[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33452 Adv RvSt inzake Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel

Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D39854, datum: 2012-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z18235:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W05.12.0420/I	's-Gravenhage, 24 oktober 2012

Bij Kabinetsmissive van 16 oktober 2012, no.12.002448, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet
studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de
langstudeerdersmaatregel, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel beoogt het tarief voor het verhoogde collegegeld voor
het studiejaar 2012-2013 met terugwerkende kracht tot 1 september 2012
te bepalen op het niveau van het basistarief. Tevens wordt de tweedeling
van het collegegeld in een basistarief en een verhoogd tarief geschrapt.
De dekking voor deze aanpassing is gevonden in het amendement op de
begroting 2013 ingediend door de leden Harbers en Plasterk.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekening.

1.	Goede wetgeving en ordentelijke wetgevingsprocedure

De Wet verhoging collegegeld langstudeerders is op 1 september 2011 in
werking getreden; met ingang van het collegejaar 2012/2013 op 1
september 2012 is de verhoging metterdaad doorgevoerd.

In augustus 2012 bleek in de Tweede Kamer een meerderheid voor het weer
terugdraaien van deze maatregel, maar kon men niet in meerderheid tot
een alternatief komen. Inmiddels is, binnen het kader van de
coalitiebesprekingen, overeenstemming bereikt over het met terugwerkende
kracht schrappen van deze maatregel.

Deze gang van zaken heeft geresulteerd in grote onduidelijkheid voor
onderwijsinstellingen en studenten over de vraag of de
langstudeerdersmaatregel in het collegejaar 2012/2013 zou (moeten)
worden doorgezet. Met de bedoeling zo spoedig mogelijk duidelijkheid te
verschaffen heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap op 13 oktober jl. een brief verzonden aan alle instellingen
met het verzoek om vanaf november af te zien van verdere inning van het
verhoogde wettelijk collegegeld en van studenten slechts te verlangen
dat zij vanaf dan het wettelijk collegegeld tegen basistarief voldoen.
Hierdoor is een situatie ontstaan waarin door de onderwijsinstellingen
vanaf november contra legem wordt gehandeld. In dat licht onderschrijft
de Afdeling de noodzaak om zo spoedig mogelijk te komen tot een
wettelijke regeling waardoor op zo kort mogelijke termijn een einde
wordt gemaakt aan de contra legem uitvoeringspraktijk.

De Afdeling plaatst hierbij echter de volgende kanttekening. Het
wetsvoorstel verhoging collegegeld langstudeerders had als doel het
rendement van het hoger onderwijs te verbeteren en bij te dragen aan de
financiële taakstelling die het kabinet zich gesteld had. Het
onderhavige voorstel trekt de langstudeerdersmaatregel met terugwerkende
kracht in, zonder dat in de toelichting wordt ingegaan op de gevolgen
hiervan voor deze oorspronkelijke doelstellingen van het voorstel. Wat
de financiële taakstelling betreft, wordt volstaan met de constatering
dat er door de gewijzigde samenstelling van de Tweede Kamer niet langer
steun bestaat voor de reeds ingevoerde maatregel en dat een dekking is
gevonden voor de kosten die aan intrekking zijn verbonden. Over de
realisering dan wel bijstelling of eliminatie van de onderwijskundige
doelstelling van de in te trekken wet ontbreekt elke motivering.

De Afdeling vraagt in dit verband aandacht voor het belang van goede
wetgeving, hetgeen onder meer inhoudt dat deze bestendig is en dat een
eventuele aanpassing of intrekking van een maatregel toereikend wordt
gemotiveerd en ordentelijk plaatsvindt. Dat is zowel in het belang van
hen voor wie de wet rechten en plichten bevat als van de instanties die
met de uitvoering zijn belast. Een zo snelle en beperkt gemotiveerde
koersverandering als die van het wetsvoorstel verdraagt zich slecht met
dit uitgangspunt.

De Afdeling adviseert hierop in de toelichting in te gaan. 

2.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W05.12.0420/I met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

In artikel 6.7, eerste en vierde lid, WHW, de zinsnede "volgens het
basistarief" schrappen en "7.45, zevende lid" vervangen door: 7.45,
vijfde lid.

In artikel I, onderdeel E, eerste lid, "(nieuw)" schrappen.

In artikel 15.2, onderdeel b, WHW, "artikel 7.45, derde lid" vervangen
door: 7.45, tweede lid.

Voorzien in een verduidelijking van het opschrift van hoofdstuk 18,
titel 13, WHW.

In artikel I, onderdeel K, tussen het vijfde en zesde lid een lid
invoegen, luidende: Het vijfde lid komt te luiden: Het maximumbedrag,
bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor
het studiejaar 2011–2012 1 713 euro.

Voorzien in het schrappen van artikel 18.80 WHW.

In artikel II, onderdeel B, het vierde lid vervangen door:

4. In het vijfde lid wordt "en 7.3" vervangen door: , 7.3 en 12.10a1.

In artikel II, onderdeel C, "31 augustus 2012" vervangen door: 1
september 2011.

In artikel 9, eerste lid, van de Experimentenwet vooropleidingseisen,
selectie en collegegeldheffing "volgens het basistarief" schrappen.

	Kamerstukken II 2012/13, 33 400 VIII, nr. 8.

	Stb. 2011, 368.

	Zie noot 1.

	Kamerstukken II 2012/13, 31 288, nr. 317, bijlage.

	Kamerstukken II 2010/11, 32 618, nr. 3, blz. 1.

	Memorie van toelichting, I algemeen, Inleiding en achtergronden.

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........