[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken)

Eindtekst

Nummer: 2012D39635, datum: 2012-10-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z24985:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 oktober 2012



	Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw
griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten
burgerlijke zaken)







Gewijzigd VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele
wetstechnische gebreken en leemten te herstellen in de Wet
griffierechten burgerlijke zaken en dat daartoe deze wet en in verband
hiermee ook enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het derde lid, eerste zin, wordt na ‘ter terechtzitting’
ingevoegd: of bij gebreke daarvan vanaf de eerste roldatum.

2. In het vierde lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder c, wordt na ‘derde lid,’ ingevoegd: 361,
vierde lid,.

2. In het tweede lid wordt onder verlettering van onderdeel d tot en met
j tot onderdeel e tot en met k, een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. het indienen van een zelfstandig verzoek als bedoeld in artikel 282,
vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

3. In het tweede lid, onder h (nieuw), wordt ‘onder b tot en met f’
vervangen door: onder b tot en met g.

4. Aan het tweede lid, onder i (nieuw), wordt aan het slot onder
vervanging van de puntkomma door een komma toegevoegd: alsmede voor het
aanwenden van een rechtsmiddel tegen de afwijzing van deze aangifte;

5. In het tweede lid, onder j (nieuw), wordt voor ‘en’ ingevoegd:
alsmede voor het aanwenden van een rechtsmiddel tegen de afwijzing van
dit verzoek,.

6. In het tweede lid, onder k (nieuw), wordt ‘verzoekschriften’
vervangen door: een verzoek.

C

In artikel 5, eerste lid, wordt de laatste volzin, vervangen door:Van
hem wordt een bedrag aan griffierecht geheven met betrekking tot de
vordering in de oorspronkelijke zaak op basis van de tabel die als
bijlage bij deze wet is gevoegd. Geen griffierecht wordt geheven van de
partij die zich voegt aan de zijde van de gedaagde als bedoeld in
artikel 4, eerste lid, onder b.

D

In artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede na de komma vervangen door:
wordt een bedrag aan griffierecht geheven gelijk aan dat van een
gedaagde in de oorspronkelijke zaak op basis van de tabel die als
bijlage bij deze wet is gevoegd.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

2. In het derde lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het tweede lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

2. In het vierde lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

G

Aan artikel 10, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: 

In cassatie wordt het griffierecht geheven ter hoogte van de vordering
van onbepaalde waarde op basis van de tabel die als bijlage bij deze wet
is gevoegd.

H

Artikel 15 komt te luiden: 

Artikel 15

1. Van partijen die bij dezelfde advocaat of gemachtigde verschijnen en
gelijkluidende conclusies nemen of gelijkluidend verweer voeren, wordt
slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht geheven. Hetzelfde geldt
voor verzoekers en belanghebbenden die bij dezelfde advocaat of
gemachtigde verschijnen en gelijkluidende verzoekschriften of
verweerschriften indienen.

2. Indien tot partijen of tot verzoekers of belanghebbenden als bedoeld
in het eerste lid, zowel natuurlijke personen als niet-natuurlijke
personen behoren, wordt het griffierecht geheven dat niet-natuurlijke
personen verschuldigd zijn. Behoren tot degenen bedoeld in het eerste
lid, zowel onvermogenden als anderen, dan wordt het griffierecht geheven
dat deze laatsten verschuldigd zijn.

I

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand als
bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de
rechtsbijstand waaruit blijkt dat het inkomen niet meer bedraagt dan de
inkomens, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel
35, tweede lid, van die wet.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 28 respectievelijk 33’ vervangen
door: artikel 28 of artikel 33.

J

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

1. Geen griffierecht wordt geheven voor beëdigingen die ingevolge
wettelijk voorschrift plaatsvinden.

2. Voor de afgifte van afschriften van de akte van beëdiging wordt
eveneens geen griffierecht geheven.

K

In artikel 26 wordt ‘reisen verblijfkosten’ vervangen door: reis- en
verblijfkosten.

L

In artikel 29, eerste lid, wordt ‘voorschotten’ vervangen door:
verschotten.

M

Aan artikel 30 worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Tegen de beslissing van het gerecht is geen hogere voorziening
toegelaten.

