[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Implementatie van het kaderbesluit nr. 2008/978/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures (PbEU L 350)

Eindtekst

Nummer: 2012D31833, datum: 2012-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z06490:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

12 juni 2012



Implementatie van het kaderbesluit nr. 2008/978/JBZ van de Raad van de
Europese Unie van 18 december 2008 betreffende het Europees
bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en
gegevens voor gebruik in strafprocedures (PbEU L 350)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die dezen zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat implementatie van het
kaderbesluit nr. 2008/978/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 18
december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter
verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in
strafprocedures (PbEU L 350) noodzaakt tot wijziging van het Wetboek van
Strafvordering;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	Titel XI van het Vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering wordt
als volgt gewijzigd:

A

	Het opschrift van Titel XI komt te luiden: Titel XI  Wederzijdse
erkenning.

B

	Het opschrift van de eerste afdeling komt te luiden: Eerste afdeling 
Bevriezingsbevel.

C

	Voor artikel 552jj wordt een opschrift ingevoegd, luidende: § 1.
Bevelen uitgevaardigd door een andere lidstaat van de Europese Unie.

D

	Het opschrift van de tweede afdeling komt te luiden: § 2. Bevelen
uitgevaardigd door Nederland.

E

	Na artikel 552vv wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

TWEEDE AFDELING  EUROPEES BEWIJSVERKRIJGINGSBEVEL

§ 1. Europees bewijsverkrijgingsbevel uitgevaardigd door een andere
lidstaat van de Europese Unie

Artikel 552ww

	1. Vatbaar voor erkenning en tenuitvoerlegging is een door een bevoegde
justitiële autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie
uitgevaardigd Europees bewijsverkrijgingsbevel dat is opgesteld
overeenkomstig het in de bijlage bij kaderbesluit nr. 2008/978/JBZ van
de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 betreffende het
Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen,
documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures (PbEU L 350)
opgenomen model en strekt tot:

	a. inbeslagneming van voorwerpen of bescheiden ten behoeve van de
waarheidsvinding voor zover deze zich op Nederlands grondgebied
bevinden;

	b. het verkrijgen van opgeslagen of vastgelegde gegevens voor zover
deze zich op Nederlands grondgebied bevinden of naar Nederlands recht
toegankelijk zijn;

	c. de overdracht van de in de onderdelen a en b bedoelde voorwerpen,
bescheiden of gegevens aan de uitvaardigende autoriteit;

	d. verstrekking van strafvorderlijke of politiegegevens aan de
uitvaardigende autoriteit.

	2. Met een door een bevoegde justitiële autoriteit uitgevaardigd
Europees bewijsverkrijgingsbevel als bedoeld in het eerste lid wordt
gelijk gesteld een Europees bewijsverkrijgingsbevel dat is uitgevaardigd
door een andere autoriteit die door de uitvaardigende lidstaat is
aangewezen als bevoegd tot het uitvaardigen van een Europees
bewijsverkrijgingsbevel, voor zover de uitvoering van dat bevel kan
geschieden zonder toepassing van dwangmiddelen. Indien voor de
uitvoering van het bevel toepassing van dwangmiddelen is vereist, is het
bevel slechts voor erkenning en tenuitvoerlegging vatbaar indien het is
bekrachtigd door een justitiële autoriteit van de uitvaardigende
lidstaat.

	3. Niet voor erkenning en tenuitvoerlegging vatbaar is een Europees
bewijsverkrijgingsbevel strekkende tot het verkrijgen van opgeslagen of
vastgelegde gegevens over het communicatieverkeer van een gebruiker van
een communicatiedienst als bedoeld in artikel 126la.

Artikel 552xx

	1. Een voor erkenning en tenuitvoerlegging vatbaar Europees
bewijsverkrijgingsbevel wordt door de officier van justitie erkend en
ten uitvoer gelegd overeenkomstig het bepaalde in   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=2507589&Dbname=*U&Tref=019E245C38B321832E" \l "start"  artikel
552 aaa, tenzij de tenuitvoerlegging wordt geweigerd op grond van
artikel 552yy.

