[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met implementatie van de Richtlijn 2008/104/EG van het Europese Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid

Eindtekst

Nummer: 2012D12296, datum: 2012-03-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z17919:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

6 maart 2012



	Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de
Wet op de ondernemingsraden in verband met implementatie van de
Richtlijn 2008/104/EG van het Europese Parlement en de Raad van 19
november 2008 betreffende uitzendarbeid







VOORSTEL VAN WET



	

	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat gelet op Richtlijn
2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid (PbEU 2008, L 327), het
noodzakelijk is wijzigingen aan te brengen in de Wet allocatie
arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de ondernemingsraden ter
implementatie van deze richtlijn;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Gelijke behandeling

1. De ter beschikking gestelde arbeidskracht heeft recht op ten minste
dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke gelden voor werknemers
werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de
onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt:

a. met betrekking tot het loon en overige vergoedingen;

b. op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of andere niet
wettelijke bepalingen van algemene strekking die van kracht zijn binnen
de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, met
betrekking tot de arbeidstijden, daaronder begrepen overwerk,
rusttijden, arbeid in nachtdienst, pauzes, de duur van vakantie en het
werken op feestdagen.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot:

a. de voorschriften ter bescherming van zwangere werknemers, van
werknemers die een borstkind voeden, kinderen en jeugdige werknemers en
ter bevordering van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen; en 

b. de maatregelen ter bestrijding van discriminatie op grond van
geslacht, ras, godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd of
hetero- of homoseksuele gerichtheid, 

die gelden op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of andere
niet wettelijke bepalingen van algemene strekking die van kracht zijn
binnen de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt.

3. Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden afgeweken van het
eerste en tweede lid, mits:

a. indien de periode gedurende welke wordt afgeweken in duur is beperkt,
die overeenkomst voorziet in een regeling op grond waarvan misbruik door
elkaar opvolgende perioden van terbeschikkingstelling wordt voorkomen;
en

b. indien het een collectieve overeenkomst betreft die van toepassing is
op de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, die
overeenkomst bepalingen bevat op grond waarvan een werkgever zich ervan
moet verzekeren dat de aan zijn onderneming ter beschikking gestelde
arbeidskrachten de arbeid verrichten tegen de arbeidsvoorwaarden,
genoemd in het eerste lid, die voor deze arbeidskrachten bij die
overeenkomst zijn voorgeschreven.

B

Na artikel 8 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8a. Toegang tot bedrijfsvoorzieningen of diensten in de
inlenende onderneming

Degene aan wie arbeidskrachten ter beschikking zijn gesteld, zorgt er
voor dat de aan hem ter beschikking gestelde arbeidskrachten gelijke
toegang hebben tot de bedrijfsvoorzieningen of diensten in zijn
onderneming, met name kantines, kinderopvang- en vervoersfaciliteiten,
als de werknemers, die in dienst van zijn onderneming werkzaam zijn in
gelijke of gelijkwaardige functies, tenzij het verschil in behandeling
om objectieve redenen gerechtvaardigd is.

Artikel 8b. Vacaturemelding

Degene aan wie arbeidskrachten ter beschikking zijn gesteld, zorgt er
voor dat binnen zijn onderneming ontstane vacatures tijdig en duidelijk
ter kennis worden gebracht aan de hem ter beschikking gestelde
arbeidskrachten, opdat zij dezelfde kansen op een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd hebben als de werknemers van die onderneming.

C

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a. Belemmeringsverbod

1. Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt legt geen
belemmeringen in de weg voor de totstandkoming van een
arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de
ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter
beschikking is gesteld. 

2. Elk beding in strijd met het eerste lid is nietig, met uitzondering
van een beding op grond waarvan door degene aan wie de arbeidskracht ter
beschikking is gesteld een redelijke vergoeding verschuldigd is aan
degene die de arbeidskracht ter beschikking heeft gesteld voor de door
deze verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling,
werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht. 

ARTIKEL II

Aan artikel 31b van de Wet op de ondernemingsraden wordt een lid
toegevoegd, luidende: 

3. De ondernemer verstrekt, mede ten behoeve van de bespreking van de
algemene gang van zaken van de onderneming, tevens ten minste éénmaal
per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk algemene gegevens inzake
de op grond van een uitzendovereenkomst in de onderneming werkzame
personen en doet daarbij tevens mondeling of schriftelijk mededeling ten
aanzien van de te verwachten ontwikkelingen wat betreft het aantal op
basis van een uitzendovereenkomst werkzame personen in het komende jaar.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3