[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33277 Adv RvSt inzake de Wet afschaffing huishoudinkomenstoets

Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D22488, datum: 2012-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z10664:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W12.12.0167/III	's-Gravenhage, 21 mei 2012

Bij Kabinetsmissive van 21 mei 2012, no.12.001160, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de
Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definitie van
gezin en de middelentoets (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets), met
memorie van toelichting.

Het voorstel strekt tot het weer afschaffen van de huishoudinkomenstoets
in de Wet werk en bijstand (WWB), die per 1 januari 2012 is ingevoerd.
In het algemeen behoort wetgeving een zekere bestendigheid te hebben,
zowel in het belang van hen voor wie de wet rechten en plichten bevat
als van de instanties die met de uitvoering zijn belast. Een zo snelle
koersverandering als die van dit wetsvoorstel verdraagt zich slecht met
dit uitgangspunt. De Afdeling advisering van de Raad van State is zich
echter bewust van de politieke situatie waaruit het voorstel is
voortgekomen en die de regering aanleiding heeft gegeven alsnog gehoor
te geven aan de kritiek op de huishoudinkomenstoets.

De Afdeling onderschrijft de strekking van het voorstel, maar maakt
opmerkingen over het voorgestelde overgangsrecht. Zij is van oordeel dat
in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

1.	Overgangsrecht

In verband met het weer afschaffen van de huishoudinkomenstoets wordt
overgangsrecht voorgesteld. De Afdeling merkt daarover het volgende op.

a. Hogere uitkering door afschaffen huishoudinkomenstoets

Op grond van het voorgestelde artikel 78# ('Overgangsrecht herziening
huishoudinkomenstoets') blijft een aantal bepalingen van de WWB, zoals
deze luidden vóór het afschaffen van de huishoudinkomenstoets, van
toepassing op personen die voor die datum een bijstandsuitkering
ontvingen, indien die toepassing leidt tot een hogere uitkering.

Het is de Afdeling niet op voorhand duidelijk in welke situaties het
toepassen van de huishoudinkomenstoets tot een hogere uitkering kan
leiden. Zij adviseert de toelichting hierop in te gaan en daarbij een
voorbeeld van zo'n situatie te noemen. 

b. Toepasselijkheid overgangsrecht 

Het voorgestelde artikel 78# ('Recht op bijstand voor datum melding')
bepaalt dat aan personen die zich tussen 26 april 2012 en één maand na
publicatie van het voorstel in het Staatsblad hebben gemeld om bijstand
aan te vragen, en die als gevolg van de afschaffing van de
huishoudinkomenstoets recht hebben op algemene bijstand, die bijstand
wordt toegekend met terugwerkende kracht, tot uiterlijk 1 januari 2012. 

De Afdeling begrijpt de hier bedoelde bepaling zo dat deze ziet op:

1˚personen die na 1 januari 2012 hebben afgezien van het doen van een
bijstandsaanvraag omdat zij, rekening houdend met de
huishoudinkomenstoets, ervan uitgingen dat zij geen recht zouden hebben
op bijstand, alsmede op:

2˚ personen die na 1 januari 2012 wel een bijstandsaanvraag hebben
gedaan, maar wier aanvraag is afgewezen op grond van de
huishoudinkomenstoets.

Met betrekking tot het voorgestelde overgangsrecht voor deze twee
groepen personen merkt de Afdeling het volgende op.

ad 1˚

Blijkens de toelichting hebben de vier grootste gemeenten, de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten en Divosa (hierna: gemeenten) aangegeven dat
het om uitvoeringstechnische redenen niet mogelijk is om met
terugwerkende kracht rechtmatig bijstand te verlenen aan aanvragers die
zich niet eerder om een bijstandsaanvraag hebben gemeld. Gemeenten menen
dat voor deze groep personen terugwerkende kracht tot 1 mei 2012 in de
rede ligt. Het voorstel houdt, met een beroep op afspraken binnen de
Lentecoalitie, geen rekening met deze bezwaren.

Naar het oordeel van de Afdeling verdient het geen rekening houden met
bezwaren van de uitvoerder van een wetsvoorstel een inhoudelijke
motivering. Zij meent dat verwijzing naar gemaakte politieke afspraken
in dat verband onvoldoende is. 

