[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33162, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 27 april 2012)

Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met een andere vormgeving van de exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet en het regelen van overgangsrecht voor de situatie van opzegging of wijziging van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D19605, datum: 2012-04-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z01719:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (Nota van Wijziging d.d. 27 april 2012)



	33 162	Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met een
andere vormgeving van de exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet
en het regelen van overgangsrecht voor de situatie van opzegging of
wijziging van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de export
van sociale voorzieningen naar het buitenland zo veel mogelijk te
beperken en met het oog daarop de bestaande exportbeperking in de
Algemene Kinderbijslagwet anders vorm te geven alsmede om overgangsrecht
te regelen voor de situatie dat Nederland overgaat tot opzegging van een
verdrag of de voorlopige toepassing van een verdrag beƫindigt, of een
verdrag wordt gewijzigd;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET 

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7b komt te luiden:

Artikel 7b

1. Geen recht op kinderbijslag heeft de verzekerde ten behoeve van het
kind, indien dat kind op de eerste dag van een kalenderkwartaal niet in
Nederland woont.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien dat kind op de eerste
dag van een kalenderkwartaal woont in een land waarin ten behoeve van
hem op grond van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees
Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coƶrdinatie van
de socialezekerheidsstelsels (PbEU L 166) recht op kinderbijslag
bestaat.

3. Het eerste lid is niet van toepassing indien het kind op de eerste
dag van een kalenderkwartaal niet in Nederland woont doch langer dan
drie maanden onafgebroken in Nederland verblijft.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald
dat ten behoeve van het kind dat op de eerste dag van een
kalenderkwartaal niet in Nederland woont, recht bestaat op kinderbijslag
voor:

a. de verzekerde, die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en
niet in Nederland woont;

b. de verzekerde, die in Aruba, CuraƧao, Sint Maarten of in de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont; of

c. de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde verzekerde.

B

Na artikel 41b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 41c 

1. Op de persoon die op grond van een verdrag, de voorlopige toepassing
van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie in
afwijking van artikel 7b recht heeft op kinderbijslag en wiens recht op
kinderbijslag uitsluitend zou eindigen als gevolg van de opzegging of
wijziging van dat verdrag, de beƫindiging van de voorlopige toepassing
van dat verdrag dan wel de beƫindiging van een daarmee gelijk te
stellen situatie, blijft artikel 7b gedurende de eerste twee
kalenderkwartalen vanaf de buitenwerkingtreding van het verdrag, de
inwerkingtreding van de desbetreffende wijziging respectievelijk de
beƫindiging van de voorlopige toepassing of de beƫindiging van de
daarmee gelijkt te stellen situatie buiten toepassing.

2. Het eerste lid blijft van toepassing zolang het kind op de eerste dag
van de in dat lid bedoelde kalenderkwartalen woont in hetzelfde land als
waar hij op de eerste dag van het daaraan voorafgaande kalenderkwartaal
woonde en de verzekerde blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor
het recht op kinderbijslag.

3. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid zodanig is
gewijzigd dat niet langer in afwijking van artikel 7b recht op
kinderbijslag kan bestaan, een verdrag als bedoeld in het eerste lid
buitenwerking is getreden als gevolg van opzegging dan wel de voorlopige
toepassing van een verdrag of een daarmee gelijk te stellen situatie als
bedoeld in het eerste lid is beƫindigd. 

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE OUDERDOMSWET

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€œ1.ā€ geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid blijft van toepassing zolang de pensioengerechtigde
blijft wonen in hetzelfde land als het land waar hij op 19 december 2005
woonde en blijft voldoen aan de voorwaarden voor het recht op
ouderdomspensioen.

B

Na artikel 62 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 62a 

1. De artikelen 8a, eerste lid, en 9a, eerste lid, zijn niet van
toepassing op de pensioengerechtigde, op wie die artikelen als gevolg
van de opzegging van een verdrag, de beƫindiging van de voorlopige
toepassing van een verdrag dan wel de beƫindiging van een daarmee
gelijk te stellen situatie van toepassing zouden worden, zolang de
pensioengerechtigde blijft wonen in hetzelfde land als het land waar hij
op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging
respectievelijk op de dag voor de beƫindiging woonde en blijft voldoen
aan de voorwaarden voor het recht op ouderdomspensioen.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€œ1.ā€ geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid blijft van toepassing zolang deze persoon blijft wonen
in hetzelfde land als het land waar hij op 19 december 2005 woonde en
blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op
nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering dan wel wezenuitkering.

