[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

conceptbrief aan minister IM met voorstel nieuwe begrotingsstructuur IM

Brief commissie

Nummer: 2012D25103, datum: 2012-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z11805:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


CONCEPTBRIEF 

Aan: minister IenM

Betreft: voorstel herindeling begroting IenM

Aanleiding

Op 3 april 2012 ontving de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu
uw brief met antwoorden op vragen van de commissie over de door u
voorgestelde conversie van de begroting. U schrijft dat deze conversie
begrotingstechnisch al is doorgevoerd in de begroting 2012
(Voorjaarsnota), maar dat dit onverlet laat dat wensen van de Kamer in
de begroting 2013 zullen worden doorgevoerd.

In deze brief informeer ik u welke wensen de commissie graag verwerkt
zou zien in de begroting 2013.

Deze wensen zijn mede gebaseerd op het door de commissie ingewonnen
advies van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31865, nr. 40) en de door u
per brief van 12 juni jl. verstrekte aanvullende informatie in de vorm
van zogenaamde was-wordt-tabellen. 

De commissie stelt vast dat de begroting 2012 (i.c. de eerste suppletore
wet) inmiddels bij de Kamer is ingediend volgens uw voorstel. Dit
vooruitlopend op de afronding van de gedachtewisseling met de Kamer over
de inhoud en timing van de door u voorgestelde veranderingen. De
commissie ziet zich derhalve met de artikelindeling van de 1e suppletore
wet voor een voldongen feit gesteld, maar zal onderstaand aangeven welke
aanpassingen daarop in de begroting 2013 doorgevoerd moeten worden. 

De commissie onderschrijft de zorgen die de Algemene Rekenkamer uit in
haar advies van 11 mei 2012 en waarvan de strekking onder andere is dat
de voorstellen voor de nieuwe indeling op onderdelen ongelukkig zal
uitpakken voor de informatieve waarde van de begroting en dat het
budgetrecht van de Kamer door een te beperkt aantal begrotingsartikelen
aan kracht verliest. Om die reden liggen de wensen van de commissie in
het verlengde van de concrete adviezen die zij van de Algemene
Rekenkamer heeft ontvangen. De door u verstrekte tabellen bevestigen dat
met de conversie van beleidsinhoudelijke en concrete operationele doelen
uit de begroting 2012, naar een beperkter aantal geaggregeerde en
daarmee abstractere doelstellingen in de begroting 2013, de
informatiewaarde van de begroting op dat punt afneemt. 

Wensen voor de begroting 2013

1. Doelstellingen, indicatoren en invulling ministeriële
verantwoordelijkheid 

De commissie hecht aan een begroting met herkenbare beleidsartikelen,
met duidelijke en specifieke doelstellingen en indicatoren - ook op het
lagere niveau van artikelonderdelen - en afgebakende budgetten. Om die
reden wenst de commissie meer afzonderlijke artikelen (zie punt 2) en
gaat zij er vanuit dat voor alle artikelen in de begroting 2013 scherpe,
afrekenbare doelstellingen worden geformuleerd met een duidelijke
uiteenzetting van de ministeriële verantwoordelijkheid. 

Daarbij heeft de commissie aarzelingen ten aanzien van een beperking van
de in de begroting opgenomen indicatoren en kengetallen. De door u
verstrekte was-wordt-tabel van indicatoren laat zien dat vooralsnog de
meeste indicatoren gehandhaafd blijven, maar de commissie neemt ook
kennis van uw opmerking dat u op dit moment nog beziet welke daarvan nog
van kracht zullen zijn in de begroting 2013 of elders zullen worden
ondergebracht. Om die reden hecht de commissie er aan om voorafgaand aan
de indiening van de begroting 2013 nog in een aparte brief geïnformeerd
te worden over de uitkomsten van de uiteindelijk gemaakte afwegingen en
keuzes. In die brief kunt u aangeven of er inderdaad nog indicatoren
zijn vervallen en wat daarvoor de reden is. De commissie kan zich
uiteraard ook goed voorstellen dat het afwegingsproces er toe leidt dat
in de begroting 2013 nog nieuwe of aanvullende indicatoren en
kengetallen worden opgenomen en dat van alle in de begroting 2013
opgenomen kengetallen en indicatoren nagegaan wordt of, en zo ja welke,
streefwaarden er aan gekoppeld kunnen worden. Ook daarover wordt de
commissie graag geïnformeerd voorafgaand aan de begroting 2013. 

In voorgaande jaren is door de commissie bij de behandeling van de
ontwerpbegrotingen en jaarverslagen immers vaak aangedrongen op meer en
soms andere indicatoren en kengetallen. Die zijn van belang voor het
kunnen beoordelen van de mate waarin de voorziene doelen (kunnen) worden
bereikt en van de concrete effecten van de besteding van de budgetten.
Ook de nieuw te vormen artikelen (zie volgende punt) zullen goed moeten
worden afgedekt met relevante indicatoren. 

  

2. Afzonderlijke beleidsartikelen

De commissie heeft zich beraden op de vraag welke artikelen zij
afzonderlijk en herkenbaar in de begroting terug wil zien. Dit mede in
het licht van de opmerkingen van de Algemene Rekenkamer over
informatiewaarde en budgetrecht. De commissie wijkt voor een aantal
artikelen af van uw voorstel. In bijlage 1 treft u de door de commissie
gewenste indeling aan. 

