Aanvullende vragen over concept EU-voorstel biobrandstoffenbeleid
Bijlage
Nummer: 2012D36243, datum: 2012-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Leegte, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2012Z16750:
- Indiener: R.W. Leegte, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
Preview document (🔗 origineel)
Vragen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over rapport Directive of the European parliament and of the council (biobrandstoffen) In feite zegt de EC in haar stuk dat er een subdoelstelling voor geavanceerde biobrandstoffen in het leven wordt geroepen. Hoe valt dit te rijmen met de eerdere analyse van I&M en landsadvocaat Pels Rijcken die juist concludeerden dat een subdoelstelling binnen de Europese context niet mogelijk was? Betekent dit dat een verhoging van de bijmengverplichting incl. een subdoelstelling in Nederland ook acceptabel is? De EC wil een sterkere focus op hoog CO2 reducerende biobrandstoffen. Gaat de Nederlandse regering ook sterker inzetten op CO2 sturing, zoals Commissie Corbey en RCI mede adviseren? De EC spreekt over het belang van marktwerking en wijst op het risico van ILUC emissies. Zoals er bij sturing op CO2 efficiency wordt gewerkt met een forfaitaire CO2 factor (in de volksmond de dubbeltelling voor biobrandstof uit reststromen) ligt het voor de hand dat ook met betrekking tot ILUC gewerkt wordt met een forfaitaire factor, waardoor biobrandstoffen van grondstoffen die veel grond gebruiken een lagere factor krijgen. In hoeverre neemt de Nederlandse regering – zoals impliciet uit het document duidelijk wordt - bovenstaande over? Bij een marktgedreven aanpak om te komen tot verbetering van de ecologische footprint van biobrandstoffen speelt nadrukkelijk ook de mate waarin tussen de jaren geschoven kan worden met volumes. Het bijmengen van een hoger percentage in jaar 1 (binnen de NEN kwaliteitsnorm) kan dan leiden tot een lager percentage in jaar 2 (binnen de NEN kwaliteitsnorm). In een jaar van lage voedselopbrengsten als gevolg van slecht weer in meerdere continenten verlaagt dit de druk op de prijs. In hoeverre neemt de Nederlandse regering deze gedachte over in Nederlandse regelgeving?