[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de Digitale Implementatie Agenda en derde voortgangsrapportage Nederland Open in Verbinding (NOiV) (min ELI)

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2012D27827, datum: 2012-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z25999:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


26 643	Informatie- en communicatietechnologie (ICT) 

		Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

		

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over
de Digitale Implementatieagenda. 

De op 27 juni 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de
minister bij brief van 

.. 2012 toegezonden antwoorden hieronder
afgedrukt.

(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag)

De voorzitter van de commissie,

Van der Ham

De adjunct-griffier van de commissie,

Blacquiere

Inhoudsopgave

I	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II	Antwoord / Reactie van de minister 

III	Volledige agenda

I	 Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de VVD-fractie 

De Digitale agenda (DA) en de implementatie daarvan zijn belangrijk. Met
ICT kunnen we randvoorwaarden scheppen voor het vergroten van de
productiviteit van het bedrijfsleven en de regeldruk verminderen. Helaas
is er in de Kamer met name veel aandacht voor ICT wanneer het gaat om
problemen zoals bijvoorbeeld bij Diginotar, hacken en andere zaken. Daar
willen de leden van de VVD-fractie deze keer juist geen aandacht aan
besteden. Voor de leden van de VVD-fractie staat de DIA namelijk symbool
voor de kansen die ICT biedt en de manier waarop ICT bij kan dragen aan
de oplossingen van huidige maatschappelijke problemen.

In de Digitale Implementatie Agenda (DIA) staan prachtige dingen zoals
het stimuleren van open data, cloudcomputing voor het Midden- en
Kleinbedrijf (MKB), enzovoort. De DIA staat of valt echter met de manier
waarop praktisch invulling gegeven gaat worden aan al deze ideeën en
concepten. Daarom horen de leden van de VVD-fractie graag van de
minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hoe hij voldoende
kan waarborgen dat de positieve effecten van de DA gerealiseerd kunnen
worden? Kan de minister toelichten hoe in de praktijk invulling gegeven
gaat worden aan deze concepten? Worden bestaande mogelijkheden, zoals de
middelen in het kader van het Programma Implementatie Agenda ICT-beleid
(PRIMA), daarvoor ingezet? Welke andere middelen zijn beschikbaar?

De leden van de VVD-fractie willen kort aandacht vragen voor misschien
wel het mooiste voorstel uit de DIA, namelijk het invoeren van het
‘recht op elektronisch zaken doen’. Met dit voorstel kunnen we de
regeldruk enorm verlagen voor het bedrijfsleven. Dat is in tijden van
crisis heel belangrijk. Het is juist daarom dat de leden van de
VVD-fractie verbijsterd zijn dat de termijn waarop de overheidsdiensten
dit elektronische zakendoen op orde moeten hebben, is vastgesteld op
2017-2018. Deze termijn haalt naar de mening van de leden van de
VVD-fractie alle ambitie van dit goede voornemen onderuit. De digitale
wereld is overal, maar voor het elektronisch kunnen afhandelen van
communicatie met bedrijven hebben we zes jaar nodig? Naar de mening van
de leden van de VVD-fractie kan de implementatie parallel lopen met het
traject rond het bijbehorende wetsvoorstel dat in 2015 gereed zal zijn.
De leden van de VVD-fractie vragen de minister de implementatie van het
recht op elektronisch zakendoen dan ook te realiseren per 2015 op zijn
laatst.

Verder hebben de leden van de VVD-fractie middels de motie van de leden
Schaart en Verburg (Kamerstuk 32 637, nr. 10) eerder al aandacht
gevraagd voor het belang van ICT voor innovatie in alle topsectoren .
Het is goed om te lezen dat ook de digitale vaardigheden van de
beroepsbevolking aandacht krijgen in de topsectoren. Uit recent
onderzoek van de stichting Digivaardig en Digibewust blijkt namelijk dat
de gemiddelde werknemer 7,6 procent van zijn tijd verliest vanwege een
gebrek aan digitale vaardigheden. De leden van de VVD-fractie zijn dan
ook groot voorstander van het programma Digitale Vaardigheden
Beroepsbevolking. Kan de minister aangeven of, en zo ja, hoe dit
programma verbonden is met de “Human Capital Agenda’s” die in de
topsectoren tot stand komen? 