B

Na artikel 68 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 68a 

1. Hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 9, is niet van toepassing op de
persoon op wie die paragraaf als gevolg van de opzegging van een
verdrag, beƫindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan
wel de beƫindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie van
toepassing zou worden, zolang deze persoon blijft wonen in hetzelfde
land als het land waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als
gevolg van die opzegging respectievelijk op de dag voor de beƫindiging
woonde en blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op
nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering dan wel wezenuitkering. 

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel 91a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€œ1.ā€ geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid blijft van toepassing zolang deze persoon blijft wonen
in hetzelfde land als het land waar hij op 19 december 2005 woonde en
blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op
arbeidsongeschiktheidsuitkering.

B

Na artikel 91h wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 91i

1. De artikelen 20, 43b en 47a, zijn niet van toepassing op de persoon
op wie die artikelen als gevolg van de opzegging van een verdrag, de
beƫindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de
beƫindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie van toepassing
zouden worden, zolang deze persoon blijft wonen in hetzelfde land als
waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die
opzegging respectievelijk op de dag voor de beƫindiging woonde en
blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
ZELFSTANDIGEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel 101b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€œ1.ā€ geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid blijft van toepassing zolang deze persoon blijft wonen
in hetzelfde land als het land waar hij op 19 december 2005 woonde en
blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op
arbeidsongeschiktheidsuitkering.

B

Na artikel 101f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 101g. Overgangsrecht in verband met opzegging of beƫindiging
voorlopige toepassing verdragen

1. De artikelen 7a, 19a en 21a, zijn niet van toepassing op de persoon
op wie die artikelen als gevolg van de opzegging van een verdrag, de
beƫindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de
beƫindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie van toepassing
zouden worden, zolang deze persoon blijft wonen in hetzelfde land als
waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die
opzegging respectievelijk op de dag voor de beƫindiging woonde en
blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

Na artikel 133f van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt
een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 133g. Overgangsrecht in verband met opzegging of beƫindiging
voorlopige toepassing verdragen

1. Artikel 43, onderdeel f, is niet van toepassing op de persoon op wie
dat artikel als gevolg van de opzegging van een verdrag, de beƫindiging
van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de beƫindiging van
een daarmee gelijk te stellen situatie van toepassing zou worden, zolang
deze persoon blijft wonen in hetzelfde land als waar hij op de dag voor
buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging respectievelijk op de
dag voor de beƫindiging woonde en blijft voldoen aan de overige
voorwaarden voor het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een
WGA-uitkering.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL VII. WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

Na artikel 87b van de Ziektewet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 87c

1. Artikel 19a is niet van toepassing op de persoon op wie dat artikel
als gevolg van de opzegging van een verdrag, de beƫindiging van de
voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de beƫindiging van een
daarmee gelijk te stellen situatie van toepassing zou worden, zolang
deze persoon blijft wonen in hetzelfde land als waar hij op de dag voor
buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging respectievelijk op de
dag voor de beƫindiging woonde en blijft voldoen aan de overige
voorwaarden voor het recht op ziekengeld.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL VIII. WIJZIGING VAN DE TOESLAGENWET

Na artikel 44c van de Toeslagenwet wordt een artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 44d 

1. Aan de persoon op wie artikel 4a van toepassing wordt als gevolg van
de opzegging van een verdrag, de beƫindiging van de voorlopige
toepassing van een verdrag dan wel de beƫindiging van een daarmee
gelijk te stellen situatie, wordt, zolang deze persoon blijft wonen in
hetzelfde land als waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als
gevolg van die opzegging respectievelijk op de dag voor de beƫindiging
woonde en blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op
toeslag, in afwijking van artikel 4a:

1Ā°. vanaf de datum van die opzegging of beĆ«indiging tot en met een
jaar na het tijdstip hiervan het bedrag uitbetaald waarop recht zou
bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen;

2Ā°. gedurende het tweede jaar na de datum van die opzegging of
beƫindiging twee derden van het bedrag uitbetaald waarop recht zou
bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen; en

3Ā°. gedurende het derde jaar na de datum van die opzegging of
beƫindiging een derde van het bedrag uitbetaald waarop recht zou
bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen.

2. Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land, met inbegrip van
de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste lid buitenwerking
is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een
daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste lid is
beƫindigd. 

ARTIKEL IX. INWERKINGTREDING

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen
terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor
verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1