[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2013)

Eindtekst

Nummer: 2012D37523, datum: 2012-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z08517:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

2 oktober 2012



	Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten
(Wijzigingswet financiële markten 2013)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten
onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te
brengen, en dat het voorts wenselijk is de in de Wet op het financieel
toezicht opgenomen biedingsregels en provisieregels te wijzigen, de
bankierseed wettelijk te verankeren alsmede enige technische wijzigingen
en verbeteringen in de wetgeving op het terrein van de financiële
markten aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

aA

	Artikel 1:3a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. In het eerste lid (nieuw) wordt "of 1:25, derde lid," vervangen door
"1:25, derde lid, of 1:25a, tweede lid," en wordt “de Nederlandsche
Bank of de Autoriteit FinanciĂ«le Markten” vervangen door: de
Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten of de Nederlandse
Mededingingsautoriteit.

	3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. De artikelen 1:75 en 1:76 zijn van overeenkomstige toepassing op de
uitvoering en handhaving van bij of krachtens de verordening (EU) nr.
648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012
betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
(PbEU 2012, L 201) gestelde regels.

A

In artikel 1:16, eerste lid, wordt “met zetel in een andere lidstaat
of vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor door een
financiĂ«le onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is”
vervangen door: vanuit een vestiging in een andere lidstaat.

B

In artikel 1:17 wordt “met zetel in Nederland of door een in Nederland
gelegen bijkantoor van een financiële onderneming met zetel in een
staat die geen lidstaat is” vervangen door: vanuit een vestiging in
Nederland.

Ba

	Artikel 1:20, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het eind van onderdeel d vervalt “en”.

	2. In onderdeel e wordt de punt vervangen door een puntkomma.

	3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	f. bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen waarin
financiële 

diensten met betrekking tot krediet, zonder rente of andere kosten, dat
door een 

financiëledienstverlener wordt verleend ten behoeve van de betaling van
kosten

gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst met betrekking tot
een financieel product, ter zake waarvan een verbod geldt voor het
verschaffen of ontvangen van bepaalde provisies op grond van artikel
4:25a, eerste lid, onderdeel b.

C

In artikel 1:25a wordt onder vernummering van het tweede en derde lid
tot derde en vierde lid een tweede lid ingevoegd, luidende:

2. De raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Mededingingswet,
kan, indien een verordening als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie mededingingsrechtelijke
bepalingen bevat betreffende de financiële markten, bij algemene
maatregel van bestuur worden belast met uitvoering en handhaving van bij
of krachtens die verordening gestelde regels.

D

Het opschrift van afdeling 1.2.2 komt te luiden:

AFDELING 1.2.2. INFORMATIEVOORZIENING, STURING EN TOEZICHT.

E

In afdeling 1.2.2 wordt na het opschrift van die afdeling een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 1:30

1. De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op de
Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, met
uitzondering van:

a. voor de Autoriteit Financiële Markten: de artikelen 21, 22, 28,
eerste lid, en 33;

b. voor de Nederlandsche Bank: de artikelen 21, 22, 28, eerste lid, 32,
33 en 34, eerste lid.

2. Het eerste lid heeft mede betrekking op de taken die de Nederlandsche
Bank en de Autoriteit Financiële Markten op grond van de daarvoor
geldende wettelijke regelingen in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba uitvoeren.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid is de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen niet van toepassing op de taken die de Nederlandsche
Bank op grond van de artikelen 3 en 4, tweede en derde lid, van de
Bankwet 1998 en artikel 4 van de Wet geldstelsel BES uitvoert.

F

De artikelen 1:38 en 1:41 vervallen.

G

Artikel 1:42, eerste lid, komt te luiden:

1. Onze Minister kan, in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen aan de toezichthouder slechts
vertrouwelijke gegevens of inlichtingen als bedoeld in artikel 1:89,
eerste lid, vragen die nodig zijn voor een onderzoek naar de
toereikendheid van deze wet of de wijze waarop de toezichthouder deze
wet uitvoert of heeft uitgevoerd, indien dat ter wille van het toezicht
nodig blijkt.

H

De artikelen 1:43 en 1:44 vervallen.

Ha

	Artikel 1:48 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

	5. Het eerste en het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op
de behandeling van een aanvraag als bedoeld in de artikelen 14 en 17 van
de verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad
van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en
transactieregisters (PbEU 2012, L 201) en een verzoek tot uitbreiding
als bedoeld in artikel 15 van die verordening. 

	2. In het zevende lid (nieuw) wordt “bedoeld in het eerste, tweede of
vierde lid” vervangen door: bedoeld in het eerste, tweede, vierde of
vijfde lid.

Hb

	In artikel 1:97, eerste lid, onderdeel c, wordt na “4:10, eerste
lid,” ingevoegd: 4:11, eerste lid, 4:15, eerste lid,.

Hb1

	Artikel 2:54h wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt, onder verlettering van de onderdelen k tot
en met n tot l tot en met o, na onderdeel j een onderdeel ingevoegd,
luidende:

	k. artikel 3:57, eerste en tweede lid, met betrekking tot de
solvabiliteit,.

	2. In het tweede lid, onderdeel a, vervalt “en”. Onder vervanging
van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel b, door “;
en” wordt aan het tweede lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. indien het bemiddelen in verzekeringen betreft, artikel 4:75, eerste
tot en met derde lid, met betrekking tot het beschikken over een
beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare
voorziening.

	3. In het vierde lid wordt “eerste lid, onderdeel c, d, f, g, i, j,
k, l of m” vervangen door: eerste lid, onderdeel c, d, f, g, i, j, k,
l, m of n.

Hc 

	Aan artikel 2:54k, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Aan deze vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden.

I

Aan het slot van artikel 2:69, eerste lid, onderdeel g, wordt “en”
toegevoegd. 

J

Artikel 3:8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot een door personen als bedoeld in het eerste lid af te
leggen eed of belofte .

Ja

	Onder vernummering van de artikelen 3:24a en 3:24b tot artikelen 3:24b
en 3:24c wordt na artikel 3:24 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3.3.3.2a. Financiële ondernemingen met zetel in een aangewezen staat

Artikel 3:24a

	De artikelen 3:17 en 3:18 zijn van overeenkomstige toepassing op in
Nederland gelegen bijkantoren van wisselinstellingen met zetel in een
aangewezen staat.

K

In artikel 3:33 wordt “Indien een financiĂ«le onderneming een
vergunning heeft” vervangen door: Indien een financiĂ«le onderneming
met zetel in Nederland een vergunning heeft.

L

In artikel 3:45 wordt “Indien een financiĂ«le onderneming een
vergunning heeft voor het uitoefenen van het bedrijf van bank”
vervangen door: Indien een financiële onderneming met zetel in een
staat die geen lidstaat is die vanuit een in Nederland gelegen
bijkantoor haar bedrijf uitoefent en die een vergunning heeft voor het
uitoefenen van het bedrijf van bank.

M

In artikel 3:53, eerste lid, wordt “een entiteit voor
risico-acceptatie” vervangen door: entiteit voor risico-acceptatie.

Ma

	Artikel 3:57 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt "of verzekeraar" vervangen door: ,
premiepensioeninstelling of verzekeraar.

	2. In het tweede lid, eerste volzin, wordt “en verzekeraars”
vervangen door: premiepensioeninstellingen en verzekeraars.

	3. In het derde lid, eerste volzin, wordt na
“elektronischgeldinstelling” ingevoegd: , premiepensioeninstelling.

	4. In het zevende lid wordt na “clearinginstelling,” ingevoegd:
premiepensioeninstelling.

N

Aan artikel 3:98 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c, is niet van
toepassing indien ingevolge artikel 5:32d, tweede lid, een verklaring
van geen bezwaar is verleend voor een gekwalificeerde deelneming in een
marktexploitant die tevens een multilaterale handelsfaciliteit
exploiteert.

O

Artikel 3:108a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste tot en met vierde lid tot tweede
tot en met vijfde lid wordt een eerste lid ingevoegd, luidende:

1. Een ieder geeft de Nederlandsche Bank vooraf kennis van een wijziging
van zijn gekwalificeerde deelneming in een elektronischgeldinstelling:

a. waardoor de omvang van deze deelneming boven de 20, 33 of 50 procent
stijgt of waardoor de elektronischgeldinstelling een dochtermaatschappij
wordt; of

b. waardoor de omvang van deze deelneming onder de 10, 20, 33 of 50
procent daalt of waardoor de financiële onderneming ophoudt een
dochtermaatschappij te zijn. 

2. In het tweede lid (nieuw) wordt “artikel 3:103, eerste lid, over
een wijziging van zijn gekwalificeerde deelneming in een
elektronischgeldinstelling,” vervangen door: het eerste lid,.

3. In het derde lid (nieuw) wordt “artikel 3:103, eerste lid,”
vervangen door: het eerste lid,.

P

In artikel 3:110, zesde lid, wordt “3:103 en 3:105” vervangen door:
3:103, 3:105 en 3:108a.

Pa

	In artikel 3:159ij, derde lid, wordt de zinsnede ”de schuldeisers die
een vordering houden op de probleeminstelling” vervangen door:
schuldeisers.

Pa1

	Artikel 3:159ah komt te luiden:

Artikel 3:159ah 

	De artikelen 3:159a tot en met 3:159ag zijn van overeenkomstige
toepassing op in Nederland gelegen bijkantoren van banken en
verzekeraars met zetel in een staat die geen lidstaat is, met dien
verstande dat:

	a. een overgang van activa of passiva anders dan uit hoofde van een
deposito-overeenkomst, uitsluitend mogelijk is ten aanzien van activa of
passiva die zich in Nederland bevinden of die door Nederlands recht
worden beheerst; en

	b. het overdrachtsplan geen betrekking kan hebben op door de bank of
verzekeraar uitgegeven aandelen.

Pb

	In artikelen 3:162c, derde lid, wordt de zinsnede ”de schuldeisers
die een vordering houden op de bank of verzekeraar” vervangen door:
schuldeisers.

Pb1

	VERVALLEN

Pc

	In artikel 3:191, tweede lid, wordt "162c, eerste lid" vervangen door:
3:162c, eerste lid.

Pc1

	Artikel 3:202 wordt als volgt gewijzigd:

	1. “levensverzekeraar of schadeverzekeraar” wordt vervangen door:
verzekeraar. 

	2. “is” vervalt.

	3. “niet een door de Nederlandsche Bank verleende” wordt vervangen
door: geen. 

