[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Goedkeuring van het op 2 december 2010 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok “Europe Central” tussen de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat (Trb. 2011, 27) en wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 oktober 2009 tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te verbeteren (PbEU 2009 L 300)

Eindtekst

Nummer: 2012D30742, datum: 2012-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z04114:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

5 juli 2012



Goedkeuring van het op 2 december 2010 te Brussel tot stand gekomen
Verdrag betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok
“Europe Central” tussen de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk
België, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het
Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat (Trb. 2011, 27) en
wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van verordening (EG) nr.
1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
21 oktober 2009 tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG)
nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de
prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te
verbeteren (PbEU 2009 L 300)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 2 december 2010 te
Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de oprichting van het
Functioneel Luchtruimblok “Europe Central” tussen de Bondsrepubliek
Duitsland, het Koninkrijk België, de Republiek Frankrijk, het
Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse
Bondsstaat ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de
goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk
daaraan kan worden gebonden; en voorts dat het noodzakelijk is de Wet
luchtvaart te wijzigen in verband met de uitvoering van verordening (EG)
nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 21 oktober 2009 tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 549/2004,
(EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de
prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te
verbeteren (PbEU 2009 L 300);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling Advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

1. Het op 2 december 2010 te Brussel tot stand gekomen Verdrag
betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok “Europe
Central” tussen de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België,
de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der
Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat, waarvan de Nederlandse, Franse
en Duitse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2011, 27, wordt
goedgekeurd voor het Europese deel van Nederland.

2. Beslissingen van de FABEC-Raad, tot stand gekomen overeenkomstig
artikel 23, tweede lid, van het in het eerste lid van dit artikel
genoemde Verdrag, behoeven niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

ARTIKEL II

De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel “luchtruimblok” komt te vervallen.

2. Het onderdeel “luchtruimgebruikers” komt te luiden:

luchtruimgebruikers: exploitanten van luchtvaartuigen die als algemeen
luchtverkeer opereren.

3. Het onderdeel “luchtverkeersbeveiliging” komt te luiden:

luchtverkeersbeveiliging: de verzameling van functies in de lucht en op
de grond, te weten luchtverkeersdiensten, luchtruimbeheer en de regeling
van de luchtverkeersstroom, die nodig zijn om de veiligheid en de
doeltreffendheid van de vliegtuigbewegingen in alle fasen te waarborgen.

4. In de alfabetische rangschikking wordt het volgende onderdeel
ingevoegd:

functioneel luchtruimblok: ongeacht de staatsgrenzen, op operationele
behoeften gebaseerd luchtruimblok waarbinnen de
luchtvaartnavigatiediensten en aanverwante functies op prestatiegerichte
en optimale wijze worden verleend met het oogmerk in ieder van die
blokken versterkte samenwerking tussen de verleners van
luchtvaartnavigatiediensten of naargelang, een geïntegreerde
dienstverlener, in te voeren.

B

Artikel 1.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een

puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. met betrekking tot het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van
toepassing op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die bij of
krachtens deze wet zijn gecertificeerd.

C

Artikel 5.14a komt te luiden:

Artikel 5.14a

Indien op basis van artikel 9 bis van de
luchtvaartnavigatiedienstenverordening een functioneel luchtruimblok is
ingesteld, waarvan een gedeelte van of het gehele vluchtinformatiegebied
Amsterdam deel uitmaakt, wijzen, in afwijking van de artikelen 5.13 en
5.14, Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en Onze Minister van
Defensie in overeenstemming met het bevoegde gezag van de betrokken
staat of staten voor dat bepaalde gebied een of meer verleners van
luchtverkeersdiensten aan, alsmede het luchtverkeer waaraan de bedoelde
instanties luchtverkeersdiensten verlenen.

D

Artikel 5.20, tweede en derde lid, komen te luiden:

2. De Eurocontrol-organisatie stelt jaarlijks of, indien noodzakelijk,
ook gedurende het jaar de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in
artikel 13 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de
vergoeding voor luchtvaartnavigatiediensten voor “en route”-verkeer.

3. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu stelt aan de hand van
voorstellen van de desbetreffende verleners van plaatselijke
luchtvaartnavigatiediensten, jaarlijks of, indien noodzakelijk, ook
gedurende het jaar de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel
13 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de vergoeding
voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

De Minister van Defensie,

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

De Minister van Defensie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1