Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2012

Naar aanleiding van de brief van de heer F.W. H. van 21 december 2011
die u mij heeft doorgestuurd op 31 januari 2012 (2012Z01353/2012D03096)
merk ik het volgende op.

De heer H. maakt zich zorgen over het feit dat er op Curaçao een school
wordt geopend met Papiaments als instructietaal terwijl er in die taal
geen leerboeken havo/vwo beschikbaar zijn. Hoe de school haar onderwijs
vormgeeft is echter niet aan mij. Daarbij kan ik niet treden in de
besluiten van de regering van Curaçao. 

Wel wijs ik op het volgende. Tot op heden worden in Nederland de
diploma’s van Antilliaanse scholen erkend. Dat zal ook zo zijn met de
diploma’s van de landen Curaçao, Aruba en St. Maarten. Deze
diploma’s geven onder voorwaarden doorstroom rechten en doorstroom
mogelijkheden naar het Nederlands onderwijs. Die voorwaarden betreffen
de structuur en inhoud van de havo- en vwo-opleidingen. Die moeten
vergelijkbaar zijn met de profielen in het Nederlands onderwijs. Verder
toetst het vervolgonderwijs of de kandidaat-student de Nederlandse taal
voldoende beheerst om de opleiding met succes te kunnen volgen en
afronden. Is dat niet zo dan wordt een taalcursus verplicht gesteld.

Naar verwachting zullen de leerlingen van de Skolnan Humanista na
Papiamentu eerder onder deze verplichting komen te vallen tenzij zij
toch de Nederlandse taal naar behoren beheersen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart