[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies van de Raad van State

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiƫn voor het jaar 2013

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D34698, datum: 2012-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z15789:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W06.12.0319/III	's-Gravenhage, 10 september 2012

Bij Kabinetsmissive van 5 september 2012, no.12.001998, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiƫn, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het
Ministerie van Financiƫn (IX) voor het jaar 2013, met memorie van
toelichting.

Het voorstel strekt tot vaststelling van de begrotingsstaat van het
Ministerie van Financiƫn en de begrotingsstaat van Nationale schuld. 

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over
afwijkingen van bestaande wetgeving. Zij is van oordeel dat in verband
daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Voorgesteld wordt, in verschillende artikelen, om voor het jaar 2013 op
onderdelen af te wijken van bestaande wetgeving. 

Het betreft:

- het in afwijking van artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001
samenvoegen van de wetsvoorstellen voor de vaststelling van de
begrotingsstaat van Nationale Schuld en die van het Ministerie van
Financiƫn (artikel 5). Hiermee wordt blijkens de toelichting
vooruitgelopen op een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet
2001;

- het in afwijking van de Wet op het BTW-compensatiefonds voor het jaar
2013 niet vaststellen van een afzonderlijke begroting voor het
BTW-compensatiefonds (artikel 6). Hiermee wordt vooruitgelopen op een
wijziging van de Wet op het BTW-compensatiefonds;

- het in afwijking van artikel 50 van de Comptabiliteitswet 2001 niet
aan de Staten-Generaal aanbieden van een Voorlopige Rekening (artikel
7). Blijkens de toelichting is de Tweede Kamer in 2006 op de hoogte
gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening
in het Financieel Jaarverslag van het Rijk. Hieraan wordt thans (voor
het eerst) uitvoering gegeven;

- de introductie van een verplichtingen-kasagentschap in aanvulling op
hetgeen in artikel 11 van de Comptabiliteitswet 2001 is geregeld ten
aanzien van baten-lastendiensten (artikel 8). Dit onderdeel van het
voorstel vloeit volgens de toelichting voort uit de besluiten die het
kabinet heeft genomen naar aanleiding van de evaluatie van het
baten-lastenstelsel die in augustus 2011 ter kennis van de Tweede Kamer
zijn gebracht. 

De genoemde artikelen geven de Afdeling aanleiding om het volgende op te
merken.

1.	Uitgangspunt voor begrotingswetten

Zoals de Raad van State reeds meermalen heeft geadviseerd, dient
uitgangspunt te zijn dat de inhoud van de begrotingswetten, vanwege het
bijzondere karakter van de begrotingswetgeving, beperkt blijft tot de
begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk. Het bijzondere
karakter van de begrotingswetten komt ook tot uitdrukking in de van de
normale wetgevingsprocedure afwijkende procedureregels, die zijn
neergelegd in de Comptabiliteitswet 2001. Het past slecht in de
systematiek van afzonderlijke begrotingswetten ex artikel 105, eerste
lid, van de Grondwet, dat in de desbetreffende voorstellen tevens
bepalingen worden opgenomen die strekken tot wijziging van
niet-begrotingswetten. De enkele omstandigheid dat de nu voorgestelde
inhoudelijke wijzigingen zijn afgestemd met de Tweede Kamer kan naar het
oordeel van de Afdeling onvoldoende rechtvaardigen dat in dezen
afgeweken wordt van het bovengenoemde uitgangspunt. 

Het is de Afdeling bovendien opgevallen dat de beleidsvoornemens die ten
grondslag liggen aan de hiervoor genoemde artikelen van het voorstel een
lange voorgeschiedenis hebben, ook wat betreft het informeren van de
Tweede Kamer. Zo zijn de voornemens betreffende de Voorlopige Rekening
en de introductie van een verplichtingen-kasagentschap al een aantal
jaren geleden aan de Tweede Kamer gemeld. De tijdelijke wijziging van de
Wet op het BTW-compensatiefonds was ook al opgenomen in de voorstellen
voor de begroting 2012. Dit betekent dat er inmiddels al ruime
gelegenheid is geweest om terzake wetsvoorstellen aanhangig te maken.
Ook tegen deze achtergrond acht de Afdeling het minder passend dat thans
de begrotingswet wordt gebruikt als voertuig voor de bewuste
voorstellen.

De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen. 

2.	Verplichtingen-kasagentschappen

Specifiek ten aanzien van artikel 8 (introductie van de figuur van een
verplichtingen-kasagentschap) merkt de Afdeling nog op dat de
introductie van verplichtingen-kasagentschappen naar de aard van deze
figuur verder reikt dan de begroting voor het jaar 2013. Het betreft
hier in wezen een aanpassing van het instrumentarium in de
Comptabiliteitswet 2001. Een dergelijke wijziging hoort niet thuis in
een wetsvoorstel tot vaststelling van een begrotingsstaat.  

Voorts merkt de Afdeling op dat het voorstel tot introductie van
verplichtingen-kasagentschappen weliswaar, zoals de toelichting
vermeldt, is aangekondigd bij de evaluatie van het baten-lastenstelsel,
maar nog niet nader is uitgewerkt. Ook plaatst de een vraagteken bij de
inbedding in de Comptabiliteitswet 2001, te weten door koppeling aan
artikel 11 van die wet. Kenmerkend voor de daar genoemde diensten is dat
zij baten-lastendiensten zijn. De voorgestelde agentschappen zijn
daarentegen geen baten-lastendiensten, omdat zij een
verplichtingen-kasstelsel zullen hanteren. Indien het wenselijk wordt
geacht een nieuwe vorm van agentschappen te introduceren, zou naar het
oordeel van de Afdeling een en ander in een zelfstandige regeling in de
Comptabiliteitswet 2001 een plaats moeten krijgen. 

De Afdeling adviseert artikel 8 te schrappen. 

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

	Zie onder andere de adviezen over de begroting van het Ministerie van
Financiƫn voor 2008 en 2012 (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 IXB, nr 3
en Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 3). 

	In het advies over de begroting van het Ministerie van Financiƫn voor
2012 (Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 3) heeft de Afdeling over
deze gang van zaken ook toen kritische opmerkingen gemaakt. 

  PAGE  \* MERGEFORMAT  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........