Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 23-24 juli 2012 te Cyprus
JBZ-Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D30968, datum: 2012-07-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (PVV)
- Mede ondertekenaar: A.H. Kuiken, voorzitter van de tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I. Dekker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2012Z14362:
- Indiener: I.W. Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel (2010-2012)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2012-07-17 12:00: Geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 23-24 juli 2012 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2012-09-19 10:29: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-10-10 13:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2012-10-25 12:35: AANVANG MIDDAG VERGADERING: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
32317 JBZ-Raad Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld … De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel hebben een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Veiligheid en Justitie en de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over de brief van 10 juli 2012 inzake de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad d.d. 23-24 juli 2012 (32317, nr. 127), de brief van 25 juni 2012 inzake het verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) van 7 en 8 juni 2012 (32317 nr. 124) en de brief van 20 juni 2012 inzake het A-punt Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken op 21 juni 2012 over het T&O-akkoord EU-Turkije (21501-31 nr. 284). Bij brief van ... hebben de bewindspersonen deze vragen beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie voor Veiligheid en Justitie, De Roon De ondervoorzitter van de commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel, Kuiken Adjunct-griffier van de commissie, Dekker Inhoudsopgave I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties A. Geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad d.d. 23-24 juli 2012 a) Immigratie en Asiel Derde jaarverslag over immigratie en asiel (2011) Lunchbespreking “Situatie in Syrië” b) Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap Cybercrime Security Industrial Policy and Security Related Research Gegevensbescherming Bevriezing en confiscatie van criminele opbrengsten in de EU Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen c) Voortgangsoverzicht EU dossiers Veiligheid en Justitie, Asiel en Migratie B. Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de JBZ-Raad d.d. 7-8 juni 2012 a) Gemengd Comité b) Binnenlandse Zaken/Immigratie en Asiel c) Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap C. A-Punt WSBVC-Raad d.d. 21 juni 2012 II. Reactie van de ministers I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken en hebben hierbij nog enkele vragen. De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en willen het kabinet enkele vragen voorleggen en enkele opmerkingen meegeven bij de eerstvolgende JBZ-Raad. De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken en hebben hierbij een aantal vragen. De leden van de PVV-fractie benadrukken dat zij iedere vorm van Europese bemoeienis op het terrein van asiel en immigratie uiterst onwenselijk vinden. Met betrekking tot de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 23 en 24 juli 2012 hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen. De leden van de SP-fractie hebben over het deel Immigratie & Asiel van de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad enkele opmerkingen en vragen. A. Geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad d.d. 23-24 juli 2012 a) Immigratie en Asiel Derde jaarverslag over immigratie en asiel (2011) De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet voornemens is om formeel te reageren op het in 2012 te lanceren breed consultatieproces over de vraag wat de rol van het beleid van de Europese Unie moet zijn bij de mogelijkheden van economische migratie en het belang van integratie daarbij. Zo ja, kan de Kamer tijdig kennis nemen van die reactie? Kan het kabinet toelichten waarom de Europese Commissie aandacht vraagt voor economische migratie van derdelanders, terwijl het kabinet de aandacht liever richt op intra-EU-mobiliteit? De leden van de CDA-fractie vragen tevens wat de reactie van het