Tot slot, zoals u van de de leden van de VVD-fractie gewend bent,
aandacht voor snel internet in buitengebieden. Hoe staat het met de
ontwikkelingen op dit punt in Nederland? De leden van de VVD-fractie
ontvangen wekelijks mailtjes van wethouders en burgemeesters uit het
hele land die zich afvragen hoe ze zo spoedig mogelijk snel internet in
hun gemeente kunnen realiseren en of ze daarvoor geld uit Europese
structuurfondsen kunnen krijgen. Wat voor antwoord heeft de minister
voor al deze mensen?

 

Vragen van de leden van de CDA-fractie 

Digitale implementatie agenda

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat er in de Digitale
implementatie agenda veel zaken opgepakt worden die met name ook voor
het bedrijfsleven van belang zijn. Maar juist ook in de minder harde
sector, op sociaal maatschappelijk gebied, kan een digitale agenda ook
veel betekenen. Met name in dun bevolkte en krimpregio’s en in het
kader van de leefbaarheid van het platteland, kunnen met behulp van
slimme inzet van ICT veel voorzieningen op het gebied van onderwijs,
zorg en openbaar vervoer in stand gehouden worden. De leden van de
CDA-fractie vragen de minister of hij bereid is om ook deze sociaal
maatschappelijke digitalisering deel te laten uitmaken van de Digitale
Agenda. In Friesland is men hier al heel concreet mee aan de slag. Is de
minister bereid om te kijken of in samenwerking met Friesland een pilot
gestart kan worden rond sociaal maatschappelijke digitalisering?

Derde voortgangsrapportage Nederland Open in Verbinding

De leden van de CDA-fractie lezen dat het programmabureau
steekproefsgewijs ICT-aanbestedingen kritisch heeft gevolgd en dat er
volgens het onderzoeksbureau Lysias Consulting Group sprake is van een
toegenomen bewustzijn van het belang van open standaarden en open source
software. Maar ook dat in 2010 maar iets meer dan 50% van de overheden
het ‘pas toe of leg uit’-principe hebben ingevoerd. Waarbij de
heersende gedachte is dat toepassing van dit principe nog erg
vrijblijvend is. De leden van de CDA-fractie vinden het daarom een goede
zaak dat het kabinet de toepassing van dit principe door overheden
minder vrijblijvend maakt, maar wat zijn nu de echte harde resultaten
die geboekt worden binnen de overheid in het toepassen van meer open
standaarden en opensourcesoftware? 

De leden van de CDA-fractie vragen de minister of hij bij benadering kan
aangeven welk percentage van de ICT-overheidsaanbestedingen in 2009 nog
resulteerde in ICT-aankopen die zijn gebaseerd op open standaarden en
open source en hoe dit percentage sindsdien gegroeid is in 2011.

De leveranciersafhankelijkheid die gesloten systemen en software met
zich meebrengen hebben een sterk kostenverhogend effect op de jaarlijkse
ICT-uitgaven van overheden. Dat kunnen we ons in deze tijd van
economische crisis en noodzakelijke bezuinigingen niet langer
permitteren. De leden van de CDA-fractie vragen de minister of hij een
indicatie kan geven van de kosten die bespaard zouden kunnen worden als
overheden meer gaan werken met open standaarden en open source. 

Tenslotte lezen de leden van de CDA-fractie in deze rapportage dat uit
de gegevens van de onderzochte aanbestedingen blijkt dat het Rijk
gemiddeld twee keer zo goed het principe van open standaarden en open
source naleeft als de overige organisaties. Er wordt gepleit voor meer
Shared Service Centra bij het Rijk en gemeenten en bundeling van
krachten, wat in de praktijk zou leiden tot meer kennis, kracht en macht
van overheidsinkopers. Kan de minister aangeven hoe hij de komende tijd
deze krachtenbundeling binnen de overheid verder gaat realiseren? Dat
zal namelijk niet vanzelf gaan en de huidige versnippering leidt tot
onnodige geldverspilling. In dat kader zien de leden van de CDA-fractie
Stedenlink, het initiatief van de G32, als zeer positief. Wel stellen
deze leden de vraag of dit ook gaat leiden tot een meer gezamenlijk
inkoopbeleid met de daarbij behorende besparingen. 