Pc2

	Artikel 3:203 vervalt.

Pc3

	Artikel 3:204 komt te luiden:

Artikel 3:204

	De artikelen 3:162 tot en met 3:201 zijn van overeenkomstige toepassing
op banken en verzekeraars als bedoeld in artikel 3:202, voor zover deze
artikelen betrekking hebben op de desbetreffende financiële
ondernemingen.

Pc4

	In artikel 3:267c, eerste lid, wordt na “3:53, eerste, tweede en
zesde lid," inge-voegd: 3:57, eerste, tweede en zevende lid,.

Pd

	Artikel 3:271 komt te luiden:

Artikel 3:271 

	1. Artikel 3:8, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op een
financiële holding of gemengde financiële holding met zetel in
Nederland.

	2. Artikel 3:8 is van overeenkomstige toepassing op een
verzekeringsholding met zetel in Nederland. 

Pe

	Artikel 3:272 komt te luiden:

Artikel 3:272

	1. Artikel 3:9, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op een
financiële holding of gemengde financiële holding met zetel in
Nederland.

	2. Artikel 3:9 is van overeenkomstige toepassing op een
verzekeringsholding met zetel in Nederland.

Q

Artikel 4:9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot een door personen als bedoeld in het eerste lid af te
leggen eed of belofte.

R

In artikel 4:14 wordt onder vernummering van het vierde tot vijfde lid
na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

4. Onverminderd artikel 3:17 is het tweede lid, aanhef en onderdeel c,
van overeenkomstige toepassing op premiepensioeninstellingen.

S

[vervallen]

T

Artikel 4:24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de inhoud van de informatie, bedoeld in het
eerste lid, de wijze waarop deze wordt ingewonnen, de wijze waarop de
beoordeling van de passendheid van de financiële dienst of het
financieel product voor de consument of cliënt plaatsvindt, en de
inhoud en de vorm van de waarschuwing, bedoeld in het tweede en derde
lid.

2. In het zesde lid vervalt de zinsnede “tweede volzin,”.

U

Onder vernummering van de artikelen 4:25a en 4:25b tot 4:25c en 4:25d,
worden na artikel 4:25 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:25a 

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot:

a. de beloning of vergoeding, in welke vorm ook, voor het aanbieden,
adviseren, bemiddelen of optreden als gevolmachtigde agent of
ondergevolmachtigde agent inzake een financieel product, en de wijze van
uitbetaling daarvan;

b. een verbod op het verschaffen of ontvangen van nader aan te wijzen
provisies.

2. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of
gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van de
krachtens het eerste lid gestelde regels, indien de aanvrager aantoont
dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden
die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4:25b

1. Voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een
financieel product, ter zake waarvan een verbod geldt voor het
verschaffen of ontvangen van bepaalde provisies op grond van artikel
4:25a eerste lid, onderdeel b, informeert de financiëledienstverlener
de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt over:

a. de aard en reikwijdte van de dienstverlening;

b. de wijze waarop de financiëledienstverlener wordt beloond;

c. de kosten van de dienstverlening die de consument of, indien het een
verzekering betreft, cliënt betaalt;

d. de belangen van de financiëledienstverlener die van invloed kunnen
zijn op de dienstverlening aan de consument of cliënt; en

e. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwerpen die
relevant kunnen zijn voor de adequate beoordeling van de dienstverlening
door de consument of cliënt.

2. Voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een
financieel product, anders dan producten waarvoor het eerste lid geldt,
informeert de financiëledienstverlener de consument of, indien het een
verzekering betreft, de cliënt over:

a. de aard en reikwijdte van de dienstverlening;

b. de wijze waarop de financiëledienstverlener wordt beloond, alsmede
in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen,
de hoogte van de beloning of vergoeding;

c. de belangen van de financiëledienstverlener die van invloed kunnen
zijn op de dienstverlening aan de consument of de cliënt; en

  HYPERLINK
"http://lexius.nl/wet-op-het-financieel-toezicht/artikel4:72/lid1/onderd
eele" \o ""  d.  bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere
onderwerpen.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot vorm, inhoud, moment en wijze van
verstrekking van de informatie, bedoeld in het eerste en tweede lid.

4. Indien bij het verlenen van een financiële dienst meerdere
financiëledienstverleners zijn betrokken, kan bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur worden bepaald op wie de verplichting rust de
informatie, bedoeld in het eerste of tweede lid, te verstrekken.

V

Artikel 4:17e wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 4:17e wordt genummerd 4:71e.

2. De zinsnede “een arbeider” wordt vervangen door: een aanbieder.

Va

	Artikel 4:71a wordt als volgt gewijzigd:

   	1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

	1. Onverminderd het vijfde lid dient het pensioenvermogen uitsluitend
tot voldoening van vorderingen die voortvloeien uit:

	a. kosten die verband houden met het beheer van de pensioenregeling en
het bewaren van het pensioenvermogen en die volgens de overeenkomst
bedoeld in artikel 4:71c, eerste lid, ten laste kunnen worden gebracht
van het pensioenvermogen; en

	b. rechten van pensioendeelnemers en pensioengerechtigden.

	2.  Indien het pensioenvermogen bij vereffening ontoereikend is voor
voldoening van de vorderingen, dient het pensioenvermogen ter voldoening
van de vorderingen in de volgorde van het eerste lid. 

