	Antwoord	Ik heb een pilot laten uitvoeren om te onderzoeken of de inzet
van een jobcoach tijdens de stage bij leerlingen van het
praktijkonderwijs of cluster 3 of 4 van het voortgezet speciaal
onderwijs de structurele arbeidsparticipatie bevordert. Via inzet van
een stagejobcoach tijdens een stage in het laatste schooljaar wordt een
vloeiende overgang van school naar werk voor deze jongeren
bewerkstelligd. De resultaten van deze pilot worden eind januari aan de
Tweede Kamer gezonden.

Werkplekaanpassingen kunnen door UWV worden toegekend aan personen met
een structurele functionele beperking die arbeid in dienstbetrekking
verrichten of gaan verrichten. Het opleidingsniveau doet hierbij niet
ter zake.

 

 

	 

	

Vraag	SP, mevrouw Karabulut 

Is het kabinet bereid om een maatschappelijke kosten-batenanalyse te
maken van de sociale werkplaatsen (social return on investment)?

 

	Antwoord	Het kabinet heeft die analyse al gemaakt. Er zitten in
Nederland erg veel mensen in de sw-sector op heel erg dure
arbeidsplaatsen, terwijl een groot deel van die mensen ook, met
begeleiding, bij reguliere werkgevers kan werken.

Elke voorziening die erop is gericht mensen vanuit de uitkering aan werk
te helpen, levert maatschappelijke baten op, mits de kosten hiervoor
beperkt blijven. Het is daarom extra noodzakelijk dat de sw-sector wordt
hervormd, omdat de huidige kosten voor de sociale werkvoorziening erg
hoog zijn.





Vraag	CDA, de heer Van Hijum

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de arbeidsmarkt zo gaat werken dat
werkzoekenden terecht komen op de vacatures? Hoe kan de aansluiting
tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren? Kan de minister bevestigen
dat de kosten van een verkeerde studiekeuze oplopen tot zes miljard? Wat
gaat de minister daaraan doen?

 

 

	Antwoord	Voor werkzoekenden is relevant dat het kabinet het
dienstverleningsconcept van UWV, Redesign UWV, wil moderniseren. De kern
van dit dienstverleningsconcept is het bijeenbrengen van werkgever en
werkzoekende via de digitale dienstverlening. UWV Werkbedrijf draagt
daarbij ondermeer zorg voor één landelijk systeem voor de registratie
van vacatures en werkzoekenden, waarmee het mogelijk wordt om
werkzoekenden en vacatures automatisch te matchen.

Het kabinet neemt in het kader van de bedrijfslevenbrief, de
strategische agenda voor het hoger onderwijs en wetenschap en het
actieplan MBO diverse maatregelen om de aansluiting tussen het onderwijs
en de arbeidsmarkt te verbeteren. Het bedrijfsleven en de
onderwijsinstellingen spelen hierbij zelf een belangrijke rol. In de
bedrijfslevenbrief is aangekondigd dat de topsectoren elk met een human
capital agenda voor de lange termijn komen.

Het klopt dat de kosten van een verkeerde studiekeuze substantieel zijn.
Het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt heeft in 2010
berekend dat dit in totaal om een bedrag van circa zes miljard gaat. In
de strategische agenda voor het hoger onderwijs heeft de
staatssecretaris van OCW daarom diverse maatregelen aangekondigd om
verkeerde studiekeuzes tegen te gaan. Zo komen er meer brede
bacheloropleidingen, wordt er meer aandacht besteed aan
loopbaanoriëntatie, studiekeuzebegeleiding en voorlichting op basis van
betrouwbare informatie en worden studiekeuzegesprekken breed ingevoerd.
Bovendien worden met universiteiten en hogescholen prestatieafspraken
gemaakt om de uitval in het eerste jaar terug te dringen.

 

	



Vraag	CDA, de heer Van Hijum 

Welke lessen trekt de minister uit het Maaslandmodel (WW) zoals dat in
de gemeente Hardenberg wordt gebruikt?

 

	Antwoord	Het Maaslandmodel is één van de negen projecten
van-werk-naar-werk waar ik financiële ondersteuning aan heb verleend.
Met deze projecten wordt bezien in hoeverre werkgevers(partijen) een
meer directe rol kunnen vervullen bij de bemiddeling en re-integratie
naar een andere werkgever van hun met ontslag bedreigde werknemers.

De uitvoering van deze projecten wordt gemonitord om vast te kunnen
stellen wat succes- en faalfactoren zijn.

De eerste onderzoeksfase is afgerond. Op basis van deze eerste fase zijn
nog geen conclusies te trekken. De tweede fase van het onderzoek loopt
nog en zal worden gebruikt om meer duidelijkheid te krijgen over het hoe
en waarom resultaten worden geboekt dan wel achterblijven. De projecten
lopen door tot uiterlijk 1 maart 2012. Als werknemers op dat moment nog
scholing of een re-integratietraject volgen wordt dit onder
verantwoordelijkheid van het project afgerond. Vanwege deze uitloop van
de projecten wordt de eindrapportage voorzien rond oktober 2012.





Vraag	CDA, de heer Van Hijum

Combinatie van arbeid en zorg: er is te weinig aandacht voor zorg en
opvoeding, er is alleen aandacht voor de bevordering van
arbeidsparticipatie. Graag een reactie van de minister: wat is de
conclusie van het kabinet op dit punt?

 

	Antwoord	Voor de bevordering van arbeidsparticipatie is een goede
combinatie van arbeid en zorg van belang. Recentelijk heeft het kabinet
dan ook een wetsvoorstel aan de Kamer gestuurd om het stelsel van
verlofregelingen en de wet aanpassing arbeidsduur beter te laten
tegemoetkomen aan de behoeften op de werkvloer. De kern van het
wetsvoorstel bestaat uit het wegnemen van belemmeringen in de Wet arbeid
en zorg en de wet aanpassing arbeidsduur, zodat de daarin opgenomen
voorzieningen flexibeler kunnen worden gebruikt.

Het is verder aan werkgevers en werknemers om afspraken te maken over de
wijze waarop de arbeid wordt verricht. Dat kan gaan om de tijd en plaats
waarop de arbeid plaatsvindt of over de opname van verlof.





Vraag	CDA, de heer Van Hijum

Meer dan de helft van de ouders heeft behoefte aan aangepaste
schooltijden. Er moet betere samenwerking komen tussen onderwijs en
kinderopvang. Bent u bereid de werkgroep WOK tot een aanjaagteam om te
vormen met twee doelen: verbetering van de verbinding tussen onderwijs
en kinderopvang in de regio, en voor eind 2012 komen met concrete
voorstellen?

 

 

	Antwoord	Nee.

In de kabinetsreactie op het SER-advies 'Tijden van de Samenleving' (op
7 november jl. aan de TK verzonden) staat de ambitie van het kabinet ten
aanzien van dagarrangementen geformuleerd. Er worden ondermeer pilots
gestart om de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang te
versterken door daar waar nodig belemmeringen weg te nemen.

Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen is met subsidie van de ministeries
van OCW en SZW met drie jaar verlengd en uitgebreid met kinderopvang. Er
is nu één steunpunt voor zowel onderwijs als kinderopvang. Het
steunpunt zal de pilots ondersteunen en begeleiden, vormt hét loket
voor alle ervaren belemmeringen uit de praktijk en biedt gerichte
ondersteuning bij het wegnemen van deze belemmeringen.

Als de WOK ook een rol zou krijgen bij het verbeteren van de
samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang, dan zou er een ongewenste
dubbeling van taken ontstaan. Bovendien is het voor de betrokken
partijen ook prettiger als er één herkenbaar aanspreekpunt is.  

 





Vraag	CDA, mevrouw Sterk

Bent u bereid de Stichting Steun Remigranten nog een jaar langer
financieel te steunen? Zij moet op eigen benen kunnen staan, maar zij
heeft nog een jaar extra financiële steun nodig.

 

	Antwoord	Het project Achtergelaten Vrouwen betrof een project dat vijf
jaar lang tot en met 2009 financieel is gesteund vanuit het ministerie
van Justitie. Toen die subsidie stopte is de hulpverlening aan
achtergelaten vrouwen een regulier onderdeel geworden van het sociaal
juridisch werk van de Stichting Steun Remigranten (SSR).

SZW heeft de SSR sinds 2008 vier jaar lang gesubsidieerd, waarbij is
aangeven dat de Stichting op zoek moest gaan naar andere
financieringsbronnen en daar waar mogelijk werkzaamheden over te dragen
aan lokale organisaties, met het oog op beëindiging van de subsidie per
2012. Die tijd is nu gekomen.

 

	 

	

Vraag	CDA, mevrouw Sterk

Graag reactie van de staatssecretaris op onze 'aanpak uitkeringsfraude'.

 

 

	Antwoord	Hieronder ga ik op de afzonderlijke voorstellen nader in.

Maatregelen rijksoverheid

Voorstel

Het CDA stelt voor de ondergrens voor strafrechtelijke vervolging van
uitkeringsfraude te verlagen van € 10.000 naar € 7.500. Ook moet
recidive met kleinere bedragen leiden tot aangifte.

Reactie

Ik ben geen voorstander van het verlagen van de aangiftegrens. Dit
betekent namelijk dat er minder bestuursrechtelijk en meer
strafrechtelijk wordt afgedaan. Dit vind ik om verschillende redenen
niet wenselijk:

Bestuursrechtelijke afdoening gaat veel sneller en biedt de mogelijkheid
voor lik-op-stuk beleid. Dit was ook een reden om in 2009 de
aangiftegrens te verhogen van € 6.000 naar € 10.000.

Door terugvordering en bestuurlijke boetes te combineren met een strikt
terug- en invorderingsbeleid wordt de fraudeur daar getroffen waar hij
het meest gevoelig is, in zijn portemonnee.

Strafrechtelijke afdoening stelt veel hogere eisen ten aanzien van de
bewijslast. Opzet en schuld moeten bewezen worden en onschuldpresumptie
is het uitgangspunt. Bij bestuursrechtelijke afdoening hebben cliënten
zelf ook een actieve informatieplicht en is alleen de lichtere toets op
verwijtbaarheid aan de orde.

Het inzetten van lik-op-stuk beleid voor de aanpak van fraude en het
meer bestuursrechtelijk aanpakken van fraudeurs werd dit voorjaar
kamerbreed gesteund. Ik wil dan ook de aangiftegrens niet verlagen, maar
juist verhogen.

Vanzelfsprekend zal bij ernstige overtredingen aangifte gedaan worden,
zoals ik in de brief van 10 maart 2011 over de aanpak van fraude heb
aangegeven.

Voorstel

Het CDA stelt voor dat bij kleinere fraude naast het terugvorderen ook
het opleggen van een bestuurlijke boete door gemeente regel moet zijn.
Overwogen moet worden om de wettelijke verplichting tot het opleggen van
een boete of maatregel te herintroduceren.

Reactie

Op dit moment zijn gemeenten bevoegd om onverschuldigde betalingen terug
te vorderen. UWV en SVB zijn verplicht om onverschuldigde betalingen
terug te vorderen.

Over de aanscherping van het sanctiebeleid is in de brief van 10 maart
2011 gemeld dat gemeenten inderdaad de plicht krijgen om verwijtbaar ten
onrechte betaalde uitkeringen terug te vorderen; dit geldt nu al voor de
UWV en de SVB en gaat ook voor gemeenten gelden. Dit betekent dat ook de
kleine bedragen teruggevorderd moeten worden. Het kabinet deelt het idee
dat uitvoerders langer moeten terugvorderen en dat fraudevorderingen
niet kwijtgescholden mogen worden bij de schuldhulpverlening. Ik zal dit
meenemen in het wetsvoorstel met de aanscherping van het sanctiebeleid.

Over de aanscherping van het sanctiebeleid is in de brief van 10 maart
2011 gemeld dat gemeenten naast de verplichte terugvordering ook de
verplichting krijgen een bestuurlijke boete op te leggen bij het
verwijtbaar niet nakomen van de inlichtingenplicht. Alleen indien geen
sprake is van benadeling kan volstaan worden met een waarschuwing. Ook
bij een klein benadelingbedrag zal een boete aan de orde zijn.

Voorstel

Het CDA stelt voor om de SVB en UWV de bevoegdheid te geven om gegevens
van nutsbedrijven op te vragen en te gebruiken als informatiebron voor
fraudesignalen.

Reactie

Ik ben het met het CDA eens. Gemeenten hebben die mogelijkheid al. Ik
bereid een wijziging van de Wet SUWI voor, om de SVB en het UWV die
mogelijkheid te geven. Ik verwacht dit wetsvoorstel na de zomer van
2012 aan uw Kamer te kunnen aanbieden.

 

Maatregelen gemeenten/UWV/SVB/Belastingdienst

Voorstel

Uitkeringsinstantie UWV moet haar steekproeven op de Nederlandse
snelwegen uitbreiden. Het CDA wil dat het UWV en de politie landelijk
hun samenwerking bij verkeerscontroles intensiveren.

Reactie

UWV is altijd aan het kijken hoe zij de handhaving het beste vorm kunnen
geven. In 2009 heeft het UWV in dat kader bij verkeerscontroles 1698
personen gecontroleerd, 150 daarvan hadden een uitkeringsrelatie, zo’n
8%. En daarvan kregen 19 een sanctie, waarmee het fraudepercentage
uitkomt op 1%. Op basis van deze resultaten heeft het UWV besloten
deze werkwijze niet structureel toe te passen; wel heeft UWV nog
incidenteel meegedaan aan verkeerscontroles.

Voorstel

Het CDA stelt dat fraude eerder kan worden gesignaleerd als de gegevens
van verschillende instanties aan elkaar worden gekoppeld.  Het CDA
wijst er o.a. op dat de Belastingdienst pas melding maakt van een
verdenking vanaf € 4.000,-.

Tevens wijst het CDA op de onbetrouwbaarheid van het SUWInet.

Reactie

De Belastingdienst maakt nu melding van een verdenking van fraude vanaf
4.000. Het verzoek van het CDA om dit signaleringsbedrag te verlagen,
opdat de Belastingdienst eerder melding maakt van een verdenking, zal ik
doorgeleiden naar de Belastingdienst.

