[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33335, bijgewerkt t/m nr. 5 (NvW d.d. 9 oktober 2012)

Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D37021, datum: 2012-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z14454:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 5 (NvW d.d. 9 oktober 2012)



	33 335	Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het
bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een
taalwet de positie van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in
het rechtsverkeer te verankeren en de gelijke rechten van de Nederlandse
taal en de Friese taal binnen de provincie Fryslân te waarborgen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

De officiële talen in de provincie Fryslân zijn het Nederlands en het
Fries.

HOOFDSTUK 2. GEBRUIK VAN DE FRIESE TAAL IN HET BESTUURLIJK VERKEER

Artikel 3

1. Een ieder kan de Friese taal gebruiken in het verkeer met
bestuursorganen, voor zover deze in de provincie Fryslân zijn
gevestigd, alsmede met de onder hun verantwoordelijkheid werkzame
personen.

2. Het eerste lid geldt niet indien het bestuursorgaan heeft verzocht de
Nederlandse taal te gebruiken op de grond dat het gebruik van de Friese
taal tot een onevenredige belasting van het bestuurlijk verkeer zou
leiden. 

Artikel 4

1. Bestuursorganen en de onder hun verantwoordelijkheid werkzame
personen kunnen in het verkeer binnen de provincie Fryslân de Friese
taal gebruiken.

2. Het eerste lid geldt niet indien een wederpartij heeft verzocht de
Nederlandse taal te gebruiken op de grond dat het gebruik van de Friese
taal tot een onbevredigend verloop van het mondeling verkeer zou leiden.

Artikel 5

1. In de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen die niet tot de
centrale overheid behoren, stellen regels op over het gebruik van de
Friese taal in schriftelijke stukken en in het mondeling verkeer. De
regels bevatten in ieder geval bepalingen gericht op het versterken van
de positie van de Friese taal binnen het werkgebied van het betreffende
bestuursorgaan.

2. In aanvulling op de in het eerste lid bedoelde regels, stellen deze
bestuursorganen tevens een beleidsplan inzake het gebruik van de Friese
taal op. 

3. De bestuursorganen van de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog,
Terschelling, Vlieland en Weststellingwerf zijn vrijgesteld van de
verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid.

4. Bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren en die niet
in de provincie Fryslân gevestigd zijn, waarvan het werkterrein zich
uitstrekt tot de provincie Fryslân of een deel daarvan, kunnen regels
stellen over het gebruik van de Friese taal, in het bijzonder in
schriftelijke stukken.

Artikel 6

1. Onze Minister die het aangaat, kan voor onderdelen van de centrale
overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot de provincie
Fryslân of een deel daarvan, regels stellen over het gebruik van de
Friese taal in schriftelijke stukken en in het mondeling verkeer.

2. Ter uitvoering van het eerste lid kan een onderdeel van de centrale
overheid een beleidsplan opstellen inzake het gebruik van de Friese
taal. 

Artikel 7

1. Een schriftelijk stuk in de Friese taal wordt tevens in de
Nederlandse taal opgesteld, indien het: 

a. bestemd of mede bestemd is voor buiten de provincie Fryslân
gevestigde bestuursorganen of bestuursorganen van de centrale overheid;
of 

b. algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels inhoudt. 

2. De bekendmaking, mededeling of terinzagelegging van een schriftelijk
stuk als bedoeld in het eerste lid geschiedt in ieder geval ook in de
Nederlandse taal, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat
daaraan geen behoefte bestaat.

Artikel 8

1. Indien een schriftelijk stuk in de Friese taal is opgesteld,
verstrekt het bestuursorgaan daarvan op verzoek een vertaling in de
Nederlandse taal.