	2. Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden na het
tweede lid twee leden ingevoegd, luidende: 

	3. In afwijking van het eerste lid zijn andere vorderingen verhaalbaar
op het pensioenvermogen indien vaststaat dat de in het eerste lid
bedoelde vorderingen zullen kunnen worden voldaan en dat in de toekomst
dergelijke vorderingen niet meer zullen ontstaan, naar evenredigheid van
elke vordering, behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang.

	4. Indien de in het eerste lid bedoelde vorderingen niet volledig uit
het pensioenvermogen kunnen worden voldaan, dient het vermogen van de
entiteit die de juridische eigendom houdt van het pensioenvermogen eerst
ter voldoening van de vorderingen in de volgorde van het eerste lid en
vervolgens van de overige vorderingen, naar evenredigheid van elke
vordering, behoudens de door de wet erkende andere redenen van voorrang.

W

Artikel 4:71f, aanhef, komt te luiden:

Een bank die betaalrekeningen aanbiedt aan consumenten, verstrekt een
basisbankrekening aan de aanvrager ervan, mits voldaan is aan de
volgende voorwaarden:.

X

Afdeling 4.3.2 en paragraaf 4.3.3.1 vervallen.

Xa

In artikel 5:3, tweede lid, onderdeel e, wordt na “zetel” ingevoegd:
of hoofdkantoor.

Y

Artikel 5:4 wordt als volgt gewijzigd

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De Autoriteit Financiële Markten kan met het oog op de belangen die
artikel 5:2 beoogt te beschermen, bepalen dat het eerste lid, aanhef en
onderdeel g, niet van toepassing is ten aanzien van aandelen of
certificaten daarvan die voortkomen uit de conversie of omruiling van
andere effecten of uit de uitoefening van rechten verbonden aan andere
effecten, indien ten aanzien van die andere effecten ook reeds artikel
5:3, eerste lid, of 5:4, eerste lid, of een vrijstelling op grond van
artikel 5:5, eerste lid, van toepassing is of is geweest.

Z

In artikel 5:20, vijfde lid, wordt “artikel 5:3, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, c, d, e of f” vervangen door: artikel 5:3, eerste lid,
aanhef en onderdeel b, c, d of e.

AA

Artikel 5:21, tweede lid, komt te luiden:

2. In geval van een eerste aanbieding aan het publiek van effecten als
bedoeld in artikel 5:1, onderdeel d, onder 1°, die nog niet tot de
handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en die voor de
eerste keer tot de handel op een gereglementeerde markt zullen worden
toegelaten, stelt de uitgevende instelling of aanbieder van effecten tot
de handel op een gereglementeerde markt het prospectus ten minste zes
werkdagen voor het einde van de aanbieding algemeen verkrijgbaar.

BB

Artikel 5:25j wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. In afwijking van het eerste lid is artikel 5:25ka, eerste tot en met
vierde lid, uitsluitend van toepassing op uitgevende instellingen
waarvan aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde
markt en die zetel hebben in Nederland. 

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. In afwijking van het eerste lid is artikel 5:25k, vierde lid,
onderdelen a en b, niet van toepassing op uitgevende instellingen
waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde
markt, die Nederland als lidstaat van herkomst hebben en die zetel
hebben in Nederland.

CC

In artikel 5:25k, vierde lid, worden de onderdelen a tot en met d
geletterd tot c tot en met f, en worden voor onderdeel c (nieuw) twee
onderdelen ingevoegd, luidende:

a. stelt bij de oproeping voor de algemene vergadering de aandeelhouders
in kennis van de plaats, het tijdstip en de agenda van de algemene
vergadering alsmede het recht om de vergadering bij te wonen;

b. stelt uiterlijk bij aanvang van de algemene vergadering de
aandeelhouders in kennis van het totale aantal aandelen en stemmen;. 

CCa

	Na artikel 5:25k wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5:25k bis

Indien een houder van aandelen in een uitgevende instelling met zetel in
Nederland verzoekt ter behandeling een onderwerp op te nemen in de
agenda van de algemene vergadering, vermeldt de houder in het verzoek
het percentage in het geplaatst kapitaal dat de aandelen
vertegenwoordigen waarover hij overeenkomstig de artikelen 5:33 en 5:45
en de daarop berustende bepalingen beschikt of geacht wordt te
beschikken. In het verzoek vermeldt de houder tevens het percentage in
het geplaatst kapitaal dat de financiële instrumenten, waarover hij
beschikt en die een shortpositie met betrekking tot de aandelen
inhouden, vertegenwoordigen. Wordt het verzoek door twee of meerdere
houders gedaan dan vermelden zij de bedoelde percentages in het
geplaatst kapitaal die zij gezamenlijk vertegenwoordigen. Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld
met betrekking tot de bepaling van een shortpositie als bedoeld in dit
artikel.

CCb

In artikel 5:25ka komt het eerste lid, onderdeel d, te luiden:

d. voor zover van toepassing, door aandeelhouders ingediende
ontwerpbesluiten met betrekking tot door hen ter behandeling ingediende
onderwerpen die zijn opgenomen in de agenda van de algemene vergadering,
alsmede de op grond van artikel 5:25k bis door die aandeelhouders
verstrekte informatie met betrekking tot verplichte melding van het
percentage in het geplaatste kapitaal dat de aandelen en financiële
instrumenten waarover die aandeelhouders beschikken, alleen of
gezamenlijk, vertegenwoordigen.