Het CDA vraagt de betrouwbaarheid van SUWInet binnen afzienbare tijd op
orde te brengen, zodat medewerkers kunnen vertrouwen op de juistheid van
de informatie. Betrouwbare informatie vind ik ook belangrijk. Mijn beeld
is dat het systeem in algemene zin op orde is. Uiteraard geldt dat als
de uitvoering knelpunten signaleert, ik samen met hen zal bekijken waar
verbeteringen mogelijk zijn.

Voorstel

Het CDA stelt dat een laagdrempelig meldpunt in iedere gemeente het
aantal meldingen van burgers zal verhogen.

Reactie

Ik ben het met het CDA eens. Naast het feit dat sommige gemeenten al
aparte fraudemeldpunten hebben ingesteld, wordt vanuit de rijksoverheid
het doen van fraudemeldingen op het terrein van de sociale zekerheid ook
ondersteund met het Meldpunt Misdaad Anoniem. Meldingen van burgers
worden door dit meldpunt doorgegeven aan de desbetreffende gemeente of
uitkeringsinstantie.

Naast gemeenten hebben ook het UWV en de SVB al een apart fraudemeldpunt
ingesteld.

Voorstel

Het CDA stelt dat gemeenten meer gebruik kunnen maken van het instrument
van risicoanalyse.

Reactie

Ik ben het met het CDA eens. In het Handhavingprogamma 2011-2014 (Tweede
Kamer 2010-2011, 17 050 nr. 402) wordt sterk ingezet op de
doorontwikkeling en inzet van klant- en risicoprofielen, ook bij
gemeenten. Zo is er bijvoorbeeld het Diagnose-, Plan- en
Sturingsinstrument (DPS).  DPS wordt nu al door meerdere gemeenten
ingezet. Op dit moment wordt de tweede versie van de DPS-software getest
bij vijfendertig gemeenten, meer verspreid over het land gelegen. Een
kleine zestig gemeenten hebben al aangegeven DPS te willen gaan
gebruiken. DPS wordt ter beschikking gesteld aan alle gemeenten in
Nederland. De Regionale Coördinatiepunten Fraudebestrijding (RCF), die
worden gefinancierd vanuit het Handhavingprogramma, kunnen gemeenten
daarbij helpen het instrument in te zetten. 

Voorstel

Het CDA gaat in op de studie “Zwarte fraude beter bestrijden”van de
Inspectie Werk en Inkomen, waarin handhavingdeskundigen suggereren dat
zwarte fraude beter bestreden kan worden door omkering van de
bewijslast.

Reactie

Ik heb in een eerder debat toegezegd te kijken of de omkering van de
bewijslast breder is toe te passen en hier begin 2012 op terug te komen.

Voorstel

Het CDA wijst er op dat gemeenten nog onvoldoende gebruik maakt van de
mogelijkheid om samen te werken met de SIOD.

Reactie

Ook ik hecht eraan dat gemeenten gebruik maken van de expertise van de
SIOD. In het Handhavingprogamma 2011-2014 (Tweede Kamer 2010-2011, 17
050 nr. 402) is dan ook voorzien in ondersteuning door de SIOD aan
gemeenten. Het gaat om de inzet van digitale expertise in gemeentelijke
opsporingsonderzoeken (het verzamelen van digitaal bewijs en internet
research), om het beschikbaar stellen van kennis over risicoanalyses en
over de ontwikkeling van selectieprofielen. Gemeenten die van dit aanbod
gebruik willen maken, kunnen dat doen. Voor gemeenten komt een overzicht
beschikbaar van de werkzaamheden die de SIOD voor hen kan verrichten. In
dat overzicht wordt ook inzichtelijk gemaakt welke werkzaamheden de SIOD
tegen een financiële vergoeding verricht op basis van een
dienstverleningsovereenkomst en welke werkzaamheden de SIOD gratis voor
een gemeente kan verrichten. De capaciteit van de SIOD om gemeenten te
ondersteunen heb ik in 2011 dan ook uitgebreid.

Voorstel

Het CDA vraagt aandacht voor het ontwikkelen van fraudealertheid bij
medewerkers van gemeenten en instellingen die met sociale
zekerheidsuitkeringen te maken hebben.

Reactie

Ik ben het met het CDA eens. Voorkomen is beter dan genezen.

Fraude alertheid bij gemeenten is dan ook één van de speerpunten van
de Regionale Centra Fraudebestrijding voor 2012. Deze RCF’s
ondersteunen gemeenten ondermeer met de handhaving van de WWB.

In de contacten tussen de RCF’s en gemeenten wordt momenteel bezien
hoe de fraude alertheid verder kan worden verbeterd.

Vanuit Divosa is een e-module beschikbaar, waarmee medewerkers van
gemeenten hun digitale vaardigheden op het gebied van handhaving kunnen
trainen. In 2012 zullen de RCF’s en Divosa de e-module moderniseren
waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan fraude alertheid.

Voorstel

Tot slot stelt de CDA-fractie voor dat UWV en gemeenten net als de SVB
onderscheid zouden moeten maken tussen onbewuste overtredingen (waarop
correctie volgt door middel van terugvordering) en bewuste overtredingen
(fraude met bijbehorende gevolgen zoals een boete of strafrechtelijke
vervolging).

Reactie

In de brief van 10 maart 2011 heb ik aangegeven dat burgers te maken
krijgen met sancties als ze verwijtbaar niet, te laat, of onjuiste
informatie verstrekken waardoor ze ten onrechte (te veel) uitkering
krijgen. Het onderscheid of al dan niet sprake is van verwijtbaarheid is
dus doorslaggevend bij deze beoordeling. Indien te veel uitkering
ontvangen wordt, maar er geen sprake is van verwijtbaarheid, zal alleen
sprake zijn van een terugvordering van de ten onrechte ontvangen
uitkering. Indien sprake is van verwijtbaarheid, wordt dit gezien als
uitkeringsfraude, waarbij ook een bestuurlijke boete geëigend is.

 

 

	 

	

Vraag	CDA, mevrouw Sterk

Bent u bereid om een bijlage bij de begroting te maken over de voortgang
bij het aan het werk helpen van mensen met een handicap?

 

	Antwoord	De Kamer wordt op verschillende manieren geïnformeerd over de
voortgang bij het aan het werk helpen van mensen met een handicap.

Dit gebeurt onder andere door de Monitor Arbeidsmarkt die tweemaal per
jaar aan de Kamer gestuurd wordt en de Participatiemonitor, die
jaarlijks aan de Kamer gestuurd gaat worden.

Een bijlage bij de begroting is daarom niet het geëigende instrument.

 

	 

	

Vraag	CDA, mevrouw Sterk

Mevrouw Sterk vraagt aan de staatssecretaris of hij bereid is de Engelse
werkwijze ook toe te passen in de Wajong. In Engeland kennen ze  het
model van de interne en externe jobcoach. Daardoor is de duurzaamheid
van de arbeidsrelatie tussen werkgevers en werknemer (Wajonger)
vergroot. Door deze vorm van gezamenlijke begeleiding is de kwaliteit en
effectiviteit van de medewerkers sneller verbeterd en op een hoger
niveau gekomen. Bovendien is het aantrekkelijker voor een werkgever om
die eigen expertise in huis te kunnen hebben en daar ook iets tegenover
te zien staan.

