[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels)

Eindtekst

Nummer: 2012D20180, datum: 2012-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z13591:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 april 2012



Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten
(voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en
voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels)



GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor het vorderen van
medebewind van de provinciebesturen voor de behartiging van nationale
ruimtelijke belangen, alsmede voor het voorzien in de mogelijkheid tot
afwijking van bij algemene maatregel van bestuur of provinciale
verordening gestelde regels, wenselijk is de Wet ruimtelijke ordening en
enige andere wetten aan te passen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt na “artikel 2.12, eerste
lid, onderdeel a, onder 3°, ” ingevoegd: of tweede lid,.

	2. In het derde lid, tweede volzin, wordt na “van bij die verordening
aan te geven ” ingevoegd: krachtens dit lid gestelde.

B

	Na artikel 4.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1a

	1. Bij de verordening, bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, kan worden
bepaald dat gedeputeerde staten op aanvraag van burgemeester en
wethouders ontheffing kunnen verlenen van krachtens dat lid vast te
stellen regels, voor zover de verwezenlijking van het gemeentelijk
ruimtelijk beleid wegens bijzondere omstandigheden onevenredig wordt
belemmerd in verhouding tot de met die regels te dienen provinciale
belangen. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden indien
de betrokken provinciale belangen dat met het oog op een goede
ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

	2. Voor zover de ontheffing wordt aangevraagd met het oog op een
voorgenomen besluit tot verlening van een omgevingsvergunning waarbij
met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, of
tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het
bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, wordt deze
ontheffing aangemerkt als een verklaring van geen bedenkingen als
bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.

C

	Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Indien nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke
ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur, op voordracht van Onze Minister of van Onze Minister die
het aangaat in overeenstemming met Onze Minister, regels worden gesteld
omtrent de inhoud van bestemmingsplannen, van provinciale
inpassingsplannen en van omgevingsvergunningen waarbij met toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, of tweede lid, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de
beheersverordening wordt afgeweken, alsmede omtrent de inhoud van
beheersverordeningen. Daarbij kan worden bepaald dat een regel slechts
geldt voor een daarbij aangegeven gedeelte van het land. Bij de
maatregel kan voorts worden bepaald onder welke voorwaarden en
omstandigheden bij provinciale verordening van de krachtens dit lid
gestelde regels ontheffing kan worden verleend, die regels in die
verordening worden uitgewerkt of in die verordening aanvullende regels
worden gesteld. Bij de vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling van
de regels wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan de krachtens
artikel 4.1, vierde lid, gestelde regels. De kennisgeving van een
besluit tot vaststelling van de algemene maatregel van bestuur geschiedt
tevens langs elektronische weg. 

	2. In het derde lid, tweede volzin, wordt na “van bij die maatregel
aan te geven” ingevoegd: krachtens dit lid gestelde.

D

	Na artikel 4.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.3a

	1. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 4.3,
eerste lid, kan worden bepaald dat Onze Minister of Onze Minister die
het aangaat in overeenstemming met Onze Minister, op aanvraag van
burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten, ontheffing kan
verlenen van krachtens dat lid vast te stellen regels, voor zover de
verwezenlijking van het gemeentelijk onderscheidenlijk provinciaal
ruimtelijk beleid wegens bijzondere omstandigheden onevenredig wordt
belemmerd in verhouding tot de met die regels te dienen nationale
belangen. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden indien
de betrokken nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke
ordening noodzakelijk maken.

	2. Voor zover de ontheffing wordt aangevraagd met het oog op een
voorgenomen besluit tot verlenen van een omgevingsvergunning waarbij met
toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, of
tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het
bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, wordt deze
ontheffing aangemerkt als een verklaring van geen bedenkingen als
bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.

E

	Aan artikel 8.1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	d. een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a of 4.3a, of een weigering
om die ontheffing te verlenen.

F

	Aan artikel 8.2, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan
het slot van onderdeel h door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

	i. een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a of 4.3a, voor zover die
ontheffing betrekking heeft op een bestemmingsplan of een provinciaal
inpassingsplan;

	j. een weigering om een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a of 4.3a
te verlenen, voor zover die ontheffing betrekking heeft op een
bestemmingsplan of een provinciaal inpassingsplan.

G

	Aan artikel 8.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Voor de mogelijkheid van beroep en de behandeling van en de
uitspraak op een beroep worden de ontheffing, bedoeld in artikel 4.1a of
4.3a, en het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan of het
provinciaal inpassingsplan ten behoeve waarvan die ontheffing is
verleend, als één besluit, vastgesteld door de gemeenteraad
onderscheidenlijk provinciale staten, aangemerkt.

ARTIKEL II

[vervallen]

ARTIKEL III

	In artikel 2.10, tweede lid, van de Crisis- en herstelwet wordt
“Monumentenwet 1988 en” vervangen door “Monumentenwet 1988,” en
wordt na “Waterwet” de punt geschrapt en toegevoegd: en de artikelen
4.1a en 4.3a van de Wet ruimtelijke ordening.

ARTIKEL IV

	Een besluit van gedeputeerde staten waarbij toestemming is verleend tot
afwijking van een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 van
de Wet ruimtelijke ordening, dat is vastgesteld voor het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van deze wet, wordt
gelijkgesteld met een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a, eerste
lid, van die wet.

ARTIKEL IVA

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 december 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse
andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en
herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van
het omgevingsrecht (33 135) tot wet is of wordt verheven en artikel
2.2.1, onderdeel F, van die wet op hetzelfde tijdstip of later in
werking treedt dan deze wet, wordt op het tijdstip waarop genoemd
onderdeel van die wet in werking treedt, in de artikelen 4.1, eerste
lid, 4.1a, tweede lid, 4.3, eerste lid, en 4.3a, tweede lid, van de Wet
ruimtelijke ordening, zoals die ingevolge deze wet zijn komen te luiden
“artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3º, of tweede lid, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” vervangen door: artikel
2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3º, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.

	2. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 december 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse
andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en
herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van
het omgevingsrecht (33 135) tot wet is of wordt verheven en artikel
2.2.1, onderdeel F, van die wet eerder in werking is getreden of treedt
dan deze wet, wordt artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:

	a. Onderdeel A, onder 1, vervalt.

	b. In de onderdelen B, C en D wordt “artikel 2.12, eerste lid,
onderdeel a, onder 3º, of tweede lid, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht” vervangen door: artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a,
onder 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ARTIKEL V

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1