[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32840, bijgewerkt t/m nr. 10 (2e NvW d.d. 10 oktober 2012)

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D07150, datum: 2012-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z15197:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 10 (NvW d.d. 10 oktober 2012)



	32 840	Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van
Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de
verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van
huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek
van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van
Strafrecht BES te wijzigen ter verruiming van de mogelijkheden tot
strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke
genitale verminking;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling Advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel 5˚ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	6˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 284, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk.

	2. In het tweede lid wordt “onderdelen 2˚ en 3˚” vervangen door:
onderdelen 2˚, 3˚, 5˚ en 6˚.

B

	De artikelen 5a en 5b komen te luiden:

Artikel 5a

	1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de vreemdeling die in
Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft en zich buiten
Nederland schuldig maakt:

	1˚. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 240b, 242 tot en
met 250 en 273f, voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een
persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan
wel aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met
303, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon
van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet
heeft bereikt; 

	2˚. een terroristisch misdrijf, dan wel een der misdrijven omschreven
in de artikelen 225, derde lid, 311, eerste lid, onder 6°, 312, tweede
lid, onder 5°, alsmede 317, derde lid, jo. 312, tweede lid, onder 5°;

	3˚. aan een der misdrijven omschreven in artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in de artikelen 231, 321, 350 en 416 tot
en met 417bis, en op het feit door de wet van het land waar het begaan
is, straf is gesteld;

	4˚. aan een der misdrijven omschreven in artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in de artikelen 231, 321, 350 en 416 tot
en met 417bis, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van
artikel 20 van het op 16 mei 2005 te Warschau totstandgekomen Verdrag
inzake bestrijding van mensenhandel, indien het feit is gepleegd buiten
de rechtsmacht van enige staat;

	5˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 237;

	6˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 284, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk.

	2. In de gevallen, omschreven in het eerste lid, onderdelen 1°, 2°,
3°, 4° en 6°, kan de vervolging ook plaatshebben, indien de verdachte
eerst na het begaan van het feit een vaste woon- of verblijfplaats in
Nederland heeft gekregen.

Artikel 5b

	De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich schuldig
maakt:

	1˚. aan een der misdrijven omschreven in artikel 273f en in de
artikelen 231, 321, 350 en 416 tot en met 417bis, voor zover het feit
valt onder de omschrijvingen van artikel 20 van het op 16 mei 2005 te
Warschau totstandgekomen Verdrag inzake bestrijding van mensenhandel,
indien het feit is gepleegd tegen een Nederlander;

	2˚. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 240b, 242 tot en
met 250 en 273f, indien het feit is gepleegd tegen een Nederlander of
een vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft
en die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

	3˚. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met
303, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon
van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet
heeft bereikt, indien het feit is gepleegd tegen een Nederlander of een
vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft;

	4˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 284, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk, indien het
feit is gepleegd tegen een Nederlander of een vreemdeling die in
Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft.

C

	In artikel 71, onderdeel 3°, wordt de zinsnede “en 273f dan wel 300
tot en met 303, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een
persoon van het vrouwelijke geslacht en gepleegd ten aanzien van een
persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt”
vervangen door: , 273f en 284, voor zover gepleegd tegen een persoon die
de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan wel in de
artikelen 300 tot en met 303, voor zover het feit oplevert genitale
verminking van een persoon van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd
van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

	

D

	In artikel 284, eerste lid, wordt “ten hoogste negen maanden of
geldboete van de derde categorie” vervangen door: ten hoogste twee
jaren of geldboete van de vierde categorie.

ARTIKEL II

	Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

	In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, wordt na “248e,” ingevoegd:
284, eerste lid,.

ARTIKEL III

	In artikel 310, vierde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt
na “273f” ingevoegd: , 284, voor zover het feit oplevert dwang tot
het aangaan van een huwelijk.  

ARTIKEL IV

	Het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

	In het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel 6˚ door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	7˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 242;

	8˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 297, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk.

B

	Artikel 5a komt te luiden:

Artikel 5a

	1. De strafwet van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
is toepasselijk op de vreemdeling die in de openbare lichamen een vaste
woon- of verblijfplaats heeft en zich buiten de openbare lichamen
schuldig maakt:

	1˚. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 246bis, 248 tot
en met 258 en 286f, voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een
persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan
wel aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 313 tot en met
316, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon
van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet
heeft bereikt;

	2˚. aan een der misdrijven omschreven in 286f, voor zover het feit is
gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaar
heeft bereikt, en in de artikelen 236, 334, 366 en 431 tot en met
432bis, en op het feit door de wet van het land waar het begaan is,
straf is gesteld;

	3˚. aan een der misdrijven omschreven in 286f, voor zover het feit is
gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaar
heeft bereikt, en in de artikelen 236, 334, 366 en 431 tot en met
432bis, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 20
van het op 16 mei 2005 te Warschau totstandgekomen Verdrag inzake
bestrijding van mensenhandel, indien het feit is gepleegd buiten de
rechtsmacht van enige staat;

	4˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 242;

	5˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 297, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk.

	2. In de gevallen, omschreven in het eerste lid, onderdelen 1˚, 2˚,
3˚ en 5˚ kan de vervolging ook plaatshebben, indien de verdachte eerst
na het begaan van het feit een vaste woon- of verblijfplaats in de
openbare lichamen heeft gekregen.

C

	Aan artikel 5b worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	3˚. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 313 tot en met
316, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon
van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet
heeft bereikt, indien het feit is gepleegd tegen een Nederlander of een
vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft;

	4˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 297, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk, indien het
feit is gepleegd tegen een Nederlander of een vreemdeling die in
Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft.

ARTIKEL V

	Artikel I, onderdeel C, en artikel III zijn van toepassing op strafbare
feiten die zijn gepleegd voor de datum van inwerkingtreding van deze
wet.

ARTIKEL VA

	Indien het bij koninklijke boodschap van 8 augustus 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de regeling van de bevrijdende
verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door
strafbare feiten (32 853), tot wet is of wordt verheven, en die wet
eerder in werking is getreden dan wel eerder of gelijktijdig in werking
treedt dan artikel III van deze wet, vervalt artikel III van deze wet.

ARTIKEL VI

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5