2. Het bestuursorgaan kan voor het vertalen een vergoeding van ten
hoogste de kosten verlangen. 

3. Voor het vertalen kan geen vergoeding worden verlangd, indien het
schriftelijk stuk: 

a. de notulen van de vergadering van een vertegenwoordigend orgaan
inhoudt en: 

1.° het belang van de verzoeker rechtstreeks bij het genotuleerde is
betrokken, of

2.° de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften of
beleidsregels betreft; of 

b. een besluit of andere handeling inhoudt waarbij de verzoeker
belanghebbende is.

Artikel 9

1. Een ieder kan in vergaderingen van in de provincie Fryslân
gevestigde vertegenwoordigende organen de Friese taal gebruiken.

2. Hetgeen in de Friese taal is gezegd, wordt in de Friese taal
genotuleerd.

HOOFDSTUK 3. GEBRUIK VAN DE FRIESE TAAL IN HET RECHTSVERKEER

Artikel 10

1. Hij die ter uitvoering van een wettelijk voorschrift mondeling een
eed, belofte of bevestiging moet afleggen, is bevoegd in plaats van de
wettelijk voorgeschreven woorden de daarmede in de Friese taal
overeenkomende woorden uit te spreken.

2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, treden:

a. indien een eed wordt afgelegd, voor de woorden: "Zo waarlijk helpe
mij God Almachtig" in de plaats de woorden: "Sa wier helpe my God
Almachtich";

b. indien een belofte wordt afgelegd, voor de woorden: "Dat beloof ik"
in de plaats de woorden: "Dat ûnthjit ik"; 

c. indien een bevestiging wordt afgelegd, voor de woorden: "Dat verklaar
ik" in de plaats de woorden: "Dat ferklearje ik".

Artikel 11

Een persoon die in de provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt
of zetel heeft en die ter terechtzitting bij de rechtbank
Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van ambtswege het
woord voert dan wel verplicht is zich aan een verhoor te onderwerpen of
bevoegd is het woord te voeren, is bevoegd zich te bedienen van de
Friese taal.

Artikel 12

1. Indien een verdachte, partij, getuige of belanghebbende zich ter
terechtzitting op de voet van artikel 11 wil bedienen van de Friese
taal, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft ambtshalve
of op verzoek zonodig dat bijstand wordt verleend door een tolk. Artikel
276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing indien het
onderzoek ter terechtzitting plaatsvindt in het kader van een strafzaak.


2. De vergoeding aan de tolk die ingevolge het eerste lid is opgetreden,
komt ten laste van het Rijk. 

3. In afwijking van het tweede lid kan de rechter bepalen dat in een
civiele zaak de vergoeding aan de tolk ten laste komt van degene op
wiens verzoek bijstand door een tolk wordt verleend, indien achteraf
blijkt dat de kosten voor bijstand door een tolk, nodeloos zijn
aangewend.

Artikel 13

Indien een verdachte of getuige zich ter terechtzitting in een strafzaak
buiten de gevallen bedoeld in artikel 11 wil bedienen van de Friese taal
en aannemelijk maakt dat hij zich in het Nederlands onvoldoende kan
uitdrukken, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft,
indien hij zulks wenselijk acht, dat bijstand wordt verleend door een
tolk. Artikel 276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.

Artikel 14

1. Hetgeen in de Friese taal is gesproken wordt, indien het in het
proces-verbaal wordt opgenomen, in die taal vermeld. De rechter kan
bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt gemaakt.

2. Indien naar het oordeel van de rechter opneming van het gesprokene in
de Friese taal in redelijkheid niet kan worden gevergd, wordt het in het
Nederlands in het proces-verbaal opgenomen en wordt daarin aangetekend
dat de Friese taal is gebezigd. 

Artikel 15

1. In strafzaken, civiele zaken en bestuursrechtelijke zaken die
aanhangig zijn bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden, mogen processtukken, met uitzondering van
dagvaardingen in strafzaken, in de Friese taal worden gesteld.

