Reactie op het schrijven van mevrouw R. van G. van het Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM) van de Universiteit van Maastricht inzake een onderzoek naar de methode Medisynx
Brief regering
Nummer: 2012D28963, datum: 2012-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2012Z13634:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-09-19 10:29: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-10-10 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-10-25 12:35: AANVANG MIDDAG VERGADERING: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 juli 2012 U heeft mij gevraagd om een reactie op het schrijven van mevrouw R. van G. van het Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM) van de Universiteit van Maastricht inzake een onderzoek naar de methode Medisynx. Hoewel de brief ondertekend is door het Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM) van de Universiteit van Maastricht, is uit contact met het CARIM gebleken dat deze brief niet namens dat instituut verstuurd is. Het onderwerp dat in deze brief wordt aangeroerd, komt geheel overeen met de brief van het Verenigde patiënten platform voor Immunologische Disorders Alimentair geïnduceerd (VIDA), waar ik op verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 18 maart 2011, kenmerk 2011D28291, gereageerd heb. Ook in die brief wordt ingegaan op de methode Medisynx. Volledigheidshalve citeer ik de slotconclusie uit die brief : “Het RIVM concludeert op basis van bovenstaande dat de methode Medisynx onvoldoende aanknopingspunten biedt voor een effectieve behandelingsmethode. Onderzoek tot nu toe bewijst dat het gebruik van IgG bloedtesten niet effectief is. Het RIVM acht het daarom niet opportuun om nader onderzoek naar deze behandelmethode op te nemen in het onderzoeksprogramma.” Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers