[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet luchtvaart met betrekking tot de gevolgen van buitenlandse luchthavens voor de ruimtelijke ordening op Nederlands grondgebied (Beperkingengebied buitenlandse luchthaven)

Eindtekst

Nummer: 2012D39630, datum: 2012-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z05265:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

9 oktober 2012



Wijziging van de Wet luchtvaart met betrekking tot de gevolgen van
buitenlandse luchthavens voor de ruimtelijke ordening op Nederlands
grondgebied (Beperkingengebied buitenlandse luchthaven)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de regels
voor de gevolgen van buitenlandse luchthavens voor de ruimtelijke
ordening op Nederlands grondgebied ten aanzien van de systematiek in
overeenstemming te brengen met de regelgeving voor burgerluchthavens en
militaire luchthavens in Nederland, en deze regels op te nemen in de Wet
luchtvaart;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1.1 wordt de volgende begripsbepaling op alfabetische
volgorde ingevoegd:

	besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven: besluit als bedoeld
in artikel 8a.54;.

B

	Het opschrift van titel 8A.5 komt te luiden:

TITEL 8A.5 OVERIGE BEPALINGEN BURGERLUCHTHAVENS

C

	Na titel 8A.5 wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 8A.6 GEVOLGEN VAN BUITENLANDSE LUCHTHAVENS VOOR DE RUIMTELIJKE
ORDENING OP NEDERLANDS GRONDGEBIED

§ 8a.6.1 Het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven

Artikel 8a.54

	1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven vastgesteld in verband met de
nabijheid van de navolgende buitenlandse luchthavens in de
Bondsrepubliek Duitsland:

	a. de burgerluchthaven Weeze, gelegen in de gemeente Weeze;

	b. de militaire luchthaven BrĂŒggen, gelegen in de gemeente BrĂŒggen;

	c. de militaire luchthaven Geilenkirchen, gelegen bij de stad
Geilenkirchen.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kan een besluit beperkingengebied
buitenlandse luchthaven worden vastgesteld in verband met de nabijheid
van een andere buitenlandse luchthaven.

3. De voordracht voor een besluit beperkingengebied buitenlandse
luchthaven wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan
beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 8a.55

	1. Bij een besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven wordt het
beperkingengebied vastgesteld, dat het Nederlands grondgebied omvat waar
met het oog op het externe-veiligheidsrisico, de geluidsbelasting of de
vliegveiligheid, vanwege de nabijheid van de desbetreffende buitenlandse
luchthaven, beperkingen noodzakelijk zijn ten aanzien van de bestemming
of het gebruik van de grond.

	2. De ruimtelijke indeling en de begrenzing van het beperkingengebied
voor een buitenlandse luchthaven worden bepaald aan de hand van:

	a. het gebruik van de luchthaven door het luchthavenluchtverkeer,

	b. de ligging van start- en landingsbanen, en

	c. de positie van navigatie- en communicatieapparatuur.

Artikel 8a.56

	Een beperkingengebied wordt vastgesteld met behulp van een of meer
kaarten waarop de ligging van het gebied is aangegeven. De kaarten
worden vervaardigd op een schaal van ten minste 1 op 50 000. Zo nodig
worden delen van de gebieden vastgelegd met behulp van kaarten op een
schaal met een kleiner verhoudingsgetal.

Artikel 8a.57

	1. Het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven bevat in elk
geval regels omtrent de bestemming en het gebruik van de grond waaronder
begrepen de maximale hoogte van objecten in, op of boven de grond, in
verband met:

	a. de geluidbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer, en

	b. de vliegveiligheid.

	2. Indien het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven wordt
vastgesteld in verband met de nabijheid van een buitenlandse
burgerluchthaven, bevat dit besluit voorts regels omtrent de bestemming
en het gebruik van de grond in verband met het externe-veiligheidsrisico
vanwege het luchthavenluchtverkeer. Indien het besluit beperkingengebied
buitenlandse luchthaven wordt vastgesteld in verband met de nabijheid
van een buitenlandse militaire luchthaven, kan het besluit dergelijke
regels bevatten.

	3. Bij de regels, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het tweede
lid, worden in ieder geval gronden aangewezen die niet bestemd zijn of
gebruikt worden voor woningen of andere in het besluit aangewezen
gebouwen.

Artikel 8a.58

	1. Met betrekking tot het besluit beperkingengebied buitenlandse
luchthaven zijn de artikelen 8.8, 8.10 en 8.11 van overeenkomstige
toepassing, met dien verstande dat in plaats van
“luchthavenindelingbesluit” telkens wordt gelezen: besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven.

	2. Voorts zijn artikel 8.9, eerste tot en met derde en vijfde lid, en
artikel 8.12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat
omtrent de verklaring van geen bezwaar en de ontheffing wordt besloten
door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en dat in plaats van
“het luchthavenindelingbesluit” telkens wordt gelezen: het besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven.

3. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu beslist omtrent de
verklaring van geen bezwaar of de ontheffing, bedoeld in het tweede lid,
indien het een militaire luchthaven betreft, in overeenstemming met Onze
Minister van Defensie.

	4. De beslistermijn bedraagt acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 8a.59

	1. Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden
regels gesteld omtrent de wijze van meten, berekenen en registreren van
de geluidbelasting, en kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze van
meten, berekenen en registreren van het externe-veiligheidsrisico.

2. Een regeling als bedoeld in het eerste lid wordt ten aanzien van
militaire luchthavens vastgesteld in overeenstemming met Onze Minister
van Defensie.

Artikel 8a.60

	Op de voorbereiding van een besluit beperkingengebied buitenlandse
luchthaven of op de voorbereiding van een wijziging of intrekking van
een zodanig besluit is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
van toepassing. Zienswijzen kunnen naar voren worden gebracht door een
ieder.

§ 8a.6.2 Financiële aspecten

Artikel 8a.61

	De artikelen 8.31 tot en met 8.33 zijn van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat in plaats van “het luchthavenindelingbesluit of
het luchthavenverkeerbesluit” onderscheidenlijk “het
luchthavenindelingbesluit” wordt gelezen: het besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven.

§ 8a.6.3 Commissie regionaal overleg luchthaven

Artikel 8a.62

	1. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan voor iedere
buitenlandse luchthaven, aangewezen bij of krachtens artikel 8a.54, een
commissie regionaal overleg luchthaven instellen.

	2. Indien een commissie wordt ingesteld, stelt Onze Minister van
Infrastructuur en Milieu regels omtrent:

	a. de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie,

	b. de instelling van een secretariaat ter ondersteuning van de
commissie, en

	c. de mate waarin en de voorwaarden waaronder Onze Minister van
Infrastructuur en Milieu jaarlijks bijdraagt in de kosten van de
commissie.

	3. Artikel 8.37 is van overeenkomstige toepassing.

D

	Artikel 11.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	d. voor zover het betreft titel 8A.6 de hiertoe bij besluit van Onze
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
aangewezen ambtenaren.

	2. In het vierde lid wordt “onderdeel b of c” vervangen door: de
onderdelen b tot en met d.

E

	Na artikel 11.22 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 11.2.2a Bestuursrechtelijke handhaving door Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel 11.22a

	Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is bevoegd tot oplegging van
een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze
wet gestelde verplichtingen, bedoeld in artikel 8a.58, tweede lid,
juncto artikel 8.12, tweede en vierde lid.

Artikel 11.22b

	1. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan een bestuurlijke
boete opleggen bij overtreding van artikel 8a.58, tweede lid, juncto
artikel 8.12.

	2. De artikelen 11.16, tweede lid en derde lid, onder c, en 11.20 zijn
van overeenkomstige toepassing.

F

	In artikel 12.1 wordt na “8.77, eerste lid,” ingevoegd: 8a.54,.

ARTIKEL Ia

Indien het bij Koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en
aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en
vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing
bestuursprocesrecht, 32 450) tot wet is of wordt verheven en deel
B, artikel CXXIX, onderdeel C, van die wet eerder in werking treedt dan
artikel I, onderdeel F, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel F,
van deze wet.

ARTIKEL II

	De Wet geluidhinder wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 108, derde lid, wordt “de hoofdstukken 8 en 10”
vervangen door: hoofdstuk 8, titel 8A.6 en hoofdstuk 10.

B

	In de artikelen 110f, eerste lid, en 166, eerste lid, wordt
“beperkingengebied als bedoeld in hoofdstuk 8 of artikel 10.17 van de
Wet luchtvaart” vervangen door: beperkingengebied als bedoeld in
hoofdstuk 8, titel 8A.6 of artikel 10.17 van de Wet luchtvaart.

C

	In artikel 114 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding “1.”
voor het eerste lid.

ARTIKEL III

	1. Binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet wordt een besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven als bedoeld in artikel 8a.54,
eerste lid, van de Wet luchtvaart, vastgesteld.

	2. Een algemene maatregel van bestuur die op grond van artikel 108 van
de Wet geluidhinder is vastgesteld met betrekking tot een buitenlandse
luchthaven, genoemd in artikel 8a.54, eerste lid, van de Wet luchtvaart
en de krachtens die maatregel genomen besluiten blijven voor deze
luchthaven van kracht tot het tijdstip waarop een besluit
beperkingengebied buitenlandse luchthaven voor deze luchthaven in
werking treedt.

ARTIKEL IV

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

De Minister van Defensie,

 PAGE    

 PAGE   6