2. In dagvaardingen in strafzaken als bedoeld in het eerste lid alsmede
in oproepingen of uitnodigingen voor een zitting in andere zaken, wordt
vermeld dat de verdachte, partij, getuige of belanghebbende het recht
heeft om op de zitting Fries te spreken indien de betrokkene in de
provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt of zetel heeft.
Indien een dergelijke vermelding ontbreekt wordt de behandeling van de
zaak slechts voortgezet indien aannemelijk is dat de verdachte, partij,
getuige of belanghebbende daardoor niet in zijn belangen is geschaad
ofwel alsnog voldoende gelegenheid heeft gehad om zich op het gebruik
van de Friese taal op de zitting voor te bereiden.

3. Indien dat voor een goede beoordeling van in de Friese taal gestelde
processtukken als bedoeld in het eerste lid wenselijk is, kan de rechter
ambtshalve of op verzoek van een van de andere bij de zaak betrokkenen
bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt opgesteld, die aan de
stukken wordt toegevoegd. 

4. De kosten van een vertaling als bedoeld in het derde lid komen ten
laste van het Rijk. 

5. In afwijking van het vierde lid kan de rechter bepalen dat in een
civiele zaak de kosten van een vertaling ten laste komen van de bij de
zaak betrokkene die om de vertaling in het Nederlands heeft verzocht,
indien achteraf blijkt dat de kosten nodeloos zijn aangewend.

Artikel 16

1. Indien stukken of opgaven, welke ingevolge wettelijk voorschrift in
openbare registers moeten worden ingeschreven, in de Friese taal zijn
gesteld, wordt tevens de overlegging gevorderd van getrouwe vertalingen
in het Nederlands, vervaardigd en voor overeenstemmend verklaard door
een voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler of,
indien de inschrijving betrekking heeft op een notariële akte, door de
notaris, die de akte heeft verleden.

2. De in de Friese taal gestelde stukken of opgaven worden samen met de
vertalingen ingeschreven in het register. Tenzij in de stukken of
opgaven anders is bepaald, geldt de tekst van de Nederlandse vertaling.

3. Indien het een notariële akte in de Friese taal betreft van
oprichting van een vereniging of stichting, dan wel houdende de statuten
van een dergelijk rechtspersoon, kan in afwijking van het eerste en
tweede lid worden afgezien van een vertaling in het Nederlands indien de
vereniging of stichting haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in de
provincie Fryslân verricht.

4. In afwijking van het eerste lid worden in de provincie Fryslân akten
van de burgerlijke stand zowel in de Friese taal als in het Nederlands
opgemaakt.

Artikel 17 

1. In alle gevallen, waarin een ontwerp van een akte de goedkeuring
behoeft van een rechter, kan de definitieve akte in de Friese taal
worden opgemaakt, mits daaronder wordt gesteld een verklaring van een
voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler waaruit
blijkt, dat de akte een getrouwe vertaling is van het door de rechter
goedgekeurde ontwerp. Wordt de akte notarieel verleden, dan kan de
verklaring van de beëdigde vertaler worden vervangen door een
verklaring van de notaris, die de akte verlijdt.

2. Van een ontwerp van een akte in het Nederlands kan worden afgezien
indien het ontwerp van een akte wordt voorgelegd aan een rechter van de
rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

HOOFDSTUK 4. INSTELLING ORGAAN VOOR DE FRIESE TAAL 

Artikel 18

1. Er is een Orgaan voor de Friese taal, hierna te noemen: het Orgaan.

2. Het Orgaan is gevestigd te Leeuwarden.

Artikel 19

1. Het Orgaan heeft tot taak de gelijke positie van de Friese taal en de
Nederlandse taal in de provincie Fryslân te bevorderen. 

