33222 Adv RvSt inzake Intrekking van de Wet op de Raad voor de Wadden en de Wet op het Waddenfonds
Intrekking van de Wet op de Raad voor de Wadden en de Wet op het Waddenfonds
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2012D14898, datum: 2012-04-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2012Z06734:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-04-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-04-10 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-04-11 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-15 12:00: Intrekking van de Wet op de Raad voor de Wadden en de Wet op het Waddenfonds (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-30 10:00: Procedurevergadering Infrastructuur en Milieu (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-06-27 11:30: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-07-04 12:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-11-21 10:30: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-02-13 21:45: Intrekking Wet Raad voor de Wadden en de Wet op het Waddenfonds (33 222) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2013-02-26 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W14.11.0535/IV 's-Gravenhage, 1 maart 2012 Bij Kabinetsmissive van 27 december 2011, no.11.003133, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot intrekking van de Wet op de Raad voor de Wadden en van de Wet op het Waddenfonds, met memorie van toelichting. Om de bestuurlijke organisatie van het Waddengebied te vereenvoudigen, regelt het voorstel de opheffing van de Raad voor de Wadden. Daarnaast regelt het voorstel de decentralisatie van het Waddenfonds naar de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen. 1. Advisering aan waddenprovincies en - gemeenten Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Wet op de Raad voor de Wadden heeft de Raad voor de Wadden de bevoegdheid op verzoek of uit eigen beweging de bij het Waddengebied betrokken provincies en gemeenten te adviseren over aangelegenheden met betrekking tot het Waddengebied. Volgens de toelichting zal de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI) voortaan de regering of de Staten-Generaal adviseren over aangelegenheden van algemeen belang betreffende het Waddengebied en kan de RLI ook de waddenprovincies en –gemeenten van advies dienen. De Afdeling merkt op dat ingevolge de Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur de RLI tot taak heeft de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over strategische vraagstukken inzake de duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. Aan de RLI is destijds geen bevoegdheid toegekend tot het uitbrengen van adviezen aan provincies en gemeenten. De Afdeling adviseert in de toelichting op het bovenstaande in te gaan en daarbij aan te geven waarom een wettelijke regeling van de bevoegdheid tot het uitbrengen van adviezen aan provincies en gemeenten niet noodzakelijk wordt geacht. 2. Instelling Regiecollege Waddengebied In de toelichting staat dat het huidige Regionaal College Waddengebied zal worden omgevormd tot een Regiecollege Waddengebied. In dit college vindt voortaan afstemming plaats over beleid, beheer en investeringen van de betrokken partijen met betrekking tot het waddengebied. De Afdeling merkt op dat uit de toelichting niet blijkt wat de juridische status van dit college is, door wie het wordt ingesteld en over welke bevoegdheden het college al dan niet gaat beschikken. Gezien de doelstelling van vereenvoudiging van de bestuurlijke organisatie van het Waddengebied acht de Afdeling duidelijkheid op dit punt gewenst. De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 3. Financiële gevolgen Artikel 2, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet (Fv-wet) vereist dat in de toelichting met redenen omkleed en met kwantitatieve gegevens gestaafd wordt, welke de financiële gevolgen zijn van een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door provincies of gemeenten. Ook op grond van de Bestuursafspraken 2011-2015 dient "het Rijk bij beleidsvoornemens die relevant zijn voor provincies en gemeenten inzicht te geven in de financiële consequenties (art. 2 Fv-wet)". De Afdeling merkt op dat in de toelichting niet wordt aangegeven welke de financiële gevolgen zijn van de voorgestelde wijziging in de taken van de waddenprovincies. Uit de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van I&M van 8 februari 2011 blijkt dat het Waddenfonds volledig wordt overgedragen aan de provincies, rekening houdend met de in het regeerakkoord afgesproken efficiencykorting van 5 miljoen euro per jaar. De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 4. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W14.11.0535/IV met een redactionele kanttekening die de Afdeling in overweging geeft. In artikel IV de zinsnede ", waarbij (…) 1 januari 2012" vervangen door: en kan terugwerken tot en met 1 januari 2012 (in lijn met de toelichting, § 3. Decentralisatie Waddenfonds en aanwijzing 168 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Memorie van toelichting, paragraaf 2.1 De Raad voor de Wadden. Zie artikel 2 van de Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Stb. 2012, 35). Memorie van toelichting, § 2. Bestuurlijke organisatie Waddengebied. Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1, afspraak nr. 5, van de 'Bestuursafspraken 2011-2015'; bijlage bij de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 september 2011, Kamerstukken II 2010/11, 29 544, nr. 336. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 XII, nr. 64, blz. 1. Het fonds bedraagt per 1 januari 2012 € 493 miljoen, waarvan ieder jaar € 33,9 miljoen beschikbaar komt (Kamerstukken II 2011/12, 29 684, nr. 102, blz. 2). Gezien de looptijd van het Waddenfonds tot 2026 behelst de efficiencykorting in totaal € 75 miljoen. PAGE PAGE 2 PAGE 2 W14.11.0535 c.a. staatsraden AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........