Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid op 8 oktober 2012
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D36758, datum: 2012-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2012Z16100:
- Indiener: J.J. Atsma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-09-26 13:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-09-26 16:00: Informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid d.d. 8 oktober 2012 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-10-03 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-03-21 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011-2012 Informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid d.d. 8 oktober 2012 Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld op ……… Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele fracties de behoefte om over de Informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid d.d. 8 oktober 2012 enkele vragen en opmerkingen voor te leggen. De vragen en opmerkingen zijn op 27 september 2012 aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door hem beantwoord. De voorzitter van de commissie De adjunct-griffier van de commissie A. Westerhoff I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA De leden van de fractie van de PvdA hebben kennis genomen van de punten die het kabinet wil inbrengen op de informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het van groot belang is dat er in EU-verband de komende periode spijkers met koppen worden geslagen als het gaat over de winning van energie op zee. Dat heeft de absolute prioriteit. De olieprijzen zullen hoog blijven. Om onze welvaart te kunnen blijven garanderen, is het van groot belang dat er alternatieve energiebronnen worden aangeboord. Windenergie op zee is in de ogen van deze leden onontbeerlijk. De leden van de PvdA-fractie pleiten al jaren voor een zogenaamd ‘stopcontact op zee’. Dat behelst niet alleen de plaatsing van een groot aantal windmolens waarmee voor miljoenen huishoudens energie kan worden opgewekt, maar ook de koppeling van stroomnetwerken tussen de landen aan de Noordzee. Een dergelijke aanpak kan goed in EU-verband worden geregeld. De leden van de PvdA-fractie willen er bij de staatssecretaris op aandringen om dit als speerpunt te zien bij zijn inzet in het komende overleg. De leden van de PvdA-fractie onderschrijven daarom niet het uitgangspunt van het kabinet om in algemene termen te spreken over duurzame energieopwekking. Wat de leden van de fractie van de PvdA betreft, zijn meer windenergie en de koppeling van nationale stroomnetwerken absolute prioriteit op deze informele ministeriele bijeenkomst. De leden van de fractie van de PvdA constateren dat er tijdens het overleg gesproken gaat worden over de winning van delfstoffen in diepe wateren. Deze leden zijn van mening dat bij winning van delfstoffen op diepte op zee veiligheid voorop moet staan. Onveilige winning kan leiden tot enorme milieuschade door rampen, zoals met de Deepwater Horizon. De leden van de fractie van de PvdA vernemen graag voor 8 oktober 2012 van de staatssecretaris wat zijn inzet is op het punt van veiligheid in relatie tot winning van delfstoffen in de diepzee. De leden van de fractie van de PvdA willen tot slot een punt maken van de koudwatervrees die het kabinet lijkt te hebben als het gaat om EU-beleid ten aanzien van de Noordzee. Juist door in EU-verband te kijken naar de toekomst voor de Noordzee kan worden bereikt dat overbevissing wordt tegengegaan en natuurbescherming in het kader van Natura 2000 meer aandacht krijgt. De leden van de fractie van de PvdA hebben hierbij een andere inzet voor ogen dan het kabinet. Deze leden zien hier graag een aanpassing van de inzet. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele ministeriële bijeenkomst geïntegreerd maritiem beleid. Zij hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen en het maken van opmerkingen. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de annotatie op de agenda van de informele ministeriële bijeenkomst. De leden wensen hierover enkele vragen te stellen. De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de informele bijeenkomst geen formele besluitvorming plaats zal vinden. Niettemin zal aan het eind van de bijeenkomst een agenda voor de komende jaren vastgesteld worden. De agenda wordt in hoofdlijnen toegelicht in de annotatie, maar kan de staatssecretaris specifieker toelichten welke punten in de agenda behandeld worden? Welke gevolgen heeft uitvoering van die agenda voor Nederlandse spelers in de maritieme sector? Op welke manier zijn zij bij de agendavorming betrokken? De leden van de CDA-fractie willen weten of de staatssecretaris andere innovatieve vismethoden aandraagt in de informele bijeenkomst. Het innovatieve visserijproject Fiber bevindt zich namelijk in de beginfase, terwijl al veel positieve resultaten behaald zijn met bijvoorbeeld “twin rig”, “otter trawl” en “Scottish Seine” vissen. Welke plek krijgt dit in de informele ministeriële bijeenkomst? Voorts willen de leden van de CDA-fractie weten wat de stand van zaken is met betrekking tot de implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Kan de staatssecretaris dat aangeven? Kan hij daarbij ingaan op de inzet op verschillende onderdelen, te weten de Initiële Beoordeling, de goede milieutoestand en de daarbij behorende doelen en indicatoren? Op welke manier vindt met betrekking tot de Kaderrichtlijn Mariene Strategie afstemming plaats met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie? De leden van de CDA-fractie hebben ook vragen over het Nationaal Waterplan. Kan de staatssecretaris aangeven of het klopt dat het Waterplan leidend is qua besluitvorming over ontwikkeling van de Noordzee? Kan hij voorts aangeven of het klopt dat besluitvorming over economische activiteiten op grond van het Nationaal Waterplan plaatsvindt met inachtneming van de effecten op de voorkomende ecologische waarden? Sluit dit beleid aan bij dat van andere Noordzeelanden? Kan de staatssecretaris verder aangeven hoe het geïntegreerd maritiem beleid zich verhoudt tot het OSPAR-verdrag, de Kaderrichtlijn Mariene Strategie en de Vogel- en Habitatrichtlijn? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren kunnen de ondertekening van de gezamenlijke verklaring en de “agenda voor groei en werkgelegenheid” niet ondersteunen. Deze leden wijzen erop dat de ecosysteembenadering wordt ondergesneeuwd door enkel economische belangen. Zij zijn teleurgesteld in het gemis aan ambitie van de staatssecretaris om echt te kiezen voor duurzaamheid en het voorzorgsbeginsel uitgangspunt te laten zijn. De leden van de fractie van de Partij van de Dieren zien in de Nederlandse inbreng de lijn niet terug van het in 2007 vastgestelde kabinetsstandpunt. Kan de staatssecretaris bevestigen dat in het in 2007 vastgestelde kabinetsstandpunt wordt gesteld dat de ecosysteembenadering een goed kader biedt voor de uitvoering van de maritieme strategie? Kan de staatssecretaris uitleggen op welke manier de ecosysteembenadering het uitgangspunt is voor de “agenda voor groei en werkgelegenheid”? Waarom ligt de nadruk van de conferentie op de economische- en werkgelegenheidsaspecten van het Geïntegreerd Maritiem Beleid (GMB) en hoe verhoudt dit zich tot de ecosysteembenadering? Kan de staatssecretaris bevestigen dat, als de ecosysteembenadering het kader zou moeten bieden voor de uitwerking van de strategie, het voorzorgsbeginsel en het duurzaam beheren van de mariene ecosystemen dan ook echt het uitgangspunt moeten zijn? Zo ja, kan de staatssecretaris dan uitleggen hoe dit rijmt met onderwerpen op de agenda, zoals “deep sea mining” en aquacultuur, terwijl uit tal van wetenschappelijke publicaties blijkt dat deze maritieme sectoren alles behalve duurzaam zijn? Welke plannen zijn er met betrekking tot “deep sea mining” in de Europese wateren? Valt de opslag van CO2 onder de zeebodem ook onder deze agenda? Kan de staatssecretaris een stand van zaken met betrekking tot CO2 opslag in de Europese wateren geven? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen aquacultuur stellig af: duurzaamheid, dierenwelzijn en aquacultuur zijn niet verenigbaar. Veel kweekvis wordt gevoerd met vismeel van in het wild gevangen vis. Deze methode is niet duurzaam en het zal ook erg lastig zijn deze te verduurzamen. Daarnaast worden steeds meer stukken zee langs kustzones gebruikt als 'vijvers' voor kweekvissen. Hierdoor komen afvalstoffen en toegediende middelen in zee terecht, met grote veranderingen in het lokale ecosysteem tot gevolg. Kan de staatssecretaris toelichten hoe hij in bovengenoemde gevallen verduurzaming ziet? Wat wordt er over deze zaken gezegd in de te tekenen verklaring? Kan de staatssecretaris toelichten wat er precies wordt verstaan onder 'duurzaamheid' in de verklaring? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich daarnaast ernstig zorgen over het welzijn van dieren, gehouden in aquacultuur. Kan de staatssecretaris toelichten of dierenwelzijn en diergezondheid in relatie tot aquacultuur worden genoemd in de te tekenen verklaring? Wat wordt hier precies onder verstaan en hoe dit zich verhoudt tot de vijf vrijheden van Brambell? De leden van de fractie van de Partij van de Dieren constateren dat er in de “agenda voor groei en werkgelegenheid” gesproken wordt over het ontwikkelen en benutten van andere vormen van aquacultuur, waaronder algen en wieren. Kan de staatssecretaris toelichten of er in de te tekenen verklaring ook randvoorwaarden zijn gesteld aan het gebruik van meststoffen in deze vorm van aquacultuur? Kan de staatssecretaris toelichten wat er precies wordt verstaan onder 'duurzaamheid' in relatie tot deze vorm van aquacultuur in de verklaring? De leden van de fractie van de Partij van de Dieren constateren dat de staatssecretaris tijdens de informele ministeriele bijeenkomst de pulskor op wil brengen als innovatieve visserijtechniek met winst voor zowel mens als milieu. Kan de staatssecretaris uiteenzetten op basis van welk wetenschappelijk inzicht hij van mening is, dat is bewezen dat pulsvisserij duurzaam is zonder gevolgen voor het zeeleven? Kan hij garanderen dat de pulsvisserij geen enkele schade toebrengt aan het mariene ecosysteem? Zo ja, op welk wetenschappelijk inzicht is dit gebaseerd? Hoe verklaart de staatssecretaris de vele foto’s van vissen met grote beschadigde plekken als gevolg van de pulskorvisserij die de fractie van de Partij voor de Dieren ontving van verontruste vissers? Kan de staatssecretaris bevestigen dat het nog steeds niet is uitgesloten dat de pulskor schade toebrengt aan kabeljauwen, en dat terwijl de kabeljauwstand in de Noordzee al jaren dramatisch laag is? Met dit in het achterhoofd, kan de staatssecretaris uitleggen waarom hij deze visserijtechniek wil promoten in Europa, terwijl hier nog veel onduidelijkheden over bestaan ten aanzien van de gevolgen voor het zeeleven? De leden van de fractie van de Partij van de Dieren vragen of de staatssecretaris kan bevestigen dat de visserijtechniek met trilnaalden een vorm van pulsvisserij is, maar dat deze visserijtechniek nu wordt aangeduid als nieuw en innovatief vanwege de onzekerheid over het legaliseren van de pulskor vanuit Europa? Zo nee, kan de staatssecretaris dan precies het verschil uitleggen tussen de pulskor en het ‘fibertuig’ project? Kan de staatssecretaris ook uitleggen wat hij verstaat onder ‘duurzaamheid’ in relatie tot het Fiber project en welke criteria hij hiervoor precies hanteert? Kunt u garanderen dat de trilnaalden op geen enkele manier schade kunnen toebrengen aan de mariene flora en fauna? Zo ja, op basis van welk wetenschappelijk inzicht kan de staatssecretaris dit garanderen? Zo nee, waarom gaat de staatssecretaris dan toch al deze visserijtechniek in Europa promoten als duurzaam en een winst voor mens en milieu? Is de staatssecretaris bereid deze visserijtechnieken niet te promoten als duurzaam, totdat er meer duidelijkheid over is? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zien dat vooral economie centraal staat in de informele bijeenkomst, terwijl de ecosysteembenadering wordt ondergesneeuwd door economisch gewin in de te ondertekenen gezamenlijke verklaring. Deze leden vragen de staatssecretaris om het voorzorgsprincipe te allen tijde centraal te zetten in zijn inbreng bij het maritiem beleid. II Reactie van de staatssecretaris De officiële titel van het OSPAR-verdrag luidt: "Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan". Dit verdrag heeft als doel door internationale samenwerking het maritieme HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/Milieu" \o "Milieu" milieu in de Noord-Oostelijke HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/Atlantische_Oceaan" \o "Atlantische Oceaan" Atlantische Oceaan (inclusief de HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/Noordzee" \o "Noordzee" Noordzee ) te beschermen. Door commissie Brambell (1965) geformuleerde vrijheden van het dier: vrijheid van dorst, honger en onjuiste voeding; vrijheid van fysiek en fysiologisch ongerief; vrijheid van pijn, verwondingen en ziektes; vrijheid van angst en chronische stress; vrijheid om natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen. PAGE PAGE 1