2. Het Orgaan doet dit in elk geval door:

a. te rapporteren over de behoeften en de wensen ten aanzien van de
Friese taal en cultuur in relatie tot deze wet alsmede tot het Europees
Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het
Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden aan: 

1°. Onze Minister; 

2°. andere ministers, voor zover die verantwoordelijk zijn voor
onderdelen van de centrale overheid die in de provincie Fryslân
gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben; 

3°. andere bestuursorganen, voor zover die in de provincie Fryslân
gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben; en

4°. rechterlijke instanties voor zover die in de provincie Fryslân
gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als rechtsgebied hebben;

b. te adviseren over de totstandkoming en de uitvoering van de
Bestuursafspraak Friese taal en cultuur en de uitvoeringsconvenanten,
aan:

1°. Onze Minister; en

2°. gedeputeerde staten van de provincie Fryslân;

c. ondersteuning te bieden bij het opstellen van regels en
beleidsplannen als bedoeld in de artikelen 5 en 6.

3. De in het tweede lid, onder a, onder 1° tot en met 4°, genoemde
bestuursorganen en instanties sturen binnen drie maanden na ontvangst
van de rapportage een reactie aan het Orgaan op de aan hen gerichte
rapportage. 

Artikel 20

1. Het Orgaan bestaat uit vijf leden, onder wie een voorzitter en een
vice-voorzitter.

2. De voorzitter, vice-voorzitter en overige leden van het Orgaan
worden, op voordracht van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân
door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geldt
voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is mogelijk
voor een periode van ten hoogste vier jaar. 

3. Het Orgaan kan waarnemers toelaten.

Artikel 21

1. Het Orgaan heeft een secretaris.

2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor het Orgaan uitsluitend
verantwoording schuldig aan het Orgaan.

3. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd.

4. De secretaris en de andere medewerkers zijn geen lid van het Orgaan.

5. Onze Minister benoemt, bevordert, schorst en ontslaat, na overleg met
de voorzitter van het Orgaan, de secretaris en de andere medewerkers.

Artikel 22

Het Orgaan voert de in artikel 19 genoemde taken uit op basis van een
tweejaarlijks werkprogramma, dat na overleg met Onze Minister wordt
opgesteld.

Artikel 23

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Orgaan
geschiedt met inachtneming van de beheersregels en het bepaalde bij en
krachtens de Archiefwet 1995. De bescheiden worden na het beëindigen
van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

HOOFDSTUK 5. OPNEMING VAN DE FRIESE FORMULERINGEN INZAKE EED EN BELOFTE
IN OVERIGE WETGEVING 

Artikel 24

Aan artikel 3 van de Advocatenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening, it neilibjen fan 'e Grûnwet,
earbied foar de rjochterlike autoriteiten, en dat ik gjin saak
oanrikkemandearje of ferdigenje sil, dêr't ik ynderlik fan oertsjûge
bin dat dy net rjochtfeardich is.”

Artikel 25

Aan artikel 16 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid
toegevoegd, luidende:

5. Wanneer de eed dan wel belofte, bedoeld in het vierde lid, in de
Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed dan wel belofte
als volgt:

“Ik swar (ûnthjit) dat ik de funksje fan amtner fan de boargerlike
stân mei earlikheid en soarchfâldichheid útoefenje sil en dat ik de
wetlike foarskriften oangeande de boargerlike stân op 'en sekuersten
neikomme sil; dat ik fierders, foar it krijen fan myn oanstelling,
streekrjocht noch midlik, ûnder hokker namme of útwynsel dan ek, oan
immen eat jûn of tasein haw, en dat ik, om eat yn dizze funksje te
dwaan of te litten, fan gjinien tasizzingen of geskinken, likefolle
hokker, oannimme sil, midlik of streekrjocht. Sa wier helpe my God
almachtich”. (“Dat ferklearje en ûnthjit ik”).

Artikel 26

De Gerechtsdeurwaarderswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot
derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het eerste lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.”

“Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten
en foarskriften sa't dy op myn amt fan tapassing binne en dat ik myn
taak earlik en sekuer útfiere sil.”

“Fierders swar (ferklearje) ik, dat ik, om ta gerjochtsdoarwarder
beneamd te wurden, midlik of streekrjocht oan gjinien, ûnder wat namme
of wat útwynsel ek, likefolle hokker jeften of geskinken tasein of
ôfjûn haw, noch tasizze of ôfjaan sil”.

B

In artikel 23 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde
lid, een lid ingevoegd, luidende:

4. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het derde lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.”

“Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten
en foarskriften sa't dy op myn amt fan tapassing binne en dat ik myn
taak earlik en sekuer útfiere sil.”

C

In artikel 28 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot
vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

3. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.”

“Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten
en foarskriften sa't dy op it amt fan gerjochtsdoarwarder fan tapassing
binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.”

Artikel 27

De Wet beëdigde tolken en vertalers wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13 wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid,
een lid ingevoegd, luidende:

2. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het eerste lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar/ûnthjit dat ik myn wurk as beëdige tolk earlik, sekuer en
ûnpartidich útfiere sil en my by it útoefenjen fan myn wurk as tolk
hâlde en drage sil sa't dat in beëdige tolk foeget”.

“Ik swar/ûnthjit dat ik geheimhâlding betrachtsje sil oangeande
fertroulike ynformaasje dêr't ik troch myn wurk kunde oan krij”.

B

In artikel 14 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot
derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het eerste lid, in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

“Ik swar/ûnthjit dat ik myn wurk as beëdige oersetter earlik, sekuer
en ûnpartidich útfiere sil en my by it útoefenjen fan myn wurk as
oersetter hâlde en drage sil sa't dat in beëdige oersetter foeget”.

“Ik swar/ûnthjit dat ik geheimhâlding betrachtsje sil oangeande
fertroulike ynformaasje dêr't ik troch myn wurk kunde oan krij”.

C

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde en vierde lid
tot tweede en derde lid. 

2. In het derde lid (nieuw) wordt “het eerste tot en met derde lid”
vervangen door: het eerste en tweede lid.

Artikel 28

Aan de bijlage bij de Wet op de rechterlijke organisatie wordt
toegevoegd:

Wanneer de eed of belofte door een deskundig lid in de Friese taal wordt
afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

Wannear't de eed of belofte troch in saakkundich lid yn de Fryske taal
ôflein wurdt, is de tekst fan de eed of belofte lykas folget:

Ik swar/ûnthjit dat ik trou wêze sil oan de Kening, en dat ik de
Grûnwet en alle oare wetten ûnderhâlde en neikomme sil. 

Ik swar/ferklearje dat ik streekrjocht noch midlik, ûnder wat namme of
útwynsel ek, foar it krijen fan in beneaming oan immen eat jûn of
tasein haw, noch jaan of tasizze sil. 

Ik swar/ferklearje dat ik nea likefolle hokker jeften of geskinken
oannimme of ûntfange sil fan hokker persoan dan ek fan wa't ik wit of
tink dat hy in proses hat of krije sil dêr't ik as saakkundich lid yn
behelle wêze kinne soe. 

Ik swar/ûnthjit dat ik gegevens dy't ik as saakkundich lid ta myn
foldwaan krij en dêr't ik fan wit of yn alle ridlikheid fan oannimme
moat dat dy in fertroulik karakter hawwe, geheim hâlde sil, útsein as
in wetlik foarskrift, likefolle hokker, my ta meidieling ferplichtet of
as út myn wurk as saakkundich lid de needsaak ta meidieling folget. 

Ik swar/ûnthjit dat ik myn wurk as saakkundich lid earlik, sekuer en
ûnpartidich, sûnder ûnderskie te meitsjen tusken persoanen,
ferrjochtsje sil en my dêrby hâlde en drage sil sa't in goed
saakkundich lid foeget. 

Sa wier helpe my God Almachtich!/Dat ferklearje en ûnthjit ik!

