[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wet houdende goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten

Eindtekst

Nummer: 2012D26467, datum: 2012-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z00447:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 juni 2012



	Goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van
wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 21, eerste
lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba de Regeling aanpassing Wet publieke gezondheid BES, de
Aanpassingsregeling BES-wetten VWS, de Regeling aanpassing Wet
zorginstellingen BES, de Aanpassingsregeling levensbeëindiging op
verzoek of hulp bij zelfdoding BES, de Regeling van de Minister van
Volkshuisvesting, Welzijn en Sport van 28 februari 2011, houdende
wijziging van de Wet medisch tuchtrecht BES, alsmede de Regeling
aanpassing wetgeving bloedvoorziening en geneesmiddelen BES bij wet
dienen te worden goedgekeurd en dat het in dat verband tevens wenselijk
is enkele wijzigingen in een aantal wetten door te voeren, alsmede dat
het wenselijk is een technische wijziging in de Wet klachtrecht
cliënten zorgsector door te voeren; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De volgende ministeriële regelingen worden goedgekeurd:

a. de Regeling aanpassing Wet publieke gezondheid BES;

b. de Aanpassingsregeling BES-wetten VWS;

c. de Regeling aanpassing Wet zorginstellingen BES;

d. de Aanpassingsregeling levensbeëindiging op verzoek of hulp bij
zelfdoding BES;

e. de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
28 februari 2011, houdende wijziging van de Wet medisch tuchtrecht BES;

f. de Regeling aanpassing wetgeving bloedvoorziening en geneesmiddelen
BES.

ARTIKEL II

De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 7, 48, 50, 52 wordt “Onze Minister van Verkeer en
Waterstaat” telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur
en Milieu. 

B

In artikel 7, vijfde lid, wordt “de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties” vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Veiligheid en
Justitie. 

C

In de artikelen 9 en 11 wordt “Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties” telkens vervangen door: Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van
Veiligheid en Justitie. 

D

Na artikel 68 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK VA. OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Artikel 68a

Tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald, is het bepaalde bij of
krachtens deze wet mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba, met dien verstande dat telkens in die bepalingen
wordt gelezen voor:

a. “de gemeente”: het openbare lichaam Bonaire, Sint Eustatius of
Saba;

b. “gemeenteraad”: eilandsraad;

c. “college van burgemeester en wethouders” en “bestuur van de
veiligheidsregio”: bestuurscollege; 

d. “burgemeester” en “voorzitter van de veiligheidsregio”:
gezaghebber;

e. “gemeentelijke gezondheidsdienst”: de in artikel 68c, eerste lid,
bedoelde geneeskundige;

f. “nota gemeentelijk gezondheidsbeleid”: nota gezondheidsbeleid;

g. “samenwerkingsverband van registerloodsen”: een loods als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Loodsenwet 2001 BES;

h. “lijk”: een lijk als bedoeld in de Begrafeniswet BES;

i. “goed”: tastbaar product, met inbegrip van planten en met
uitzondering van dieren, vervoermiddelen en lijken als bedoeld in de
Begrafeniswet BES;

j. “waar”: waar alsmede eet- en drinkwaar als bedoeld in artikel 1,
onderdelen b en c, van de Warenwet BES;

k. “last onder bestuursdwang”: bestuursdwang als bedoeld in artikel
58j, eerste lid;

l. “burgerservicenummer”: het nummer van een geldig
identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Wet
identificatieplicht BES;

m. “ziekenhuis”: zorginstelling als bedoeld in artikel 1, onder k,
van de Wet zorginstellingen BES;

n. “verweerschrift als bedoeld in artikel 282, vierde lid, van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering”: een verweerschrift als
bedoeld in artikel 429h, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering BES;

o. “crisisplan, bedoeld in artikel 16 van de Wet
veiligheidsregio’s”: rampen- en crisisplan, bedoeld in artikel 44
van de Veiligheidswet BES. 

