Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg
Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging (Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D25901, datum: 2012-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.E. Smeets, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2012Z10555:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-05-30 10:15: Procedurevergadering (o.a. controversieel verklaring) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-06-05 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-06-14 14:00: Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg - 32393-18 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-10-09 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
32 393 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging (Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld -------------------------2012 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 25 mei 2012 inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg (Kamerstuk 32 393, nr. 18). De op 15 juni 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Smeets Adjunct-griffier van de commissie, Clemens Inhoudsopgave blz. I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II. Reactie van de minister I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie Algemeen De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister om een beschikbaarheidbijdrage in de curatieve geestelijke gezondheidszorg mogelijk te maken. Genoemde leden hechten veel waarde aan goede kwaliteit van zorg en beschikbaarheid van zorg juist daar waar het zo hard nodig is. Deze leden zijn dan ook positief over de mogelijkheid van een beschikbaarheidbijdrage voor gespecialiseerde psychotraumazorg aan specifieke doelgroepen en zorg aan Joodse oorlogsslachtoffers. Specifieke kennis en zorg aan bijzondere doelgroepen moet volgens de leden van de PvdA-fractie altijd beschikbaar blijven. Het gaat hier bij deze twee doelgroepen om bovenregionale activiteiten voor een relatief kleine complexe patiĆ«ntendoelgroep waarvoor meerkosten gemaakt moeten worden, waardoor de kans op marktfalen reĆ«el is. De leden van de PvdA-fractie staan positief ten opzichte van de maatregel om er zorg voor te dragen voor groepen waarvoor niet direct goede zorg te bekostigen is via het systeem dat nu in de zorg geĆÆmplementeerd is, het zo te organiseren dat goede zorg voor alle doelgroepen beschikbaar blijft. De leden van de fractie van de PvdA zouden in dit licht echter de minister op twee andere doelgroepen willen wijzen, die volgens deze leden ook in aanmerking zouden moeten komen voor een beschikbaarheidbijdrage: Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen (KOPP) en Kinderen van Verslaafde Ouders (KOV), en de patiĆ«nten in de curatieve ggz met zeer ernstige psychiatrische problematiek en extreme agressie door verslavingsproblematiek. KOPP/KOV kinderen De leden van de PvdA-fractie strijden al enkele tijd om betere zorg voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek en verslavingsproblematiek. Deze groep kinderen loopt nog te vaak tegen problemen aan bij het verkrijgen van goede, deskundige zorg. De geboden zorg vanuit gemeenten is nog niet voldoende en niet toegespitst op de problematiek van deze doelgroep, stellen deze leden. Deelt de minister de mening dat de zorg voor deze kinderen beter georganiseerd kan en moet worden? Als de leden van de PvdA-fractie de bepalingen bezien op basis waarvan een beschikbaarheidbijdrage mogelijk gemaakt wordt voor gespecialiseerde psychotraumazorg aan specifieke doelgroepen (Centrum ā45, oorlogsslachtoffers en zwaar getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers) en zorg aan Joodse oorlogsslachtoffers, dan moeten zij stellen dat voor de KOPP en KOV kinderen eenzelfde regeling getroffen zou moeten worden. Deze doelgroep, stellen deze leden, is een complexe doelgroep waarvoor meerkosten gemaakt moeten worden en die nog niet op een andere manier bekostigd kunnen worden. De leden van de PvdA-fractie zouden graag van de minister vernemen of er ook voor deze doelgroep een beschikbaarheidbijdrage kan komen en wat de beweegredenen zijn van de minister om dit wel of niet te doen. Genoemde leden vragen hoe de zorg voor deze doelgroep wel georganiseerd zou kunnen worden als een beschikbaarheidbijdrage geen passende mogelijkheid is volgens de minister. Ernstig psychiatrische problematiek en verslavingsproblematiek Een tweede doelgroep waar de leden van de PvdA-fractie zich zorgen om maken en waar zij mogelijkheden zien voor de beschikbaarheidbijdrage is de groep laag verstandelijke gehandicapten met ernstige psychiatrische problematiek en verslavingsproblematiek. Deze leden constateren dat de ggz steeds vaker geconfronteerd wordt met patiĆ«nten die naast een ernstig psychiatrische stoornis een verslavingsproblematiek hebben en dus regelmatig enorme doorbraken van agressie hebben. Genoemde leden moeten concluderen dat deze patiĆ«nten niet passen in de dbc-constructie in de curatieve ggz, die bij invoering van prestatiebekostiging in de sector gecreĆ«erd is door