Lijst van vragen inzake de tweede Voortgangsrapportage Groot Project RRAAM en informatie Kruisstation Diemen
Urgentieprogramma Randstad
Lijst van vragen
Nummer: 2012D22807, datum: 2012-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Snijder-Hazelhoff, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I.B. Sneep, griffier
Onderdeel van zaak 2012Z06644:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-04-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-04-11 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-30 10:00: Procedurevergadering Infrastructuur en Milieu (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-30 12:00: Tweede Voortgangsrapportage Groot Project RRAAM en informatie Kruisstation Diemen (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-06-15 12:00: MIRT (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-06-28 11:00: MIRT (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-07-05 13:50: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Lijst van vragen - HYPERLINK "http://parlisweb/parlis/agendapunt.aspx?id=8b0672bd-2aa5-4df2-a0e2-cd3e 38e7bb33" Tweede Voortgangsrapportage Groot Project RRAAM en informatie Kruisstation Diemen Kamerstuknummer : 31089-92 Vragen aan : Regering Commissie : Infrastructuur en Milieu Nr Vraag 1 a. Kunt u inzicht geven in de ontwikkelingen van de financiĆ«n van het project in een totaalbeeld, ook al is er kennelijk geen groot budget mee gemoeid? b. Kunt u daarbij aangeven in hoeverre wordt afgeweken van eerder verstrekte financiĆ«le informatie? 2 In hoeverre staan de ambities op het gebied van infrastructuur, woningbouw en natuur binnen het groot project RRAAM in verhouding tot de gereserveerde middelen en de druk op de begroting voor Infrastructuur en Milieu? 3 In hoeverre kan voldoende budget voor het RRAAM-project worden vrijgemaakt op de begroting van 2013? 4 Om welke reden is besloten om in het MIRT-Projectenboek geen enkele informatie op te nemen over de Rijksbijdrage voor RRAAM, terwijl toch te verwachten valt dat er ook voor de meest sobere infrastructurele variant kosten gemaakt zullen worden voor de schaalsprong? 5 Is het mogelijk om, vooruitlopend op de in voorbereiding zijnde structuurvisie, in het volgende MIRT-Projectenboek informatie op te nemen over de financiĆ«n, zij het summier of zonder specifieke bedragen te noemen? 6 Kunt u de overige ontbrekende financiĆ«le informatie geven, zoals de cijfers met betrekking tot het project Openbaar Vervoer ā Schiphol Amsterdam Almere Lelystad (p.18-19), de proceskosten (p.21), de som van de aanbestedingsresultaten (onder andere inzake de planmilieueffectrapportage en de maatschappelijke kosten-batenanalyse die aan Ecorys en DHV zij gegund, p.6) (conform de Regeling grote projecten) en de hoogte van de kosten voor de drie (consortia van) marktpartijen die een vervoersconcept hebben gemaakt (p.10)? 7 Wat is de reden van de verhoging van de verwachte uitgaven voor de business case van elf procent tot ā¬ 61 miljoen? Wat wordt bedoeld met het onderzoeken van vernieuwende financierings- en ontwikkelstrategieĆ«n en welke verwachtingen heeft u daarvan? 8 Kan een overzicht worden gegeven van de (geraamde) uitgaven tot aan de presentatie van de ontwerp Rijksstructuurvisie in 2012, zowel van de proceskosten als de uitvoeringskosten? 9 Kan in de komende begroting van Infrastructuur en Milieu het budget voor de proceskosten en andere initiĆ«le kosten van de RRAAM-deelprojecten samenhangend en herkenbaar aan de Kamer gepresenteerd worden door middel van een heldere meerjarige budgettaire overzichttabel, conform de vereisten van de Regeling grote projecten en zoals dat al enkele malen eerder is verzocht? 10 Op welke wijze is Almere betrokken bij de uitwerking van de verstedelijkingsvariant Hollandse Brug? Wordt er gebruik gemaakt van de kennis van de gemeente Almere? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? 11 Wat vindt de gemeente Almere van de Hollandse Brugvariant? 12 Wordt er, mede gelet op het feit dat in de uitwerking van de Hollandse Brugvariant vooralsnog wordt uitgegaan van het zogenaamde ākort volgenā, ook een variant uitgewerkt waarbij verdubbeling van het spoor noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet? 13 Welke stappen zullen er gezet worden als ākort volgenā geen goede optie blijkt? Kan dit consequenties hebben voor de maatschappelijke kosten-batenanalyse? Zo ja, welke? 