Preview document (🔗 origineel)

---

	 



Aan: 

De heer Martin Schulz 

Voorzitter van het Europees Parlement 

B – 1047 Brussel

België







Plaats en Datum	Den Haag,	 7 februari 2012 

Betreft	Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over Verordening
geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op EU-luchthavens COM (2011)
828

Ons kenmerk	2012Z01904/ 2012D04403









	

Geachte heer Schulz, 

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft, overeenkomstig de daarvoor
vastgestelde procedure, het bovengenoemde voorstel getoetst aan het
beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5
EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de
toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

Met deze brief stel ik u in kennis van het oordeel van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal. Identieke brieven zijn gezonden aan het Europees
Parlement, de Raad en de Nederlandse regering. 

De Kamer is van oordeel dat de noodzaak om de Europese Commissie een
recht op onderzoek toe te kennen op de beslissing van een Lidstaat om
een geluidsgerelateerde exploitatiebeperking op te leggen, onvoldoende
is onderbouwd. De Europese Commissie heeft onvoldoende aangetoond hoe de
mogelijke voordelen van een dergelijk toezicht door de Commissie opwegen
tegen de beperking voor Lidstaten om op grond van nationale
omstandigheden tot een andere afweging van geluidsgerelateerde
exploitatiebeperkingen te komen. 

Daarom komt de Tweede Kamer der Staten-Generaal tot het oordeel dat deze
verordening (COM (2011) 828) strijdig is met het beginsel van
subsidiariteit.

Hoogachtend,

Gerdi A. Verbeet

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

  







Betreft	Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over Verordening
geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op EU-luchthavens COM (2011)
828

Kenmerk	2012Z01904/ 2012D04403



	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  2 



  









Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Lange Poten 4

Den Haag

Postbus 20018

2500 EA Den Haag