[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33200 Adv RvSt inzake Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement voor de bekostiging van het beroepsonderwijs voor deelnemers van 30 jaar en ouder

Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement voor de bekostiging van het beroepsonderwijs voor deelnemers van 30 jaar en ouder

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D11029, datum: 2012-03-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z05103:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W05.11.0486/I	's-Gravenhage, 7 februari 2012

Bij Kabinetsmissive van 16 november 2011, no.11.002724, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie en de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en
beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement
voor de bekostiging van het beroepsonderwijs voor deelnemers van 30 jaar
of ouder, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel beperkt de bekostiging van het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo) voor studenten van 30 jaar of ouder. De
beroepsopleidende leerweg wordt voor hen niet meer bekostigd. Voor de
beroepsbegeleidende leerweg wordt alleen nog een beperkt aantal plaatsen
bekostigd; de bekostiging van die leerplekken loopt deels via een
verhoging van het lesgeld. Via fiscale maatregelen wordt gestimuleerd
dat de werkgever een deel van het lesgeld betaalt.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de complicering van
het fiscale stelsel. Zij is van oordeel dat in verband daarmee
aanpassing van het voorstel wenselijk is.

1.	Fiscale eenvoud

Voor mbo-studenten van 30 jaar en ouder wordt het lesgeld verhoogd naar
€ 1261 per jaar. Het huidige tarief, dat zal blijven gelden voor
mbo-studenten die jonger zijn dan 30 jaar, is € 213 voor niveaus 1 en
2, € 517 voor niveaus 3 en 4. Om te stimuleren dat de werkgever
medeverantwoordelijkheid neemt voor de opleiding, ontvangt de werkgever
die ten minste € 1000 bijdraagt aan het lesgeld een
afdrachtvermindering op de loonbelasting van € 625, bijna de helft
van het totale lesgeld.

De regering heeft op 14 april 2011 in de Fiscale agenda uitgangspunten
gegeven voor een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig
belastingstelsel. Daarin nam zij zich voor om "fiscaal instrumentalisme"
– belastingmaatregelen gericht op nevendoeleinden – zoveel mogelijk
terug te dringen. "Het opeenstapelen van steeds weer nieuwe
belastingsoorten, uitzonderingen en aftrekposten heeft tot een stelsel
geleid dat nog door weinig mensen volledig wordt begrepen. Het vereist
bovendien een uitvoeringsapparaat dat de capaciteit heeft om dat
allemaal uit te voeren. En het geeft mogelijkheden voor fraude," zo
stelde de regering.

De Afdeling onderschrijft de noodzaak om in het mbo te komen tot meer
selectieve aanwending van de beperkte financiële middelen. De Afdeling
maakt evenwel een opmerking over de verruiming van de
afdrachtvermindering loonbelasting voor het beroepsbegeleidend
onderwijs, waarin het wetsvoorstel voorziet. Het inzetten van zo'n
fiscale maatregel voor specifieke beleidsdoeleinden kan aanvaardbaar en
doeltreffend zijn, maar de beleidseffectiviteit, kostenefficiency en
inpassing binnen de fiscale structuur van zulke maatregelen moeten
zorgvuldig worden afgewogen. Daarbij moeten in het bijzonder een
toetsbaar (kwantitatief) beoogd doel en de verwachte effectiviteit
worden vastgelegd. 

In het licht van deze criteria is de Afdeling niet overtuigd van de
noodzaak van de fiscale maatregel. Niet wordt stilgestaan bij
alternatieven die budgettair neutraal uitwerken en eenvoudiger
uitvoerbaar zijn, zoals een beperktere verhoging van het lesgeld in
combinatie met het achterwege laten van de fiscale faciliteit.

De Afdeling adviseert hierop in te gaan en het voorstel zo nodig aan te
passen.

2.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W05.11.0486/I met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

Artikel III (Wet educatie en beroepsonderwijs BES)

In artikel 2.2.2a "bedoeld in het tweede lid" telkens wijzigen in:
bedoeld in artikel 2.2.2, tweede lid.

Artikel IV (Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de
volksverzekeringen)

Het schrappen van artikel 1, tweede lid, onderdeel b, meer specifiek
toelichten.

In artikel 14, eerste lid, onderdeel e, de woorden "met betrekking tot
wie de inhoudingsplichtige recht heeft op de afdrachtvermindering
onderwijs" schrappen. Voorts "artikel 6, vierde lid, van de Les- en
cursusgeldwet" wijzigen in "artikel 6, vierde lid, tweede volzin, van de
Les- en cursusgeldwet" en vervolgens de zinsnede "mits de werknemer 30
jaar of ouder is" schrappen: de leeftijd blijkt uit het feit dat het
hogere tarief wordt betaald, zodat een tweede controle van de leeftijd
niet meer nodig is.

Artikel 16 als volgt redigeren: "Indien het aantal leerlingen waarvoor
het cursusgeldtarief, bedoeld in artikel 6, vierde lid, tweede volzin,
van de Les- en cursusgeldwet, geldt op 1 oktober van het voorafgaande
kalenderjaar groter is dan 47 000, wordt bij het begin van het
kalenderjaar het in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, genoemde bedrag
bij ministeriële regeling gewijzigd. Daartoe wordt 47 000
vermenigvuldigd met € 625 en gedeeld door het aantal leerlingen op 1
oktober van het voorafgaande kalenderjaar. De uitkomst wordt zo nodig
afgerond."

Overig

De artikelen VII en VIII, tweede lid, opnemen in de Wet vermindering
afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (aanwijzing
165a van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

 	Voorgestelde artikelen 14, eerste lid, onderdeel e, en 5, eerste lid,
onderdeel d, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie
voor de volksverzekeringen.

 	Kamerstukken II 2010/11, 32 740, nr. 1 herdruk, blz. 4-6.

 	Bij voorbeeld: Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 4, punt 1b;
33 003, nr. 4, punt 1d.

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........