Rapport BEREC

Uit het rapport van de Body of European Regulators of Electronic
Communications (BEREC) kwam naar voren dat het blokkeren of afknijpen
van peer-to-peerverkeer met name bij de mobiele netwerken veel voorkomt.
Ruim 21% van de eindgebruikers van vaste netwerken hebben hier in Europa
last van dat is meer dan Ă©Ă©n op de vijf consumenten. Bij mobiele
aanbieders kan dit zelfs op 42% liggen. Dat is bijna de helft van de
mensen, dat vinden de leden van de CDA-fractie absurd hoog. Te lezen
valt dat dit sterk verschilt per lidstaat in Europa. Goed dat de
minister de Europese Commissie dan ook het principe van netneutraliteit
aanbeveelt, zodat de verschillen tussen landen kleiner worden en
uiteindelijk verdwijnen. De leden van de CDA-fractie vragen de minister
of hij weet hoe Eurocommissaris Kroes dit verder zal gaan oppakken en
verzoeken om de laatste stand van zaken op dat gebied. 



Vragen van de leden van de SP-fractie 

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geagendeerde punten voor het schriftelijk overleg inzake de Digitale
Implementatie Agenda. Graag stellen zij hier een aantal vragen over.

De leden van de SP-fractie zijn over het algemeen positief over het
pakket aan maatregelen dat in de Digitale Implementatie Agenda is
opgenomen. Deze leden vragen zich echter af of er voldoende kennis en
kunde binnen de overheidsinstanties aanwezig is om deze agenda op een
voorspoedige en veilige manier uit te voeren. Beschikt de overheid op
zowel lokaal als nationaal niveau over voldoende goed gekwalificeerde
ICT’ers? De voorgenomen acties om te investeren in kennis zullen pas
over een aantal jaren de vruchten afwerpen. Op welke wijze wordt het
noodzakelijke kennisniveau in de tussenperiode ingevuld? 

Het verbaast de leden van de SP-fractie dat in de rapportage staat
vermeld dat uit de analyse naar de veiligheid van ICT-voorzieningen bij
het elektronisch zakendoen tussen de overheid en bedrijven er geen
blokkerende tekortkomingen zijn geĂŻdentificeerd. Kan de minister een
nadere toelichting geven op dit onderzoek?

Graag zouden de leden van de SP-fractie een duidelijk overzicht
ontvangen waarin de groei van het gebruik van open standaarden en open
source inzichtelijk wordt gemaakt. Ook vragen deze leden wat de gevolgen
zijn van het stopzetten van het programmabureau Nederland Open in
Verbinding (NOiV). Hoe verloopt het gebruik van open standaarden en open
source software sinds het stopzetten van dit programmabureau?

In de derde voortgangsrapportage NOiV wordt geconcludeerd dat het
actieplan doeltreffend is geweest omdat blijkt dat het toepassen van
open standaarden en open source software bij overheden een onomkeerbaar
proces is geworden. De leden van de SP-fractie vragen of de conclusie
dat wanneer het toepassen tot een onomkeerbaar proces is geworden, dit
vanzelfsprekend gezien kan worden als doeltreffend of als een succes en
verzoeken om een reactie van de minister op dit punt.

In dezelfde rapportage staat dat het belang van open standaarden als
instrument voor verbetering van interoperabiliteit langzaam doordringt
op het niveau van beslissers en bestuurders, maar dat dit in de
organisatie voornamelijk leeft bij de ICT-specialisten. De leden van de
SP-fractie zouden graag weten hoe het kan dat dit, na vier jaar, nog
altijd niet is doorgedrongen bij de beslissers en bestuurders van de
Rijksoverheid. Wat gaat de minister ondernemen om dit proces te doen
versnellen?

De leden van de SP-fractie zouden graag meer informatie ontvangen over
de uitkomsten van de monitor NOiV 2010. Uit de resultaten van de monitor
blijkt dat 67% van de uitvoeringsorganisaties aangeeft ODF (Open
Document Format) te ondersteunen. Vervolgens zegt 83% van de
uitvoeringsorganisaties dat ODF een optie is voor alle medewerkers. Hoe
kan het dat een deel van de uitvoeringsorganisaties ODF niet ondersteunt
maar dit wel als een optie zien voor hun medewerkers? Ook bij de
gemeenten ondersteunt 62% ODF terwijl 64% aangeeft dat het een optie is
voor alle medewerkers. Kan de minister hier een toelichting op geven? 

Uiteraard vinden de leden van de SP-fractie het positief dat er een
oplossing gevonden is voor de problemen met de provider van
teksttelefonie AnnieS. Is de minister het met de leden eens dat deze
oplossing wel erg lang op zich heeft laten wachten? Is de minister van
mening dat een dergelijke service niet voor zo’n lange periode buiten
gebruik mag zijn en hoe gaat de minister er zorg voor dragen dat dit in
de toekomst niet opnieuw kan gebeuren?