kabinet is op het voornemen van de Commissie om de richtlijnen betreffende een gecombineerde vergunning en de richtlijn inzake de Europese blauwe kaart samen te voegen. De leden van de PVV-fractie constateren dat naar aanleiding van het derde jaarverslag immigratie en asiel (2011) door de Commissie is opgemerkt dat er (ondanks de hoge werkloosheid) mede met het oog op een vergrijzende bevolking een tekort is aan specifieke arbeid en vaardigheden. De Commissie kondigt in verband daarmee aan nog dit jaar een breed consultatieproces te lanceren over de vraag wat de rol van het EU-beleid moet zijn bij de mogelijkheden van economische migratie. De leden van de PVV-fractie wijzen er met nadruk op dat onderzoek door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut en het Centraal Planbureau heeft aangetoond dat immigratie geen oplossing is voor vergrijzing. Zij zijn dan ook allerminst gerust op de aankondiging van de Commissie, die er mogelijk toe kan leiden dat immigratie van “arbeidskrachten” uit derde landen naar de EU eenvoudiger wordt gemaakt. Kan het kabinet toezeggen om in dit verband scherp de vinger aan de pols te houden om te voorkomen dat onder het mom van aanpak van vergrijzingsgerelateerde problematiek de immigratievoorwaarden dreigen te worden versoepeld, zo vragen deze leden. De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet verwacht dat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel dit jaar nog gerealiseerd kan worden. Klopt het dat alle nog uit te onderhandelen richtlijnen zijn aangehouden, mede gezien de overdracht van het voorzitterschap aan Cyprus? In hoeverre denkt het kabinet dat het GEAS in 2012 gerealiseerd zal kunnen worden? Lunchbespreking “Situatie in Syrië” De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet om vluchtelingen van het Syrische drama op te vangen in de regio. Het is goed dat Nederland hier ook aan bijdraagt. Wat is het doel van de bespreking van dit thema tijdens de JBZ-Raad? Is er behoefte aan aanvullende hulp om opvang in de regio mogelijk te blijven maken? Wat is momenteel het asielbeleid in de EU-lidstaten tegenover Syrische vluchtelingen? Zijn er aanwijzingen dat er een stijging is van het aantal Syrische immigranten naar de EU? De leden van de CDA-fractie vragen waarom het kabinet van mening is dat een meer uniform beleid in de EU nodig is voor de behandeling van asielaanvragen van Syrische asielzoekers. Hoe verloopt de behandeling van Syrische asielverzoeken momenteel in de praktijk bij de lidstaten en doen zich daarbij bepaalde problemen voor? Klopt het dat de United Nations High Commissioner for Refugees € 193 mln. nodig heeft om de circa 100.000 naar de buurlanden gevluchte Syriërs te kunnen helpen? Zal dit bedrag naar verwachting voor UNHCR beschikbaar komen, zo vragen deze leden. b) Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap Cybercrime De leden van de VVD-fractie constateren dat in de geannoteerde agenda wordt gesteld dat er behoefte bestaat aan nieuwe en duidelijke regels op het gebied van grensoverschrijdende bestrijding van cybercrime. Er bestaan nog steeds verschillen tussen het optreden tegen cybercrime in de lidstaten en bij onderzoek wordt vaak aangelopen tegen het territorialiteitsbeginsel en het uitgangspunt van nationale soevereiniteit voor opsporing. Dit zijn voor de leden van de VVD-fractie belangrijke uitgangspunten. Deze leden vragen het kabinet een uitgebreidere uitleg te geven van de praktische problemen bij grensoverschrijdende bestrijding van cybercrime tussen EU-lidstaten en toe te lichten hoe nieuwe regelgeving hier een oplossing voor zou kunnen zijn. Daarnaast vragen deze leden wat de kosten zijn om het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit bij Europol onder te brengen en op welke begrotingspost dit komt te staan. De leden van de VVD-fractie vragen naar de ambitie die Nederland, als gastland, met het EC3 heeft. De leden van de PvdA-fractie erkennen dat de aanpak van cybercrime niet beperkt kan blijven tot een nationale aanpak. Net zoals de georganiseerde criminaliteit beperken cybercriminelen zich niet tot de landsgrenzen. Integendeel, cybercrime kent helemaal geen landsgrenzen en dat is tegelijk ook het grote probleem. Dat in deze specifieke vorm van criminaliteitsbestrijding intensief samengewerkt moet worden tussen alle landen lijkt evident. Als sprake is