Hoeveel werkgevers doen er mee aan de pilots op dit moment? Is het
mogelijk om jobcoaches reeds vroegtijdig in contact te laten komen met
jongeren, een half jaar voor deze jongeren van VSO school afgaan?

 

 

	Antwoord	Momenteel doet het UWV onderzoek naar interne jobcoaching al
dan niet gecombineerd met externe jobcoaching. Afronding van deze
evaluatie is gepland eind november 2012. Dan zullen we bezien of het
wenselijk is om de interne jobcoach een reguliere basis te geven. UWV
heeft 102 werkgevers geregistreerd die minimaal één aanvraag voor een
interne jobcoach hebben gedaan.

De staatssecretaris heeft een pilot laten uitvoeren om te onderzoeken
of de inzet van een jobcoach tijdens de stage bij leerlingen van het
praktijkonderwijs of cluster 3 of 4 van het voortgezet speciaal
onderwijs de structurele arbeidsparticipatie bevordert. Via inzet van
een stagejobcoach tijdens een stage in het laatste schooljaar wordt een
vloeiende overgang van school naar werk voor deze jongeren
bewerkstelligd. De resultaten van deze pilot worden eind januari aan de
Tweede Kamer gezonden. 

 

	 

	



Vraag	CDA, mevrouw Sterk

Mevrouw Sterk ontvangt graag een reactie op haar aangekondigde
initiatiefwet, gebaseerd op de jeugdspaarwet (ingetrokken in 1991): de
zogenaamde zilvervlootwet.

 

 

	Antwoord	De doelstelling om jongeren beter te leren omgaan met geld kan
geheel worden onderschreven. 

De overheid heeft geen additionele budgettaire middelen voor dit doel
beschikbaar.

Verder heeft dit voorstel tot gevolg dat weer een nieuwe regeling voor
kinderen in het leven wordt geroepen. Het is juist mijn streven het
stelsel van kindregelingen eenvoudiger te maken, om uiteindelijk de
huidige 12 regelingen te beperken tot 4 regelingen.

Bovendien is het nog de vraag of dit initiatief ook effectief is met
betrekking tot het doel de schuldenproblematiek onder jongeren te
verminderen. 

Het kabinet wacht het voorstel af. Dit zal behandeld worden onder
verantwoordelijkheid van de minister van Financiën.



Vraag	D66, mevrouw Koser Kaya

Mevrouw Koser Kaya verzoekt om een inhoudelijke reactie op haar notitie
over openingstijden gemeenten.

 

	Antwoord	Dit is een zaak van gemeenten zelf. Zij bepalen in grote mate
hun eigen tijden en zullen die moeten aanpassen aan de huidige
behoeften. 

Zoals ook in het recente SER-advies ‘Tijden van de samenleving’
wordt gememoreerd werken gemeenten in het kader van i-NUP, de
overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid
aan verdere digitalisering van de dienstverlening. 

De minister van OCW heeft in de afgelopen jaren de ontwikkeling van
innovatief tijdbeleid gestimuleerd en in dat kader met diverse gemeenten
en provincies afspraken gemaakt over ambities op dit gebied.

 

	 

	

Vraag	D66, mevrouw Koser Kaya

Wil de minister dekking van afspraken met PvdA uit het
vitaliteitspakket in het kader van pensioenakkoord heroverwegen?

Ziet de minister een kans om in overleg een nieuw en ambitieuzer
pensioenakkoord te sluiten?

 

	Antwoord	Het kabinet heeft met de sociale partners een pensioenakkoord
gesloten. Met dit akkoord verbeteren we de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën en van het aanvullende pensioenstelsel.

Er zijn maatregelen genomen die rekening houden met de positie van de
laagste inkomens. Deze maatregelen zijn voorzien van een solide dekking
binnen het vitaliteitspakket, om te voorkomen dat er een
houdbaarheidsverlies zou optreden.

Deze uitwerking van het pensioenakkoord is voor het kabinet voldoende
ambitieus en is een evenwichtig, samenhangend pakket. Ik ben dan ook
niet bereid onderdelen te heroverwegen.

 

	 

	

Vraag	PVV, de heer Van den Besselaar

Het is onbegrijpelijk dat het invaren van opgebouwde rechten niet goed
is uitgezocht voordat het pensioenakkoord werd gesloten. Wat is de stand
van zaken in de juridische verkenning?

 

	Antwoord	Ik laat, zoals bij het pensioenakkoord aangekondigd, een
integraal onderzoek doen naar de mogelijkheden om de oude rechten onder
te brengen in het nieuwe contract. Daarbij wordt ondermeer gekeken naar
de juridische aspecten, maar bijvoorbeeld ook naar de generatie-effecten
van de overgang. Juist omdat het om een integraal onderzoek gaat, acht
de regering het niet verstandig om vooruitlopend op de afronding van het
onderzoek voorlopige conclusies te trekken ten aanzien van
deelonderwerpen, zelfs als dat nu al mogelijk zou zijn. De planning is
erop gericht dit onderzoek vóór maart 2012 af te ronden. In het
voorjaar van 2012 kan dan een hoofdlijnennotitie met betrekking tot de
invulling van het financieel toetsingskader naar uw Kamer worden
gezonden.





Vraag	PVV, de heer Van den Besselaar

Mensen die niet voldoende AOW-rechten hebben opgebouwd, kunnen die
rechten inkopen. Als ze dat niet doen, krijgen ze via de AIO een
uitkering die bijna net zo hoog is als de AOW. Is de staatssecretaris
het met de PVV eens dat dat onverteerbaar is?

 

	Antwoord	

Het beeld dat mensen die zich niet hebben ingekocht voor de AOW later
-wanneer zij met pensioen gaan- een aanvulling vanuit de bijstand
ontvangen, is slechts ten dele waar.80% van de mensen in Nederland met
een onvolledig AOW-pensioen heeft namelijk voldoende andere inkomsten en
doet geen beroep op de bijstand.

Het kabinet vindt dat de bijstand voor 65-plussers een minimuminkomen
moet bieden. Het kabinet heeft de Mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming
oudere belastingplichtigen in de middelentoets van de bijstand opgenomen
en bouwt de dubbele AHK in het referentieminimum loon af. Met beide
maatregelen realiseert het kabinet een minimum voor 65-plussers, die
lager is dan een volledige AOW. Inmiddels heeft uw Kamer deze
maatregelen aangenomen.





Vraag	PVV, de heer Van den Besselaar

Kan de transparantie bij het algemeen verbindend verklaren van cao's
worden verbeterd? Kunnen de representativiteitscijfers die worden
ingeleverd bij een avv-verzoek worden geplaatst op de website van het
ministerie van SZW? Kunnen deze cijfers op dezelfde wijze worden
gerapporteerd?  