14 Bent u bereid in de vervolgstudies en de maatschappelijke kosten-batenanalyse voor het project Openbaar Vervoer ā Schiphol Amsterdam Almere Lelystad lange termijn ook een geoptimaliseerde faseringsvariant van de nieuwe IJmeermetro mee te nemen met elementen van de Hollandse Brugvariant, waarbij wordt aangesloten bij het tempo van de ontwikkeling van Almere West? Deelt u de mening dat een dergelijke faseringsvariant met de volgende drie onderdelen mogelijk een gunstigere maatschappelijke kosten-batenverhouding oplevert dan de nu voorgestelde drie varianten die verder worden onderzocht? Faseringsvariant IJmeermetro met in fase 1: - uitbreiding capaciteit op het spoor (waaronder spoorverdubbeling tussen de Almeerse stations) - metroverbinding Diemen-IJburg als eerste schakel van de IJmeermetro welke door het korte traject eerder in gebruik kan worden genomen dan het hele traject van de IJmeermetro - Hoogwaardig Openbaar Vervoerverbindingen binnen Almere (HOV-bus of lightrail of metro) zodanig realiseren dat deze later eenvoudig kunnen worden omgebouwd tot IJmeermetro (dus conform tracĆ© IJmeermetro, volledig vrijliggende baan zonder gelijkvloerse kruisingen) 15 Verwacht u dat de kosten-batenverhouding aanzienlijk zal verbeteren als gevolg van de lagere kosten en hogere vervoerswaarden, die voortkomen uit de ontwerpen en business cases van de drie consortia van marktpartijen voor een nieuwe IJmeerverbinding? 16 a. Kunt u aangeven waarom u de vervoerwaarde van een eventueel kruisstation Diemen alleen beoordeeld heeft vanuit het perspectief van de IJmeermetro? b. Deelt u de mening dat een integrale analyse nodig is van spoor + metro + onderliggend openbaar vervoer? c. Deelt u de mening dat een eventueel kruisstation in combinatie met metrobediening in plaats van spoorbediening van het bestaande station Diemen-Zuid betekent dat er mogelijk geen stoptreinen meer nodig zijn op de Zuidas tussen Weesp en Duivendrecht (en mogelijk ook niet meer tussen Duivendrecht en Amsterdam Zuid), waardoor er meer capaciteit komt voor intercityās en mogelijk minder investeringen nodig zijn op het spoor? 17 Kunt u aangeven wat een kruisstation Diemen bij benadering betekent voor het totale aantal reizigers per spoor en metro voor zowel de situatie met kruisstation als zonder kruisstation? 18 Bent u bereid voor de Bijlmertak ook een variant te onderzoeken waarbij de Bijlmertak wordt verzorgd via het spoor (rechtstreekse verbinding Weesp-Amsterdam Bijlmer)? 19 a. Kunt u de hoge investeringskosten voor het kruisstation Diemen onderbouwen? Wat zijn de gehanteerde uitgangspunten en welke kostenposten zijn hierin meegenomen? b. Wat zijn de minimale kosten uitgaande van een sobere uitvoering van dit station? 20 Is tolheffing onderdeel van het vervolgonderzoek dat door Mott MacDonald en Movares wordt uitgevoerd? 21 Wat zijn de te halen mijlpalen van afzonderlijke acties en onderdelen in het RRAAM-project? Welke besluitvormingsmomenten (go / no go) worden onderscheiden, op welke wijze wordt de Kamer daarbij betrokken en welke beĆÆnvloedingsmogelijkheden heeft de Kamer daarbij (onder andere aangaande het Integraal Afsprakenkader)? 22 Op welke wijze vindt democratische controle plaats van de besluiten die het Rijk en de regio nemen over de verstedelijking en programmering van woningbouw? Wie neemt uiteindelijk de beslissing? 23 Wie stelt precies de vraag naar woningen vast? Op basis van welke gegevens wordt dat gedaan? 24 Hoe ziet de economische agenda er uit, die volgens het position paper āAlmere Werktā van de gemeente Almere en de provincie Flevoland jaarlijks wordt vastgesteld? 25 Gaat de Noord-West 380KV-verbinding onderdeel uitmaken van de op te stellen structuurvisie? Zo nee waarom niet? 26 Wat betekent een eventuele vertraging van een paar weken, die u noemt in uw aanbiedingsbrief van 30 maart 2012 (Kamerstuk 31 089, nr. 92), voor het gehele project RRAAM? 27 Kunt u in de volgende voortgangsrapportages de hoofdlijnen en conclusies van alle onderliggende stukken, die als bijlage bij de voortgangsrapportage worden verzonden en eerder via brieven aan de Kamer zijn verzonden, ook in de voortgangsrapportage zelf opnemen? 28 Hebben de verschillende alternatieven IJmeerverbinding en Hollandse Brug en de verschillende varianten ten aanzien van de toekomstbestendig ecologisch systeem invloed op elkaar? 29 Wanneer wordt de opdracht opgeleverd, die uitgevoerd wordt door Mott MacDonald en Movares om respectievelijk het ontwerp en de business case van het geĆÆntegreerde IJmeeralternatief en de varianten uit te werken? 30 Wat is het tijdspad van de marktuitvraag die parallel aan de andere werkzaamheden en het milieueffectrapportagetraject worden uitgevoerd? 31 Kunt u per toprisico aangeven wat de kans en het gevolg zijn, wat de beheersmaatregelen zijn en wat het restrisico is in tijd, kosten en kans? FILENAME bijlage RRAAM.DOC PAGE 1 / NUMPAGES 3