van internetcriminaliteit zou eerst de vraag beantwoord moeten worden welk land jurisdictie heeft. In hoeverre wordt met deze voorstellen het vraagstuk welk land gerechtigd is om op te treden ondervangen? Moet daarvoor de wetgeving in ons land en naar alle waarschijnlijk bij alle lidstaten worden gewijzigd? Op dit moment wordt op Europees niveau cybercrime aangepakt. De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre hierover wereldwijde afspraken worden gemaakt. Ook vragen zij in hoeverre de Europese voorstellen de bescherming van de persoonsgegevens raken. Is dit een onderdeel dat uitgebreid besproken is of wordt? Kan het kabinet toelichten waarom er wel of geen problemen zijn met de bescherming van de persoonsgegevens van de EU-burger? Wat is het oordeel van het College bescherming persoonsgegevens op de verdergaande EU-samenwerking op het gebied van cybercriminaliteit? Wat betekent het als er geen rechtshulpverzoeken meer gedaan hoeven worden en Europol rechtstreeks en zonder toestemming in alle lidstaten kan rechercheren, of is dat niet aan de orde? Deze leden doelen bij deze vraag niet op de versnelde aanpak van cybercrime, maar op de strafvorderlijke consequenties. Volgens het kabinet duurt de afhandeling van internationale rechtshulp verzoeken meestal te lang om de vluchtige data veilig te stellen. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe lang het in het algemeen duurt voordat een rechtshulp verzoek is afgehandeld. De leden van de CDA-fractie vragen hoe de financiering geregeld is van het bij Europol in Den Haag onder te brengen EC3. De leden van de PVV-fractie wijzen op de volgende citaten uit de geannoteerde agenda: “Nederland beoogt hiertoe in samenwerking met andere lidstaten voorstellen te ontwikkelen.” “In EU verband zet Nederland, in lijn met de Nationale Cyber Security Strategie (Kamerstukken II 2010/11, 26 643, nr. 174), actief in op een integrale aanpak van cybercrime en cyber security binnen de Europese Unie. Nederland vraagt hierbij aandacht voor publiek-private samenwerking.” Heeft Nederland momenteel verdragen getekend met andere lidstaten in het kader van het bestrijden van cybercrime en/of ligt dit in de planning? Of wordt hierbij gewacht op overkoepelende Europese wet- en regelgeving? De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat het verstandig is om nu al aan de hand van een behoeftestelling afspraken te maken met andere lidstaten op het gebied van het aanpakken van cybercrime. Hoe kijken de bewindspersonen daar tegenaan? Security Industrial Policy and Security Related Research De leden van de PvdA-fractie constateren dat Nederland de uitgangspunten van de Europese Contra-Terrorisme Coördinator omarmt en de publiek-private samenwerking in de aanpak van cyber security benadrukt. Deze leden kunnen zich daar in vinden maar maken zich zorgen over de achterstand in kennis die, over het algemeen, de overheden hebben. Hackers lijken altijd een stap voor te lopen op de opsporingsdiensten. Hoe kan gelijke tred worden gelopen met de hackers en zo op zijn minst hetzelfde kennisniveau gehaald worden als degenen die bestreden dienen te worden? Welke ideeën heeft het kabinet hierover en hoe gaat het kabinet dat op Europees niveau bespreken, zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie vragen om toe te lichten of en in hoeverre andere lidstaten de Nederlandse gedragscode ‘Notice-and-Take-Down’ hebben overgenomen. De leden van de PVV-fractie wijzen op het volgende citaat uit de geannoteerde agenda: “Op het terrein van technologie en innovatie zal het kabinet door strategische allianties met publieke en private partners in binnen- en buitenland misbruik van het internet voor terroristische doeleinden monitoren en zo veel mogelijk tegengaan.” Zij vragen in hoeverre de aanpak van terrorisme te vergelijken is met de aanpak van cybercrime en/of cyberwarfare en de verdediging daartegen. Is er op dit moment sprake van een gebundelde aanpak waarbij de inspanningen op het gebied van het voorkomen en bestrijden van cybercrime en terrorisme in samenhang worden bezien? Gegevensbescherming De leden van de PvdA-fractie constateren dat er wordt gesproken over een nieuwe verordening voor het beschermen van persoonsgegevens. Om de zorgen van deze leden over de slagkracht van de toezichthouder uit te spreken hebben de leden Recourt c.s., bij het verslag algemeen overleg van 5 juli over de herziening van de EU-wetgeving inzake bescherming van persoonsgegevens, een motie ingediend om het mogelijk te maken dat het CBP een bestuurlijke boete kan opleggen vergelijkbaar met andere toezichthouders zoals de Autoriteit Financiële Markten. Deze aangenomen motie moet dienen als opdracht voor het kabinet om dit voor 1 mei 2013 te regelen in de Nederlandse wetgeving en tevens moet het kabinet met deze motie in de hand de collega lidstaten verzekeren van de noodzaak van een dergelijke boetebevoegdheid. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de houding van het kabinet ten aanzien van de boetebevoegdheid van de toezichthouder naar de andere lidstaten toe is. Hoe groot acht het kabinet de kans dat er een boetebevoegdheid in de verordening wordt opgenomen? De leden van de PvdA-fractie hechten hier zeer aan en gaan ervan uit dat het kabinet zijn uiterste best doet om een boetebevoegdheid in de verordening opgenomen te krijgen door de collega’s van de andere lidstaten hier enthousiast voor te maken. Bevriezing en confiscatie van criminele opbrengsten in de EU De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel voor harmonisering van nationale wetgeving op het gebied van bevriezing en confiscatie van criminele opbrengsten in de EU. In dit licht vragen deze leden wat momenteel de verschillen zijn in de wetgeving in de verschillende EU-lidstaten, wat de praktische gevolgen en problemen zijn van deze verschillen en wat de positieve werking van dit voorstel volgens het kabinet voor Nederland zal zijn. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen van deze richtlijn als het gaat om het confisqueren van crimineel vermogen van misdadigers die in Nederland een misdaad hebben gepleegd en inmiddels in een andere lidstaat woonachtig zijn? De leden van de VVD-fractie zijn met het kabinet van mening dat de informatieverplichting verstrekkend is en betwijfelt tevens wat voor de Commissie het nut is om deze gegevens in een zodanig uitgebreide mate op deze manier ter beschikking te krijgen. Deze leden vragen wat de voordelen van deze informatieplicht zijn en of deze wel opwegen tegen de nadelen. De leden van de PvdA-fractie kunnen zich vinden in de lijn die het kabinet wil volgen als het gaat om het Europees aanpakken van crimineel vermogen. Het is bekend dat (crimineel) vermogen snel en eenvoudig uit een land kan wegvloeien. Om te voorkomen dat op deze manier crimineel geld onbereikbaar wordt zal op Europees niveau moeten worden samengewerkt. Het afromen van crimineel geld is een goed middel om crimineel gedrag tegen te gaan en criminele organisaties hun bestaansrecht te ontnemen. Immers, als misdaad niet meer loont, vervalt de prikkel om misdrijven te plegen. Het kabinet stelt terecht dat het afnemen van crimineel geld niet beperkt moet blijven tot geld verkregen door zware misdrijven. Dit betekent echter niet dat de richtlijn zo moet worden opgesteld dat alle grondrechten aan de kant worden geschoven. Verwacht het kabinet dat op sommige punten van het voorstel het Europese Hof voor de Rechten van de Mens problemen kan gaan maken omdat de rechten van bijvoorbeeld artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM zouden kunnen worden geschonden? Kan het kabinet dit toelichten? De leden van de PvdA-fractie doelen hierbij op de discussie die met name onder wetenschappers is gevoerd ten aanzien van de meest recente ontnemingwetgeving. De leden van de CDA-fractie vragen waarom sommige lidstaten van mening zijn dat confiscatie zich moet beperken tot winsten behaald met enkele ernstige misdrijven, terwijl andere lidstaten, waaronder Nederland, van mening zijn dat ter zake van alle misdrijven confiscatie van criminele winsten mogelijk moet zijn. Ook vragen deze leden welke lidstaten van mening zijn dat confiscatie zich moet beperken tot winsten behaald met enkele ernstige misdrijven. Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen De leden van de VVD-fractie zijn in principe voorstander van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen, omdat dit lonend kan zijn voor Nederlandse ondernemingen die in het buitenland te maken hebben met een wanbetaler. Wel zijn deze leden van mening dat er gewaakt moet worden voor de praktische uitvoerbaarheid van dit voorstel. Hoe wordt bijvoorbeeld gecontroleerd dat een gerechtelijke uitspraak in een lidstaat met een minder ontwikkelde justitiële sector op goede gronden tot stand gekomen is? Daarnaast zijn deze leden eveneens van mening dat er moet worden uitgegaan van het Nederlandse systeem, waarin enkel rechters over de mogelijkheid beschikken een bewarende maatregel te treffen. Beslaglegging zonder rechterlijke tussenkomst is volgens deze leden EU-breed niet wenselijk. Zijn er meer lidstaten die een dergelijk systeem hebben en die het voorts met Nederland op dit punt eens zijn? Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie hoe dit voorstel in de praktijk wordt uitgevoerd. Wordt er informatie uitgewisseld over bankrekeningen tussen de lidstaten? Deze leden vragen wat de gevolgen zijn voor de privacy, hoe geconstateerd wordt waar beslag op moet worden gelegd en hoe deze beslaglegging vervolgens wordt uitgevoerd. Deze leden zijn in ieder geval tegen het optuigen van een nieuwe Europese instantie om hier toezicht op te houden of uitvoering aan te geven. De leden van de PvdA-fractie constateren dat het kabinet dit voorstel ter consultatie heeft uitgezet. Zij vragen wat de belangrijkste commentaren zijn en op welke punten de adviezen lovend zijn. Deze leden zijn vooral geïnteresseerd in het advies van de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht. Graag ontvangen zij de commentaren en de reactie van het kabinet op deze commentaren zoals gebruikelijk bij wetsvoorstellen. Deze leden constateren dat het kabinet voorzichtig positief is over het huidige voorstel maar dat er nog een aantal aandachtspunten is. De leden van de PvdA-fractie kunnen zich vinden in deze aandachtspunten. Daarnaast uiten deze leden hun zorgen over het volgende: alle Europese wetgeving is gebaseerd op wederkerigheid en wederzijds vertrouwen. In beginsel begrijpen en ondersteunen deze leden dit uitgangspunt. Zij zien echter meer en meer problemen ontstaan als het gaat om gerechtelijke uitspraken in met name Oost-Europese lidstaten. Enkele Europese landen hebben een minder doorontwikkeld rechtssysteem dan andere Europese landen. In hoeverre is het zeker dat rechters niet handelen onder druk van de overheid of onder druk van het geld? Zijn er cijfers bekend over het aantal corrupte rechters in andere lidstaten? Zo ja, kan het kabinet deze cijfers verstrekken? Deze leden zijn bang dat er met dit voorstel een mogelijkheid gecreëerd wordt om via een corrupte rechter in bijvoorbeeld Bulgarije een beslagclaim te leggen om sneller geld te kunnen innen in andere landen. In hoeverre is dit een wezenlijke angst en is dit een route die bewandeld zou kunnen worden, zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre het voorstel toegevoegde waarde heeft voor Nederland. De leden van de PVV-fractie zijn voor wat betreft het voorstel, van een Europese procedure voor grensoverschrijdend conservatoir beslag op bankrekeningen die als alternatief moet bestaan voor de nationale procedure, heel duidelijk: nee. Deze leden zijn fel tegenstander van een verordening die in één klap alle nationale regelgeving op dit gebied opzij schuift. Overigens rekenen deze leden erop dat ook het kabinet hier geen voorstander van is, aangezien het kabinet net bezig is met een uitbreiding van de nationale regelgeving voor het leggen van conservatoir beslag. Het kabinet zou volkomen ongeloofwaardig zijn als het zich zou bezighouden met ingewikkelde nationale regelgeving waarvan toch al vaststaat dat deze linea recta in de prullenbak belandt. c) Voortgangsoverzicht EU dossiers Veiligheid en Justitie, Asiel en Migratie De leden van de PVV-fractie blijven erop hameren tegenstander te zijn van een steeds verdergaande overdracht van nationale bevoegdheden. Europa is uit op één groot Europees justitieel apparaat, en dat is heel verontrustend. Europa hoort zich niet met de waarborgen van bevoegdheden van kwetsbare verdachten te bemoeien. Bepaalt Europa dan ook wanneer iemand ‘kwetsbaar’ is? De rechten van verdachten zijn voldoende in de Nederlandse wetgeving verankerd. Hetzelfde geldt voor de richtlijn schadevergoeding voor slachtoffers van misdrijven. De leden van de PVV-fractie vinden dat grensoverschrijdende criminaliteit in Europees verband hard aangepakt moet worden. Maar dit hoeft niet te gebeuren door middel van een Europees Openbaar Ministerie om de financiële belangen van de EU te beschermen. De leden van de PVV-fractie vinden dat nationale lidstaten zelf zorg moeten dragen en verantwoordelijk zijn voor hun financiële belangen. Deze leden vragen daarom wat precies de gevolgen zijn van al deze Europese ambities voor Nederland. Kan het kabinet bevestigen dat de soevereiniteit van Nederland gewaarborgd blijft? Is aanpassing van het wetboek van strafrecht hiervoor niet nodig? Kan het kabinet bevestigen dat de richtlijnen en verordeningen op het gebied van Europees strafrecht geen extra administratieve lasten opleggen? Ten aanzien van de richtlijn “aanvallen op informatiesystemen” vragen de leden van de PVV-fractie nadrukkelijk of het kabinet na afloop van de eerstvolgende JBZ-Raad de Kamer goed wil informeren ten aanzien van de implicaties wanneer deze richtlijn wordt aangenomen. Tevens vragen zij dat hierbij wordt toegelicht hoe andere lidstaten tegenover deze richtlijn staan. Ten aanzien van de “Europese strategie voor veilig internet (wetgevend/niet-wetgevend)” vinden leden van de PVV-fractie dat er te veel naar een ‘Europese oplossing’ wordt toegewerkt aangezien het omschreven doel is: “Doel van dit initiatief is de belangrijkste risico’s en uitdagingen te beschrijven, alsmede de economische en geopolitieke kansen; maar ook duidelijk aan te geven waar meer EU initiatief nodig is.” Er wordt dus niet onderzocht hoe een veilig internet geborgd kan worden maar er wordt onderzocht hoe er méér EU doorheen gedrukt kan worden. De leden van de PVV-fractie vinden deze opzet niet verstandig en methodologisch onjuist. Middels deze doelredenering zal er niet voor meer veiligheid gezorgd worden maar wel voor méér macht bij de EU. De leden van de PVV-fractie zien dan ook graag dat de opzet herzien wordt. Ten aanzien van het Europese gegevensbeschermingspakket benadrukken de leden van de PVV-fractie dat zij niet staan te wachten op Europese wet- en regelgeving en vinden dat het kabinet dient aan te geven dat deze regelgeving een brug te ver is. Alle lidstaten staan kritisch tegenover deze regelgeving en er zijn meerdere behandelvoorbehouden gemaakt. Het kabinet kan wat dat aangaat gerust een duidelijk standpunt innemen. B. Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de JBZ-Raad d.d. 7-8 juni 2012 a) Gemengd Comité De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te zien dat het kabinet wederom het belang onderstreept van het uitvoeren van de maatregelen om illegale immigratie te voorkomen. Deze leden vragen wel hoe het er nu voor staat met de Nederlandse punten van kritiek. Hoe werd hierop gereageerd door andere lidstaten en wat gaat er concreet hieraan gebeuren? Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie of er ook gesproken is over de mogelijkheid om landen uit de Schengenzone te zetten als zij voortdurend laten zien niet te voldoen aan de afspraken, zoals ook besproken is tijdens het Algemeen Overleg van 6 juni 2012 over de laatste JBZ-Raad. Volgens deze leden is de mogelijkheid tot een gedwongen Schengen-exit onmisbaar bij handhaving van de afspraken die ervoor moeten zorgen dat de Schengen-overeenkomst werkbaar blijft. Deelt het kabinet deze opvatting? De leden van de CDA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is betreffende de voorstellen inzake het Schengenbestuur en het Schengen-evaluatiemechanisme. De leden van de CDA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is betreffende de onderhandelingen over Eurosur. Ook vragen deze leden wat concreet wordt ondernomen om Malta te ondersteunen bij het tegengaan van migratiestromen naar dit land. De leden van de PVV-fractie stellen dat Duitsland van mening is dat Schengen uitsluitend ziet op zaken betreffende grenscontroles en derhalve niet op de uitoefening van politietaken betreffende wetshandhaving en handhaving van de binnenlandse veiligheid op het grondgebied van de lidstaten zelf. Deelt het kabinet het Duitse standpunt dat de Commissie zich niet onder het mom van Schengen heeft te bemoeien met de interne uitoefening van politietaken door de diverse betrokken landen omdat Schengen daar niet op ziet? De leden van de PVV-fractie constateren dat door Malta is aangegeven dat het wederom te maken heeft met een grote instroom van immigranten. Deze instroom zal naar verwachting tot september 2012 blijven groeien. De Maltese autoriteiten hebben te kennen gegeven de instroom niet aan te kunnen en hebben lidstaten opgeroepen