	2. Indien het bevel onvolledig of kennelijk onjuist is of in het geval,
bedoeld in artikel 552ww, tweede lid, tweede volzin, niet door een
justitiële autoriteit is bekrachtigd, stelt de officier van justitie de
autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat in de gelegenheid binnen een
door hem te stellen redelijke termijn het bevel alsnog aan te vullen, te
verbeteren of door een justitiële autoriteit te laten bekrachtigen. 

	3. Het bevel wordt, zo dit niet aan een officier van justitie is
gezonden, door de geadresseerde onverwijld doorgezonden aan de officier
van justitie. De geadresseerde stelt de autoriteiten van de
uitvaardigende lidstaat schriftelijk in kennis van de doorzending.

Artikel 552yy

	1. De tenuitvoerlegging van een Europees bewijsverkrijgingsbevel wordt
geweigerd, indien:

	a. de uitvoering van het bevel zou strekken tot het verlenen van
medewerking aan een vervolging of berechting die onverenigbaar is met
het aan   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=2507589&Dbname=*U&Tref=0108F7C652C0CDF8BE" \l "start"  artikel
68  van het Wetboek van Strafrecht en   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=2507589&Dbname=*U&Tref=013289A47CA94418AE" \l "start"  artikel
255, eerste lid , van dit wetboek ten grondslag liggende beginsel;

	b. onverminderd het bepaalde in het derde lid, het feit waarvoor het
bevel is uitgevaardigd, indien het in Nederland was begaan, naar
Nederlands recht niet strafbaar zou zijn en voor de uitvoering van het
bevel toepassing van dwangmiddelen is vereist;

	c. onverminderd het bepaalde in het derde lid, de uitvoering van het
bevel noopt tot toepassing van bevoegdheden die, indien het feit
waarvoor het bevel is uitgevaardigd in Nederland was begaan, naar
Nederlands recht niet zouden kunnen worden toegepast;

	d. de uitvoering van het bevel onverenigbaar is met een krachtens
Nederlands recht geldend voorrecht of immuniteit, waaronder mede wordt
verstaan het verschoningsrecht, bedoeld in artikel 218;

	e. het bevel niet door een justitiële autoriteit is uitgevaardigd en
ook na verloop van de termijn, bedoeld in   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=2507589&Dbname=*U&Tref=019D9D448ADC58EBA6" \l "start"  artikel
552xx, tweede lid , niet door een zodanige autoriteit is bekrachtigd
terwijl voor de uitvoering van het bevel toepassing van dwangmiddelen is
vereist.

	2. Voorts kan de tenuitvoerlegging van een Europees
bewijsverkrijgingsbevel  worden geweigerd, indien:

	a. het feit waarvoor het bevel is uitgevaardigd:

	1°. geacht wordt geheel of voor een belangrijk deel op Nederlands
grondgebied of buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of
luchtvaartuig te zijn gepleegd; of

	2°. buiten het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat is gepleegd,
terwijl naar Nederlands recht geen vervolging zou kunnen worden
ingesteld indien het feit buiten Nederland zou zijn gepleegd;

	b. door de uitvoering van het bevel wezenlijke belangen van nationale
veiligheid worden geschaad of de bron van informatie in gevaar wordt
gebracht dan wel het bevel strekt tot verstrekking van gegevens van
inlichtingendiensten die als geclassificeerd zijn aangemerkt;

	c. na verloop van de termijn, bedoeld in   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=2507589&Dbname=*U&Tref=019D9D448ADC58EBA6" \l "start"  artikel
552xx, tweede lid , het bevel onvolledig of kennelijk onjuist is.

	3. De tenuitvoerlegging van een bevel wordt niet geweigerd op grond van
het eerste lid, onderdelen b of c, indien het feit waarvoor het bevel is
uitgevaardigd, is vermeld op of valt onder de lijst met feiten en
soorten van feiten, genoemd in artikel 14 van het kaderbesluit nr.
2008/978/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008
betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van
voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures (PbEU
L 350), en op dat feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een
vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

	4. Indien de officier van justitie overweegt de tenuitvoerlegging te
weigeren op grond van het eerste lid, onderdeel a, of het tweede lid,
onderdelen b of c, pleegt hij overleg met de uitvaardigende autoriteit
en verzoekt deze zo nodig om aanvullende inlichtingen.

