[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de brief van de heer M. van D. te V. over de stijgende kosten van de zorg

Brief regering

Nummer: 2012D15941, datum: 2012-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z07514:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2012

In reactie op de brief van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport van 13 december 2011, kenmerk 2011Z23550/2011D61487,
inzake een ingekomen brief van de heer M. van D. te V. over de stijgende
kosten van de zorg, bericht ik u het volgende.

De heer Van D. toont zich bezorgd om de stijging van de kosten van de
gezondheidszorg en de toegang tot goede zorg voor iedereen. Hij maakt
duidelijk geen vertrouwen te hebben in zorgverzekeraars als de partij
waaraan we de besturing van onze gezondheidszorg over kunnen laten. De
heer Van D. pleit voor onderzoek naar een systeem zonder
zorgverzekeraars, dat goedkopere gezondheidszorg levert met behoud van
kwaliteit, toegankelijkheid en transparantie.

Ik ben er, anders dan de heer Van D., niet van overtuigd dat het model
met verzekeraars niet werkt. Recent (12 maart jl.) is mij in een
interview met het dagblad Trouw gevraagd of ik bereid was het stelsel
terug te draaien als over enkele jaren zou blijken dat het niet werkt.
Mijn antwoord luidde: “Terugdraaien waarnaar? Toch niet naar het oude
stelsel met de lange wachtlijsten, gebrek aan vernieuwing en gebrek aan
patiëntvriendelijkheid? Terug naar de budgettering, sturing door de
overheid? Dat hebben we niet voor niets afgeschaft”. 

We hebben in Nederland een zeer lange historie met zorgverzekeraars als
financiers van de zorg. In 2006 hebben we daaraan een impuls gegeven met
de Zorgverzekeringswet. Die wet maakte een einde aan de lappendeken die
ons verzekeringsstelsel tot dan toe kenmerkte. Door het wegvallen van
het onderscheid tussen ‘Ziekenfonds’ en ‘Particulier’ zijn alle
verzekeraars nu onderworpen aan dezelfde spelregels. Die spelregels
bieden aan de ene kant sociale waarborgen waardoor iedereen toegang
heeft tot betaalbare en goede zorg; ze bieden aan de andere kant ruimte
voor ondernemerschap en concurrentie. 

Doordat verzekeraars verplicht zijn iedereen te accepteren zijn ze
gedwongen om hun ondernemerschap in te zetten voor het inkopen van zorg
met een goede kwaliteit/prijsverhouding. Zo wordt de concurrentie tussen
verzekeraars doorvertaald naar concurrentie tussen aanbieders. Op die
manier kan de toegang tot de zorg met een door de vraag gestuurd systeem
worden gewaarborgd en kunnen de premies betaalbaar gehouden worden. 

Dit jaar zijn nieuwe maatregelen genomen om verzekeraars en aanbieders
nog sterker aan te zetten tot het contracteren van zorg. Verzekeraars
zijn meer risicodragend geworden en door de uitbreiding van
prestatiefinanciering geldt dat ook voor de ziekenhuizen. De komende
tijd zullen ongetwijfeld ook aanpassingen komen in de eerstelijnszorg,
de sector waarin de heer Van D. als huisarts zelf actief is. De grootste
uitdagingen zijn daar hoe het toenemend aantal chronisch zieken kan
worden opgevangen en hoe de substitutie van ziekenhuiszorg naar de
eerste lijn verder gestalte kan krijgen.

De heer Van D. pleit voor onderzoek naar de werking van het zorgstelsel.
Wat dat betreft kon de timing van zijn brief niet beter zijn. Op dit
moment worden diverse studies verricht naar de houdbaarheid van ons
zorgstelsel. De Sociaal Economische Raad buigt zich bijvoorbeeld over de
kostenbeheersing op de langere termijn. Het rapport verschijnt in het
voorjaar van 2013. Ook het Centraal Planbureau en de OESO verrichten
momenteel studies naar de betaalbaarheid en houdbaarheid. 

Samengevat is de richting waarin ik koers niet die van de heer Van D..
Niettemin heb ik nog eens willen toelichten wat de uitgangspunten van
het huidige beleid zijn. 

Tot slot bied ik mijn verontschuldiging aan voor de vertraging die
helaas in de beantwoording van uw brief is ontstaan. 

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers