[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten teneinde het recht op een tegemoetkoming afhankelijk te maken van de draagkracht

Eindtekst

Nummer: 2012D00877, datum: 2011-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z19923:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

22 december 2011



	Wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
teneinde het recht op een tegemoetkoming afhankelijk te maken van de
draagkracht 







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten aan te passen teneinde
het recht op een tegemoetkoming afhankelijk te maken van de draagkracht;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt gewijzigd
als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: 

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. inspecteur: inspecteur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel
b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. inkomensgegeven: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21, onderdeel
e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

B

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Recht op een van de draagkracht afhankelijke tegemoetkoming van het CAK
heeft degene die in het berekeningsjaar behoort tot een bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur te bepalen groep van personen:.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de hoogte van de
tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld, waarbij de
hoogte van de tegemoetkoming voor verschillende groepen op een
verschillend bedrag kan worden vastgesteld.

C

Artikel 2a komt te luiden:

Artikel 2a

1. Geen recht op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid,
bestaat indien het toetsingsinkomen in het tweede jaar voorafgaande aan
het berekeningsjaar hoger was dan € 24.570,- of indien het een
belanghebbende met een partner betreft, hoger was dan € 35.100,-.

2. In afwijking van artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen wordt voor de toepassing van artikel 2 en dit artikel onder
partner van belanghebbende verstaan degene die, bezien naar de situatie
op de laatste dag van het berekeningsjaar, de niet duurzaam gescheiden
levende echtgenoot is en degene die op grond van artikel 1, tweede tot
en met zevende lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met een
echtgenoot is gelijk gesteld of mede als gehuwd of als echtgenoot is
aangemerkt. 

3. Geen recht op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid,
bestaat in afwijking van het eerste lid, voor degene die op de laatste
dag van het berekeningsjaar minderjarig is, indien het toetsingsinkomen
in het tweede jaar voorafgaande aan het berekeningsjaar hoger was dan
€ 24.570,- of indien op hetzelfde woonadres als de minderjarige, de
ouders of een ouder en diens partner,  op de laatste dag van het
berekeningsjaar in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
staan ingeschreven, hoger was dan € 35.100,-. 

4. Voor degene die op de laatste dag van het berekeningsjaar minderjarig
is, wordt in afwijking van artikel 7 van de Algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen, het toetsingsinkomen van zijn tot het
voorzien in de kosten van zijn levensonderhoud verplichte ouders dan wel
een van zijn ouders en diens partner, die op de laatste dag van het
berekeningsjaar op hetzelfde woonadres als de minderjarige in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staan ingeschreven,
voor de toepassing van het derde lid in aanmerking genomen.

5. Het eerste lid vindt geen toepassing ten aanzien van een
belanghebbende indien:

a. zijn partner krachtens artikel 2, eerste lid, recht heeft op een
hogere tegemoetkoming dan de belanghebbende of recht heeft op een even
hoge tegemoetkoming en ouder is dan de belanghebbende, of

b. een persoon die op de laatste dag van het berekeningsjaar minderjarig
is, op hetzelfde woonadres als de belanghebbende in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens stond ingeschreven en behoorde tot
het huishouden van de belanghebbende en die krachtens artikel 2, eerste
lid, recht heeft op een hogere tegemoetkoming dan de belanghebbende.

6. Het derde lid vindt geen toepassing ten aanzien van een
belanghebbende indien een persoon die op de laatste dag van het
berekeningsjaar op hetzelfde woonadres als de belanghebbende in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens stond ingeschreven en
behoorde tot het huishouden van de belanghebbende, en die krachtens
artikel 2, eerste lid, recht heeft op een hogere tegemoetkoming dan
belanghebbende of een even hoge tegemoetkoming als belanghebbende en
ouder is dan de belanghebbende.

7. De hoogte van het toetsingsinkomen waarboven geen aanspraak bestaat
op de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onderscheidenlijk derde
lid, kunnen jaarlijks bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd
voor zover de tabelcorrectiefactor, genoemd in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, daar aanleiding toe geeft.

8. In afwijking van artikel 2, eerste lid, heeft degene die niet
verzekerd is krachtens een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1,
onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet, geen recht op de
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, tenzij hij militaire
ambtenaar in werkelijke dienst is als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onderdeel a juncto onderdeel b, van de Militaire ambtenarenwet 1931, dan
wel een militair is aan wie buitengewoon verlof met behoud van militaire
inkomsten is verleend.

9. Het CAK verleent bij het ontbreken van een in aanmerking te nemen
toetsingsinkomen, de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 

D

In artikel 3, tweede lid, en artikel 4, eerste lid, wordt de zinsnede
‘het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft’ vervangen door:
het berekeningsjaar.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. Zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de
Zorgverzekeringswet, indicatieorganen als bedoeld in artikel 9a van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, colleges van burgemeester en
wethouders en andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
instanties verstrekken aan het CAK persoonsgegevens, waaronder
persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in de Wet
bescherming persoonsgegevens, van de personen, bedoeld in artikel 2,
eerste lid, onder a, b en c, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering
door het CAK van de in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde taak. 