	5. Indien de officier van justitie overweegt de tenuitvoerlegging te
weigeren op grond van het tweede lid, onderdeel a, onder 1º, raadpleegt
hij Eurojust. Besluit de officier van justitie, in afwijking van het
advies van Eurojust, de tenuitvoerlegging te weigeren, dan wordt daarvan
het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie in kennis
gesteld.

	6. Onverminderd het bepaalde in artikel 552xx, tweede lid, beslist de
officier van justitie zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen dertig
dagen na ontvangst van het bevel, over de erkenning en tenuitvoerlegging
ervan. Hij stelt de uitvaardigende autoriteit onverwijld van zijn
beslissing in kennis. Indien het redelijkerwijs niet mogelijk is binnen
dertig dagen te beslissen, stelt hij de uitvaardigende autoriteit
hiervan met opgaaf van redenen in kennis alsmede van de termijn
waarbinnen naar verwachting zal worden beslist. Indien de officier van
justitie de tenuitvoerlegging van het bevel weigert, geschiedt de
kennisgeving schriftelijk en met redenen omkleed.

Artikel 552zz

	1. De officier van justitie kan de tenuitvoerlegging van het Europees
bewijsverkrijgingsbevel opschorten, indien:

	a. het belang van een lopend strafrechtelijk onderzoek zich verzet
tegen de tenuitvoerlegging van het bevel;

	b. de voorwerpen, bescheiden of gegevens waarop het bevel ziet reeds
gebruikt worden in een gerechtelijke procedure;

	2. Indien de officier van justitie de tenuitvoerlegging opschort, geeft
hij hiervan onverwijld schriftelijk kennis aan de autoriteiten van de
uitvaardigende lidstaat, onder vermelding van de gronden en zo mogelijk
van de verwachte duur van de opschorting.

	3. Zodra de gronden voor opschorting zijn vervallen, wordt het Europees
bewijsverkrijgingsbevel alsnog ten uitvoer gelegd. De autoriteiten van
de uitvaardigende lidstaat worden hiervan onverwijld schriftelijk in
kennis gesteld.

Artikel 552aaa

	1. De tenuitvoerlegging van een Europees bewijsverkrijgingsbevel
geschiedt in opdracht van de officier van justitie overeenkomstig de
toepasselijke bepalingen van dit wetboek, tenzij in deze titel anders is
bepaald.

	2. De officier van justitie stelt een Europees bewijsverkrijgingsbevel
in handen van de rechter-commissaris, indien de uitvoering ervan noopt
tot toepassing van bevoegdheden die aan de rechter-commissaris zijn
voorbehouden. De overlegging geschiedt bij een schriftelijke vordering,
waarin wordt omschreven welke verrichtingen van de rechter-commissaris
worden verlangd. Deze vordering heeft dezelfde rechtsgevolgen als een
vordering tot het verrichten van onderzoekshandelingen door de
rechter-commissaris uit hoofde van artikel 181.

	3. Voor zover het Europees bewijsverkrijgingsbevel betrekking heeft op
een feit als bedoeld in artikel 552yy, derde lid, kunnen de voor de
uitvoering van het bevel benodigde bevoegdheden worden uitgeoefend ook
buiten de in de toepasselijke bepalingen genoemde gevallen.

	4. Tenzij de tenuitvoerlegging op grond van artikel 552zz is
opgeschort, geschiedt deze binnen zestig dagen na ontvangst van het
bevel. Indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, stelt de officier van
justitie de uitvaardigende autoriteit hiervan met opgaaf van redenen in
kennis alsmede van de termijn waarbinnen tenuitvoerlegging naar
verwachting zal plaatsvinden.

	5. De officier van justitie of rechter-commissaris neemt bij de
tenuitvoerlegging van het bevel zo veel mogelijk de door de autoriteiten
van de uitvaardigende lidstaat in het bevel aangegeven termijnen en
vormvereisten in acht, zulks voor zover niet strijdig met de
grondbeginselen van het Nederlandse recht. Onder vormvereiste kan mede
worden verstaan het verzoek van de autoriteiten van de uitvaardigende
lidstaat om bij de uitvoering van het bevel aanwezig te zijn.

