Vragen VSO inzake de geannoteerde agenda informele Landbouwraad 9-11 september 2012
Landbouw- en Visserijraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D33497, datum: 2012-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van der Ham, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.E. Haveman-Schüssel, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2012Z15560:
- Indiener: H. Bleker, staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2012-09-05 11:00: Informele Landbouw- en Visserijraad d.d. 9-11 september 2012 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-09-19 10:29: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-10-09 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2013-01-16 13:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
21501-32- Landbouw- en Visserijraad Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ten behoeve van de Informele Landbouwraad d.d. 9-11 september 2012 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 633) De op 5 september 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de staatssecretaris bij brief van …….. 2012 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Van der Ham De adjunct-griffier van de commissie, Schüssel Inhoudsopgave I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen van de leden van de VVD-fractie 1 Vragen van de leden van de CDA-fractie 2 Vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie 3 II Antwoord / Reactie van de staatssecretaris I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen van de leden van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele Landbouwraad die van 9–11 september plaatsvindt in Nicosia en Limassol (Cyprus). Deze leden hebben de volgende vragen en opmerkingen. De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de Informele Landbouwraad zal worden gesproken over het behoud van Europa’s potentieel voor voedselproductie en over publieke diensten, die waterschaarste en risico’s op het verlaten van landbouwgrond als gevolg van ongunstige klimaatomstandigheden beperken. Wat verstaat de staatssecretaris precies onder publieke diensten? Kan de staatssecretaris specifiek aangeven welke taken deze diensten exact gaan uitvoeren? Kan de staatssecretaris de beantwoording onderbouwen met voorbeelden? Wat betekenen deze voornemens van de Europese Commissie precies voor de agrariërs en wat voor gevolgen hebben deze plannen bijvoorbeeld voor de directe uitbetalingen? De leden van de VVD-fractie lezen dat de bescherming van natuurlijke hulpbronnen een belangrijk thema is in de voorstellen van de Europese Commissie voor het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De leden van de VVD-fractie lezen verder dat deze voorstellen in hoge mate aansluiten op de inzet van Nederland. Deze richt zich op vergroening van het GLB door middel van doelgerichte betalingen op onder meer, biodiversiteit, klimaat en dierenwelzijn. De leden van de VVD-fractie kunnen zich niet vinden in de opstelling van de staatssecretaris. Deze leden zijn nog steeds van mening dat de door de Europese Commissie gepresenteerde vergroeningseisen losgekoppeld moeten zijn van de directe betalingen. De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van een zogenaamde top-up op de directe betalingen. Ondernemers kunnen dan zelf bepalen of zij aan de vergroeningseisen willen en kunnen voldoen. Voorts vinden deze leden dat de ondernemers zelf zouden moeten kunnen bepalen hoe zij deze vergroeningseisen invullen. Graag een reactie hierop van de staatssecretaris. Kan de staatssecretaris ook aangeven wat de stand van zaken over de vergroeningsmaatregelen is? Kan de staatssecretaris bevestigen dat hij zich in Brussel nog steeds verzet tegen de voorstellen van de 7% braaklegging van goede landbouwgronden en de verplichte gewasrotatie? Het Europees Parlement heeft deze week 7400 amendementen besproken op de nieuwe voorstellen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, zo hebben de leden van de VVD-fractie vernomen. Kan de staatssecretaris de Kamer informeren over de uitkomsten hiervan? Wat is de inhoudelijke reactie van de staatssecretaris hierop? In het Europees Parlement heeft een discussie plaatsgevonden over een mogelijk overheveling van geld van de eerste naar de tweede pijler van het GLB. Het voorstel van het Europees Parlement is nu voor een aantal lidstaten, waaronder Nederland om tot 20% van de directe betalingen af te kunnen romen ten behoeve van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s in Nederland. Waarom heeft de staatssecretaris de Kamer hierover niet geïnformeerd? Kan de staatssecretaris dit voorstel nader toelichten? De leden van de VVD-fractie zijn geen voorstander van het verschuiven van middelen van de eerste pijler naar de tweede pijler aangezien Nederland in de nieuwe voorstellen al 8% gaat inleveren. Deelt de staatssecretaris de opvatting van deze leden? Kan de staatssecretaris ook aangeven in welk stadium de discussie over de herverdeling van de middelen verkeert? In de nieuwe voorstellen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt voorgesteld om de suikerquotum af te schaffen per 1 oktober 2015. De staatssecretaris heeft toegezegd de Kamer te informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot de suikermarkt. Kan de staatssecretaris deze brief sturen vóór donderdag 13 september zodat de Kamer deze brief kan