De leden van de SP-fractie zijn verder benieuwd hoe het staat met de
ontwikkeling van het Nationaal Cyber Security Centrum. Is het centrum in
staat voldoende goed gekwalificeerde ICT-ers aan te trekken? Wanneer
verwacht de minister dat het centrum op volle kracht operationeel is?
Kan de minister ten slotte aangeven wanneer de visie van het kabinet
over e-privacy aan de Kamer toegezonden zal worden? 

Vragen van de leden van de D66-fractie 

De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van de stukken op
de agenda van het schriftelijk overleg inzake de Digitale Implementatie
Agenda. Zij willen achtereenvolgens ingaan op de Digitale Implementatie
Agenda zelf, de handhaving van de cookie-wet door de Onafhankelijke Post
en Telecommunicatieautoriteit (OPTA) en netneutraliteit.

Allereerst de Digitale Implementatie Agenda. De leden van de fractie van
D66 vinden het document een teleurstelling. De centrale vraag in het
stuk lijkt te zijn: hoe kan het bedrijfsleven zo min mogelijk last
hebben van de overheid. Dat is een goede vraag, maar meer is nodig.
Naast problemen voorkomen, moeten ook groeikansen benut worden. De
overheid heeft ook een rol als aanjager. Adviesbureau Roland Berger
voorziet in haar rapport ‘Van een fysieke naar een intelligente
Digitale Gateway to Europe’ 25% extra groei van het bruto binnenlands
produkt (bbp) als de arbeidsproductiviteit in ICT omhoog gaat. Maar
nergens in de Digitale Implementatie Agenda is aangegeven hoe Nederland
ICT beter kan benutten in de Topsectoren. Boston Consultancy Group (BCG)
berekent in haar InterNed-rapport van december 2011 hoe de
interneteconomie kan zorgen voor procenten bbp-groei. Maar dat vereist
wel een Digitale Groeistrategie. Middels de motie van het lid Verhoeven
(Kamerstuk 24 095, nr. 293) hebben de leden van de fractie van D66 nog
geprobeerd de minister te helpen, om in ieder geval iets voor de MKB-ers
te doen. Maar het enige dat op dit punt terugkomt in de Digitale
Implementatie Agenda is een verwijzing naar Nederland Verdient Online.
De minister zit nog een paar maanden op zijn post. De leden van de
fractie van D66 roepen hem op om die tijd goed te gebruiken en alsnog
een plan op te stellen om Nederland met ICT-groei vooruit te helpen.
Deze leden ontvangen graag een uitgebreide reactie op zowel de redenatie
als het verzoek.

Dan de cookies-richtlijn. De leden van de fractie van D66 zijn blij maar
ook enigszins verrast dat de Wijziging van de Telecommunicatiewet ter
implementatie van de herziene Telecommunicatierichtlijnen (Kamerdossiers
32 549 en 32 403) zo snel in werking is getreden. Alleen maken zij zich
zorgen over de handhaving door de OPTA. Er bereiken de leden van de
fractie van D66 geluiden dat de OPTA een signaal wil afgeven en zich in
de handhaving enkel gaat richten op een paar grote Nederlandse spelers.
Kleinere en alle buitenlandse partijen zouden voorlopig gevrijwaard
blijven van enige handhaving. De leden van de fractie van D66 vragen de
minister of hij dit signaal kan bevestigen, en of hij de mening deelt
dat zo’n handhaving Nederlandse partijen zou kunnen schaden, omdat er
een ongelijk speelveld ontstaat ten opzichte van bijvoorbeeld
buitenlandse partijen. Zou de minister het wenselijker vinden om de
grootste overtreders eerst aan te pakken ongeacht hun thuisbasis of
grootte? Ziet de minister mogelijkheden dit aan de OPTA mee te geven via
een algemene beleidsregel? De minister kan immers (op basis van artikel
21 van de Kaderwet zbo's) algemene beleidsregels stellen met betrekking
tot de taakuitoefening van OPTA of de nog in te stellen Autoriteit
Consument en Markt (ACM) .

Het laatste punt gaat over netneutraliteit. Er zijn bemoedigende
berichten van de minister binnengekomen over missiewerk in Europa om de
Nederlandse regelgeving over te nemen. Toch hebben de leden van de
fractie van D66 zorgen. Via andere wetgeving wordt de netneutraliteit de
laatste maanden steeds vaker met voeten getreden. Op basis van het
auteursrecht worden sites gefilterd, geblokkeerd of verboden. Het
amendement bood deze ruimte. Daarom willen de leden de minister
voorleggen om de netneutraliteit verder aan te scherpen door de
uitzondering in lid d van het artikel dat gaat over netneutraliteit te
beperken tot ‘zware criminaliteit’. De leden vragen de minister om
met een wetsvoorstel komen om dit te regelen.