DD

In artikel 5:28 wordt “deze paragraaf” vervangen door: deze
afdeling.

EE

In artikel 5:31, eerste lid, vervalt de zinsnede “waaraan een
vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend”.

FF

Artikel 5:32d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede “waaraan een vergunning als
bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend”.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt aan het slot “en” vervangen
door: of.

GG

In artikel 5:70, eerste lid, wordt na “onverwijld aan” ingevoegd:
dan wel op een eerder tijdstip.

HH

In artikel 5:71, eerste lid, onderdeel b, wordt na de zinsnede
“uitgegeven certificaten van aandelen van de naamloze vennootschap”
ingevoegd: , indien hij als gevolg van de gestanddoening meer dan 50
procent van de stemrechten in de algemene vergadering van de naamloze
vennootschap kan uitoefenen.

II

Na artikel 5:72 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5:72a

1. Degene die overwegende zeggenschap verkrijgt in een vennootschap als
bedoeld in artikel 5:70, eerste lid, doet daarover onverwijld een
openbare mededeling.

2. Indien een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap als
bedoeld in het eerste lid de overwegende zeggenschap verliest op de
wijze, bedoeld in artikel 5:72, eerste lid, of een verzoek doet als
bedoeld in artikel 5:72, tweede of derde lid, doet hij daarover eveneens
onverwijld een openbare mededeling alsmede over de uitspraak van de
ondernemingskamer, bedoeld in artikel 5:72, tweede of derde lid.

JJ

In artikel 5:73 wordt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid
tot zesde en zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

5. De ondernemingskamer kan op verzoek van de in het eerste lid genoemde
personen, aan de personen, bedoeld in artikel 5:72a, eerste of tweede
lid, een bevel geven tot het doen van een openbare mededeling als
bedoeld in artikel 5:72a, eerste of tweede lid. Het vierde lid is van
overeenkomstige toepassing.

KK

Artikel 5:74, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt de punt aan het slot vervangen door een
puntkomma.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. de doelvennootschap een beleggingsinstelling is waarvan de rechten
van deelneming op verzoek van de houder ten laste van de activa direct
of indirect worden ingekocht of terugbetaald, zetel heeft in een andere
lidstaat, de effecten zijn toegelaten tot de handel op een
gereglementeerde markt waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel
5:26, eerste lid, is verleend, en de effecten tevens in die lidstaat
zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt.

LL

De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
3:108a, eerste lid.

2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiĂ«le ondernemingen wordt "4:25b" vervangen door “4:25d”,
vervallen "4:72, eerste en derde lid" en "4:73, eerste en derde lid”
en worden in de numerieke volgorde ingevoegd: "4:25a, eerste lid" en
"4:25b, eerste en tweede lid".

MM

De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
3:108a, eerste lid.

2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiĂ«le ondernemingen wordt "4:25b" vervangen door “4:25d”,
vervallen "4:72, eerste en derde lid" en "4:73, eerste en derde lid" en
worden in de numerieke volgorde ingevoegd: "4:25a, eerste lid" en
"4:25b, eerste en tweede lid".

ARTIKEL II

De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 2 en 3 komen te luiden:

Artikel 2

1. De toezichthouder zendt de begroting, bedoeld in artikel 26 van de
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, jaarlijks voor 1 december aan
Onze Ministers.

2. In de begroting brengt de toezichthouder een onderscheid aan naar:

a. de kosten van eenmalige toezichthandelingen;

b. de kosten verband houdend met zijn betrokkenheid bij het toezicht
ingevolge de wetten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 6° en
15°;

c. de overige kosten.

3. Voor de toepassing van artikel 27, vierde lid, van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen wordt met betrekking tot de begroting van
de Nederlandsche Bank voor "laatst goedgekeurde jaarrekening" gelezen:
laatst goedgekeurde verantwoording als bedoeld in artikel 5, tweede lid,
van de Wet bekostiging financieel toezicht.

4. De begroting van de Nederlandsche Bank heeft slechts betrekking op
het toezicht.

Artikel 3

1. Goedkeuring als bedoeld in artikel 29 van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen wordt niet onthouden dan nadat de toezichthouder in de
gelegenheid is gesteld de begroting aan te passen, binnen een door Onze
Ministers gezamenlijk te stellen redelijke termijn.

2. De toezichthouder doet na goedkeuring van de begroting onverwijld
mededeling van de begroting in de Staatscourant en houdt de begroting
gedurende ten minste twee jaar na goedkeuring op elektronische wijze ter
inzage.

3. Indien de begroting niet voor 1 januari van het begrotingsjaar waarop
zij betrekking heeft, is goedgekeurd, kan de toezichthouder, zolang de
begroting niet is goedgekeurd, voor het aangaan van verplichtingen en
het verrichten van uitgaven beschikken over ten hoogste vier twaalfde
gedeelten van de bedragen die bij de overeenkomstige onderdelen van de
begroting van het voorafgaande jaar waren toegestaan.

B

De artikelen 5 en 6 komen te luiden:

Artikel 5

1. De Autoriteit Financiële Markten stelt de jaarrekening, bedoeld in
artikel 34 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, jaarlijks voor
15 maart op.