Artikel 68b

De artikelen 8, derde lid, 14 tot en met 17, 64 en 65 zijn niet van
toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 

Artikel 68c

1. Ter uitvoering van de bij of krachtens deze wet opgedragen taken
draagt het bestuurscollege er in ieder geval zorg voor dat het beschikt
over ten minste Ă©Ă©n geneeskundige die is belast met de
infectieziektebestrijding. 

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen eisen worden gesteld met
betrekking tot het opleidingsniveau of de deskundigheid van de
geneeskundige, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 68d

Het bestuurscollege draagt zorg voor het aanbieden van vaccinaties uit
en onder voorwaarden van het bij regeling van Onze Minister vast te
stellen vaccinatieprogramma.

Artikel 68e

1. Ingeval er een gegrond vermoeden bestaat van besmetting van goederen
kan de gezaghebber het brengen op het grondgebied van het openbaar
lichaam van deze goederen verbieden, dan wel verbieden indien niet wordt
voldaan aan bij beschikking op te leggen voorschriften. De gezaghebber
heft de maatregel op als het gevaar is geweken.

2. Indien een lijk is besmet met een infectueus of giftig agens of een
infectueuze of giftige stof, of een gegrond vermoeden daarvoor bestaat,
waardoor een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kan ontstaan, kan de
gezaghebber maatregelen treffen om dit gevaar af te wenden. Deze
maatregelen bestaan uit het afnemen van bloed of andere vloeistoffen,
het isoleren of het verbranden van het lijk.

Artikel 68f

1. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van
Veiligheid en Justitie, een laboratorium aanwijzen voor het verrichten
van onderzoek ten behoeve van de publieke gezondheid en justitie in de
openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 

2. De volgende instanties kunnen een beroep doen op de organisatie,
bedoeld in het eerste lid: de geneeskundige, bedoeld in artikel 68c,
eerste lid, het Staatstoezicht voor de Volksgezondheid, het RIVM en het
openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 

3. De aanwijzing wordt ingetrokken, indien de organisatie naar het
gezamenlijk oordeel van Onze Minister en de Minister van Veiligheid en
Justitie niet meer in staat blijkt te zijn het laboratoriumonderzoek
naar behoren te vervullen dan wel een publiek belang dit vereist. 

4. De organisatie, bedoeld in het eerste lid, stelt jaarlijks vóór 1
juli een verslag op van zijn werkzaamheden, alsmede de doelmatigheid en
doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en werkwijze in het afgelopen
jaar. Het verslag wordt aan Onze Minister gezonden.

5. De werknemers van de organisatie, bedoeld in het eerste lid, zijn
verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun bij het verrichten van hun
werkzaamheden bekend is geworden, behoudens voor zover enig wettelijk
voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit de uitvoering van de
krachtens deze wet opgelegde taak de noodzaak tot bekendmaking
voortvloeit. 

Artikel 68g

Bij regeling van Onze Minister kan aan de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba een bijzondere uitkering worden verstrekt voor de
uitvoering van de taken in deze wet, en kunnen regels worden gesteld
over:

a. de vaststelling van de uitkering;

b. de aan de verlening van de uitkering verbonden verplichtingen;

c. de betaling en de terugvordering van de uitkering. 

Artikel 68h

1. Wat betreft het bij of krachtens deze wet voor de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba bepaalde zijn de ambtenaren van het
Staatstoezicht op de Volksgezondheid belast met het uitoefenen van de in
artikel 36, eerste en tweede lid, van de Gezondheidswet genoemde taken.
Artikel 36, derde lid, van de Gezondheidswet is niet van toepassing. 

2. Met de opsporing van de bij of krachtens deze wet in de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba strafbare gestelde feiten zijn,
onverminderd artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES, belast
de ambtenaren van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. 

Artikel 68i

Voor het toepassen van bestuursdwang in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba op grond van deze wet zijn de artikelen 68j en
68k van toepassing. 

Artikel 68j

1. Bestuursdwang omvat het doen wegnemen, ontruimen, beletten, in de
vorige toestand herstellen of verrichten van hetgeen in strijd met de
desbetreffende bepalingen van deze landsverordening is of wordt gedaan,
gehouden of nagelaten. 