deze minister, waardoor ggz-instellingen aanlopen tegen enerzijds een zorgplicht voor deze patiĆ«nten en anderzijds een tekort aan middelen en mankracht om deze patiĆ«nten met een ernstig complexe zorgvraag de juiste zorg te bieden. In andere instellingen waar bijvoorbeeld beter omgegaan kan worden met de enorme agressie die deze patiĆ«nten in bepaalde fases in hun ziektebeeld laten zien, bijvoorbeeld tbs-klinieken (waar ggz-instellingen soms al mee samenwerken wanneer ze een zodanige patiĆ«nt moeten opnemen), is er vaak geen budget beschikbaar voor deze patiĆ«nt. Bij deze doelgroep gaat het volgens de leden van de PvdA-fractie om zorg waarvan de kosten voor de afzonderlijke prestaties niet of niet geheel zijn toe te rekenen of in rekening te brengen zijn aan individuele verzekeraars of verzekerden, waar een toerekening van de kosten naar tarieven marktverstorend is en de zorg voor deze patiĆ«nten niet op een andere manier bekostigd kan worden. Deelt de minister deze visie van de leden van de PvdA-fractie? De vraag van de leden van de PvdA-fractie aan de minister is of bij deze doelgroep de beschikbaarheidbijdrage als maatregel zou kunnen dienen om zo de juiste verantwoorde zorg voor deze groep patiĆ«nten te organiseren. Wat zijn de beweegredenen voor de minister om wel of niet een beschikbaarheidbijdrage mogelijk te maken voor deze doelgroep? De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de zorg voor deze doelgroep wel georganiseerd zou kunnen worden als de minister een beschikbaarheidbijdrage geen passende mogelijkheid acht. Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de beschikbaarheidbijdrage curatieve ggz. Deze leden vragen hoe de zorg verleend door het Centrum ā45 zich verhoudt tot de zorg die geleverd wordt door de andere instellingen die deel uitmaken van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV). Deze zeventien zorginstellingen werken samen om de zorg voor veteranen goed te organiseren. Betekent dit dat de overige zestien instellingen nu niet meer aan veteranen zorg kunnen verlenen? In hoeverre is er overleg geweest met de voorzitter van het LZV over het invoeren van een beschikbaarheidbijdrage voor Centrum ā45? De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat Joodse oorlogsslachtoffers specifieke zorg krijgen die samenhangt met het verwerken van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Het is deze leden niet duidelijk of de beschikbaarheidbijdrage voor het SinaĆÆ Centrum ook geldt voor de nakomelingen van de Joodse oorlogsslachtoffers, die vaak ook nog de gevolgen ondervinden van het oorlogsverleden van hun ouders. Vragen en opmerkingen van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg. De minister schrijft dat de inzet van dit instrument noodzakelijk is in verband met de afspraken die de minister met de sector maakt over invoering van prestatiebekostiging. De leden van de SP-fractie vragen hoever de minister is gevorderd met deze afspraken. Daarnaast vragen deze leden of het niet wijs is om, gezien de demissionaire status van het kabinet, terughoudend te zijn met de implementatie van een zo grote beleidswijziging en verdere actie over te laten aan een volgend kabinet. De minister stelt terecht dat gespecialiseerde psychotraumazorg aan specifieke, complexe doelgroepen en de zorg aan Joodse oorlogsslachtoffers een reĆ«el risico in zich houdt op āmarktfalenā vanwege de meerkosten die moeten worden gemaakt. De leden van de SP-fractie vragen de minister welke andere mogelijkheden voor de instandhouding van deze zorg zijn onderzocht en wat van elk van deze mogelijke alternatieven de voor- en nadelen waren. Genoemde leden vragen bijvoorbeeld waarom, in plaats van een beschikbaarheidbijdrage bovenop de huidige budgetcomponenten, niet is gekozen voor vergroting van die budgetcomponenten. Zou dit niet een meer structurele oplossing zijn dan een jaarlijks opnieuw te berekenen beschikbaarheidbijdrage? Deze leden vragen tevens of de overige geestelijke gezondheidszorg niet ook moet worden beschermd tegen marktwerking vanwege de kans op āmarktfalenā en het kwetsbare karakter van de doelgroep. De minister stelt dat er ānogā geen dbc-tarieven beschikbaar zijn voor deze zorg. De leden van de SP-fractie vragen de minister of uit deze formulering kan worden afgeleid dat er plannen zijn om het dbc-stelsel uit te breiden naar gespecialiseerde psychotraumazorg en zorg aan Joodse oorlogsslachtoffers. Is het de bedoeling dat op deze zorg geconcurreerd gaat worden? Zo nee, wat is dan de reden voor dbc-financiering in zorg die zo kwetsbaar is dat zelfs een zeer liberaal kabinet het risico op āmarktfalenā zeer hoog inschat? Ook de negatieve gevolgen voor de patiĆ«ntprivacy van de dbc-systematiek zou naar het oordeel van de leden van de SP-fractie een extra zwaar argument tegen invoering van dbcās in deze vormen van zorg moeten zijn. Deze leden vragen de minister om toe te zeggen dat geen verdere stappen worden ondernomen voor uitbreiding van de dbc-systematiek naar de in de voorliggende voorhang beschreven vormen van zorg. II. REACTIE VAN DE MINISTER PAGE PAGE 2