 

Vragen van de leden van de GroenLinks-fractie 

 

De leden van de GroenLinks-fractie zijn teleurgesteld in de
ogenschijnlijke voortgang die is geboekt op het gebied van open
standaarden en open source. Tien jaar nadat de Kamer de motie van het
lid Vendrik c.s. (Kamerstuk 28 600-XIII, nr. 30) aannam, moeten we blij
wezen met een congres en zes nieuwe standaarden. Waar het actieplan
Nederland Open in Verbinding aanvankelijk uitging van de publieke
sector, bleek in de praktijk de focus te liggen bij de Rijksoverheid.
Daarbij moeten de genoemde leden constateren dat de rapportages van het
programmabureau niet geheel een accurate beschrijving van de voortgang
van het beleid rond open standaarden en open source geven.

Uit de voortgangsrapportage maken de leden van de GroenLinks-fractie
niet op in hoeverre het programmabureau nu echt heeft gefunctioneerd. Al
eerder hebben zij aangegeven dat een evaluatie van het beleid voor open
standaarden en open source software aan een grondige evaluatie toe is.
Tien jaar na de motie van het lid Vendrik c.s. is het hoog tijd voor een
grondige onafhankelijke evaluatie van dit beleid. De leden van de
GroenLinks-fractie verzoeken een reactie van de minister op dit punt.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het actieplan uitging van
de semi-publieke sector maar dat het er nu op lijkt alsof dat gaandeweg
beperkt is gebleven tot de Rijksoverheid. Er zijn veel problemen met
open standaarden in het onderwijs maar ook bij de publieke omroep. Graag
zien deze leden een overzicht tegemoet van alle semi-publieke
instellingen en zouden zij graag willen zien hoe deze voldoen aan het
beleid voor open standaarden en open source. Kan de minister zo een
overzicht bieden, en zo ja, op welke termijn?

De leden van de GroenLinks-fractie menen dat bij de overheid informatie
op zo een 800 intranetten staat waar niemand anders bij kan. Daar wordt
800 keer betaalt voor dezelfde software en beheersorganisaties omdat er
geen uitwisseling plaats kan vinden en er geen verbindingen gemaakt
kunnen worden met systemen elders. En dat terwijl daar wel software voor
is die dat kan en heel veel geld kan besparen. De leden van de
GroenLinks-fractie verzoeken een reactie van de minister op dit punt.

De leden van de GroenLinks-fractie menen dat niemand belang heeft bij de
huidige versnippering. De werking van de overheid wordt belemmerd en de
kosten worden opgejaagd, en toch is dit de realiteit. Deze leden vragen
wat de minister daar aan gaat doen. Open standaarden en open source zijn
randvoorwaarden voor een moderne overheid maar krijgen geen voet aan de
grond? 