2. Een beslissing tot het toepassen van bestuursdwang wordt op schrift
gesteld en geldt als een beschikking. De beschikking vermeldt welk
voorschrift is overtreden. 

3. De beschikking wordt bekendgemaakt aan de overtreder en andere
belanghebbenden.

4. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de overtreder
en eventuele andere rechthebbenden de tenuitvoerlegging van
bestuursdwang kunnen voorkomen door zelf de in de beschikking vermelde
maatregelen te treffen. Geen termijn behoeft te worden gegund indien de
vereiste spoed zich daartegen verzet. 

5. Indien de situatie dermate spoedeisend is dat de beslissing tot
toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan wordt gezet,
wordt zo spoedig mogelijk alsnog voor de opschriftstelling en
bekendmaking gezorgd. 

Artikel 68k

1. De overtreder is de kosten verbonden aan de toepassing van
bestuursdwang verschuldigd, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of
niet geheel te zijnen laste behoren te komen. 

2. De beschikking vermeldt dat de toepassing van bestuursdwang op kosten
van de overtreder plaatsvindt. 

3. Indien de kosten echter geheel of gedeeltelijk niet ten laste van de
overtreder zullen worden gebracht, wordt dat in de beschikking vermeld.

4. Onder de kosten worden begrepen de kosten verbonden aan de
voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze kosten zijn gemaakt na
het tijdstip waarop de termijn bedoeld in artikel 68j, vierde lid, is
verstreken.

5. De kosten zijn ook verschuldigd indien de bestuursdwang door
opheffing van de onrechtmatige situatie niet of niet volledig is
uitgevoerd. 

6. Bij dwangbevel kan van de overtreder de verschuldigde kosten,
verhoogd met de op de invordering vallende kosten, worden ingevorderd.

7. Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij
deurwaardersexploot betekend en levert een executoriale titel op in de
zin van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES.

8. Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het
dwangbevel open door dagvaarding van het openbaar lichaam.

9. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging. Op verzoek van het openbaar
lichaam kan het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en
Saba de schorsing van de tenuitvoerlegging opheffen. 

10. De kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang zijn
bevoorrecht op de zaak ten aanzien waarvan zij zijn besteed en worden na
de kosten, bedoeld in artikel 284 van het Burgerlijk Wetboek BES, uit de
opbrengst van de zaak betaald. 

Artikel 68l

1. Met een hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie wordt gestraft degene die in strijd handelt met artikel
68e, eerste lid, of die het in artikel 68e, tweede lid, bedoelde lijk
onttrekt aan een krachtens dat artikel genomen maatregel.

2. Met een hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie wordt gestraft degene die verwijtbaar de
geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 68f, vijfde lid, schendt. 

3. Met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of geldboete van de
vierde categorie wordt gestraft degene die opzettelijk de
geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 68f, vijfde lid, schendt. 

4. Geen vervolging wordt ingesteld anders dan op verzoek van degene te
wiens aanzien de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 68f, vijfde
lid, is geschonden. 

5. De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn
overtredingen. Het in het derde lid strafbaar gestelde feit is een
misdrijf. 

ARTIKEL III

De Wet publieke gezondheid BES wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

In artikel 45 van de Wet Inspectie voor de Volksgezondheid BES wordt
“Wet inspectie voor de Volksgezondheid BES” vervangen door: Wet
Inspectie Biociden BES.

ARTIKEL V

De Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt
als volgt gewijzigd:

In de Bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder MINISTER VAN
VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, wordt aan tabel A een titel
toegevoegd, luidende:

Landsverordening van de 7e februari 1963 houdende regelen betreffende de
handel in dranken en spijzen alsmede het verschaffen van huisvesting met
bediening tegen vergoeding.	Vergunningwet BES



ARTIKEL VI

De Vergunningwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen van deze wet wordt:

1. “landsverordening” telkens vervangen door: wet;

2. “eilandsverordening” telkens vervangen door: ministeriĂ«le
regeling;

3. “eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen” telkens vervangen
door: ministeriële regeling;

4. “eilandgebieden” telkens vervangen door: openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

5. “eilandgebied” telkens vervangen door: het openbaar lichaam
Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

B

Aan het slot van artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt na
‘vereist is’ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Onze Minister: Onze Minister wie het aangaat.

