[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de Geannoteerde agenda voor de informele Raad voor Concurrentievermogen 18-20 juli, Cyprus

Raad voor Concurrentievermogen

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2012D30534, datum: 2012-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z14261:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


	

							

21 501-30	Raad voor Concurrentievermogen

		Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

		

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
heeft een enkele fractie de behoefte enige vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over
de Informele Raad voor Concurrentievermogen d.d. 19-20 juli 2012. 

De op 12 juli 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de
minister bij brief van ……..  2012  toegezonden antwoorden hieronder
afgedrukt.

(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag)

De voorzitter van de commissie,

Van der Ham

De adjunct-griffier van de commissie,

Blacquiere

Inhoudsopgave

I	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II	Antwoord / Reactie van de minister 

I	 Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de VVD-fractie 

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen in Cyprus. Het
voorzitterschap wil de discussie richten op het aanboren van het
ondernemerschappotentieel in Europa en heeft daarvoor vier zogenoemde
break out-sessies belegd. De minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie (EL&I) geeft in zijn brief al aan dat hij het beleid van de
eerste drie genoemde sessies in eerste instantie een nationale
bevoegdheid vindt. De leden van de VVD-fractie zijn het daarmee eens.
Zij vragen of de minister dit ook gaat uitdragen in Cyprus. Vind de
minister dat dit wel eens met een krachtig signaal mag worden
onderstreept?

De minister schrijft dat het kabinet zich sterk maakt voor
ondernemerschapsonderwijs, van basisschool tot aan de universiteit. Hoe
gebeurt dit? Zijn er hiervoor speciale lesprogramma’s ontwikkeld? De
leden van de VVD-fractie vinden ondernemerschap in het onderwijs erg
belangrijk voor de ontwikkeling van leerlingen, maar zien graag dat dit
geïntegreerd wordt in bestaande vakken en/of lessen in plaats van het
opstellen van aparte lesprogramma’s.

Verder stelt de minister dat het kabinet zich inzet voor ondersteuning
van ondernemers bij tijdige herstructurering of begeleiding bij
faillissement, door onder meer verbeterde coördinatie van de
beschikbare hulpmiddelen bij verschillende overheidslagen voor
ondernemers in moeilijkheden. De leden van de VVD-fractie vragen wat de
minister hier precies mee bedoelt. Kan de minister uitleggen hoe dit
werkt?

De minister gaat in op de associatie van landen buiten de EU met het
Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Deze
landen betalen een bijdrage aan het Kaderprogramma, waarna hun
onderzoekers uit kennisinstellingen en bedrijven in projecten mogen
deelnemen. Kan de minister aangeven om wat voor een bedragen het hier
gaat? Hoeveel leggen geassocieerde landen in en wat halen zij er uit?

De leden van de VVD-fractie delen de opstelling van het kabinet dat bij
Horizon2020 excellentie van onderzoek en onderzoekers voorop moet
blijven staan en is dan ook geen voorstander van het harmoniseren van
salarissen van onderzoekers in de verschillende lidstaten. Dit zou zoals
het nu wordt voorgesteld op kunstmatige wijze gebeuren en niet op basis
van kwaliteit en prestatie. Dat is volgens de leden van de VVD-fractie
geen goede prikkel om de nagestreefde excellentie van onderzoek te
bereiken.

De leden van de VVD-fractie scharen zich ook achter de inzet van de
regering om zich te verzetten tegen het schrappen van de integrale
kostprijsmethode. Hier worden juist de technologisch vooraanstaande
bedrijven en instellingen die de afgelopen jaren veel geïnvesteerd
hebben in hun capaciteiten slachtoffer van. Het gaat ten koste van
transparantie en van hoogwaardig onderzoek, dat juist vaak nodig is om
doorbraken te bereiken. Zijn er meer lidstaten die zich tegen dit
voornemen van de Commissie verzetten? 

In het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 30 en 31 mei
2012 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 289) staat dat veel lidstaten kritisch
waren over de Europese beroepskaart, maar dat commissaris Barnier
concludeerde dat veel lidstaten het idee wel steunen. Waar zit de
discrepantie tussen de conclusie van de minister en die van commissaris
Barnier? Welke onnodige administratieve lasten voorziet de minister bij
deze beroepskaart? Wat gaat de minister hier aan doen? Wat zijn de
volgende stappen in het proces?

Het voorstel voor een apart fonds voor het Europese programma voor
monitoring van de aarde (GMES) schiet de leden van de VVD-fractie in het
verkeerde keelgat. Dit is een doorzichtige manier om extra geld naar
Brussel te sluizen. GMES is absoluut financiering waard, maar die ruimte
kan en moet gevonden worden binnen het nieuwe Meerjarig Financieel
Kader. De leden van de VVD-fractie sluiten zich dan ook van harte aan
bij het negatieve proportionaliteitsoordeel van de regering en vragen de
minister dit voorstel krachtig af te wijzen. Hoe schat de minister zijn
kansen in? Is de minister al bezig met het zoeken van een coalitie om
dit onzinnige voorstel van tafel te krijgen? Is de minister bereid hier
lawaai over te maken in de Brusselse burelen?

In het verslag van de Raad van Concurrentievermogen van 30 en 31 mei
2012 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 289) wordt verder aangegeven dat bij de
onderhandelingen over alternatieve geschillenbeslechting (ADR) een voor
Nederland positieve uitkomst op tafel ligt. Dit zou betekenen dat het
goedwerkende Nederlandse systeem behouden kan blijven. Kan de minister
specifieker uitleggen waaruit het vertrouwen voortkomt dat uit de
voorliggende documenten geput wordt?

Graag ontvangen de leden van de VVD-fractie een nieuwe stand van zaken
met betrekking tot het unitair octrooi. Is hier na de vorige Eurotop nog
vooruitgang op geboekt? Het onvermogen om te komen tot een unitair
octrooi kost het Europese bedrijfsleven € 425.000 per dag. De
fractieleden van de VVD vinden het beschamend dat door de opstelling van
een aantal lidstaten nog geen overeenkomst is bereikt.

II	 Antwoord van de minister.

III	Volledige agenda

Aanbieding Geannoteerde agenda voor de informele Raad voor
Concurrentievermogen 18-20 juli, Cyprus (Kamerstuk 21 501-30, nr. 292).
Brief regering d.d. 06-07-2012, minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen 30-31 mei jl.  (Kamerstuk
21 501-30, nr. 289). Brief regering d.d. 14-06-2012, minister van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.  

EU-voorstel: Europese Consumentenagenda 2014-2020 COM(2012) 225.
EU-voorstel d.d. 27-06-2012, Europese Commissie.

Fiche: Mededeling Europese consumentenagenda (Kamerstuk 22 112, nr.
1434). Brief regering d.d. 29-06-2012, staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken, H.P.M. Knapen 

Fiche: Mededeling intergouvernementele overeenkomst en fonds GMES
2014-2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1430), Brief regering d.d. 18-06-2012,
staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen.