33186, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 1 mei 2012)
Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2012D19649, datum: 2012-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2012Z03502:
- Indiener: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Medeindiener: J.W.E. Spies, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-02-28 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-03-06 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-03-29 12:00: Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (33186) (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-05-29 16:00: Procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-06-05 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-06-07 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-09-26 16:00: Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (33186) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2012-10-02 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (Nota van Wijziging d.d. 1 mei 2012) 33 186 Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het toezicht op markten te stroomlijnen ter bevordering van de kwaliteit van het toezicht en de bescherming van het belang van de consument, en daarom regels te stellen die het toezicht zoveel mogelijk onderbrengen bij Ć©Ć©n onafhankelijke toezichthouder; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid; - Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. HOOFDSTUK 2. DE AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT Artikel 2 1. Er is een Autoriteit Consument en Markt. 2. De Autoriteit Consument en Markt is belast met de taken die haar bij of krachtens de wet zijn opgedragen. Artikel 3 1. De Autoriteit Consument en Markt bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden, onder wie de voorzitter. 2. Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de Autoriteit Consument en Markt alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. 3. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van zeven jaar en de overige leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De voorzitter en de overige leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor eenzelfde periode. 4. In het geval van een vacature vormen de overblijvende leden voor een periode van ten hoogste negen maanden nadat de vacature is ontstaan de Autoriteit Consument en Markt, met de bevoegdheden van de voltallige Autoriteit Consument en Markt. 5. Onverminderd artikel 13, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen heeft een lid geen financiĆ«le of andere belangen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn. 6. Onverminderd artikel 12 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen maakt Onze Minister een besluit tot ontslag bekend door kennisgeving van de zakelijke inhoud van dat besluit in de Staatscourant. De redenen van het ontslag worden in die kennisgeving openbaar gemaakt indien de betrokkene daarom verzoekt. Artikel 4 1. De Autoriteit Consument en Markt stelt een bestuursreglement vast. 2. De Autoriteit Consument en Markt maakt het bestuursreglement na de goedkeuring, bedoeld in artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, bekend in de Staatscourant. Artikel 5 1. Onze Minister stelt ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde taken, personeel ter beschikking van de Autoriteit Consument en Markt. 2. De Autoriteit Consument en Markt stelt een mandaatregeling op ten aanzien van de bevoegdheden van het personeel. 3. De mandaatregeling behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Onze Minister onthoudt zijn goedkeuring indien de mandaatregeling naar zijn oordeel een goede taakuitoefening door de Autoriteit Consument en Markt kan belemmeren. De mandaatregeling wordt na goedkeuring door de Autoriteit Consument en Markt bekendgemaakt in de Staatscourant. 4. Indien Onze Minister van oordeel is dat de mandaatregeling een goede taakuitoefening belemmert, kan hij de Autoriteit Consument en Markt verzoeken de mandaatregeling te wijzigen. 5. Indien de Autoriteit Consument en Markt binnen dertien weken geen gevolg heeft gegeven aan een verzoek als bedoeld in het vierde lid kan Onze Minister de Autoriteit Consument en Markt opdragen de mandaatregeling op een door hem gewenste wijze aan te passen. Artikel 6 1. Onverminderd artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bevat het jaarverslag een globale beschrijving van de ontwikkeling van de markt in de postsector en de telecommunicatiesector. 2. Bij de toepassing van artikel 18, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen wordt het jaarverslag mede gezonden aan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. 3. Onze Minister zendt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen omtrent het jaarverslag, alsmede de bevindingen van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Artikel 7 1. Gegevens of inlichtingen welke in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 2, tweede lid, zijn verkregen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van die taak of enige andere taak als bedoeld in artikel 2, tweede lid. 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover een wettelijk voorschrift het gebruik van verkregen gegevens of inlichtingen regelt. 3. In afwijking van het eerste lid is de Autoriteit Consument en Markt bevoegd gegevens of inlichtingen te verstrekken aan: a. een bestuursorgaan, dienst, toezichthouder en andere persoon, belast met de opsporing van strafbare feiten, onderscheidenlijk het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften, indien bij regeling van Onze Minister is bepaald dat verstrekking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een aan dat bestuursorgaan, die dienst, die toezichthouder of die andere persoon opgedragen taak, b. een buitenlandse instelling, indien het gaat om gegevens of inlichtingen die van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van die buitenlandse instelling en die buitenlandse instelling op grond van nationale wettelijke regels is belast met de toepassing van regels op dezelfde gebieden als waarop de taken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, betrekking hebben, of c. degene op wie de gegevens of inlichtingen betrekking hebben voor zover deze gegevens of inlichtingen door of namens hem zijn verstrekt. 4. Verstrekking aan een bestuursorgaan, dienst, toezichthouder of andere persoon als bedoeld in het derde lid, onder a, of aan een in het derde lid, onder b, bedoelde buitenlandse instelling vindt uitsluitend plaats indien: a. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd, en b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt. Artikel 8 Onze Minister kan nadere regels vaststellen over de in artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bedoelde verstrekking van gegevens of inlichtingen van de Autoriteit Consument en Markt aan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en nadere regels over de verstrekking van gegevens of inlichtingen door Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu aan de Autoriteit Consument en Markt. Artikel 9 1. Onze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu onthouden zich van instructies die op een individuele zaak betrekking hebben. 2. De leden en het personeel van de Autoriteit Consument en Markt verlangen of ontvangen geen instructies die op een individuele zaak betrekking hebben. Artikel 10 1. In afwijking van artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen kan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu een besluit van de Autoriteit Consument en Markt uitsluitend vernietigen indien het een besluit van algemene strekking betreft en de vernietiging geschiedt wegens onbevoegdheid van de Autoriteit Consument en Markt. 2. Artikel 10:35 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Artikel 11 Indien de Autoriteit Consument en Markt bij werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van een wet die valt onder de verantwoordelijkheid van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu haar taak ernstig verwaarloost, treft Onze Minister de in artikel 23, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bedoelde voorzieningen na overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. Artikel 12 Onze Minister stelt het verslag, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, op na overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. HOOFDSTUK 3. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN Artikel 13 De Aanbestedingswet 20.. wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1.1 vervalt de begripsomschrijving van āraadā en wordt in de alfabetische rangorde de volgende begripsomschrijving ingevoegd: Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 4.7, 4.20, 4.21, 4.22 en 4.23 wordt āraadā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 4.24 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 14 De Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1.1 vervalt de begripsomschrijving van āraadā en wordt in de alfabetische rangorde de volgende begripsomschrijving ingevoegd: Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 3.7, 3.8, 3.9 en 3.10 wordt āraadā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 3.11 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 15 De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 8:45a wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. 2. In het tweede tot en met vierde lid wordt āraad van bestuurā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. B Artikel 8:60a wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. 2. In het tweede lid wordt āraad van bestuurā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 4 van bijlage 2 wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. D In bijlage 1 en de artikelen 4, 7 en 11 van bijlage 2 wordt āhet college, genoemd in artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteitā telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. Artikel 16 In artikel 305d van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt āConsumentenautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 17 De Dienstenwet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt de begripsomschrijving van Consumentenautoriteit en wordt in de alfabetische rangorde de volgende begripsomschrijving ingevoegd: Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 6, 18, 24, 26 en 27, wordt āConsumentenautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 18 In artikel 48, vierde lid, van de Drinkwaterwet wordt āde Nederlandse mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswetā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Artikel 19 De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden: e. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In alle onderdelen waarin de zinsnede āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā voorkomt wordt die zinsnede telkens vervangen door: āAutoriteit Consument en Marktā. C Artikel 5c, eerste lid, komt te luiden: 1. Onverminderd de verplichting tot het opstellen van een jaarverslag, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, brengt de Autoriteit Consument en Markt jaarlijks verslag uit over de uitvoering van haar taken, bedoeld in artikel 5, eerste lid. Het verslag bevat een overzicht van de behaalde resultaten en genomen maatregelen. D De artikelen 6 en 7, derde, vierde en vijfde lid, vervallen. E In artikel 80 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. F In de artikelen 5b, 7, 22, eerste lid, 36, 39, 41c, 41e, 51, 77h en 95b, derde lid, wordt āhijā telkens vervangen door: zij. G In de artikelen 7, tweede lid, 16, twaalfde lid, tweede volzin, 32, tweede lid, 37a, 56, eerste lid, en 77h, wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. H In de artikelen 5, 7 en 26 wordt āhemā telkens vervangen door: haar. Artikel 20 De Gaswet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, eerste lid, onderdeel r, komt te luiden: r. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In alle onderdelen waarin de zinsnede āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā voorkomt wordt die zinsnede telkens vervangen door: āAutoriteit Consument en Marktā. C Artikel 1e, eerste lid, komt te luiden: 1. Onverminderd de verplichting tot het opstellen van een jaarverslag, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, brengt de Autoriteit Consument en Markt jaarlijks verslag uit over de uitvoering van haar taken, bedoeld in artikel 1a, eerste lid. Het verslag bevat een overzicht van de behaalde resultaten en genomen maatregelen. D De artikelen 1f en 1g, derde, vierde en vijfde lid, vervallen. E Artikel 1h wordt gewijzigd als volgt: 1. Onder vernummering van het tweede lid tot vijfde lid worden drie leden ingevoegd, luidende: 2. Gegevens of inlichtingen omtrent een gasbedrijf, een gasbeurs, een netgebruiker of een afnemer, welke door Onze Minister in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet of verordening 715/2009 zijn verkregen, mogen uitsluitend voor de toepassing van deze wet, verordening 715/2009, verordening 713/2009, de Mededingingswet, de Elektriciteitswet 1998, de Warmtewet en de artikelen 4.4 en 4.5 van de Wet handhaving consumentenbescherming worden gebruikt. 3. In afwijking van het tweede lid is Onze Minister bevoegd bescheiden, gegevens of inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, te verstrekken aan: a. een buitenlandse instelling, die op grond van nationale wettelijke regels is belast met de toepassing van de regels op het gebied van gas, voor zover die bescheiden, gegevens en inlichtingen van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van die instelling; b. een bestuursorgaan dat op grond van deze wet of van een andere wettelijke regeling dan deze wet is belast met taken die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied van gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van dat bestuursorgaan; c. het Agentschap, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van het Agentschap. 4. Op basis van het derde lid kunnen uitsluitend bescheiden, gegevens of inlichtingen worden verstrekt indien: a. de geheimhouding van de bescheiden, gegevens of inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd, en b. voldoende is gewaarborgd dat de bescheiden, gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt. 2. In het vijfde lid wordt āartikel 1g, eerste tot en met derde lid,ā vervangen door: artikel 1g, eerste en tweede lid, en het tweede tot en met vierde lid. F In artikel 66 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. G In de artikelen 1d, 1g, 9, eerste lid, 12f, 16, 44, derde lid, 60ac en 81c wordt āhijā telkens vervangen door: zij. H In de artikelen 1g, tweede lid, 12c, tweede lid, 12h, 13, zesde lid, eerste volzin, 24, eerste lid, en 60ac wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. I In artikel 13, vierde lid, wordt āzijn goedkeuringā vervangen door āhaar goedkeuringā en wordt āzijn oordeelā vervangen door: haar oordeel. J In de artikelen 1a, 1g en 18e wordt āhemā telkens vervangen door: haar. Artikel 21 Artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel g komt te luiden: g. de Autoriteit Consument en Markt voor de uitvoering van haar taken; 2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel h door een punt, vervallen de onderdelen i en j. Artikel 22 De Loodsenwet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel i, komt te luiden: i. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. 