C

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot ruimte, licht,
randinrichting en luchtverversing eisen worden gesteld, waaraan een
lokaliteit moet voldoen om voor een der in de artikelen 10 tot en met 18
genoemde vergunningen in aanmerking te kunnen komen.

D

In artikel 27 wordt “kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene
maatregelen, de eilandsraad gehoord, bijzondere voorwaarden worden
gesteld” vervangen door: kunnen, de eilandsraad gehoord, bijzondere
voorschriften worden verbonden.

E

Artikel 56a, eerste lid, komt te luiden:

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet
bepaalde zijn belast de door Onze Minister aangewezen personen van het
Staatstoezicht op de Volksgezondheid, bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf
2, van de Gezondheidswet. 

F

Artikel 62 komt te luiden:

Artikel 62

Deze wet wordt aangehaald als: Vergunningwet BES.

ARTIKEL VII

Artikel 38 van de Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervallen “uitsluitend” en onderdeel i en komt
onderdeel h te luiden:

h. Vergunningwet BES.

2. In het derde lid wordt “de Wet Inspectie voor de Volksgezondheid
BES, zoals die luidde op 1 januari 2011” vervangen door: de Wet
Inspectie Biociden BES.

ARTIKEL VIII

Artikel 19b, eerste lid, van de Wet toetsing levensbeëindiging op
verzoek en hulp bij zelfdoding wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde gedachtestreepje met de daarbij horende tekst komt te
vervallen.

2. In de tekst bij het derde (nieuw) gedachtestreepje wordt “artikel
294” vervangen door ‘artikel 293’ en wordt “artikel 307”
vervangen door: artikel 306.

3. Na de tekst bij het derde (nieuw) gedachtestreepje wordt ingevoegd:

- artikel 8, eerste lid, wordt in plaats van “artikel 7, tweede lid,
van de Wet op de lijkbezorging” gelezen: artikel 1, derde lid, van de
Wet verklaringen van overlijden BES.

ARTIKEL IX

De Wet medisch tuchtrecht BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, tweede en vierde lid, wordt “de Inspectie voor de
Volksgezondheid” telkens vervangen door: het Staatstoezicht op de
volksgezondheid, bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 2, van de
Gezondheidswet. 

B

In artikel 10, eerste lid, wordt de tweede volzin vervangen door:
Ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, bedoeld in
hoofdstuk IV, paragraaf 2, van de Gezondheidswet, zijn niet benoembaar.

C

In artikel 16, derde lid, wordt “de Inspectie voor de
Volksgezondheid” vervangen door: het Staatstoezicht op de
volksgezondheid, bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 2, van de
Gezondheidswet. 

ARTIKEL X

De Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel f, wordt “de geneesmiddelen bedoeld onder 3˚
en die bedoeld onder d, 4˚” vervangen door: de geneesmiddelen,
bedoeld in onderdeel e, onder 3˚ en 4˚.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt “zelfstandigen” vervangen door:
zelfstandigheden.

C

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “op dienst verzoek” vervangen door: op
diens verzoek.

2. In het derde lid wordt “in eerst instantie” vervangen door: in
eerste instantie.

ARTIKEL XI

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2˚, van de Wet klachtrecht
cliënten zorgsector komt te luiden:

2˚. een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van
de Wet publieke gezondheid. 

ARTIKEL XII

Indien het bij Koninklijke boodschap van 7 juni 2010 ingediende voorstel
van wet houdende de Wet cliëntenrechten zorg (Kamerstukken II, 2009/10,
32 402) tot wet is verheven en eerder in werking treedt dan deze wet,
vervalt artikel XI van deze wet. 

ARTIKEL XIII

1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

2. De artikelen V, VI en VII, eerste lid, werken terug tot en met 10
oktober 2010. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

 PAGE    

 PAGE   10