[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33316 Adv RvSt inzake Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D28370, datum: 2012-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z12916:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.12.0040/II	's-Gravenhage, 19 april 2012

Bij Kabinetsmissive van 16 februari 2012, no.12.000357, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling
van het hoger beroep in kantonzaken, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt ertoe enkelvoudige afdoening in hoger beroep van
alle daartoe geschikte kantonzaken mogelijk te maken. 

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de gevolgen die de
voorgenomen besparing heeft die met dit wetsvoorstel moeten worden
gerealiseerd voor de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep.

Beoogde besparingen door enkelvoudige behandeling in hoger beroep

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om in hoger beroep daarvoor
geschikte kantonzaken enkelvoudig te behandelen. Voorts maakt het
voorstel het mogelijk dat de beslissing om de zaak in appel enkelvoudig
te behandelen, door een enkelvoudige kamer van het gerechtshof kan
worden genomen. Het wetsvoorstel loopt in dat opzicht vooruit op de
uitkomsten van het onderzoek naar de actuele stand van zaken van het
hoger beroep in het strafrecht, het bestuursrecht en het privaatrecht.

De Afdeling merkt allereerst op dat zowel in het civiele recht als in
het bestuursrecht hoofdregel is dat zaken in hoger beroep meervoudig
worden behandeld. Voorts beslist thans een meervoudige kamer welke zaken
in hoger beroep door een enkelvoudige kamer worden behandeld. 

Het wetsvoorstel laat weliswaar die hoofdregel in stand, maar bevat een
substantiële uitbreiding van de categorie zaken die in hoger beroep
enkelvoudig kunnen worden afgedaan. In dit verband is van belang dat het
wetsvoorstel blijk geeft van een bezuinigingsambitie met betrekking tot
meervoudige rechtspraak in civiele zaken. In de toelichting wordt erop
gewezen dat door de mogelijkheid van enkelvoudige afdoening van
kantonzaken een besparing kan worden gerealiseerd van € 4 à 5 miljoen
voor 2013. Vermeld wordt tevens dat vooralsnog niet is aan te geven in
hoeveel gevallen van de jaarlijks circa 3000 kantonzaken waarin appel
wordt ingesteld, enkelvoudige behandeling van het hoger beroep zal
plaatsvinden.

De Afdeling merkt verder op dat de beoogde besparingen niet nauwkeurig
zijn bepaald en nadere verduidelijking behoeven. Het komt de Afdeling
voor dat, mede gelet op de aantallen zaken waarom het gaat, de beoogde
besparingen zo omvangrijk zijn dat de gerechtshoven zich genoodzaakt
kunnen zien de enkelvoudige behandeling van kantonzaken tot regel te
maken. Dat een deel van de bezuiniging wordt toegerekend aan
"efficiencywinst als gevolg van zaaksdifferentiatie" doet daaraan niet
af. Op deze wijze wordt afbreuk gedaan aan het uitgangspunt van
meervoudige behandeling van zaken in hoger beroep waarop slechts
uitzondering wordt gemaakt voor welomschreven en naar onderwerp
afgebakende categorieën van zaken die naar het oordeel van het
gerechtshof daarvoor geschikt worden geacht. De Afdeling acht de
genoemde mogelijke consequentie dat enkelvoudige behandeling in hoger
beroep van kantonzaken regel zou worden, in het licht van het waarborgen
van de kwaliteit van het hoger beroep onwenselijk. Ook adviesorganen
hebben kritische kanttekeningen geplaatst bij de voorgenomen
taakstellende bezuinigingen. 

De Afdeling adviseert in het licht van het voorgaande in de toelichting
dragend te motiveren dat de met het wetsvoorstel beoogde besparingen
niet leiden tot een zodanige beperking van de meervoudige rechtspraak,
dat enkelvoudige afdoening van kanton- (en familie)zaken in appel de
regel wordt. Tevens adviseert de Afdeling met het oog op de
rechtszekerheid en de eenheid van rechtstoepassing in de toelichting
uiteen te zetten op welke wijze zal worden bevorderd dat de
gerechtshoven een geharmoniseerd beleid zullen voeren ten aanzien van de
selectie van (kanton)zaken die zich lenen voor enkelvoudige behandeling.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

(get.) Van Dijk

	Enkelvoudige afdoening in hoger beroep is reeds mogelijk voor
familiezaken die in eerste aanleg enkelvoudig zijn afgedaan (artikel 16,
tweede lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). 

	Memorie van toelichting, paragraaf 7. Consultatie.

	In het bestuursprocesrecht is er nog recent voor gekozen die hoofdregel
in stand te laten. Zie het voorgestelde artikel 8:10a Algemene wet
bestuursrecht (Kamerstukken I 2011/12, 32 450, nr. A).

	Artikel 16, tweede lid, Rv en artikel 49, derde lid, Wet op de Raad van
State en artikel 21, derde lid Beroepswet.

	Op dit punt is het wetsvoorstel een uitwerking van het regeerakkoord
waarin is vastgelegd dat in de civiele rechtspraak de meervoudige
rechtspraak wordt beperkt. “Alle civiele kantonzaken zullen in hoger
beroep enkelvoudig worden behandeld." (Kamerstukken II 2010/11, 32 417,
nr. 15, blz. 47).

	Zie ook Memorie van toelichting, paragraaf 8, eerste alinea.

	Memorie van toelichting, paragraaf 7 en 8, eerste alinea.

	Cijfers Raad voor de Rechtspraak (RvdR).

	Memorie van toelichting, paragraaf 8.

	Advies RvdR, blz. 5, advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak,
blz. 1-2.

  PAGE  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........