betrekken in de voorbereiding op de volgende Landbouw- en Visserijraad? Vragen van de leden van de CDA-fractie Hoewel Europa eerder niet klaar was om via GLB de lange termijnvisie van de Europese 2020 strategie in te vullen, vallen nu wel degelijk de puzzelstukken in één, zo constateren de leden van de CDA-fractie. Immers het voorzitterschap wil nu spreken over het behoud van Europa’s potentieel voor voedselproductie en over publieke diensten die waterschaarste en risico’s op het verlaten van landbouwgronden als gevolg van ongunstige klimaatomstandigheden. Dat onderstreept de Nederlandse inzet om te komen tot een climate smart agriculture. Productie per hectare beschikbare grond moet, gezien de afnemende beschikbaarheid van landbouwgrond, omhoog, maar ook uitwisseling van kennis opgedaan door de Nederlandse gouden piramide met andere landen verdiend aandacht. Op welke wijze is daar aandacht voor binnen het Nederlandse beleid en binnen het voorzitterschap? Deelt de staatssecretaris de mening van de leden van de CDA-fractie dat de vraag naar voedsel de komende decennia toeneemt, terwijl de beschikbaarheid van landbouwgrond afneemt en er tegelijkertijd aandacht voor biodiversiteit moet zijn op gespannen voet staan? Deelt de staatssecretaris met deze leden dat de oplossing ligt in een duurzamer consumptiepatroon en efficiënter gebruik van de grond(stoffen) en energie? Kan de staatssecretaris reageren op de stelling van de voorzitter van Wageningen UR dat om straks 9 miljard mensen te kunnen voeden de huidige productie verdubbeld moet worden met minder grondstoffen en minder chemische middelen? Welke acties/ inspanningen worden gedaan? Deelt de staatssecretaris de mening dat binnen het nieuwe GLB een sterker accent op kennis en innovatie daarom gerechtvaardigd is? En dat GLB-geld stoppen in algemene middelen voor kennis en innovatie voor de landbouw een ongunstige ontwikkeling is? Graag een reactie hierop van de staatssecretaris. Vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zien dat de staatssecretaris slechts verwijst naar zijn inzet bij de hervorming van het gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) naar de bescherming van natuurlijke hulpbronnen zoals een vruchtbare bodem en schoon en voldoende water. Dit is wat de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren betreft volstrekt onvoldoende. De bodemvruchtbaarheid gaat zorgwekkend snel achteruit, mede door de enorme hoeveelheden mest die er op uit wordt gereden, en die in hoge mate verontreinigd is met antibioticaresistente bacteriën. Op welke wijze wil de staatssecretaris dit probleem oplossen? Al in 2009 waarschuwde de Technische Commissie Bodem voor nieuwe verontreinigingen in de bodem van het landelijke gebied (Advies Nieuwe verontreinigingen in de bodem van het landelijk gebied, A054(2009), 23 december 2009). Voor zover bekend bij de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren is er nooit iets met deze waarschuwing gedaan, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Bovendien ligt Nederland dwars bij het opstellen van een bodemrichtlijn, welke er voor kan zorgen dat de bodem effectiever beschermd wordt, kan de staatssecretaris ook dit bevestigen? Is dit nog steeds het Nederlandse standpunt, en zo ja, waarom en op welke manier komt dit de bescherming van de bodem ten goede? Er zal tijdens de Informele Landbouwraad gesproken worden over de maatregelen die nodig zijn om waterschaarste en het verlaten van landbouwgrond tegen te gaan. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen graag weten of er ook gesproken zal worden over de boeren buiten de Europese Unie, en de impact die onze veehouderij, onze energievoorziening en ons consumptiepatroon heeft op de voedselzekerheid, watervoorraden en de bodemvruchtbaarheid in bijvoorbeeld Afrika, Azië en Zuid-Amerika. De import van soja, maïs en palmolie voor onze bio-industrie en energiecentrales heeft hier een enorm negatieve impact op, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Deelt de staatssecretaris de mening dat een hervorming van ons landbouwbeleid ook ten goede moet komen aan de boeren en de biodiversiteit elders? Zo ja, op welke wijze is hij van plan om de Europese en Nederlandse afhankelijkheid van derde landen te beperken? Zo nee, waarom niet? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met zorg kennis genomen van de aanvraag van Monsanto voor de teelt van sojabonen die resistent zijn gemaakt voor het landbouwgif glyfosaat. Kan de staatssecretaris bevestigen dat deze aanvraag er ligt? Kan de staatssecretaris deze aanvraag nader toelichten, aangezien teelt van soja in Nederland niet voor de hand ligt? Waarom is deze aanvraag in Nederland gedaan? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen erop dat glyfosaat al een groot probleem is in de Nederlandse en Europese oppervlaktewateren, en dat de teelt van gewassen die resistent zijn voor dit gif dit probleem zullen verergeren, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Nederland zou pertinent deze aanvraag moeten weigeren, vinden de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren. Is de staatssecretaris bereid de aanvraag van Monsanto aan te kaarten tijdens de Informele Raad, en zijn collega’s op te roepen samen met hem tegen de autorisatie van dit gewas te stemmen? Zo nee, waarom niet? II Antwoord / Reactie van de staatssecretaris