2. Onderdeel j vervalt. B In het opschrift van Hoofdstuk VIIA, Ā§ 2, wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In de artikelen 9, 13, 21, 27b, 27c, 27d, 27e, 27f, 27g, 27h, 27j, 27k, 27l, 45b, 45c, 45e, 45f, 45g, 45h en 46 wordt āraad van bestuurā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. D Artikel 45c wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste en tweede lid wordt āhijā telkens vervangen door: zij. 2. In het eerste lid wordt āzijn taakā vervangen door: haar taak. 3. In het tweede lid wordt āzijnā vervangen door: haar. E In artikel 27h wordt āhemā vervangen door: haar. Artikel 23 De Mededingingswet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel b komt te luiden: b. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. 2. Onderdeel c vervalt. B In het opschrift van Hoofdstuk 2 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C De artikelen 2 tot en met 4, 4b, 5a, 5e, 5f, 5g, 5h en 5l vervallen. D In de artikelen 5, 5b, 5c, 5d, 9, 13, 15, 25, 25e, 25i, 28, 30, tweede lid, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 49a, 49c, 50, 55a, 56, 58, 59, 59a, 62, 66, 68a, 69, 70, 70a, 70b, 70c, 71, 72, 73, 74, 75, 76a, 77a, 79, 83, 84, 87, 88, 89a, 89c, 89d, 89h, 92 en 93 wordt āraadā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. E In de artikelen 44, 49d, 50, 59a, 65, 77a, 82b en 92 wordt āmededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. F In artikel 64, eerste lid, wordt āeen handeling van de mededingingsautoriteitā vervangen door: een handeling van de Autoriteit Consument en Markt. G In artikel 89g, eerste lid, wordt ādoor de mededingingsautoriteitā vervangen door: door de Autoriteit Consument en Markt. H De artikelen 90 en 91 vervallen. I In de artikelen 37, 49c, 59 en 70c wordt āhijā telkens vervangen door: zij. J In de artikelen 5d, 37, 38, derde lid, 44, 83 en 84 wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. K In artikel 25e wordt āhemā vervangen door: haar. Artikel 24 De Postwet 2009 wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel b, komt te luiden: b. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. 2. Onderdeel c vervalt. B In de artikelen 9, 25, 31, 33, 37, 39, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 58, 60, 61, 62 en 63 wordt āHet collegeā telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt. C In de artikelen 23, 25, 27, 30, 31, 33, 37, 39, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 55, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64 en 66 wordt āhet collegeā telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. D In artikel 33 wordt āzijnā vervangen door: haar. E Artikel 39 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt āhijā vervangen door āzijā en wordt āde hem bij of krachtens deze wet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit opgedragen takenā vervangen door: de haar bij of krachtens deze wet opgedragen taken. 2. In het derde lid wordt āzijnā vervangen door: haar respectievelijk zijn. 3. In het vierde lid wordt na āwelkeā ingevoegd: door Onze Minister. 4. In het vijfde lid wordt āzijn toezichthoudende takenā vervangen door: haar toezichthoudende taken. F Artikel 40 komt te luiden: Artikel 40 Voor zover bij de uitoefening van bevoegdheden op grond van het bepaalde bij of krachtens deze wet begrippen worden uitgelegd die worden gehanteerd bij de toepassing van HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008691/geldigheidsdatum_04-07-2011" \l "Hoofdstuk4686646_1_Artikel24" artikel 24 van de Mededingingswet , geschiedt de uitoefening van die bevoegdheden op een wijze die in overeenstemming is met de wijze waarop toepassing wordt gegeven aan artikel 24 van de Mededingingswet. G [Vervallen] H In het opschrift van Hoofdstuk 9 wordt ācollegeā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 25 In de artikelen 14a en 15ba van de Scheepvaartverkeerswet wordt āraad van bestuur van de Nederlandse mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 26 De Spoorwegwet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt de begripsomschrijving van āraad van bestuur NMaā en wordt in de alfabetische rangorde de volgende begripsomschrijving ingevoegd: Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 57, 58, 60, 63, 70, 71, 72, 75 en 76 wordt āraad van bestuur NMaā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In het opschrift van Hoofdstuk 6, Ā§ 2, wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. D Artikel 72, eerste lid, alsmede de aanduiding ā2.ā voor het tweede lid vervallen. E In artikel 63, tweede lid, wordt āzijn oordeelā vervangen door: haar oordeel. F Artikel 71 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het derde lid wordt āzijn oordeelā telkens vervangen door: haar oordeel. 2. In het vierde lid wordt āhijā vervangen door: zij. Artikel 27 De Telecommunicatiewet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel b komt te luiden: b. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. 2. Onderdeel c vervalt. 