5. Voor de indiening van het verzoekschrift, bedoeld in het derde lid,
wordt geen griffierecht geheven.

N

De bijlage behorend bij de wet wordt als volgt gewijzigd: 

1. De tabel, aanhef en eerste kolom, betreffende griffierechten bij de
sector kanton van de rechtbank komt te luiden: 

Aard c.q hoogte van de vordering of het verzoek	Griffierecht voor
niet-natuurlijke personen	Griffierecht voor natuurlijke personen
Griffierecht voor 

onvermogenden



Griffierechten bij de sector kanton van de rechtbank 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek: 

- van onbepaalde waarde of

- met een beloop van niet meer dan € 500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek

met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 12 500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek 

met een beloop van meer dan € 12 500 

2. De tabel, eerste kolom, betreffende griffierechten bij de sector
civiel van de rechtbank komt te luiden: 

Griffierechten bij de sector civiel van de rechtbank

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

- van onbepaalde waarde of

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een 

beloop van niet meer dan € 100 000

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een 

beloop van meer dan € 100 000

3. De tabel, aanhef en eerste kolom, betreffende griffierechten bij de
gerechtshoven komt te luiden:

Aard c.q hoogte van de vordering of het verzoek	Griffierecht voor
niet-natuurlijke personen	Griffierecht voor natuurlijke personen
Griffierecht voor 

onvermogenden



Griffierechten bij de gerechtshoven

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

- van onbepaalde waarde of

- met een beloop van niet meer dan € 12 500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek

met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan 

€ 100 000

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek

met een beloop van meer dan € 100 000

4. De tabel, aanhef en eerste kolom, betreffende griffierechten bij de
Hoge Raad komt te luiden:

Aard c.q hoogte van de vordering of het verzoek	Griffierecht voor
niet-natuurlijke personen	Griffierecht voor natuurlijke personen
Griffierecht voor 

onvermogenden



Griffierechten bij de Hoge Raad

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

- van onbepaalde waarde of

- met een beloop van niet meer dan € 12 500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek

met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek

met een beloop van meer dan € 100 000

ARTIKEL II

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 71, vierde lid, wordt de tweede volzin vervangen door:
Artikel 111, tweede lid, aanhef en onderdeel k en onderdeel l, is van
overeenkomstige toepassing.

B

Artikel 111, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel i wordt na ‘sector kanton’ ingevoegd: of zaken in
kort geding.

2. In onderdeel j wordt ‘tweede lid’ vervangen door: derde lid.

3. Onderdeel k, aanhef, komt te luiden:

de mededeling of van gedaagde bij verschijning in de procedure
griffierecht zal worden geheven en binnen welke termijn dit griffierecht
betaald dient te worden met verwijzing naar een vindplaats van de meest
recente bijlage behorende bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken
waarin de hoogte van de griffierechten staan vermeld. Hierbij wordt
vermeld dat van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de
wet vastgesteld griffierecht voor onvermogenden wordt geheven, indien
hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven, heeft
overgelegd:.

4. Onderdeel k, onder 2Û«, komt te luiden:

2Û« . een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand als
bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de
rechtsbijstand waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de
inkomens, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel
35, tweede lid, van die wet;

5. In onderdeel l vervalt ‘of gemachtigde’ en wordt na ‘conclusies
nemen’ ingevoegd: of gelijkluidend verweer voeren.

Ba

	Artikel 127a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voordat de
rechter hiertoe overgaat, stelt hij eiser in de gelegenheid zich uit te
laten over het niet tijdig voldoen van het verschuldigde griffierecht.

	2. In het derde lid wordt na “tweede lid’ ingevoegd: , eerste
volzin,.

C

	Artikel 140 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 

	2. Onder verschenen gedaagde als bedoeld in het eerste lid wordt
verstaan de gedaagde die in het geding is verschenen en tijdig het
griffierecht heeft voldaan.

	2. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘tweede lid’ vervangen door:
derde lid. 

D

In artikel 147, derde lid, eerste zin, wordt ‘tweede lid’ vervangen
door: derde lid.