Gezien de rol die ICT-leveranciers spelen bij de invulling van het
ICT-beleid van de overheid en de vrijheid die zij krijgen om al dan niet
te voldoen aan het open standaardenbeleid van de overheid, zijn de leden
van de GroenLinks-fractie tot de conclusie gekomen dat de overheid haar
rol als opdrachtgever serieus moet gaan nemen en zich onafhankelijk moet
gaan opstellen van leveranciers. Ondanks de instelling van Chief
Information Officiers (CIO's), IT-governance en actieplannen werkt de
rijksoverheid nog steeds bijna uitsluitend met gesloten software. Nieuwe
leveranciers krijgen geen voet aan de grond. Dat kan zelfs gebeuren
wanneer open source software goedkoper en beter is dan ingeburgerde
gesloten software.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat in een tijd van
bezuinigingen en grootschalige ICT-problemen de bewindslieden
inzichtelijk zullen moeten maken wat er wordt uitgegeven aan ICT en wat
erop bespaard kan worden. De bewindslieden zijn nog steeds niet in staat
ICT-bestedingen duidelijk en transparant te verantwoorden. Het
besparingspotentieel van mogelijk vele miljoenen wordt hierdoor
misgelopen. Eerder onderzoek van de Algemene Rekenkamer was te beperkt
en het is echt zorgelijk dat de overheid geen goed beeld heeft van de
mogelijkheden op dit gebied. Hierdoor is de ware omvang van een
mogelijke kostenreductie op ICT-bestedingen niet duidelijk. Ook is er
niet gekeken naar toekomstige ontwikkelingen op dit gebied of een
vergelijking gemaakt met ontwikkelingen bij overheden in vergelijkbare
landen. De leden van de GroenLinks-fractie verzoeken een reactie van de
minister op dit punt.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat is aangetoond dat
open source aantoonbaar kwalitatief beter is dan gesloten software en
dat het bijdraagt aan ICT-veiligheid. Bijkomende voordelen zijn de
vrijheid van hergebruik van data zonder beperkingen opgelegd door
fabrikanten, geen zorgen over de toegankelijkheid in de toekomst en het
zelf kunnen beslissen wanneer software vernieuwd moet worden. Graag
horen deze leden waarom dit kabinet niet zo snel mogelijk het
laaghangend fruit aan besparingen oogst, door gebruik van open source te
oogsten en bovenaan de besparingslijstjes te zetten.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrepen dat er veel
Nederlandse ondernemingen zijn die zich hebben gespecialiseerd in open
source maar geen voet aan de grond krijgen doordat grote vaak
buitenlandse IT-giganten met de opdrachten weglopen. Graag vernemen zij
een appreciatie van de stelling dat het goed zou zijn voor onze economie
om deze groep ondernemers een kans te geven.

Vragen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben een vraag naar aanleiding van de
Digitale Implementatie Agenda. Zij missen in de Digitale Implementatie
Agenda de aandacht voor enkele schaduwzijden van internet en
internetgebruik. Deze leden noemen met name de verspreiding van
kinderpornografie en verwijzen daarbij naar de eerste rapportage van
Nationaal Rapporteur Mensenhandel over kinderpornografie (2011). De
Nationaal Rapporteur wijst er op dat Nederland een belangrijke positie
inneemt voor de infrastructuur van internet. De Amsterdam Internet
Exchange (AMS-IX) vormt een van de grote knooppunten voor
internetverkeer in Europa. De Nationaal Rapporteur schrijft: ‘Zoals de
infrastructuur van de haven van Rotterdam de aankomst van illegale waar
(bijvoorbeeld drugs) ongewild faciliteert, kan ook pornografisch
materiaal vanuit de ‘datahavens’ (servers) in de buurt van Amsterdam
worden gehost.’ Hoewel overheid en providers niet stil hebben gezeten,
verdient het thema blijvende aandacht en een blijvende aanpak. Is het
kabinet bereid de bestrijding van de verspreiding van kinderpornografie
op te nemen in de Digitale Implementatie Agenda? Worden er concrete
initiatieven ontplooid om te komen tot de stimulering van
publiek-private samenwerking inzake bestrijding van de
kinderpornografie, zoals de Nationaal Rapporteur voorstelt?

De leden van de SGP-fractie wijzen er op dat het lid Dijkgraaf (SGP) op
19 juni 2012 schriftelijke vragen gesteld heeft over netneutraliteit. Is
het kabinet bereid de beantwoording van de schriftelijke vragen inzake
netneutraliteit separaat maar tegelijkertijd met de beantwoording van
dit schriftelijke overleg aan de Kamer te doen toekomen? 

II	 Antwoord van de minister.

III	Volledige agenda

 

Digitale Implementatie Agenda en derde voortgangsrapportage Nederland
Open in Verbinding (NOiV) (Kamerstuk 26 643, nr. 217). Brief regering
d.d. 13-12-2011, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.

Aanbieding van het rapport van BEREC, “A view of traffic management
and other practices resulting in restrictions to the open Internet in
Europa- Findings from BEREC’s and the European Commission’s joint
investigation” (Kamerstuk 21 501-33, nr. 375). Brief regering d.d.
30-05-2012, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.

Reactie op het rapport van BEREC over netneutraliteit (Kamerstuk 32 549,
nr. 48). Brief regering d.d. 18-06-2012, minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Reactie op verzoek van het lid Wiegman-van Meppelen Schepping inzake de
AnnieS dienst (telecommunicatie dienstverlening voor doven en
slechthorenden) (Kamerstuk 31 412, nr. 45). Brief regering d.d.
14-06-2012, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.

Continuering van de dienst van AnnieS (Kamerstuk 31 412, nr. 46). Brief
regering d.d. 21-06-2012, minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie, M.J.M. Verhagen.