	6. Indien de uitvaardigende autoriteit dit in het bevel heeft
aangegeven en voor zover rechtstreeks verband houdend met het Europees
bewijsverkrijgingsbevel, kunnen bij de uitvoering van het bevel de
volgende handelingen worden verricht:

	a. het verkrijgen van andere relevante voorwerpen, bescheiden of
gegevens dan die welke in het bevel zijn genoemd;

	b. het opnemen van verklaringen van personen aanwezig bij de uitvoering
van het Europees bewijsverkrijgingsbevel.

	7. De officier van justitie stelt de uitvaardigende autoriteit
onverwijld in kennis indien:

	a. het niet mogelijk is vormvereisten als bedoeld in het vijfde lid in
acht te nemen;

	b. hij tijdens de tenuitvoerlegging van het bevel tot het oordeel komt
dat aanvullende maatregelen geboden zijn;

	c. bij de uitvoering van het bevel is gehandeld in strijd met de
toepasselijke bepalingen.

	8. De officier van justitie zendt de uitvaardigende autoriteit
onverwijld een schriftelijke kennisgeving indien het bevel niet ten
uitvoer kan worden gelegd omdat de in het bevel verzochte voorwerpen,
bescheiden of gegevens zijn verdwenen, vernietigd of niet worden
aangetroffen op de door de uitvaardigende autoriteit aangegeven plaats,
dan wel omdat de plaats waar deze zich zouden bevinden door de
uitvaardigende autoriteit onvoldoende nauwkeurig is aangegeven.

Artikel 552bbb

	1. De artikelen 552a, 552d, eerste lid, en 552e, eerste lid, zijn van
toepassing, met dien verstande dat de rechter geen onderzoek doet naar
de gronden voor het uitvaardigen van het Europees
bewijsverkrijgingsbevel dat heeft geleid tot de toepassing van de
bevoegdheid met betrekking tot welke het klaagschrift is ingediend.

	2. Zodra de officier van justitie redenen heeft om aan te nemen dat een
inbeslaggenomen voorwerp niet uitsluitend aan de beslagene toebehoort,
doet hij de nodige naspeuringen naar andere rechthebbenden in Nederland
en stelt hij deze in kennis van de bevoegdheid binnen veertien dagen na
ontvangst van de kennisgeving een klaagschrift ingevolge artikel 552a in
te dienen.

	3. Indien een klaagschrift is ingediend, stelt de officier van justitie
de autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld in
kennis, onder vermelding van de gronden van het klaagschrift. De
autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat worden van de beslissing op
het klaagschrift in kennis gesteld.

Artikel 552ccc

	1. Indien de uitvoering van een Europees bewijsverkrijgingsbevel heeft
plaatsgevonden door de rechter-commissaris, stelt deze de verkregen
voorwerpen, bescheiden of gegevens onverwijld ter beschikking van de
officier van justitie.

	2. De officier van justitie draagt de ter uitvoering van een Europees
bewijsverkrijgingsbevel verkregen voorwerpen, bescheiden of gegevens
onverwijld over aan de autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat,
tenzij een klaagschrift is ingediend en daarop nog niet is beslist of
het ingestelde beklag gegrond is verklaard.

	3. Indien noodzakelijk ter beëindiging van een strafbaar feit of ter
voorkoming van nieuwe strafbare feiten, kan de officier van justitie, in
afwachting van een beslissing op een ingesteld beklag, een afschift van
de verkregen bescheiden of gegevens aan de autoriteiten van de
uitvaardigende lidstaat verstrekken.

	4. Tenzij aannemelijk is dat de rechthebbende op de in beslag genomen
voorwerpen of bescheiden niet in Nederland verblijf houdt, worden de
voorwerpen of bescheiden overgedragen onder het voorbehoud dat de
autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat deze zullen terugzenden
zodra daarvan het voor de strafvordering nodige gebruik is gemaakt.

§ 2. Europees bewijsverkrijgingsbevel uitgevaardigd door Nederland

Artikel 552ddd

	1. De officier van justitie of rechter-commissaris kan een Europees
bewijsverkrijgingsbevel uitvaardigen ter verkrijging van voorwerpen,
bescheiden, opgeslagen of vastgelegde gegevens dan wel strafvorderlijke
of politiegegevens die kunnen dienen de waarheid aan de dag te brengen
en die zich op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese
Unie bevinden of, voor zover het vastgelegde of opgeslagen gegevens
betreft, die op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese
Unie overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat toegankelijk
zijn.