	In artikel II wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:

Da

	In artikel 219a wordt aan het tweede lid een volzin toegevoegd,
luidende: Voordat de rechter hiertoe overgaat, stelt hij degene die de
vordering heeft ingesteld in de gelegenheid zich uit te laten over het
niet tijdig voldoen van het verschuldigde griffierecht.

E

Aan artikel 237 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. De rechter kan bepalen dat het griffierecht tot betaling waarvan de
partij, bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt veroordeeld, niet
hoger is dan het griffierecht dat van deze partij is geheven of, in het
geval dat deze partij gedaagde is in een zaak bij de kantonrechter en
van haar geen griffierecht is geheven, het griffierecht dat deze partij
verschuldigd zou zijn geweest als zij eiser was geweest. De rechter kan
hiertoe besluiten indien hij van oordeel is dat veroordeling tot
betaling van het hogere griffierecht, gelet op de proceshouding van de
in het gelijk gestelde partij, zal leiden tot een onbillijkheid van
overwegende aard. Hiertegen is geen hogere voorziening toegelaten.

F

In artikel 254 wordt onder vernummering van het vierde lid tot vijfde
lid een lid ingevoegd, luidende:

4. De artikelen 127a en 128, tweede lid en zesde lid, zijn niet van
toepassing.

G

Artikel 276 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, aanhef, komt te luiden: De oproeping bevat tevens de
mededeling of voor de indiening van een verweerschrift griffierecht zal
worden geheven en dat indien de verweerder het verschuldigde
griffierecht niet tijdig heeft voldaan de rechter het ingediende
verweerschrift niet bij zijn beslissing op het verzoek betrekt, binnen
welke termijn dit griffierecht betaald dient te worden, alsmede een
verwijzing naar een vindplaats van de meest recente bijlage behorende
bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken waarin de hoogte van de
griffierechten staan vermeld. Hierbij wordt vermeld dat van een persoon
die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht
voor onvermogenden wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het
griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:.

2. Het tweede lid onder 2Û« komt te luiden:

2Û« . een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand als
bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de
rechtsbijstand waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de
inkomens, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel
35, tweede lid, van die wet.

3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien het een zaak betreft waarbij meerdere belanghebbenden zijn
betrokken, bevat de oproeping tevens de mededeling dat van
belanghebbenden die bij dezelfde advocaat verschijnen en gelijkluidende
verweerschriften indienen, op basis van artikel 15 van de Wet
griffierechten burgerlijke zaken slechts eenmaal een gezamenlijk
griffierecht wordt geheven. 

H

Artikel 282a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

1a. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voordat de
rechter hiertoe overgaat, stelt hij de verzoeker in de gelegenheid zich
uit te laten over het niet tijdig voldoen van het verschuldigde
griffierecht.

2. In het derde lid wordt ‘verweerder’ vervangen door:
belanghebbende.

3. Aan het derde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voordat de
rechter hiertoe overgaat, stelt hij de belanghebbende in de gelegenheid
zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het verschuldigde
griffierecht.

4. In het vierde lid wordt “eerste, tweede en derde lid” vervangen
door: eerste lid, tweede lid, eerste volzin, en derde lid, eerste
volzin.

Ha

	In artikel 335, tweede lid, wordt ‘tweede lid’ vervangen door:
derde lid.

Hb

	In artikel 409a wordt aan het tweede lid een volzin toegevoegd,
luidende: Voordat de Hoge Raad hiertoe overgaat, stelt de Hoge Raad
eiser in de gelegenheid zich uit te laten over het niet tijdig voldoen
van het verschuldigde griffierecht.

I

In artikel 411, eerste lid, komt ‘met redenen omklede’ te vervallen
en wordt 'om in cassatie te komen' vervangen door: om verweer in
cassatie te voeren of om van zijn zijde in cassatie te komen.

Ia

	In artikel 486, derde lid, wordt na de eerste volzin een volzin
ingevoegd, luidende: Indien het griffierecht niet tijdig is voldaan,
stelt de rechter-commissaris de desbetreffende partij eerst in de
gelegenheid zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het
verschuldigde griffierecht.

J

	In artikel 773 wordt ‘tweede lid’ vervangen door: derde lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. 

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Reparatiewet griffierechten burgerlijke
zaken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   9