2. De Nederlandsche Bank stelt jaarlijks voor 15 maart een
verantwoording op, waarin met betrekking tot het toezicht rekening en
verantwoording wordt afgelegd van het financieel beheer en van de
geleverde prestaties over het verstreken boekjaar. De artikelen 34,
tweede en derde lid, en 35, tweede tot en met vierde lid, van de
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige
toepassing.

3. In afwijking van artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen gaat de jaarrekening van de Autoriteit Financiële
Markten vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven
door een door de Autoriteit Financiële Markten aangewezen
registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent ten aanzien van
wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld
in artikel 36, derde lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten, die niet werkzaam is bij of
verbonden is aan een accountantsorganisatie.

4. De toezichthouder zendt de jaarrekening of verantwoording na
goedkeuring door de Raad van toezicht, onderscheidenlijk de Raad van
commissarissen, onverwijld aan Onze Ministers.

Artikel 6

1. Goedkeuring als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen wordt niet onthouden dan nadat de
toezichthouder in de gelegenheid is gesteld de jaarrekening of
verantwoording aan te passen, binnen een door Onze Ministers gezamenlijk
te stellen redelijke termijn.

2. De toezichthouder doet na goedkeuring van de jaarrekening,
onderscheidenlijk de verantwoording, onverwijld mededeling van die
jaarrekening of verantwoording in de Staatscourant en houdt de
jaarrekening of verantwoording gedurende ten minste vijf jaar na
goedkeuring op elektronische wijze ter inzage.

C

In artikel 7, eerste lid, wordt na "artikel 5," ingevoegd "eerste lid,"
en wordt "artikel 6" vervangen door: artikel 5, tweede lid.

D

Artikel 8, eerste en tweede lid, komt te luiden:

1. In afwijking van artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen stelt de toezichthouder het in dat artikel bedoelde
jaarverslag jaarlijks voor 15 maart op.

2. Het jaarverslag van de Nederlandsche Bank heeft slechts betrekking op
het toezicht.

E

	Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

	1. De eenmalige toezichthandelingen met de codes Wft.D1.01, Wft.D1.05,
Wft.D1.09 en 

Wft.D1.11 vervallen.

	2. In de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling met de code
Wft.D1.07 vervalt de zinsnede: , anders dan bedoeld onder Wft.D1.05. 

	3. Het tarief behorende bij de eenmalige toezichthandeling met de code
Wft.D1.07 wordt vervangen door € 6 800.

	4. Na de eenmalige toezichthandeling met de code Wft.D1.20 wordt een
eenmalige toezichthandeling ingevoegd, luidende:

	

	Wft.D1.20a	De behandeling van een aanvraag tot verlening van een
vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van wisselinstelling als
bedoeld in de artikelen 2:54i en 2:54l van de Wet op het financieel
toezicht	€ 1 800



	

	5. In de eenmalige toezichthandeling met de code Wta.A3.01 wordt
“artikel 2c” vervangen door: artikel 12c.

F

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit FinanciĂ«le Markten”
dat betrekking heeft op de toezichtcategorie “Banken,
elektronischgeldinstellingen en clearinginstellingen” wordt als volgt
gewijzigd:

a. in de kolom “Toezichtcategorie” vervalt: ,
elektronischgeldinstellingen;

b. in de kolom “Personen” vervalt: , b. Elektronischgeldinstelling
waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:10a van de
Wft.;

c. in de kolom “Wetsverwijzing” vervalt: artikel 2:10a Wft.

2. Het onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit FinanciĂ«le Markten”
dat betrekking heeft op de toezichtcategorie “Betaalinstellingen”
wordt als volgt gewijzigd:

a. in de kolom “Toezichtcategorie” wordt “Betaalinstellingen”
vervangen door: Betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen;

b. in de kolom “Personen” wordt “Betaaldienstverleners”
vervangen door: a. Betaaldienstverleners;

c. in de kolom “Personen” wordt na onderdeel a een onderdeel
toegevoegd luidende: b. Elektronischgeldinstelling waaraan een
vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:10a van de Wft.;

d. in de kolom “Wetsverwijzing” wordt na de laatste regel
toegevoegd: artikel 2:10a Wft.

3. Het onderdeel “Toezichthouder: de Nederlandsche Bank” dat
betrekking heeft op de toezichtcategorie “Banken,
elektronischgeldinstellingen en clearinginstellingen” wordt als volgt
gewijzigd:

a. in de kolom “Toezichtcategorie” vervalt: ,
elektronischgeldinstellingen;

b. in de kolom “Personen” vervalt: , b. Elektronischgeldinstelling
waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:10a van de
Wft.;

c. in de kolom “Wetsverwijzing” vervalt: artikel 2:10a Wft.

4. Het onderdeel “Toezichthouder: de Nederlandsche Bank” dat
betrekking heeft op de toezichtcategorie “Betaalinstellingen” wordt
als volgt gewijzigd:

a. in de kolom “Toezichtcategorie” wordt “Betaalinstellingen”
vervangen door: Betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen;

b. in de kolom “Personen” wordt onderdeel b vervangen door: c.
Wisselinstelling waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in
artikel 2:54i, eerste lid, of artikel 2:54l, eerste lid, van de Wft;

c. in de kolom “Personen” wordt na onderdeel a een onderdeel
toegevoegd, luidende: b. Elektronischgeldinstelling waaraan een
vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:10a van de Wft.;

d. in de kolom “Wetsverwijzing” worden na de tweede regel drie
regels ingevoegd, luidende:

artikel 2:10a Wft

artikel 2:54i, eerste lid, Wft

artikel 2:54l, eerste lid, Wft;

e. in de kolom “Wetsverwijzing” vervalt: artikel 2 Wgt.

	5. In het onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit FinanciĂ«le
Markten” dat betrekking heeft op de toezichtcategorie
“Accountantsorganisaties” komen de onderdelen a en b in de kolom
“Personen” te luiden:

	a. Accountantskantoren zonder OOB controlecliënten.

	b. Accountantskantoren met OOB controlecliënten.

	6. In het onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit FinanciĂ«le
Markten” dat betrekking heeft op de toezichtcategorie
“Accountantsorganisaties” wordt “artikel 8 Wta” in de kolom
“Wetsverwijzing” vervangen door: artikel 5 Wta.

	7. In het onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit FinanciĂ«le
Markten” komen de procentuele aandelen van de toezichtcategorieĂ«n als
volgt te luiden:

Toezichtcategorie	Procentueel

aandeel

Aanbieders van krediet	2,3%

Accountantsorganisaties	11,8%

Adviseurs en bemiddelaars	21,8%

Banken en clearinginstellingen	17,1%

Beleggingsinstellingen en aanbieders van beleggingsobjecten	8,6%

Beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening exclusief exploitanten
van een MTF	3,3%

Beleggingsondernemingen voor eigen rekening	0,5%

Betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen	0,1%

Effectenuitgevende instellingen: markt	5,3%

Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving	9,1%

Financiële infrastructuur: marktexploitanten en exploitanten van een
MTF	2,5%

Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen	4,4%

Verzekeraars: leven en pensioen	11,4%

Verzekeraars: schade	1,8%

	100,0%





ARTIKEL III

De Wet financiële markten BES wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1:9 en 1:11 vervallen.

B

1. De aanhef van artikel 1:12, eerste lid, komt te luiden:

1. In afwijking van artikel 20, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen verstrekt de toezichtautoriteit aan Onze Minister geen
vertrouwelijke gegevens of inlichtingen als bedoeld in artikel 1:20,
eerste lid, die: .

C

Artikel 1:13 vervalt.

D

In artikel 1:14, eerste en tweede lid, wordt "3:9, eerste lid" telkens
vervangen door: 3:9, tweede lid.

E

	In artikel 10:10a wordt "Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM"
vervangen door: Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en
bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen.

ARTIKEL IV

VERVALLEN

ARTIKEL V

In artikel 2, tweede lid, van de Bankwet 1998 wordt “Europese
Gemeenschap” vervangen door: Europese Unie.

ARTIKEL VA

	Aan artikel 1a van de Wet toezicht financiële verslaggeving wordt een
lid toegevoegd, luidende:

	3. In afwijking van het eerste lid is deze wet niet van toepassing op
effectenuitgevende instellingen die uitsluitend obligaties of effecten
zonder aandelenkarakter uitgeven die tot de handel op een
gereglementeerde markt in de Europese Unie zijn toegelaten en waarvan de
nominale waarde per eenheid ten minste €50.000 bedraagt of de
tegenwaarde daarvan, op de datum van uitgifte, in een andere
munteenheid, en die al voor 31 december 2010 tot de handel op een
gereglementeerde markt in de Europese Unie zijn toegelaten, zulks voor
de looptijd van deze obligaties of effecten zonder aandelenkarakter.

ARTIKEL VI

	In artikel 666, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt
"artikel 3.5.5" vervangen door: afdeling 3.5.5.

ARTIKEL VII

	In artikel III van de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en
bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen wordt "Artikel 1:25c"
vervangen door: Artikel 1:25d.

ARTIKEL VIIA

	Indien het bij koninklijke boodschap van 25 februari 2012 ingediende
voorstel van wet houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit
Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
(Kamerstukken 33 186) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking
treedt, wordt in artikel 1:3a van de Wet op het financieel toezicht
zoals dat artikel is komen te luiden nadat artikel I, onderdeel aA, in
werking is getreden “Nederlandse Mededingingsautoriteit” vervangen
door: Autoriteit Consument en Markt.

ARTIKEL VIIB

	Indien het bij koninklijke boodschap van 25 februari 2012 ingediende
voorstel van wet houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit
Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
(Kamerstukken 33 186) tot wet is of wordt verheven en artikel 36 van die
wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel C, van deze wet,
wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C,
van deze wet in artikel 1:25a, tweede lid, van de Wet op het financieel
toezicht “De raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de
Mededingingswet” vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt,
genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit
Consument en Markt.

ARTIKEL VIIC

	Indien het bij koninklijke boodschap van 25 februari 2012 ingediende
voorstel van wet houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit
Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
(Kamerstukken 33 186) tot wet is of wordt verheven en artikel 36 van die
wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel C, van deze wet,
wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 36 van die wet in
artikel 1:25a, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht “De
raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Mededingingswet”
vervangen door “De Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel
2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt” en
wordt in artikel 1:25a, vierde lid, van de Wet op het financieel
toezicht “de raad, bedoeld in het eerste lid,” vervangen door: de
Autoriteit Consument en Markt.

