[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32621, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 25 november 2011)

Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D01136, datum: 2011-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z02009:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 25 november 2011)



32 621	Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over
nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad
(Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de
Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met algemene bepalingen over
schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen alsmede met
procedurele bepalingen inzake schadevergoeding bij onrechtmatige
overheidsdaad;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

	Na artikel 4:125 wordt een nieuwe titel ingevoegd, luidende:

TITEL 4.5 NADEELCOMPENSATIE

Artikel 4:126

	1. Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn
publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat
boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in
vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het
bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe.

	2. Schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor
zover:

	a. hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard;

	b. hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen
maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade
hadden kunnen leiden;

	c. de schade anderszins het gevolg is van een omstandigheid die aan de
aanvrager kan worden toegerekend of

	d. de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.

	3. Indien een schadeveroorzakende gebeurtenis als bedoeld in het eerste
lid tevens voordeel voor de benadeelde heeft opgeleverd, wordt dit bij
de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking genomen.

	4. Het bestuursorgaan kan een vergoeding toekennen in andere vorm dan
betaling van een geldsom.

Artikel 4:127

	De aanvraag bevat mede:

	a. een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis;

	b. een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en, voor
zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een
specificatie daarvan.

Artikel 4:128

	1. Bij wettelijk voorschrift kan worden bepaald dat van de aanvrager
een recht van ten hoogste € 500 kan worden geheven voor het in
behandeling nemen van de aanvraag.

	2. Het in het eerste lid bedoelde wettelijk voorschrift kan voor
bestuursorganen van de centrale overheid bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur worden vastgesteld.

Artikel 4:129

	Indien het bestuursorgaan een vergoeding als bedoeld in artikel 4:126
toekent, vergoedt het tevens:

	a. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade;

	b. redelijke kosten ter zake van door een derde beroepsmatig verleende
rechtsbijstand of andere deskundige bijstand bij de vaststelling van de
schade;

	c. indien voor de indiening van de aanvraag een recht is geheven, het
betaalde recht;

	d. de wettelijke rente vanaf de ontvangst van de aanvraag, of indien de
schade op een later tijdstip ontstaat, vanaf dat tijdstip.

Artikel 4:130

	1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken of - indien een
adviescommissie is ingesteld waarvan de voorzitter, dan wel het enig
lid, geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder
verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan - binnen zes maanden na de
ontvangst van de aanvraag, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift
een andere termijn is bepaald.

	2. Het bestuursorgaan kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht
weken of - indien een adviescommissie als bedoeld in het eerste lid is
ingeschakeld - zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk
mededeling gedaan.

	3. Indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen
beroep kan worden ingesteld, kan het bestuursorgaan de beslissing
aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.

Artikel 4:131

	1. Het bestuursorgaan kan de aanvraag afwijzen indien op het tijdstip
van de aanvraag vijf jaren zijn verstreken na aanvang van de dag na die
waarop de benadeelde bekend is geworden zowel met de schade als met het
voor de schadeveroorzakende gebeurtenis verantwoordelijke
bestuursorgaan, en in ieder geval na verloop van twintig jaren nadat de
schade is veroorzaakt.

	2. Indien een aanvraag betrekking heeft op schade veroorzaakt door een
besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, vangt de termijn van vijf
jaren niet aan voordat dit besluit onherroepelijk is geworden.

Aa

	Het opschrift van hoofdstuk 8 komt te luiden:

HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE
BESTUURSRECHTER

B

	Na artikel 8:2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8:2a

	1. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in
artikel 4:126, voor zover de schade is veroorzaakt door een besluit of
andere handeling waartegen geen beroep bij de bestuursrechter kan worden
ingesteld.

	2. Het eerste lid geldt niet, indien:

	a. de schade is veroorzaakt door een handeling ter uitvoering van een
besluit waartegen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld;

	b. dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan
is bepaald, of

	c. een beleidsregel over de vergoeding van de schade is vastgesteld.

C

	Artikel 8:4, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

	1. Aan het slot van onderdeel e wordt de punt vervangen door een komma.

	2. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	f. als bedoeld in artikel 8:2a, tweede lid, onderdeel b,

	g. inzake vergoeding van schade wegens onrechtmatig bestuurshandelen.

Ca

	In artikel 8:6 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde
lid een lid ingevoegd, luidende:

	2. Het beroep tegen een besluit op een aanvraag als bedoeld in artikel
4:126 kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij de schade is
veroorzaakt door een besluit als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de bij
deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak of door een
handeling ter uitvoering van een zodanig besluit. In dat geval kan het
beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter die ingevolge het
desbetreffende hoofdstuk bevoegd is.

D

	De artikelen 8:73 en 8:73a vervallen.

E

	Artikel 8:75a wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. De bestuursrechter stelt de verzoeker zo nodig in de gelegenheid het
verzoek schriftelijk toe te lichten en stelt het bestuursorgaan in de
gelegenheid een verweerschrift in te dienen. Hij stelt hiervoor
termijnen vast. Indien het verzoek mondeling wordt gedaan, kan de
bestuursrechter bepalen dat het toelichten van het verzoek en het voeren
van verweer onmiddellijk mondeling geschieden.

	2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Indien het toelichten van het verzoek en het voeren van verweer
mondeling zijn geschied, sluit de bestuursrechter het onderzoek. In de
overige gevallen zijn de afdelingen 8.2.4 en 8.2.5 van overeenkomstige
toepassing.

F

	Artikel 8:76 komt te luiden:

Artikel 8:76

	Voor zover een uitspraak strekt tot vergoeding van griffierecht,
proceskosten of schade als bedoeld in artikel 8:74, 8:75, 8:75a, 8:82,
vierde lid, 8:87, derde lid, of 8:95 levert zij een executoriale titel
op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd.

G

	Na artikel 8:87 wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 8.4 SCHADEVERGOEDING

Artikel 8:88

	1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een
bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de
belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van:

	a. een onrechtmatig besluit;

	b. een andere onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een
onrechtmatig besluit;

	c. het niet tijdig nemen van een besluit;

	d. een andere onrechtmatige handeling van een bestuursorgaan waarbij
een persoon als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, zijn
nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden belanghebbende zijn.

	2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het besluit van beroep
bij de bestuursrechter is uitgezonderd.

Artikel 8:89

	1. Indien de schade wordt veroorzaakt door een besluit waarover de
Centrale Raad van Beroep of de belastingkamer van de Hoge Raad in enige
of hoogste instantie oordeelt, is de bestuursrechter bij uitsluiting
bevoegd.

	2. In de overige gevallen is de bestuursrechter bevoegd voor zover de
gevraagde vergoeding ten hoogste € 25.000 bedraagt met inbegrip van de
tot aan de dag van het verzoek verschenen rente, en onverminderd het
recht van de belanghebbende om op grond van andere wettelijke bepalingen
schadevergoeding te vragen.

	3. De bestuursrechter is in de gevallen, bedoeld in het tweede lid,
niet bevoegd indien de belanghebbende het verzoek heeft ingediend nadat
hij terzake van de schade een geding bij de burgerlijke rechter
aanhangig heeft gemaakt.

	4. Zolang het verzoek van de belanghebbende bij de bestuursrechter
aanhangig is, verklaart de burgerlijke rechter een vordering tot
vergoeding van de schade niet ontvankelijk.

Artikel 8:90

	1. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de bestuursrechter die
bevoegd is kennis te nemen van het beroep tegen het besluit.

	2. Ten minste acht weken voor het indienen van het in het eerste lid
bedoelde verzoekschrift vraagt de belanghebbende het betrokken
bestuursorgaan schriftelijk om vergoeding van de schade, tenzij dit
redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.

Artikel 8:91

	1. Indien het verzoek wordt gedaan gedurende het beroep of het hoger
beroep tegen het schadeveroorzakende besluit, wordt het ingediend bij de
bestuursrechter waarbij het beroep of het hoger beroep aanhangig is.

	2. In dat geval is artikel 8:90, tweede lid, niet van toepassing.

	3. Indien het verzoek wordt gedaan in hoger beroep beslist de
hogerberoepsrechter op het verzoek, tenzij hij het verzoek naar de
rechtbank verwijst omdat het naar zijn oordeel behandeling door de
rechtbank behoeft.

Artikel 8:92

	1. Het verzoekschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

	a. de naam en het adres van de verzoeker;

	b. de dagtekening;

	c. een aanduiding van de oorzaak van de schade;

	d. een opgave van de aard van de geleden of de te lijden schade en,
voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een
specificatie daarvan;

	e. de gronden van het verzoek.

	2. Bij het verzoekschrift worden zo mogelijk een afschrift van het
schadeveroorzakende besluit waarop het verzoekschrift betrekking heeft, 
en van het verzoek, bedoeld in artikel 8:90, tweede lid, overgelegd.

	3. Artikel 6:5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8:93

	Artikel 310 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is van
overeenkomstige toepassing op verzoeken om schadevergoeding op grond van
deze titel. De verjaringstermijn vangt evenwel niet eerder aan dan de
dag na die waarop:

	a. de vernietiging van het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk
is geworden, of

	b. het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend.

Artikel 8:94

	1. Op het verzoek en de behandeling daarvan zijn de artikelen 6:6,
6:14, 6:15, 6:17, 6:21, 6:24, 8:8 tot en met 8:28, 8:29 tot en met 8:51,
8:52 tot en met 8:55, 8:56 tot en met 8:69, 8:71, 8:74 tot en met 8:80
en 8:81 tot en met 8:87 van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
van overeenkomstige toepassing is indien de schade is veroorzaakt door
een besluit als bedoeld in artikel 26 van die wet.

	2. In afwijking van het eerste lid is bij indiening van het verzoek
overeenkomstig artikel 8:91 geen griffierecht verschuldigd.

Artikel 8:95

	Indien de bestuursrechter het verzoek geheel of gedeeltelijk toewijst,
veroordeelt hij het bestuursorgaan tot vergoeding van schade.