3. In onderdeel ddd wordt āhet collegeā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. B In de artikelen 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.12, 3.13, 3.20, 3.25, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.7, 4.8, 4.10, 5.3, 5.8, 6.1, 6.2, 6.5, 6a.1, 6a.2, 6a.3, 6a.4, 6a.4a, 6a.4b, 6a.5, 6a.6, 6a.7, 6a.8, 6a.9, 6a.10, 6a.11, 6a.12, 6a.13, 6a.14, 6a.15, 6a.20, 6a.21, 6a.21a, 6a.22, 6b.1, 6b.2, 6b.4, 6b.5, 7.3a, 7.3b, 7.3c, 7.3d, 7.4, 7.8, 8.5, 8.6, 8.7, 9.2, 9.3, 9.5, 11.3a, 11.4, 11.8a, 11.12, 12.2, 12.3, 12.4, 12.5, 12.6, 12.8, 12.9, 15.1, 15.2a, 16.1, 17.1, 18.3, 18.3a, 18.7, 18.12, 18.20, 19.2, 19.3, 19.11 en 20.16 wordt āhet collegeā telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. C In de artikelen 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.13, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.10, 5.3, 5.8, 6.1, 6.2, 6a.1, 6a.2, 6a.4a, 6a.6, 6a.7, 6a.8, 6a.9, 6a.10, 6a.11, 6a.12, 6a.13, 6a.14, 6a.16, 6a.17, 6a.18, 6a.21, 6a.21a, 6b.2, 6b.3, 6b.5, 7.3a, 7.3b, 12.2, 12.3, 12.5, 12.6, 12.8, 12.9, 15.2, 15.2a, 15.4, 18.2a, 18.3 en 18.20 wordt āHet collegeā telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt. D In de artikelen 1.3, 6a.2, 6a.3 en 6a.21 wordt āhijā telkens vervangen door: zij. E In de artikelen 1.3, 6a.1, tweede, zevende en negende lid, 6b.4, 18.20, eerste lid, onderdeel c, wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. F In artikel 4.10, zesde lid, wordt āhemā vervangen door: haar. G In het opschrift van Ā§ 12.2 wordt āhet collegeā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. H In de artikelen 15.1, 15.2 en 15.4 wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. I Artikel 18.3 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede en derde lid vervallen. 2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid. J In artikel 18.7, eerste en vijfde lid, wordt āzijnā vervangen door: zijn, onderscheidenlijk haar,. K Artikel 18.19 vervalt. Artikel 28 De Warmtewet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden: b. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 5, 7, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 40 en 44 wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 14 wordt āartikel 13ā vervangen door: artikel 13, eerste en tweede lid,. D Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt āDe raad brengtā vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt brengt. 2. In het derde lid wordt ākan de raadā vervangen door: kan de Autoriteit Consument en Markt. E In de artikelen 14 en 18 wordt āhijā telkens vervangen door āzijā en āhemā telkens door āhaarā. F In de artikelen 14 en 19 wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. Artikel 29 De Eerste titel van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt gewijzigd als volgt: A In het opschrift van de Vijfde A afdeling wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. B In artikel 44a wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 30 De Wet handhaving consumentenbescherming wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1.1, onderdeel c, komt te luiden: c. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In het opschrift van Hoofdstuk 2 wordt āconsumentenautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C De artikelen 2.1, , 2.6, derde lid, 10.1 en 10.2 vervallen. D In de artikelen 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.9, 2.10, 2.23, 2.24, 3.13, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 5.1 en 6.3 wordt āConsumentenautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. E In artikel 2.4, eerste lid, wordt āOnze Ministerā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. F VĆ³Ć³r artikel 2.9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2.8 1. De Autoriteit Consument en Markt kan een bindende aanwijzing tot naleving van deze wet opleggen. 2. Indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat een bindende aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, wordt overtreden kan zij de overtreder opleggen: a. een last onder dwangsom; b. een bestuurlijke boete. G In artikel 2.9, tweede lid, wordt ālast onder dwangsom of bestuurlijke boeteā vervangen door: last onder dwangsom of bestuurlijke boete, opgelegd krachtens deze paragraaf,. H Artikel 2.10 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid vervalt de zinsnede āzijn de artikelen 5:32, tweede lid, tot en met 5:39 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing,ā alsmede de zinsnede āen is artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassingā. 2. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende: 3. Aan een last onder dwangsom, opgelegd krachtens deze paragraaf, kunnen voorschriften worden verbonden die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om effectieve controle op de uitvoering van de last te verzekeren. I Artikel 2.15 komt te luiden: Artikel 2.15 De bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 2.8 en 2.9 bedraagt ten hoogste ā¬ 450 000. J Artikel 2.23 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt āomtrent het opleggen van een last onder dwangsom of bestuurlijke boeteā vervangen door: omtrent het opleggen van een bindende aanwijzing, last onder dwangsom of bestuurlijke boete. 2. In het tweede en derde lid wordt āde overtrederā telkens vervangen door: degene tot wie de beschikking zich richt. 3. In het tweede lid wordt āindien het een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom dan wel een bestuurlijke boete betreftā vervangen door: tenzij het een toezegging door de overtreder dat een overtreding zal worden gestaakt betreft. K Artikel 3.4 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt āde artikelen 2.10 2.23 en 2.24ā vervangen door: de artikelen 2.8, 2.10, 2.23 en 2.24. 