 

	Antwoord	De gegevens over de representativiteit worden openbaar gemaakt
door mijn departement als een avv-verzoek ter visie ligt. In die periode
van drie weken kan iedereen die cijfers inzien via de website van SZW.
In die periode is openbaarheid relevant omdat de besluitvorming over het
avv-verzoek dan wordt voorbereid. Iedereen moet desgewenst op die
cijfers kunnen reageren. Na het avv-besluit zijn de gegevens niet langer
beschikbaar op de website. Verzoeken om de cijfers in te zien worden
gehonoreerd. Sinds het najaar van 2010 moeten de
representativiteitscijfers uniform, volgens een vast format worden
aangeleverd.







Vraag	PVV, de heer Van den Besselaar

Is de minister bereid om de gemeenten te dwingen om te komen tot een
sluitende registratie van mensen uit de MOE-landen?

 

	Antwoord	Een groot deel van de personen uit Midden- en Oost-Europa is
ten onrechte niet geregistreerd bij de IND en in de GBA. Registratie is
verplicht na een verblijf van 3 respectievelijk 4 maanden. In mijn
brieven van 14 april en 18 november van dit jaar heb ik aangegeven wat
kabinet en gemeenten doen om de registratie te verbeteren. Zo gaan
gemeenten het eerste verblijfsadres registreren van arbeidsmigranten die
zich inschrijven in de Registratie Niet-Ingezetenen, die naar
verwachting volgend jaar in werking treedt. Ook wordt er naast de
bestaande strafrechtelijke boete bij niet-inschrijving een bestuurlijke
boete ingevoerd voor iedereen die zich moet inschrijven, maar weigert
gegevens te verstrekken aan de gemeente. Ook handhavende diensten
besteden consequent aandacht aan de vraag of registratie vereist is en
of dat gebeurd is. Zo niet, dan wordt er een traject van registratie
gestart. Tot slot wordt in een pilot in Amsterdam onderzoek gedaan naar
adresverschillen tussen de polisadministratie en de GBA. In deze pilot
wordt onder meer onderzocht of een koppeling tussen de
polisadministratie en de GBA meer zicht geeft op arbeidsmigranten die
niet geregistreerd staan.





Vraag	PVV, de heer Van den Besselaar

Wilt u de kaartenbakken van UWV met werkzoekenden digitaal beschikbaar
stellen voor uitzendbureaus en individuele werkgevers?

 

	Antwoord	Het zijn werkgevers die uiteindelijk werk creëren en mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt aannemen. Het is de taak van UWV om
werkgevers en uitzendbureaus zodanig te faciliteren, dat zij die mensen
aannemen. Via de website (www.werk.nl ) zorgt UWV Werkbedrijf voor
één landelijk systeem voor registratie van vacatures en werkzoekenden,
waarmee het mogelijk is om werkzoekenden en vacatures te matchen. Doel
is om zoveel mogelijk vacatures en werkzoekenden in dit systeem op te
nemen. Ook uitzendbureaus en individuele werkgevers kunnen hun vacatures
plaatsen in dit systeem. Tevens kunnen zij de cv’s inzien van alle
werkzoekenden die zijn ingeschreven bij UWV Werkbedrijf, en bestaat de
mogelijkheid om contact te leggen met de werkzoekenden. Het streven is
dat ook alle werkzoekenden van gemeenten in dit systeem
worden geregistreerd. 





Vraag	PVV, de heer De Jong

Graag een reactie van de staatssecretaris op het voorstel voor een
koffiehuisinspectie.

 

 

	Antwoord	De nieuwe Inspectie heeft tot taak om bedrijven op veilig en
gezond werken en op oneerlijke concurrentie te controleren. Een
koffiehuisinspectie zoals door u wordt voorgesteld, waarbij de klanten
van de werkgever worden gecontroleerd past niet binnen de toezichtstaak
van de nieuwe Inspectie. Voorzover het voorstel beoogt om klanten in een
koffiehuis te laten controleren op hun rechten en plichten voor wat
betreft een eventuele uitkering en re-integratie ligt de
verantwoordelijkheid bij de uitkeringsorganisatie.

Zoals u weet stimuleert dit kabinet een activerende sociale zekerheid
die mensen aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid om zo snel
mogelijk aan de slag te gaan. Het adagium luidt: “Wie kan werken, moet
werken”. De situatie dat jongeren zich kennelijk niet of onvoldoende
inspannen om aan het werk te komen, vind ik onacceptabel. Daarom heb ik
aangekondigd om met nadere wet- en regelgeving te komen om stevigere
sancties te kunnen opleggen indien de arbeidsverplichtingen niet of
onvoldoende worden nageleefd.

 

	 

	

Vraag	PVV, de heer De Jong

Wij willen dat UWV kijkt naar sectoraal vraag en aanbod bij het
aanbieden van trajecten voor werkzoekenden door het UWV. Graag een
reactie.

 

	Antwoord	De regering streeft naar een efficiënt werkende arbeidsmarkt
waarbij de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven voorop
staat. De overheid steunt daarbij alleen de mensen die dat écht nodig
hebben. WW-gerechtigden hebben in het algemeen recente werkervaring. Een
groot deel van hen stroomt binnen één jaar weer uit. De regering kiest
er daarom voor om met ingang van 1 januari 2012 niet langer
re-integratiebudget in te zetten voor WW-gerechtigden. Wel kunnen
WW-gerechtigden gebruik maken van het matchingssysteem van UWV. Hierin
kunnen werkgevers hun vacatures aanbieden zodat vraag en aanbod, zowel
regionaal als sectoraal, bij elkaar kunnen komen. 

 

	 

	

Vraag	GroenLinks, de heer Klaver

Wat zijn de participatie-effecten van de huishoudtoets in de WWB?

 

	Antwoord	De aanscherping van de gezinsbijstand heeft naar verwachting
een netto positief effect op de arbeidsparticipatie. De regering heeft
geen nadere cijfers over de arbeidsparticipatie-effecten van deze
specifieke maatregel en wijst er op dat het CPB het regeerakkoord als
geheel heeft doorberekend op de effecten op arbeidsparticipatie, en
betrekt het gehele kabinetsbeleid in de werkloosheidsprognoses.

Een uitgebreide toelichting op deze participatie-effecten wordt gegeven
in de Nota naar aanleiding van Verslag behorend bij het
betreffende WWB-wetsvoorstel dat recent in de Tweede Kamer is behandeld
(Kamerstukken II, 2011-2012, 32815, nr.7).

 

	 

	

Vraag	GroenLinks, de heer Klaver

Graag een reactie op het vijfpuntenplan: 'GroenLinks werkt wel'. Zorg
dat mensen langer in een flexibel contract kunnen doorwerken, maar
koppel dat aan scholing. Als je kiest voor deeltijd-ww, kijk dan naar de
mogelijkheden van detachering. Creëer banen in de duurzame energie.
Investeer in loopbaanbeleid voor mensen in de flexibele schil. Maak het
mogelijk dat jongeren langer doorstuderen. 

 

	Antwoord	Reactie Banenplan GroenLinks

Vooralsnog lijkt het banenplan van GroenLinks niet nodig. De
werkgelegenheid blijft vrijwel gelijk en de werkzame beroepsbevolking
blijft stabiel in 2012 volgens de meest recente ramingen van het CPB. De
notie dat de grootste klap opgevangen wordt door mensen met een
tijdelijk contract, uitzendkrachten en zzp’ers berust maar ten dele op
waarheid.

Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste elementen uit het
banenplan van GroenLinks.

Langer doorleren

GroenLinks stelt dat jongeren langer op school moeten blijven. Zij stelt
een aantal maatregelen voor om belemmeringen om door te leren weg te
nemen. Zo wil GroenLinks de langstudeerboete tijdelijk opschorten, het
collegegeld voor een tweede master verlagen en moeten meer opleidingen
worden opgezet die leiden tot een associate degree.

Tijdens de vorige crisis heeft het kabinet met het Actieplan
Jeugdwerkloosheid getracht jongeren langer op school te houden. Dit is
succesvol geweest. De vraag is of de voorstellen van GroenLinks ten
opzichte hiervan veel toevoegen. De maatregelen die GroenLinks voorstelt
zijn bovendien duur. Verder neemt het kabinet maatregelen ter
versterking van de kwaliteit van het onderwijs en bevordering van hogere
prestaties.

Detacheren in plaats van deeltijd-WW

GroenLinks constateert dat juist in crisistijd van werk-naar-werk
trajecten gestimuleerd moeten worden. In plaats van de deeltijd-WW stelt
GroenLinks daarom een detacheringsregeling met terugkeeroptie voor.

Detachering met terugkeergarantie kan op dit moment al. Partijen kunnen
daar zelf toe besluiten en hierover afspraken te maken. Het kabinet
hoeft daar niets voor te regelen. GroenLinks geeft verder nog aan dat
een sectoroverschrijdende inzet van O&O-fondsen noodzakelijk is om
detachering van de grond te krijgen. Ook dit is nu al mogelijk.
Bovendien ondersteunt het kabinet in het kader van het
vitaliteitspakket  investeringen in van-werk-naar-werk en
intersectorale scholing.

Investeer in scholing en loopbaanbeleid

GroenLinks concludeert dat ruim eenderde van de werkenden geen toegang
heeft tot scholing. Dit betreffen met name mensen met een flexibel
contract. GroenLinks stelt daarom voor dat werkgevers verplicht worden
om € 1.000,- per fte te investeren voor flexwerkers die buiten een cao
vallen.

Scholing is inderdaad belangrijk. Daarom wil het kabinet, in het kader
van het vitaliteitspakket, met sociale partners afspraken maken over
intersectorale scholing en de introductie van een van-werk-naar-werk
budget. Tevens heeft het kabinet de drempel voor de aftrek van
scholingsuitgaven verlaagd.

De notie dat mensen met een flexibel contract niet onder een cao vallen
is onterecht. Mensen met een flexibel contract vallen wel degelijk
onder een cao. Het voorstel van GroenLinks maakt flexibele werknemers
een stuk minder aantrekkelijk.

Verruiming ketenbepaling

GroenLinks wil meer inzetten op werkzekerheid in plaats van
baanzekerheid en stelt onder andere voor de ketenbepaling te verruimen.

Dit kabinet wil werkgevers en werknemers stimuleren om in cao’s
afspraken te maken over scholing en langdurige inzetbaarheid. Hierdoor
verbetert de werkzekerheid. Verder kunnen sociale partners in de cao
zelf ook afspraken maken over het verruimen van het aantal of de duur
van opeenvolgende tijdelijke contracten. Voordeel daarvan ten opzichte
van een algemene regeling is, dat afspraken op maat kunnen worden
gemaakt voor die sectoren waar de werkgelegenheidssituatie daar
aanleiding toe geeft. Een dergelijke sectorale benadering heeft dan ook
de voorkeur. Daarbij kunnen ook gerichte afspraken worden gemaakt over
scholing.

 

	 

	

Vraag	GroenLinks, de heer Klaver

Ligt het aan de verzorgingsstaat dat mensen lang aan de kant staan? In
de VS is de verzorgingsstaat vrijwel afgeschaft, en daar staan mensen
langdurig langs de kant.

 

 

	Antwoord	De structurele werkloosheid is afhankelijk van onder andere
de vormgeving van het sociale zekerheidssysteem. Deze relatie komt uit
wetenschappelijk onderzoek naar voren. Daarom moet de vormgeving van de
verzorgingsstaat gericht zijn op prikkels om mee te doen. Werken moet
lonen en dat is iets wat we onder andere met de Wet Werken naar
Vermogen stimuleren.

 

	 

	

Vraag	GroenLinks, de heer Klaver 

Is de minister bereid een eenduidige definitie te geven van werkenden in
de sociale zekerheidswetgeving?

 

	Antwoord	In de sociale zekerheid wordt uitgegaan van een eenduidige
definitie van werknemers, het begrip dienstbetrekking. Dit bevat zowel
arbeidsovereenkomsten als daarmee gelijk te stellen andere
arbeidsverhoudingen. Zelfstandigen vallen hier niet onder, omdat zij
verantwoordelijk zijn voor hun eigen inkomen. 

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Is de staatsecretaris bereid experimenten te faciliteren waarin wordt
getracht via afspraken met woningbouwcoöperaties huisuitzetting bij
huurschuld te voorkomen? 

 

	Antwoord	Vroegsignalering kan problematische schulden voorkomen. Dat
geldt niet alleen voor wooncorporaties. Gemeenten, schuldhulpverleners
en woningcorporaties maken daar nu al afspraken over (al dan niet in de
vorm van een convenant). De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij hen.
De facilitering van experimenten gericht op de totstandkoming van
afspraken met specifieke schuldeisers overweeg ik daarom niet.

In het kader van het SZW-ondersteuningsprogramma op weg naar een
effectieve schuldhulp’ heeft de NVVK (vereniging voor
schuldhulpverlening en sociaal bankieren) een subsidie gekregen voor een
project gericht op de bevordering zelfregulering minnelijke
schuldhulpverlening door het afsluiten van convenanten met schuldeisers,
waaronder woningbouwcorporaties. De uitkomsten daarvan komen in de loop
van de tweede helft van 2012 beschikbaar.

 

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Het aantal mensen dat een beroep doet op schuldhulpverlening groeit.
Gemeenten moeten in overleg met marktpartijen. Toekomstige inkomstenval
moet betrokken worden bij de kredietwaardigheidstoets. Bedrijven moeten
hun verlies nemen als ze dat niet doen en de schuld kwijt schelden.
Mensen die te grote risico's hebben genomen of hebben gelogen, moeten
over een langere termijn afbetalen. De zorgplicht van gemeenten moet
zich beperken tot degenen die tegenslag hebben: een krapper wordende
beurs, of buiten hun schuld in problemen zijn gekomen. De rest moet bij
particuliere hulpverlening terecht kunnen. Daartoe moet een einde komen
aan het verbod op particuliere schuldhulpverlening. Wanneer is de AMvB
die dit gaat regelen af? Graag een reactie op deze voorstellen.

 

	Antwoord	De effectiviteit en kwaliteit van schuldhulpverlening kan
beter; het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening, dat in de
Eerste Kamer ligt, geeft daaraan een impuls. Het is thans aan de
gemeenten om stappen te zetten. Gemeenten worden daarin ondersteund door
het programma ‘op weg naar een effectieve schuldhulp’. Concrete
voorstellen tot omvorming van het voorgestelde wettelijk systeem van
schuldhulpverlening zijn thans niet aan de orde.