H

	Artikel 8:104, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

	a. Aan het slot van onderdeel a vervalt “en”.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een
komma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. een uitspraak van de rechtbank op een verzoekschrift als bedoeld in
artikel 8:95.

I

	Artikel 8:105 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Het hoger beroep, bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, aanhef en
onder c, wordt ingesteld bij de hogerberoepsrechter die ingevolge het
eerste lid bevoegd is of zou zijn te oordelen over een uitspraak van de
rechtbank omtrent het schadeveroorzakende besluit.

J

	Artikel 8:108 wordt als volgt gewijzigd:

	Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	2.Op het hoger beroep tegen een uitspraak als bedoeld in artikel 8:95
zijn voorts de afdelingen 8.2.2a, 8.2.4a en 8.2.7 en de artikelen 8:28a,
8:70 en 8:72 niet van toepassing.

K

	In artikel 8:118, vierde lid, wordt “Artikel 8:73a” vervangen door:
Artikel 8:75a.

L

	In artikel 10 van bijlage 2 wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd:

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit
betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van
een ander voorschrift, genoemd in artikel 9 of 10 van deze
Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter
uitvoering van een zodanig besluit

M

	In artikel 11 van bijlage 2 wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd:

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit
betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van
een ander voorschrift, genoemd in artikel 11 van deze
Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter
uitvoering van een zodanig besluit

N

	In artikel 12 van bijlage 2 wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd:

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit
betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van
een ander voorschrift, genoemd in artikel 12 van deze
Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter
uitvoering van een zodanig besluit

ARTIKEL II

	De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt gewijzigd als volgt:

A

	In artikel 28, eerste lid, onderdeel a, en derde lid, wordt na
“afdeling 8.2.6” ingevoegd: of artikel 8:104, eerste lid, onderdeel
c.

B

	In artikel 29 wordt “en titel 8.6” vervangen door: en de titels 8.4
en 8.6.

C

	In artikel 29f, derde lid, wordt “8:73a” vervangen door: 8:75a.

ARTIKEL III

	De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Na artikel 72 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 72a

	1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek een bestuursorgaan te
veroordelen tot vergoeding van schade die een vreemdeling lijdt als
gevolg van een onrechtmatige handeling van dit bestuursorgaan ten
aanzien van deze vreemdeling als zodanig.

	2. In afwijking van artikel 8:89, tweede lid, van de Algemene wet
bestuursrecht is de bestuursrechter bij uitsluiting bevoegd.

B

	Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Het eerste lid is niet van toepassing indien hoger beroep wordt
ingesteld tegen een uitspraak als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid,
onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

C

	Na artikel 92 wordt een artikel ingevoegd. luidende:

Artikel 92a

	Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep
tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:104,
eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

D

	Aan artikel 93 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Het tweede lid is niet van toepassing indien hoger beroep wordt
ingesteld tegen een uitspraak als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid,
onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

E

	In artikel 106 wordt na “vrijheidsontneming” telkens ingevoegd: of
-beperking.

ARTIKEL IV

	1. Op schade, veroorzaakt door een besluit dat werd bekendgemaakt of
een handeling die werd verricht voor het tijdstip waarop deze wet voor
dat besluit of die handeling in werking is getreden, blijft het recht
zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.

	2. Op schade, veroorzaakt door een handeling ter uitvoering van een
besluit dat werd bekendgemaakt voor het tijdstip waarop deze wet voor
dat besluit in werking is getreden, blijft het recht zoals dat gold voor
dat tijdstip van toepassing.

	3. Indien het eerste besluit tot uitvoering van een activiteit is
genomen voor het tijdstip waarop deze wet voor dat besluit in werking is
getreden, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip ook van
toepassing op schade, veroorzaakt door latere besluiten of andere
handelingen ter uitvoering van diezelfde activiteit.

ARTIKEL V

	1. Titel 4.5 en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet
van toepassing op schade, veroorzaakt door besluiten of andere
handelingen:

	a. van de Belastingdienst/Toeslagen, of

	b. van andere bestuursorganen voor zover genomen of verricht in het
kader van aan de Belastingdienst opgedragen taken.

	2. In afwijking van artikel IV blijft het recht zoals dat gold voor het
tijdstip waarop deze wet in werking is getreden, van toepassing op
schade veroorzaakt door een besluit of andere handeling als bedoeld in
het eerste lid.

	3. Het eerste en tweede lid gelden niet voor besluiten en andere
handelingen ter uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

	4. Dit artikel vervalt drie jaren na het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij voor het
verstrijken van deze termijn een voorstel van wet is ingediend dat in
het onderwerp van dit artikel voorziet.

ARTIKEL VI

	1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	2. Bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat de onderdelen A en B
van artikel I tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip buiten
toepassing blijven voor de vergoeding van schade waarvoor bij wet of
beleidsregel een andere regeling is getroffen.

ARTIKEL VII

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet nadeelcompensatie en
schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1