3. Financiële informatie grote artikelen 

In uw reactie op het advies van de Algemene Rekenkamer geeft u op dit
punt aan de comptabele regelgeving rond financiële
informatievoorziening te volgen. Op één punt heeft de commissie
behoefte aanvullende afspraken te maken, namelijk over de verschuivingen
binnen begrotingsartikelen. In antwoord op vraag 4 van de commissie
stelt u namelijk vast dat er geen criteria of richtlijnen zijn die
bepalen wanneer een toelichting aan de Kamer wordt gegeven op
verschuivingen binnen een artikel. 

De commissie verzoekt u om beleidsmatig relevante verschuivingen,
alsmede verschuivingen die de kwantitatieve normen voor te verklaren
verschillen overschrijden, zowel binnen een artikel als tussen artikelen
altijd expliciet in de (suppletore) begroting te vermelden en toe te
lichten. Dit is in lijn met de toezegging die u op dit punt al heeft
gedaan in reactie op het rapport “Wissel op de toekomst” van de
Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Kamerstuk 32 707, nr.
8). Overigens geldt dat in voorgaande jaren door deze commissie bij de
behandeling van de ontwerpbegrotingen en jaarverslagen zorgen zijn geuit
over de zichtbaarheid en herleidbaarheid van en toelichtingen op majeure
mutaties.

4. Uitgaven ILT en KNMI

De commissie onderschrijft het advies van de Algemene Rekenkamer om de
uitgaven voor de ILT en het KNMI onder te brengen in de relevante
beleidsartikelen. De commissie constateert dat dit ook tot en met de
vastgestelde ontwerpbegroting 2012 praktijk is geweest en dat hiervan in
de onlangs ontvangen eerste suppletoire begroting 2012 is afgeweken. In
deze ontwerpbegroting 2012 worden de bijdragen aan de vier
baten-lastendiensten ILT, KNMI, Nea en Rijkswaterstaat begroot op de
beleidsartikelen van de begrotingen I&M en IF. Daarnaast heeft de
begrotingsstaat inzake baten-lastendiensten (begrotingswet artikel 2)
betrekking op deze vier diensten en wordt hierover op dienstniveau
verantwoord. 

De commissie is derhalve van mening dat een afzonderlijk artikel KNMI en
ILT niet logisch en nodig is. Voor Nea en RWS bestaan deze ook niet,
terwijl in de baten-lasten paragraaf alle relevante gegevens over aard
en omvang van deze vier organisaties zijn terug te vinden. Wel dient dan
het huidige beleidsartikel te worden gehandhaafd voor
beleidsinspanningen op het terrein van weer, klimaat, seismologie en
aardobservatie. 

5. Toedeling bijdrage Infrastructuurfonds aan beleidsartikelen 

De commissie onderschrijft de constatering van de Algemene Rekenkamer
dat met het toedelen van de bijdrage aan het Infrastructuurfonds aan de
verschillende beleidsartikelen, veel sterker de inhoudelijke relatie
gelegd kan worden tussen beleidsdoelstellingen, de ministeriële
verantwoordelijkheid en het geld dat via het Infrastructuurfonds besteed
wordt. De commissie verzoekt u derhalve de begroting 2013 hierop aan te
passen en de bijdragen aan het Infrastructuurfonds onder te brengen bij
de relevante begrotingsartikelen. 

6. Brede doeluitkering (BDU)

In aansluiting op de voorgaande wens ten aanzien van de bijdrage aan het
Infrastructuurfonds, verzoekt de commissie u om de BDU in een eigen
beleidsartikel onder te brengen en de informatievoorziening over de BDU
in overeenstemming te brengen met de bepalingen die gelden voor
beleidsartikelen.

Bijlage 1. Gewenste artikelindeling vaste commissie voor Infrastructuur
en Milieu

Was (voorstel minister)	Wordt 



	Beleidsartikelen	Beleidsartikelen

1 Water	Waterkwantiteit

	Waterkwaliteit

 (inc deel OD 54.16 (art 7))

2 Ruimtelijke ontwikkeling	Ruimtelijke ontwikkeling

3 Wegen en verkeersveiligheid	Wegen en verkeersveiligheid

4 Openbaar vervoer en spoor	Openbaar vervoer

	Spoor

5 Mainports en logistiek	Luchtvaart

	Scheepvaart

6 Klimaat, lucht en geluid	Klimaat

	Lucht en geluid

7 Duurzaamheid	Duurzaamheid

8 Externe veiligheid en risico’s	Externe veiligheid en risico’s

9 KNMI	Weer, klimaat, seismologie en aardobservatie

10 ILT	-





Brede doeluitkering



	Niet-beleidsartikelen	Niet-beleidsartikelen

97 Algemeen departement	97 Algemeen departement 

(minus bijdragen IF en BDU)

98 Apparaatskosten kerndepartement	98 Apparaatskosten kerndepartement

99 Nominaal onvoorzien	99 Nominaal onvoorzien



 Conform de bijgestelde tabellen hiervoor in de leeswijzers van de
jaarverslagen I&M en Infrastructuurfonds 2011.