[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en enkele andere wetten in verband met herstructurering van het stelsel van cultuursubsidies, het van toepassing verklaren van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen op de cultuurfondsen en enkele technische aanpassingen

Eindtekst

Nummer: 2012D06859, datum: 2012-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z23530:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 februari 2012



	Wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en enkele andere
wetten in verband met herstructurering van het stelsel van
cultuursubsidies, het van toepassing verklaren van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen op de cultuurfondsen en enkele technische
aanpassingen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat wijziging van het
cultuursubsidiestelsel in verband met bezuinigingen op de
cultuurbegroting noodzakelijk is en het van toepassing verklaren van de
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen op de cultuurfondsen wenselijk is;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het specifiek cultuurbeleid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4b vervalt.

B

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd dat luidt:

Artikel 9a

De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op een fonds,
met uitzondering van artikel 22 van die wet, voor zover het besluiten
betreft die het bestuur van een fonds neemt ter uitvoering van de in
artikel 9, eerste lid, bedoelde taak.

ARTIKEL II

De Wet tot behoud van cultuurbezit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14a, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt “artikel 1 onder d van de Monumentenwet”
vervangen door: artikel 1, onder d, van de Monumentenwet 1988.

2. In onderdeel c wordt na “artikel 1” en na “nummers 1˚, 2˚ en
3˚” een komma geplaatst.

B

In artikel 14b, eerste lid, wordt “artikel 2, tweede lid, van
verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 9 december 1992 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (PbEG L.
395)” vervangen door: artikel 2, tweede lid, van verordening (EG) nr.
116/2009 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008
betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (PbEU L. 39).

ARTIKEL III 

De Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer,
uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel 8 komt als volgt te luiden:

Artikel 8

Met het toezicht op de naleving van het bij deze wet bepaalde en met het
daartoe nodige onderzoek zijn belast de inspecteur, bedoeld in artikel
1, onder f, van de Wet tot behoud van cultuurbezit, en de ambtenaren,
bedoeld in artikel 15, eerste lid, van die wet.

B

In artikel 9 wordt “artikel 8, onder a,” vervangen door: artikel 8.

C

Artikel 11 vervalt.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 januari 2011 ingediende
voorstel van wet houdende regels inzake de normering van bezoldigingen
van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Wet
normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector) (Kamerstukken II 2010/11, 32 600), tot wet is of wordt verheven,
wordt bijlage 1, onder Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 24 vervalt.

2. De onderdelen 25 tot en met 29 worden vernummerd tot 24 tot en met
28.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3