2. In het vierde lid wordt āde artikelen 2.10 2.15, 2.23, 2.24 en 4.3, tweede lid,ā vervangen door: de artikelen 2.8, 2.10, 2.15, 2.23, 2.24 en 4.3, tweede lid,. L In de artikelen 3.6, derde lid, 3.8, derde lid, en 3.12, derde lid, wordt āDe artikelen 2.4, tweede lid, 2.10, 2.23 en 2.24ā telkens vervangen door: De artikelen 2.4, tweede lid, 2.10, eerste en tweede lid, 2.23 en 2.24. M Artikel 3.10 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het derde lid wordt āDe artikelen 2.4, tweede lid, 2.10, 2.15, 2.23 en 2.24ā vervangen door: De artikelen 2.4, tweede lid, 2.10, eerste en tweede lid, 2.23 en 2.24. 2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 4. De in het tweede lid bedoelde bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag van de vijfde categorie geldboete, bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht. N Artikel 4.1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. De onderdelen b en c vervallen. 2. Onderdeel d wordt geletterd onderdeel b. O Artikel 5.1 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid, aanhef, het tweede lid, aanhef, en het vijfde lid wordt āOnze Ministerā vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt. 2. Het tweede lid, onderdeel b en e, vervalt. 3. In het tweede lid worden de onderdelen c en d geletterd b en c en worden de onderdelen f, g en h geletterd d, e en f. 4. In het derde lid wordt āonderdelen b tot en met hā vervangen door: onderdelen b tot en met f. P In artikel 6.1 wordt āOnze Ministerā telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt. Q Artikel 6.3, derde tot en met vijfde lid, vervalt. Artikel 31 De Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiĆ«ntie wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1, onderdeel h, komt te luiden: h. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. B In de artikelen 19, 21, 22 en 28 wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 21 wordt āhijā vervangen door: zij. Artikel 32 De Wet luchtvaart wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 8.1b, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. De begripsomschrijving van āraadā vervalt. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsomschrijving van ārepresentatieve organisatieā door een puntkomma, wordt in de alfabetische rangorde de volgende begripsomschrijving ingevoegd: Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 8.25ea, 8.25f, 8.25g, 8.25ga, 8.25h, en 8.25i wordt āraadā telkens vervangen door āAutoriteit Consument en Marktā. C Artikel 8.25h, vijfde lid, vervalt, onder vernummering van het zesde tot vijfde lid. D In artikel 11.14a, eerste lid, wordt āde bij besluit van de raad van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aangewezen ambtenaren van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: de bij besluit van de Autoriteit Consument en Markt aangewezen ambtenaren van de Autoriteit Consument en Markt. E In het opschrift van Ā§ 11.2.4. wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. F In de artikelen 8.25ea, 8.25f en 8.25h wordt āhijā telkens vervangen door: zij. G In de artikelen 8.25ea en 8.25h wordt āzijnā telkens vervangen door: haar. Artikel 33 De Wet marktordening gezondheidszorg wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 17 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. B Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid vervalt de zinsnede ā, verder in dit artikel te noemen de mededingingsautoriteit,ā en wordt āde Nederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. 2. In het tweede lid wordt āde Mededingingsautoriteitā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. 3. In het derde tot en met vijfde lid, wordt āde mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. C Artikel 70, tweede lid, komt te luiden: 2. De zorgautoriteit verstrekt desgevraagd aan de Autoriteit Consument en Markt, de Nederlandsche Bank, de Stichting Autoriteit FinanciĆ«le Markten, het College bescherming persoonsgegevens en de FIOD-ECD die gegevens en inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de uitoefening van hun wettelijke taken. Artikel 34 In de artikelen VI en VII van de Wet markttoezicht registerloodsen wordt āraad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 35 De wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) wordt gewijzigd als volgt: A In de artikelen VIa, VII, IXa, IXb en IXc wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. B In artikel IXc, eerste lid, wordt āhijā vervangen door: zij. C In artikel IXb, vierde lid, wordt āzijnā vervangen door: haar. Artikel 36 De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1:25a wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt de zinsnede āDe raad, bedoeld in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008691/geldigheidsdatum_05-08-2011" \l "Hoofdstuk1686652_Artikel1" artikel 1, onderdeel c, van de Mededingingswet ,ā vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt,. 2. In het derde lid wordt āde raad, bedoeld in het eerste lid,ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. B In artikel 3:159d, negende lid, wordt āde raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Mededingingswet,ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 5:73 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 37 De Wet personenvervoer 2000 wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel c komt te luiden: c. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. 2. Onderdeel d vervalt. B In het opschrift van Hoofdstuk 1, Ā§ 5, wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In de artikelen 15, 19, 19a, 56, 87, 93, 93a, 94, 95, 96, 96a, 110 en 124d wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. D Artikel 18 vervalt. E In de artikelen 110 en 124d wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. F In artikel 19a wordt āhijā vervangen door: zij. G In artikel 95 wordt āzijnā vervangen door: haar. Artikel 38 Artikel 27 van de Wet post BES wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid wordt āhet college genoemd in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008807/geldigheidsdatum_12-08-2011" \l "Hoofdstuk2_Artikel2" artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. 2. In het tweede lid wordt āis het college bevoegdā vervangen door: is de Autoriteit Consument en Markt bevoegd. 3. In het derde lid wordt āhet college genoemd in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008807/geldigheidsdatum_12-08-2011" \l "Hoofdstuk2_Artikel2" artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. Artikel 39 Artikel 44b van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid wordt āhet college genoemd in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008807/geldigheidsdatum_12-08-2011" \l "Hoofdstuk2_Artikel2" artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. 2. In het tweede lid wordt āis het college bevoegdā vervangen door: is de Autoriteit Consument en Markt bevoegd. 3. In het derde lid wordt āhet college genoemd in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0008807/geldigheidsdatum_12-08-2011" \l "Hoofdstuk2_Artikel2" artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ā vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. Artikel 40 In artikel 4 van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 41 In de artikelen V, VI, VIII, IX en XX van de Wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektricteit en gas) wordt āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SAMENLOOPBEPALINGEN Artikel 42 1. Besluiten van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit worden na inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aangemerkt als besluiten van de Autoriteit Consument en Markt. 2. Aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, worden na inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aangemerkt als aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt. 3. In bestuursrechtelijke rechtsgedingen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Autoriteit Consument en Markt in de plaats van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit. 4. In civielrechtelijke rechtsgedingen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Staat in de plaats van het college voor de post- en telecommunicatieautoriteit. 5. In overeenkomsten treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Staat in de plaats van het college voor de post- en telecommunicatieautoriteit. 6. In samenwerkingsprotocollen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Autoriteit Consument en Markt in de plaats van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit. 7. In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, treedt de Autoriteit Consument en Markt op dat tijdstip in de plaats van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt respectievelijk de Consumentenautoriteit. 8. Archiefbescheiden van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt en de Consumentenautoriteit worden overgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Artikel 43 1. De vaststelling door de Autoriteit Consument en Markt van een begroting als bedoeld in artikel 25 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt voor het eerst plaats ten aanzien van het kalenderjaar na dat waarin deze wet in het Staatsblad is geplaatst. 2. Onze Minister stelt voor de Autoriteit Consument en Markt een voorlopig bestuursreglement vast. Het voorlopig reglement geldt totdat het bestuursreglement van de Autoriteit Consument en Markt de goedkeuring van Onze Minister heeft verkregen. 3. De vaststelling door de Autoriteit Consument en Markt van een jaarverslag als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt voor het eerst plaats ten aanzien van het kalenderjaar waarin deze wet in het Staatsblad is geplaatst en betreft dan geheel of gedeeltelijk de taakuitoefening van de Nederlandse Mededingingsautoriteit onderscheidenlijk het college voor de post- en telecommunicatiemarkt onderscheidenlijk de Consumentenautoriteit. Artikel 44 1. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet is het personeel van het college voor de post- en telecommunicatiemarkt aangesteld in algemene dienst van het Rijk. 2. De overgang van de in het eerste lid bedoelde personeelsleden vindt plaats met een rechtspositie die als geheel ten minste gelijkwaardig is aan die welke voor elk van hen gold bij het college voor de post- en telecommunicatiemarkt. 3. Op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet gaan de vermogensbestanddelen van het college voor de post- en telecommunicatiemarkt onder algemene titel over op de Staat tegen een door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van FinanciĆ«n te bepalen waarde. 