2. Stichtingen als bedoeld in artikel 9b, vierde lid, van de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten verstrekken aan indicatieorganen als bedoeld
in het eerste lid de persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens
betreffende de gezondheid als bedoeld in de Wet bescherming
persoonsgegevens, van de door hen voor zorg als bedoeld in eerstgenoemde
wet geïndiceerde cliënten, die noodzakelijk zijn om te kunnen
vaststellen of recht op een tegemoetkoming bestaat.

3. Het CAK neemt voor de uitvoering van zijn in artikel 3, eerste en
tweede lid, bedoelde taak in zijn administratie het burgerservicenummer
op van:

a. de personen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c en hun
partners, en

b. de ouders en in voorkomend geval de partner van een ouder van
zodanige personen die op de laatste dag van het berekeningsjaar
minderjarig zijn.

4. Het CAK verstrekt voor de uitvoering van zijn in artikel 3, eerste en
tweede lid, bedoelde taak aan de inspecteur het burgerservicenummer van
de personen, bedoeld in het derde lid.

5. De inspecteur verstrekt aan het CAK met betrekking tot de personen
van wie het CAK het burgerservicenummer heeft verstrekt, de niet in
Nederland belastbare inkomens, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, die noodzakelijk zijn voor
de uitvoering van zijn in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde
taak.

6. De inspecteur verstrekt aan het CAK de twee of meer
burgerservicenummers van degenen die volgens de registratie van de
rijksbelastingdienst, op de laatste dag van het berekeningsjaar woonden
op het door het CAK verstrekte woonadres. 

7. Het CAK stelt voor de personen waarvan de inspecteur de
burgerservicenummers heeft verstrekt, vast of ze op de laatste dag van
het berekeningsjaar, in de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens, op hetzelfde woonadres als een belanghebbende staan
ingeschreven.

8. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald tot welke gegevens
de verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zich uitstrekken
en in welke gevallen de gegevens, bedoeld in het eerste, tweede en derde
lid, verder worden verwerkt met het oog op de uitvoering van de in
artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde taak.

9. Bij ministeriële regeling wordt bepaald:

a. volgens welke technische standaarden gegevensverwerking door het CAK
plaatsvindt;

b. aan welke beveiligingseisen gegevensverwerking door het CAK voldoet;

c. de hoogte van de vergoeding voor zorgverzekeraars voor het aanleveren
van gegevens noodzakelijk voor het uitvoeren van de in artikel 3, eerste
en tweede lid, bedoelde taak;

d. op welke datum gegevens als bedoeld in het eerste en tweede lid
uiterlijk worden verstrekt.

F

Na artikel 5 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5a 

1. Indien na vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2,
eerste lid, uit een eerste vaststelling, eerste bepaling of wijziging
van een inkomensgegeven of niet in Nederland belastbaar inkomen, bedoeld
in artikel 8, tweede lid, van Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen, blijkt dat geen recht bestaat op die tegemoetkoming, trekt
het CAK die vaststelling in en vordert de verstrekte tegemoetkoming
terug.

2. Indien uit een wijziging van een inkomensgegeven of niet in Nederland
belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van Algemene wet
inkomens-afhankelijke regelingen, blijkt dat recht bestaat op de
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, stelt het CAK de
hoogte van die tegemoetkoming vast en verstrekt die tegemoetkoming.

3. De intrekking en de terugvordering op grond van het eerste lid
geschieden binnen acht weken na het tijdstip waarop het voor het eerst
vastgestelde , voor het eerst bepaalde of gewijzigde inkomensgegeven aan
het CAK bekend is geworden dan wel de beschikking of uitspraak
strekkende tot de in het eerste lid bedoelde vaststelling, bepaling of
wijziging, onherroepelijk is geworden.

4. De vaststelling, op grond van het tweede lid, geschiedt binnen acht
weken na het tijdstip waarop het gewijzigde inkomensgegeven aan het CAK
bekend is geworden dan wel de beschikking of uitspraak strekkende tot de
in het tweede lid bedoelde wijziging onherroepelijk is geworden.

Artikel 5b

Artikel XVI van Overige fiscale maatregelen 2009 is niet van toepassing
op een door het CAK ingevolge deze wet te nemen of genomen beschikking. 

G

In artikel 6, eerste lid, wordt “tweede en vierde lid” vervangen
door: eerste en zevende lid.

H

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden als volgt:

2. De bedragen van de tegemoetkomingen kunnen jaarlijks per 1 januari
bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd voor zover de
tabelcorrectiefactor, genoemd in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, daar aanleiding toe geeft.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 december 2010 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch
zieken en gehandicapten in verband met de verbetering van de
selectiecriteria voor de aanspraak op een tegemoetkoming, Kamerstukken
2010/11, 32575, tot wet is verheven en in werking treedt na deze wet,
vervalt artikel I, onderdeel D van die wet en wordt in artikel I,
onderdeel E, van die wet in de tekst van artikel 6, vierde lid,
‘artikel 5, tweede lid en vierde lid’ vervangen door: artikel 5,
eerste en zevende lid. 

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip en kan terugwerken tot en met een in dat besluit bepaald
tijdstip, met dien verstande dat zij buiten toepassing blijft ten
aanzien van tegemoetkomingen die betrekking hebben op de kalenderjaren
die voor dat tijdstip zijn gelegen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

 PAGE    

 PAGE   6