	2. Een Europees bewijsverkrijgingsbevel kan slechts worden
uitgevaardigd voor zover de voorwerpen, bescheiden of gegevens waarop
het bevel betrekking heeft, indien zij zich in Nederland hadden
bevonden, naar Nederlands recht hadden kunnen worden verkregen.

	3. Een Europees bewijsverkrijgingsbevel kan niet worden uitgevaardigd
ter verkrijging van in een andere lidstaat van de Europese Unie
opgeslagen of vastgelegde gegevens over het communicatieverkeer van een
gebruiker van een communicatiedienst als bedoeld in artikel 126la.

Artikel 552eee

	1. Het Europees bewijsverkrijgingsbevel is opgesteld overeenkomstig het
in de bijlage bij kaderbesluit nr. 2008/978/JBZ van de Raad van de
Europese Unie van 18 december 2008 betreffende het Europees
bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en
gegevens voor gebruik in strafprocedures (PbEU L 350) opgenomen model.

	2. Het bevel is opgesteld of vertaald in de officiële taal of een van
de officiële talen van de uitvoerende lidstaat of in een andere
officiële taal van de instellingen van de Europese Unie, indien die
lidstaat heeft verklaard bevelen in die andere taal gesteld of vertaald
te accepteren.

	3. De officier van justitie of rechter-commissaris kan in het bevel
vormvereisten opnemen die de autoriteiten van de uitvoerende lidstaat
bij de tenuitvoerlegging zo veel mogelijk in acht nemen. Dit kan mede
omvatten het verzoek om bij de uitvoering van het bevel aanwezig te
zijn.

	4. Indien een Europees bewijsverkrijgingsbevel wordt uitgevaardigd als
aanvulling op een eerder uitgevaardigd Europees bewijsverkrijgingsbevel
of als vervolg op een eerder uitgevaardigd bevel als bedoeld in artikel
552rr, wordt dit in het bevel aangegeven.

Artikel 552fff

	1. De officier van justitie of rechter-commissaris zendt het Europees
bewijsverkrijgingsbevel rechtstreeks aan de tot erkenning en
tenuitvoerlegging bevoegde autoriteiten van de lidstaat op wiens
grondgebied hij redelijkerwijs vermoedt dat de voorwerpen, bescheiden of
gegevens zich bevinden of, indien het bevel betrekking heeft op
vastgelegde of opgeslagen gegevens, op wiens grondgebied hij
redelijkerwijs vermoedt dat de gegevens overeenkomstig het nationale
recht van die lidstaat toegankelijk zijn.

	2. Indien niet bekend is welke autoriteiten in de uitvoerende lidstaat
bevoegd zijn tot erkenning en tenuitvoerlegging van het bevel, verzoekt
de officier van justitie of rechter-commissaris hieromtrent om
inlichtingen onder andere via het Europees Justitieel Netwerk.

	3. De toezending kan plaatsvinden per gewone post, telefax of
elektronische post, mits de echtheid van het toegezonden Europees
bewijsverkrijgingsbevel door de autoriteiten van de uitvoerende lidstaat
kan worden vastgesteld.

Artikel 552ggg

	1. Belanghebbenden kunnen zich schriftelijk beklagen over het
uitvaardigen van het Europees bewijsverkrijgingsbevel. De artikelen 552a
en 552d, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat het klaagschrift wordt ingediend bij de griffie van de
rechtbank in het arrondissement, binnen hetwelk de officier van justitie
of rechter-commissaris het bevel heeft uitgevaardigd.

	2. Indien de rechter het beklag gegrond acht, trekt de officier van
justitie of rechter-commissaris het Europees bewijsverkrijgingsbevel
onmiddellijk in en stelt deze de autoriteiten van de uitvoerende
lidstaat hiervan onverwijld in kennis.

	3. Indien een belanghebbende zich beklaagt over de erkenning en
tenuitvoerlegging van het Europees bewijsverkrijgingsbevel in de
uitvoerende lidstaat, kan de officier van justitie of
rechter-commissaris de autoriteiten van die lidstaat de nodige
inlichtingen omtrent het bevel verschaffen.

Artikel 552hhh

	Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld over het
verzamelen en verstrekken van gegevens over de uitvoering van de
bepalingen van deze afdeling.

ARTIKEL II

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8