ARTIKEL VIID

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en
aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en
vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing
bestuursprocesrecht) (Kamerstukken 32 450) tot wet is of wordt verheven
en die wet in werking treedt, wordt aan artikel 1:3a van de Wet op het
financieel toezicht een lid toegevoegd, luidende:

	3. Een besluit van de Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële
Markten of de Nederlandse Mededingingsautoriteit, genomen op grond van
bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 1:24, derde lid,
1:25, derde lid, of 1:25a, tweede lid, gestelde regels, wordt voor de
toepassing van de artikelen 8:6 en 8:105 van de Algemene wet
bestuursrecht gelijkgesteld met een besluit op grond van deze wet, niet
zijnde een besluit waartegen ingevolge artikel 4 van bijlage 2 van de
Algemene wet bestuursrecht beroep kan worden ingesteld bij het College
van Beroep voor het bedrijfsleven.

ARTIKEL VIIE

	Indien het bij koninklijke boodschap van 25 februari 2012 ingediende
voorstel van wet houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit
Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
(Kamerstukken 33 186) tot wet is of wordt verheven en die wet:

	a. eerder in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 24
juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet
bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen
en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing
bestuursprocesrecht) (Kamerstukken 32 450), wordt in artikel VIID van
deze wet "Nederlandse Mededingingsautoriteit" vervangen door: Autoriteit
Consument en Markt;

	b. later in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 24
juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet
bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen
en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing
bestuursprocesrecht) (Kamerstukken 32 450), wordt in artikel 1:3a, derde
lid, van de Wet op het financieel toezicht "Nederlandse
Mededingingsautoriteit" vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

ARTIKEL VIII

Artikel IX, onderdeel A, van de Wijzigingswet financiële markten 2012
komt te luiden:

A

De natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die in de
uitoefening van zijn bedrijf geldtransacties als bedoeld in artikel 1,
onderdeel c, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren uitvoert en die
op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is ingeschreven in het
register, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet inzake de
geldtransactiekantoren, wordt vanaf dat tijdstip voor het verrichten van
met die geldtransacties overeenkomende wisseltransacties overeenkomstig
de Wet op het financieel toezicht geacht te beschikken over een
vergunning als bedoeld in artikel 2:54i, eerste lid, van laatstgenoemde
wet, indien de persoon of vennootschap is gevestigd in Nederland danwel
een vergunning als bedoeld in artikel 2:54l van die wet, indien deze
zijn of haar zetel heeft buiten Nederland.

ARTIKEL IX

De Sanctiewet 1977 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 10, tweede lid, onderdeel j, wordt de zinsnede
“ondernemingen, niet zijnde kredietinstellingen, die” vervangen
door: ondernemingen die.

B

In artikel 10b wordt “artikel 10, tweede lid, onder a tot en met i”
telkens vervangen door: artikel 10, tweede lid, onder a tot en met j.

C

In artikel 10d, tweede lid, wordt “artikel 10, tweede lid, onder a, b,
c, d, f, g, h en i” vervangen door: artikel 10, tweede lid, onder a,
b, c, d, f, g, h, i en j.

ARTIKEL IXA

	De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 212g, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. financiële instrumenten: instrumenten, bedoeld in artikel 1:1 van
de Wet op het financieel toezicht;.

B

	In artikel 212hg, derde lid, wordt de zinsnede “de schuldeisers die
een vordering houden op de bank” vervangen door: schuldeisers.

C

	In artikel 213ag wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid
tot vierde en vijfde lid, na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

	3. Onverminderd het tweede lid, keurt de rechtbank het plan met
betrekking tot de overdracht van activa of passiva goed, tenzij
schuldeisers daardoor zouden worden benadeeld.

D

	Aan artikel 213f, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan
het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende: 

	h. indien de rechtbank een overdrachtsplan heeft goedgekeurd door het
uitspreken van de overdrachtsregeling, bedoeld in artikel 3:159u van de
Wet op het financieel toezicht, of met het uitspreken van de
noodregeling, voert de curator het overdrachtsplan uit onderscheidenlijk
zet hij de door de overdrager of bewindvoerder aangevangen uitvoering
van het overdrachtsplan voort.

ARTIKEL X

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder SEPA-verordening
verstaan: verordening (EU) nr 260/2012 van 14 maart 2012 van het
Europees parlement en de Raad tot vaststelling van technische en
bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische
afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr.
924/2009 (PbEU L 94).

2. De toezichthouder die is belast met de uitvoering en handhaving van
artikel 6, eerste en tweede lid, van de SEPA-verordening, kan een
ontheffing verlenen als bedoeld in artikel 16, derde, vierde of vijfde
lid van de SEPA-verordening. Een ontheffing kan aan een of meer
ondernemingen of voor een of meer producten of diensten worden verleend.

3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat artikel 16, eerste
lid of zesde lid van de SEPA-verordening wordt toegepast. 

4. Een ontheffing als bedoeld in het tweede lid wordt aangemerkt als een
ontheffing die is verleend op grond van de Wet op het financieel
toezicht.

ARTIKEL XI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. Bij dat besluit kan worden bepaald
dat artikel II terugwerkt tot en met een in dat besluit te bepalen
tijdstip. 

ARTIKEL XII

Deze wet wordt aangehaald als: Wijzigingswet financiële markten 2013.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   24