33139 Adv RvSt inzake de Wet houdende goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten
Wet houdende goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2012D01284, datum: 2012-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2012Z00447:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-01-17 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-01-24 15:02: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-01-25 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2012-02-01 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-02-23 14:00: Wet houdende goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten - 33139 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-04-25 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-05-24 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-05-30 10:15: Procedurevergadering (o.a. controversieel verklaring) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-06-14 10:14: Hamerstuk: Wet houdende goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten (33139) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W13.11.0436/III 's-Gravenhage, 17 november 2011 Bij Kabinetsmissive van 18 oktober 2011, no.11.002507, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring van een viertal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten, met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel behelst de vereiste goedkeuring bij wet van een viertal ministeriële regelingen die enkele regelingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, binnen een jaar na de transitie hebben gewijzigd. Tevens wordt de Wet publieke gezondheid van toepassing verklaard op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, onder gelijktijdige intrekking van de Wet publieke gezondheid BES. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking met betrekking tot de goedkeuring van de Aanpassingsregeling BES-wetten VWS en de eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Goedkeuring Aanpassingsregeling BES-wetten VWS Met artikel I van het voorstel wordt een viertal ministeriële regelingen goedgekeurd. De Afdeling gaat hierna in op de inhoud van de Aanpassingsregeling BES-wetten VWS (hierna: aanpassingsregeling). Deze aanpassingsregeling wijzigt enkele wetten die voorheen de status van Landsverordening van het land Nederlandse Antillen hadden (hierna: BES-wetten) en die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: Minister van VWS). Tevens bevat deze aanpassingsregeling, in artikel IX, een toevoeging aan de Bijlage bij de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: IBES), bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet. Met de wijziging van die bijlage beoogt de Minister van VWS met terugwerkende kracht alsnog een landsverordening – in de artikelgewijze toelichting aangeduid als: Vergunningslandsverordening - onder de titel Vergunningwet BES toe te voegen aan het wettenbestand, zoals dat op het moment van de transitie onderdeel uitmaakte van de om te zetten regelgeving waarvoor de Minister van VWS verantwoordelijk is. Naast deze toevoeging als zodanig bevat de aanpassingsregeling, in artikel VIII, een aantal wijzigingen van de hiervoor bedoelde Vergunningwet BES. Daarmee wordt de inhoud van de Vergunningslandsverordening qua terminologie aangepast aan de nieuwe staatkundige verhoudingen, aldus de artikelgewijze toelichting. Gezien de door de Minister van VWS in de aanpassingsregeling gebruikte wettelijke grondslag van artikel 20, eerste lid, van de IBES, kan de Vergunningslandsverordening naar het oordeel van de Afdeling op deze wijze niet met terugwerkende kracht worden toegevoegd aan het wettenbestand. Op grond van dat artikel kunnen bij ministeriële regeling binnen het jaar na het tijdstip van transitie - 10 oktober 2010 - BES-wetten worden gewijzigd, voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die wetten of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. In deze bepaling gaat het echter uitsluitend om wetten die voorheen landsverordening waren van het land Nederlandse Antillen. De wetgever heeft voor deze constructie gekozen, opdat op de diverse ministeries tijdig voor de datum van transitie de omvangrijke wetgevingsoperatie afgerond kon worden. Zo nodig konden tot een jaar na de transitie wijzigingen in die wetten worden aangebracht bij ministeriële regeling. Veelal gaat het dan om wijzigingen die voorafgaand aan de transitie niet meer - tijdig - doorgevoerd konden worden. Op grond van artikel 21, eerste lid, van de IBES wordt een dergelijke ministeriële regeling zo spoedig mogelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Staten-Generaal middels een voorstel van wet. Het onderhavige voorstel van wet vloeit derhalve voort uit artikel 21, eerste lid, van de IBES. De Afdeling stelt vast dat artikel 20, eerste lid, van de IBES geen grondslag biedt om bij ministeriële regeling, zoals de thans voorgestelde aanpassingsregeling, ook de IBES, met inbegrip van de daarbij behorende Bijlage, zelf te wijzigen. De IBES is immers een Nederlandse wet die voorheen geen landsverordening is geweest en is derhalve niet een regeling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de IBES. Derhalve kan artikel IX van de aanpassingsregeling niet in aanmerking komen om op de grondslag van artikel 21, eerste lid, van de IBES, door de Staten-Generaal te worden goedgekeurd. Het feit dat daarmee de Vergunningslandsverordening niet langs de thans voorgestelde weg alsnog tot Nederlandse wet kan worden verheven, betekent dat wijziging door de Nederlandse wetgever van de inhoud van de Vergunningslandsverordening pas kan plaatsvinden, nadat deze verordening eerst op geldige wijze de status van Nederlandse wet zal hebben gekregen. Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling allereerst de aanpassingsregeling zodanig te wijzigen dat de artikelen IX (strekkend tot een toevoeging aan tabel A in de Bijlage behorende bij de IBES, zodat deze Bijlage ook de Vergunningwet BES zal bevatten) en VIII (strekkend tot een wijziging van de Vergunningwet BES) vervallen. Vervolgens adviseert zij de tekst van artikel IX van de aanpassingsregeling alsnog op te nemen als een afzonderlijke bepaling in het onderhavige wetsvoorstel. Langs die weg zal het rechtstreeks de formele wetgever zijn die de Vergunningslandsverordening verheft tot Nederlandse wet, de Vergunningwet BES. In aansluiting daarop kan vervolgens, met het opnemen van de inhoud van artikel VIII van de aanpassingsregeling in het onderhavige voorstel, worden bepaald welke wijzigingen al direct in deze Vergunningwet BES worden aangebracht. Om het met de aanpassingsregeling beoogde rechtsregime in stand te houden, adviseert de Afdeling aan de bedoelde wijzigingen van het onderhavige voorstel terugwerkende kracht te verlenen tot en met 10 oktober 2010. 2. Eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid wordt het bestuurscollege verplicht om advies te vragen aan de eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid, voordat algemene besluiten worden genomen die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de publieke gezondheidszorg. Uit de toelichting kan de Afdeling niet afleiden dat elk openbaar lichaam een eigen en daadwerkelijk functionerende Raad voor de Volksgezondheid heeft. Twijfel bij de Afdeling over het bestaan van eilandelijke Raden voor de Volksgezondheid wordt mede ingegeven door de meest recente wijziging van de Wet zorginstellingen BES, waarbij artikel 1 van deze wet zodanig is gewijzigd, dat zowel de eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid als de Raad voor de Volksgezondheid uit de definitiebepaling zijn komen te vervallen. De Afdeling adviseert om de toelichting op dit punt aan te vullen, dan wel het voorstel op dit punt aan te passen aan de feitelijke situatie ter plaatse. 3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De waarnemend vice-president van de Raad van State, (get.) Van Dijk Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W13.11.0436/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. De considerans van de wet wijzigen, nu in de artikelen VII en VIII van dit wetsvoorstel ook de Wet klachtrecht cliënten zorgsector wordt gewijzigd, hetgeen niet een in verband met BES-wetten gerelateerde wijziging is. In het opschrift van artikel I het woord "de" laten vervallen en aan de verschillende onderdelen voorafgaand aan de citeertitels van de ministeriële regelingen het woord "de" toevoegen. In artikel II, onderdeel D, wordt een nieuw hoofdstuk VA ingevoegd in de Wet publieke gezondheid. Voor de plaats van dit hoofdstuk annex de bepaling waarmee de Wet publieke gezondheid van toepassing wordt verklaard in de openbare lichamen, aanwijzing 120a, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar.) in acht nemen. Het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58a, onderdeel p, verletteren tot onderdeel o. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58b de zinsnede "artikel 8, derde lid," laten vervallen nu de Wet publieke gezondheid geen artikel 8, derde lid kent. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58c, eerste lid, de zinsnede "voor dat zij beschikt" vervangen door: voor dat het beschikt. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58f, eerste lid, een komma invoegen na "kan" en "Justitie" en na "beroep" invoegen: doen. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58f, tweede lid, na de zinsnede "bedoeld in het eerste lid" de komma verwijderen. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58i, de zinsnede "is het bepaalde in" vervangen door: zijn. Zie ook aanwijzing 52 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. In het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 58k, negende lid, de zinsnede "het gerecht in eerste aanleg" vervangen door: het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De tekst van artikel VIII redigeren conform Ar. 89a en Ar. 252 : "Indien het bij koninklijk besluit van 7 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende de Wet cliëntenrechten zorg (Kamerstukken 32 402) tot wet wordt verheven…". Stcrt. 2011, nr. 16607 van 16 september 2011. Landsverordening van de 7de februari 1963 houdende regelen betreffende de handel in dranken en spijzen alsmede het verschaffen van huisvesting met bediening tegen vergoeding. Artikel 20, eerste lid, IBES: Regelingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die de status van wet hebben verkregen, kunnen tot een jaar na het tijdstip van transitie bij regeling van Onze Minister wie het aangaat worden gewijzigd voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. Artikel 2, eerste lid, IBES: In de openbare lichamen zijn de doorlopende teksten van de in de bijlage bij deze wet genoemde Nederlands-Antilliaanse regelingen, zoals deze bij besluit van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 oktober 2010 zijn vastgesteld en ter inzage zijn gelegd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling van toepassing overeenkomstig de status die de bijlage vermeldt. De regelingen worden in hun aldus verkregen status aangehaald op de wijze die de bijlage vermeldt. Zie artikel I, onderdeel A, van de Regeling aanpassing Wet zorginstellingen BES (Stcrt. 2011 nr. 17599, 3 oktober 2011). Ar. 120, tweede lid: De bepaling die de toepasselijkheid van een regeling in Bonaire, Sint Eustatius en Saba regelt, wordt bij voorkeur in de inleidende bepalingen van de regeling opgenomen. In regelingen waarvan de werkingssfeer eerst na de totstandkoming van de regeling tot Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt uitgebreid, mag de daartoe strekkende bepaling ook aan het einde van de regeling worden opgenomen, voor de overgangs- en slotartikelen. PAGE PAGE 3 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........