Advies Raad van State
Wijziging van de Wet zeevarenden, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2012D38204, datum: 2012-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2012Z17493:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-10-23 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-10-24 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-12-05 12:00: Wijziging van de Wet zeevarenden, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-06-26 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-06-27 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-07-04 10:14: Wijziging van de Wet zeevarenden en enige andere wetten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (33 442) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W14.12.0282/IV 's-Gravenhage, 29 augustus 2012 Bij Kabinetsmissive van 24 juli 2012, no.12.001740, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet zeevarenden, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning, met memorie van toelichting. Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege kan blijven. De waarnemend vice-president van de Raad van State,Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W14.12.0282/IV met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. In het voorgestelde artikel 16a van de Wet zeevarenden (artikel I, onderdeel I), tot uitdrukking brengen op welke wijze wordt gewaarborgd dat de eisen met betrekking tot opleiding en training van de bemanning van bijzondere schepen waarvoor een ontheffing wordt verleend minimaal gelijkwaardig zijn aan de eisen die het STCW-Verdrag stelt (deze gelijkwaardigheidseis vloeit voort uit artikel IX van het STCW-Verdrag). Ter verduidelijking van de reikwijdte van het voorgestelde artikel 16a van de Wet zeevarenden in het voorstel voorzien in een omschrijving van het begrip bijzonder schip. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 16a van de Wet zeevarenden tot uitdrukking brengen dat het artikel voorziet in een ontheffingsbevoegdheid (de toelichting gaat uit van een aanwijzingsbevoegdheid). Artikel I, onderdeel Q, als volgt formuleren: Artikel 22b Bij een erkenning als bedoeld in artikel 22, eerste lid of 22a, eerste lid, van: a. een vaarbevoegdheidsbewijs, of b. een bekwaamheidsbewijs voor het dienstdoen op tankers door een kapitein of een officier, vergewist Onze Minister zich van de authenticiteit en de geldigheid van de door de aanvrager overgelegde documenten. (zo wordt aangesloten bij de tekst van artikel R I/2, onder 7 van de bijlage bij het STCW-Verdrag en wordt de vergewisplicht geregeld voor de erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs voor een radio-operator). PAGE PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........