De Afdeling adviseert in het licht van de geuite bezwaren de
terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 voor de onder 1˚genoemde groep
personen nader te motiveren.

 

ad 2˚

Op grond van voorgestelde artikel 78# ('Recht op bijstand voor datum
melding') dient de onder 2˚genoemde groep personen een nieuwe
bijstandsaanvraag in te dienen. De slotzin van de toelichting bij de
hier bedoelde overgangsbepaling stelt echter dat gemeenten het recht op
bijstand herbeoordelen voor personen wier bijstandsaanvraag in de
periode 1 januari 2012 tot de datum van inwerkingtreding van het
voorstel is afgewezen in verband met de huishoudinkomenstoets. Deze
passage lijkt strijdig met de tekst van bedoeld artikel 78#, die uitgaat
van een nieuwe aanvraag. Mogelijk heeft de regering bedoeld aan te geven
dat gemeenten ambtshalve het recht op bijstand herbeoordelen indien
bijstand is toegekend maar, gezien de huishoudinkomenstoets, voor een
lager bedrag dan de aanvraag. 

De Afdeling concludeert dat het voorstel niet ondubbelzinnig duidelijk
regelt of betrokkenen aldus opnieuw een bijstandsaanvraag moeten
indienen, danwel of met deze volzin de verwachting tot uitdrukking wordt
gebracht dat elke gemeente in beide genoemde situaties ambtshalve
overgaat tot herbeoordeling. Bij deze herbeoordeling, naar aanleiding
van een nieuwe aanvraag dan wel ambtshalve, rijst verder de vraag of
zich niet ook dan uitvoeringstechnische problemen zullen (kunnen)
voordoen. Weliswaar gaat het in dat geval (anders dan bij de personen
als bedoeld ad 1˚) om belanghebbenden die al bij de gemeente bekend
zijn, maar dit neemt niet weg dat ook voor hen alsnog hun situatie zal
moeten worden vastgesteld en beoordeeld. 

De Afdeling adviseert de toelichting in verband met het voorgaande aan
te vullen, daarbij een nadere specificatie te geven van hen op wie het
overgangsrecht van toepassing is, en het voorstel zo nodig aan te
passen.

c. Voorlichting

Voor zover de regering met het overgangsrecht beoogt dat het initiatief
ligt bij  belanghebbenden, merkt de Afdeling op dat goede voorlichting
van groot belang is. Dit geldt temeer nu het gebruik van de
overgangsrechtelijke bepaling aan een - tamelijk strakke – termijn is
gebonden. Er moet rekening mee worden gehouden dat betrokkenen zich niet
al direct na 26 april 2012 bewust zullen zijn van de komende intrekking
van de huishoudinkomenstoets. Zo bezien, lijkt de voorgestelde termijn
van een maand na publicatie van de wet in het Staatsblad aan de krappe
kant, zeker indien die plaatsing nog vlak voor de zomerperiode zou
kunnen gebeuren. 

De Afdeling adviseert in de toelichting op het voorgaande in te gaan, en
uiteen te zetten op welke wijze voorlichting zal worden gegeven over de
voorwaarden om alsnog een aanvraag in te dienen om met terugwerkende
kracht in aanmerking te komen voor algemene bijstand.  

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

 

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.  

De vice-president van de Raad van State

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W12.12.0167/III met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

Aan het slot van het in artikel I, onderdeel AB, voorgestelde artikel
78# (“Recht op bijstand voor datum melding”), onderdeel a, WWB 
toevoegen: en. 

In het in artikel I, onderdeel S, voorgestelde artikel 41, vierde lid,
WWB na "alleenstaanden en alleenstaande ouders" invoegen: jonger dan 27
jaar.

	Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en
samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op
bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen
verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 2011, 650).

	Zie artikel I, onderdeel AB.

	Idem.

	Zie artikelsgewijze toelichting op artikel 78# ('Recht op bijstand voor
datum melding').

	Zie laatste volzin van de toelichting op het in artikel I, onderdeel
AB, voorgestelde artikel 78# ('Recht op bijstand voor datum melding').

  PAGE  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........