tot solidariteit. De leden van de PVV-fractie vragen of toegelicht kan worden om hoeveel immigranten het hier gaat en welke nationaliteiten het hier betreft. Kan toegezegd worden dat er niet opnieuw, zoals vorig jaar in Italië, massaal toe wordt overgegaan om dergelijke vluchtelingen van een visum te voorzien waarmee zij op eenvoudige wijze verder Europa in kunnen reizen, zo vragen deze leden. De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet met hen van mening is dat Bulgarije en Roemenië niet alleen kunnen toetreden tot Schengen wanneer sprake is van een goed werkende rechtsstaat, maar ook wanneer het conflict tussen de lidstaten en het Europees Parlement omtrent de binnengrenzen is opgelost. Zal het kabinet deze argumenten ook naar voren brengen? Hoe staat het op dit moment met bewaking van de grenzen van Roemenië en Bulgarije, die na toetreding tot Schengen buitengrenzen zullen worden? b) Binnenlandse Zaken/Immigratie en Asiel De leden van de CDA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is betreffende de (onderhandelingen over de) richtlijn seizoensarbeiders sinds februari 2012. Ook vragen zij waarom de onderhandelingen met Marokko over een terug- en overnameovereenkomst stil zijn komen te liggen. c) Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap De leden van de VVD-fractie constateren dat in het verslag staat dat veel van de zorgen die Nederland bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op toegang tot een advocaat in de strafprocedures en betreffende het recht op communicatie bij aanhouding had zijn weggenomen en dat de voordelen nu groter zijn dan de nadelen. Deze leden vragen welke zorgen van Nederland precies zijn weggenomen en hoe. Ook vragen zij welke zorgen er nog overblijven en waarom deze niet zijn weggenomen en wat de voordelen en nadelen van het op dit moment voorliggende voorstel zijn. De leden van de CDA-fractie vragen wat het standpunt van het kabinet is over ‘non-conviction based’ confiscatie. C. A-Punt WSBVC-Raad d.d. 21 juni 2012 De leden van de VVD-fractie vragen of er vooruitgang is geboekt bij het ondertekenen van de overnameovereenkomst. Dit is een absolute voorwaarde voor verdere samenwerking met Turkije. Daarnaast vragen deze leden wat er de afgelopen maand voor een vooruitgang is geboekt bij de bewaking van de Grieks-Turkse grens in verband met illegale immigratie. De leden van de CDA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is betreffende de terug- en overnameovereenkomst met Turkije. De leden van de PVV-fractie wijzen op de volgende citaten uit de brief: “De Raadsconclusies benoemen een pakket aan thema’s waarop verdere samenwerking plaats dient te vinden, zoals veiligheid, terrorismebestrijding, grensoverschrijdende criminaliteit, migratie, grensbeheer en terugkeerbeleid.” “Deze Raadspositie komt overeen met het Nederlandse standpunt, zoals neergelegd in de kabinetsbrief d.d. 7 oktober 2011 «EU-visumbeleid voor de naaste buren van de Unie» (Kamerstuk II, vergaderjaar 2011–2012, 21 501-02, nr. 1096).” De leden van de PVV-fractie vinden niet dat er op Europees niveau samenwerking dient plaats te vinden op bovenstaande thema’s: bilaterale of multilaterale verdragen zijn prima, maar géén Europese wet- en regelgeving. De leden van de SP-fractie stellen dat het kabinet heeft aangegeven dat visumliberalisatie zal plaatsvinden als Turkije de overnameovereenkomst tekent. Wat betekent dit concreet? Hoe staat dit in verhouding tot de mensenrechten die daar nog steeds op grote schaal worden geschonden? Worden deze schendingen ook bij de onderhandeling betrokken? Zo nee, waarom dan niet? Worden deze dan op een andere manier aangekaart? II. Reactie van de ministers Hierna: EU. Hierna: Commissie Imhoff, Evert van en Nico van Nimwegen (2000), Migratie GEEN remedie tegen vergrijzing. DEMOS, 16, februari 2000. HYPERLINK "http://www.cpb.nl/persbericht/329217/immigratie-niet-effectief-tegen-ve rgrijzing" http://www.cpb.nl/persbericht/329217/immigratie-niet-effectief-tegen-ver grijzing . Hierna: GEAS. Hierna: UNHCR. Hierna: EC3. Hierna: CBP. Hierna: CTC. Kamerstukken II, 2011/12, 32761 ter vervanging van het gedrukte onder nr. 35. Hierna: AFM. Hierna: EHRM. Hierna: EVRM. Kamerstukken II, 2011/12, 32317 nr. 128. HYPERLINK "http://www.amnesty.nl/mensenrechten/landen/turkije" http://www.amnesty.nl/mensenrechten/landen/turkije