4. Ingeval krachtens het derde lid registergoederen overgaan, doet Onze Minister van FinanciĆ«n de overgang van die registergoederen onverwijld inschrijven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 24, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing. Artikel 44a Op overtredingen van het bij of krachtens de Wet handhaving consumentenbescherming bepaalde, waarvoor op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 30 van deze wet, een bestuurlijke boete kon worden opgelegd, en die zijn begaan en beĆ«indigd voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 30 van deze wet, blijft de Wet handhaving consumentenbescherming van toepassing zoals die luidde onmiddellijk voor het genoemde tijdstip. Artikel 45 Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de gevolgen van de inwerkingtreding van deze wet voor zover de artikelen 42 tot en met 44 daarin niet voorzien. Deze regels gelden uiterlijk tot en met 31 december van het kalenderjaar na dat waarin zij in werking zijn getreden. Van het vaststellen van deze regels wordt kennis gegeven aan de beide kamers der Staten-Generaal. Artikel 45a Indien artikel II, onderdeel K, van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 2010, 810) later in werking treedt dan artikel 19 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel K, van die wet in artikel 24a van de Elektriciteitswet 1998 āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45b Indien artikel I, onderdeel O, van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 2010, 810) later in werking treedt dan artikel 20 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel O, van die wet in artikel 39g van de Gaswet āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45c Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juli 2010 ingediende voorstel van wet houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..) (Kamerstukken 32 440) tot wet is of wordt verheven en artikel 4.35 van die wet later in werking treedt dan artikel 13 van deze wet, wordt de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden gewijzigd als volgt: A Artikel 1, onderdeel m, komt te luiden: m. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. B In de artikelen 13, 14, 15 en 16 wordt āraadā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. C In artikel 17 wordt āNederlandse Mededingingsautoriteitā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45d Indien artikel 2 van deze wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van het bij koninklijke boodschap van 26 februari 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt Ā«Spoor in bewegingĀ» (Kamerstukken 32 666), komt artikel 1, onderdeel y, van de Spoorwegwet te luiden: y. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45e Indien artikel I, onderdeel KK, van de wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG (Stb. 2011, 218) later in werking treedt dan artikel 26 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van genoemd artikel I, onderdeel KK, in artikel 57 van de Spoorwegwet āraad van bestuur NMaā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45f Indien het bij koninklijke boodschap van 26 februari 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt Ā«Spoor in bewegingĀ» (Kamerstukken 32 666) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel P, van die wet later in werking treedt dan artikel 26 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van genoemd artikel I, onderdeel P, in artikel 57 van de Spoorwegwet āraad van bestuur NMaā vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45g Indien het bij koninklijke boodschap van 3 november 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen (Kamerstukken 32 549) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel Wa, van die wet later in werking treedt dan artikel 27 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Wa, van die wet in artikel 6a.21a van de Telecommunicatiewet āHet collegeā telkens vervangen door āDe Autoriteit Consument en Marktā en wordt āhet collegeā telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45h Indien artikel II, onderdeel D, van de wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG (Stb. 2011, 218) later in werking treedt dan artikel 37 van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van die wet in artikel 19a van de Wet personenvervoer 2000 āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. Artikel 45i Indien het bij koninklijke boodschap van 27 april 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU L 315) (Kamerstukken 32 376) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel HH, van die wet later in werking treedt dan artikel 37 van deze wet , wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel HH, van die wet in artikel 110 van de Wet personenvervoer 2000 āraad van bestuur van de mededingingsautoriteitā en āNederlandse Mededingingsautoriteitā telkens vervangen worden door: Autoriteit Consument en Markt. HOOFSTUK 5. SLOTBEPALINGEN Artikel 46 De Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit wordt ingetrokken. Artikel 47 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel 48 Deze wet wordt aangehaald als: Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 1