Gemeenten hebben de mogelijkheid schuldhulpverlening gericht en
selectief in te zetten en zij kunnen schuldhulpverlening in ieder geval
weigeren in geval van fraude en recidive.

De eigen verantwoordelijkheid van de schuldenaar staat voorop. Hij is
zelf verantwoordelijk voor zijn financiële beslissingen en hij moet
zijn financiële verplichtingen nakomen. Een actieve(re) rol van de
schuldeiser kan daaraan bijdragen en kan problematische schulden
voorkomen (incassoprocedure, betalingsregelingen). Het benadrukken van
de eigen verantwoordelijkheid van de schuldenaar en een actievere rol
van de schuldeiser past goed bij het voorgestelde systeem van
schuldhulpverlening.

Vrijwilligers kunnen een belangrijke rol vervullen, met name in het
kader van preventie en nazorg. Het is aan de gemeenten om hen op een
goede en slimme manier in te zetten. In dat kader zijn de uitkomsten
van de projecten die zijn gericht op de bevordering van de inzet van
vrijwilligers in de schuldhulpverlening voor gemeenten van belang.
Daarom worden de ervaringen uit deze projecten onder de aandacht van de
gemeenten gebracht (via het SZW-ondersteuningsprogramma). Verdere
financiële ondersteuning van deze projecten wordt niet overwogen.

De minister van EL&I bereidt de AMvB inzake private schuldbemiddeling
voor. Daarin wordt het voornemen uitgewerkt om private
schuldbemiddelaars onder strikte voorwaarden toe te staan tegen een
vergoeding schuldbemiddeling te verrichten. Ik heb begrepen dat de
minister van EL&I er naar streeft de AMvB in het voorjaar van 2012 ter
consultatie aan betrokken partijen voor te leggen.

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Waarom vordert de staatssecretaris geld terug als blijkt dat gemeenten
zoals Barendrecht geld toch hebben besteed aan het doel waarvoor ze
geld hebben gekregen?

 

	Antwoord	Onlangs heb ik uw Kamer geïnformeerd over het
terugvorderingsbeleid. Het wettelijke systeem bestaat erin dat het Rijk
uitgaat van de gecertificeerde informatie die gemeenten aanleveren. Deze
informatie is nodig voor het Rijk om budgetten te verdelen en om
verantwoording aan de Tweede Kamer af te leggen. 

SZW vordert middelen terug als uit de gemeentelijke verantwoording
blijkt dat de rechtmatigheid niet is aangetoond. Gemaakte fouten in de
verantwoording kunnen worden gecorrigeerd. Dit kan binnen de daarvoor
gestelde termijn en correcties worden dan door mij geaccepteerd. De wet
biedt geen ruimte voor aanpassingen ver na het indienen van de
verantwoording (en de hersteltermijn). Dit is een bewuste keuze van de
wetgever in het belang van het Rijk en de gemeenten zelf. Voor een meer
gedetailleerde toelichting verwijs ik naar de brief van de
staatssecretaris van 29 november 2011.

 

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

De ChristenUnie heeft een eigen Actieplan: 'Werken door de crisis heen'.
Graag een reactie van de staatssecretaris.

 

 

	Antwoord	Ten aanzien van het Actieplan 'Werken door de crisis heen' van
de ChristenUnie kan het volgende worden opgemerkt.

Verschillende elementen van het actieplan zijn gericht op stimulering.
Op dit moment neemt het arbeidsaanbod nog toe en is de werkgelegenheid
vrijwel stabiel. Het kabinet ziet daarom geen aanleiding voor een
stimuleringspakket maar kiest ervoor de overheidsfinanciën op orde te
brengen. Dit is noodzakelijk voor de houdbaarheid van de
verzorgingsstaat en op lange termijn verstandig beleid. Het kabinet is
ook van mening dat er nu geen aanleiding is om de deeltijd-WW opnieuw in
te voeren, zie hiervoor mijn brief van 6 december jongstleden.

Ten aanzien van de reisduur denkt de ChristenUnie in dezelfde richting
als het kabinet. We zullen dit voorstel meenemen bij het wetsvoornemen
aanscherping naleving arbeidsinschakeling en aanpassing
maatregelenbesluit socialezekerheidswetten. Daarmee beoogt het kabinet
de balans tussen rechten en plichten te herstellen en de
uitvoeringsorganisaties te ondersteunen bij het opleggen van maatregelen
om te komen tot een efficiëntere en robuustere aanpak van
uitkeringsontvangers die zich onvoldoende inzetten om aan het werk te
komen en te blijven.

Tot slot heeft, net als de ChristenUnie, het kabinet ook aandacht voor
de arbeidsmarktpositie van ouderen. Hier is het vitaliteitspakket ten
dele op gericht. 

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Gaat het kabinet verder op de weg van stapeling van maatregelen bij
arbeidsgehandicapten of worden zij ontzien? 

 

	Antwoord	Het kabinet gaat bij alle maatregelen uit van het uitgangspunt
dat iedereen naar vermogen participeert in de samenleving.

Met de grote decentralisaties (Werken naar Vermogen, AWBZ begeleiding en
Jeugdzorg) worden veel taken en verantwoordelijkheden overgeheveld naar
gemeenten. Gemeenten staan het dichtst bij de burger en kunnen maatwerk
bieden, uitgaande van de mogelijkheden van mensen.

Het is daarbij niet zo dat voorzieningen verdwijnen, maar dat ze anders
worden georganiseerd en worden beperkt tot diegenen die de hulp van de
overheid ook echt nodig hebben. 

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Waarom houdt de staatssecretaris vast aan het beperkte budget voor de
wet Werken naar Vermogen? Is hij bereid zijn reservepotje van 10 miljoen
euro in te zetten?

 

 

	Antwoord	In de brief van 27 mei jl. is door de staatssecretaris
ingegaan op de middelen die gemeenten in het kader van de Wet werken
naar vermogen ontvangen in het gebundelde re-integratiebudget. Daarin is
aangegeven dat in algemene zin geldt dat er binnen de re-integratie en
Sw-sector nog ruimte is voor het realiseren van verbeteringen. Voor een
nadere toelichting hierop wordt verwezen naar deze brief. Van een
reservepotje van 10 miljoen euro is overigens geen sprake.

 

	 

	

Vraag	ChristenUnie, mevrouw Ortega-Martijn

Is de staatssecretaris bereid om voor de huishoudinkomenstoets binnen de
Wet Werken naar Vermogen naar alternatieven te zoeken, zoals
bijvoorbeeld het voorstel van de G4? Valt een Wajonger met eigen rechten
ook onder de huishoudinkomenstoets?

 

	Antwoord	Nee, het G4-voorstel is getoetst aan de hand van de afspraken
die zijn gemaakt in het regeerakkoord. Zoals aangegeven bij de nota naar
aanleiding van het nader verslag bij het wetsvoorstel WWB-maatregelen
(Kamerstukken II 2011/12, 32 815, nr. 10) voldoet het G4-voorstel daar
niet aan.

Ook in de WWNV zou het G4-voorstel budgettair doorwerken. Dit brengt
besparingsverlies met zich mee waarvoor geen dekking is binnen de
begroting van SZW.

De Wajong-uitkering van een bij zijn ouders inwonende jonggehandicapte
wordt uitgezonderd van de huishoudinkomenstoets van de WWB. De overige
inkomsten, bijvoorbeeld uit arbeid, of het vermogen, bijvoorbeeld
spaargeld of erfenis, vallen wel onder de huishoudinkomenstoets.

 

	 

	

Vraag	SGP, de heer Dijkgraaf 

De recente ophoging van de combinatiekorting met 230 euro kost de
overheid 33.500 euro subsidie per extra toetreder tot de arbeidsmarkt.
Dat is toch niet meer uit te leggen? En hoe zit het met de effectiviteit
en de welvaartsverliezen van de maatregelen in het vitaliteitspakket?

Kan de minister aangeven hoe hij tegen de geschetste problematiek
aankijkt? Wil hij toezeggen dat hij in het vervolg beslissingen neemt op
basis van een kosten-batenanalyse?

 

 

	Antwoord	Bij de totstandkoming van de begroting heeft het kabinet
besloten de combinatiekorting met 230 euro te verhogen.

Dit heeft het kabinet niet alleen gedaan vanuit het
participatie-oogpunt, maar juist ook om het effect van de bezuiniging op
de kinderopvangtoeslag te verzachten.

Voor wat betreft de maatregelen in het vitaliteitspakket heb ik het CPB
gevraagd deze door te rekenen. De doorrekening zal ik op zeer korte
termijn aan uw Kamer sturen. Ik heb vertrouwen in de maatregelen uit
het vitaliteitspakket.

Ik kan de heer Dijkgraaf verzekeren dat wij onze beslissingen nemen op
basis van een zorgvuldige afweging van kosten en baten. Hierbij
betrekken wij in ieder geval de budgettaire randvoorwaarden, het
koopkrachtbeeld en de arbeidsmarktprikkels in het stelsel (werk moet
lonen). Nadere analyses van de Nederlandse arbeidsmarkt en het
inkomensgebouw worden periodiek gemaakt door het CPB en andere
instellingen. Verdere kosten-batenanalyses vind ik niet nodig.

 

	 

	



Vraag	SGP, de heer Dijkgraaf

Kan de staatssecretaris toelichten waarom het redelijk is dat voor het
jaar 2012 geen loon- en prijsindexatie uitgekeerd wordt.

(In de begroting is hierover niets te vinden en de maatregel is ook niet
aangekondigd. Kan de staatssecretaris hier opheldering over geven? )

 

	Antwoord	Over de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling 2012 wordt
pas volgend jaar bij Voorjaarsnota besloten. Er is op dit moment geen
sprake van het niet uitkeren van loon- en prijsbijstelling 2012.





Vraag	SGP, de heer Dijkgraaf

De SGP dankt de minister voor zijn brief over vermogenstoetsen. De
aanleiding voor de vraag van de SGP was de uitzondering van de
kinderopvangtoeslag bij de uitbreiding van het aantal vermogenstoetsen.
Het is merkwaardig dat juist de kinderopvangtoeslag niet in de brief
aan bod komt. De SGP begrijpt dat deze toeslag een bijzonder doel dient,
namelijk arbeidsparticipatie. Tegelijk kan dat geen reden zijn om deze
toeslag helemaal van een vermogenstoets uit te zonderen. De SGP vindt
een toeslag voor topvermogens niet te verdedigen. Gaat de minister
ergens een grens trekken? 

 

	Antwoord	In de brief over de vermogenstoetsen heb ik, conform de vraag
van de Kamer, een overzicht gegeven van de verschillende
vermogenstoetsen, in de huidige situatie en volgens de voornemens.

Er is in de kinderopvangtoeslag geen vermogenstoets. De reden daarvoor
is dat de kinderopvangtoeslag een arbeidsparticipatie-instrument is en
geen instrument voor inkomensondersteuning.

De kinderopvangtoeslag neemt af naarmate het inkomen stijgt. Op deze
wijze wordt rekening gehouden met draagkracht.

Bij de participatiebeslissing is niet het vermogen, maar het inkomen
doorslaggevend. Om mensen aan de slag te krijgen moet werken lonen, ook
voor mensen met vermogen.





Vraag	SGP, de heer Dijkgraaf 

Gaat de minister de no-riskpolis eerder toepassen? Momenteel blijven
veel mensen in de Ziektewet omdat de no-riskpolis pas bij toetsing voor
de WIA beschikbaar is. Veel uitkeringsgerechtigden zouden eerder aan het
werk kunnen als de no-riskpolis eerder beschikbaar is.

 

 

	Antwoord	De no-riskpolis houdt in dat de werkgever in geval van ziekte
van werknemers de kosten van verplichte loondoorbetaling vergoed krijgt.
Dit is bedoeld voor mensen die in de WIA of Wajong zitten. Ik ben niet
van plan dit instrument eerder in te zetten. In de periode van
loondoorbetaling is de werkgever verantwoordelijk voor zieke werknemers.
Het UWV is verantwoordelijk voor zieke werknemers die geen werkgever
(meer) hebben. Wanneer we de doelgroep van het instrument no-riskpolis
uitbreiden met de ZW-groep, is het logisch dat werkgevers ook gaan
vragen om dit instrument voor hun zieke werknemers. Dit acht ik
ongewenst, omdat dit afwenteling op het collectief veroorzaakt. Een
maatregel die ik wel neem is verruiming van de proefplaatsing van drie
naar maximaal zes maanden. Dit stimuleert eveneens een snellere
werkhervatting.

 



 PAGE   1 

	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT
 50    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van    NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  50 

  DOCPROPERTY  kRetouradres  \* MERGEFORMAT  > Retouradres   
DOCPROPERTY  iRetouradres  \* MERGEFORMAT  Postbus 90801 2509 LV  Den
Haag 

  DOCPROPERTY  iAdressering  \* MERGEFORMAT  De Voorzitter van de Tweede
Kamer

der Staten-Generaal 

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT  Binnenhof    DOCPROPERTY  iNr 
\* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT  A 

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT  2513 AA     DOCPROPERTY 
iPlaats  \* MERGEFORMAT  S GRAVENHAGE 

  DOCPROPERTY  iKixCode  \* MERGEFORMAT  2513AA22XA 

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	14 december 2011 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT
 1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van    NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  50 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  BO/2011/22920 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.rijksoverheid.nl

  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 

  IF   DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT  iCP2 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDoorkies  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  kDoorkies  \*
MERGEFORMAT  T 	  DOCPROPERTY  iDoorkies2  \* MERGEFORMAT  iDoorkies2 

"   T	iDoorkies2

   IF   DOCPROPERTY  iChkEmail  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  iEmail2  \*
MERGEFORMAT  iEmail2 

"   iEmail2

 "    

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  BO/2011/22920 

  IF   DOCPROPERTY iUwBrief \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw referentie 

  DOCPROPERTY  iUwbrief  \* MERGEFORMAT  iUwBrief 

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kCC  \* MERGEFORMAT  Kopie aan 

  DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT  iCC 

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  1  = "" "" "

  DOCPROPERTY  kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen 

  DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  1 "  

Bijlagen

1