Op ........................, waard yn .....................

yn bywêzen fan (1) ..............................

troch (2) .............................

de boppeneamde eed/belofte ôflein. 

(1) .............................

(2) .............................

Artikel 29

In artikel 3 van de Wet op het notarisambt wordt, onder vernummering van
het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een lid
ingevoegd, luidende:

3. Wanneer de eed, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt
afgelegd, luidt de tekst van de eed als volgt:

“Ik swar trou oan de Kening en de Grûnwet en earbied foar de
rjochterlike autoriteiten.

Ik swar, dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten, de regleminten
en de oarderingen dy't op it notarisamt fan tapassing binne en dat ik
myn taak earlik, sekuer en ûnpartidich útfiere sil; dat ik
geheimhâlding betrachtsje sil oangeande alles dêr't ik troch myn amt
kunde oan krij en dat ik fierders, streekrjocht noch midlik, ûnder
hokker namme of útwynsel dan ek, foar it krijen fan myn beneaming oan
immen eat jûn of tasein haw, noch jaan of tasizze sil.”

Artikel 30

Aan de eerste bijlage bij de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
wordt toegevoegd:

Wanneer de eed of belofte door een rechterlijk ambtenaar in de Friese
taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt:

Ik swar/ûnthjit dat ik trou wêze sil oan de Kening, en dat ik de
Grûnwet en alle oare wetten ûnderhâlde en neikomme sil. 

Ik swar/ferklearje dat ik streekrjocht noch midlik, ûnder wat namme of
útwynsel ek, foar it krijen fan in beneaming oan immen eat jûn of
tasein haw, noch jaan of tasizze sil. 

Ik swar/ferklearje dat ik nea likefolle hokker jeften of geskinken
oannimme of ûntfange sil fan hokker persoan dan ek fan wa't ik wit of
tink dat hy in proses hat of krije sil dêr't myn amtsferrjochtingen yn
te pas komme kinne soene. 

Ik swar/ûnthjit dat ik gegevens dy't ik by it útoefenjen fan myn amt
ta myn foldwaan krij en dêr't ik fan wit of yn alle ridlikheid fan
oannimme moat dat dy in fertroulik karakter hawwe, geheim hâlde sil,
útsein as in wetlik foarskrift, likefolle hokker, my ta meidieling
ferplichtet of as út myn amt de needsaak ta meidieling folget. 

Ik swar/ûnthjit dat ik myn amt earlik, sekuer en ûnpartidich, sûnder
ûnderskie te meitsjen tusken persoanen, ferrjochtsje sil en my dêrby
hâlde en drage sil sa't in goed rjochterlik amtner foeget. 

Sa wier helpe my God Almachtich!/Dat ferklearje en ûnthjit ik!

Op ........................, waard yn .....................

 

yn bywêzen fan (1) ..............................

troch (2) .............................

de boppeneamde eed/belofte ôflein. 

(1) .............................

(2) .............................

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 31

Onze Minister draagt zorg voor een vertaling in de Friese taal van deze
wet en van de krachtens deze wet vastgestelde regelingen en doet daarvan
mededeling door plaatsing in de Staatscourant. 

Artikel 31a

De artikelen 2:7 tot en met 2:12 van de Algemene wet bestuursrecht
vervallen.

Artikel 32

De Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer wordt ingetrokken.

Artikel 33

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt
artikel 14 van deze wet te luiden:

Artikel 14

1. Hetgeen in de Friese taal is gesproken wordt, indien het in het
proces-verbaal wordt opgenomen, in die taal vermeld. De rechter kan
bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt gemaakt.

2. Indien ingevolge artikel 13 in een strafzaak gebruik is gemaakt van
de Friese taal, vindt opneming in het proces-verbaal in het Nederlands
plaats en wordt daarin aangetekend dat de Friese taal is gebezigd. 

Artikel 34

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 35

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gebruik Friese taal.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1