[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Wijziging van de Wet zeevarenden, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D38204, datum: 2012-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z17493:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W14.12.0282/IV	's-Gravenhage, 29 augustus 2012

Bij Kabinetsmissive van 24 juli 2012, no.12.001740, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de
Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet zeevarenden, de
Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband
met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het
STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein
van de zeevaartbemanning, met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. 

Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege kan blijven. 

De waarnemend vice-president van de Raad van State,Bijlage bij het
advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende
no.W14.12.0282/IV met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in
overweging geeft.

In het voorgestelde artikel 16a van de Wet zeevarenden (artikel I,
onderdeel I), tot uitdrukking brengen op welke wijze wordt gewaarborgd
dat de eisen met betrekking tot opleiding en training van de bemanning
van bijzondere schepen waarvoor een ontheffing wordt verleend minimaal
gelijkwaardig zijn aan de eisen die het STCW-Verdrag stelt (deze
gelijkwaardigheidseis vloeit voort uit artikel IX van het STCW-Verdrag).

Ter verduidelijking van de reikwijdte van het voorgestelde artikel 16a
van de Wet zeevarenden in het voorstel voorzien in een omschrijving van
het begrip bijzonder schip.

In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 16a van de Wet zeevarenden
tot uitdrukking brengen dat het artikel voorziet in een
ontheffingsbevoegdheid (de toelichting gaat uit van een
aanwijzingsbevoegdheid).

Artikel I, onderdeel Q, als volgt formuleren: 

Artikel 22b

Bij een erkenning als bedoeld in artikel 22, eerste lid of 22a, eerste
lid, van:

a. een vaarbevoegdheidsbewijs, of

b. een bekwaamheidsbewijs voor het dienstdoen op tankers door een
kapitein of een officier, 

vergewist Onze Minister zich van de authenticiteit en de geldigheid van
de door de aanvrager overgelegde documenten.

(zo wordt aangesloten bij de tekst van artikel R I/2, onder 7 van de
bijlage bij het STCW-Verdrag en wordt de vergewisplicht geregeld voor de
erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs voor een radio-operator).

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........